9 Algemene Financiële Beschouwingen

Aan de orde is de voortzetting van de Algemene Financiële Beschouwingen,

en de behandeling van:

  • - de brief van de minister van Financiën d.d. 21 september 2021 inzake de Nota over de toestand van 's Rijks Financiën ( 35925 );

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2022 ( 35925-IX ).

(Zie vergadering van 7 oktober 2021.)

De voorzitter:

Aan de orde is het debat over de Algemene Financiële Beschouwingen, derde termijn. De sprekers hebben een indicatie gegeven van hun spreektijd. Er is in één termijn de gelegenheid om nog vragen te stellen of moties in te dienen.

Ik heet de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en de staatssecretaris van Financiën, de mensen op de publieke tribune en de kijkers thuis van harte welkom.

De (algemene) beraadslaging wordt heropend.

De voorzitter:

Ik geef als eerste het woord aan de heer Tony van Dijck van de PVV.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Dit is het vervolg op de Financiële Beschouwingen, dus mijn eerste vraag is: waar is de minister van Financiën? Op zijn verzoek hebben wij hier namelijk een derde termijn en dan is het natuurlijk raar dat hij daar niet bij is.

De PVV is blij dat onze motie om 3 miljard te gebruiken om de energierekening te verlagen nu wordt uitgevoerd. Mijn tweede vraag is dan ook: waarom werd die motie eerst ontraden, als zij nu wordt uitgevoerd?

Voorzitter. Ik heb drie moties. De eerste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om huishoudens en bedrijven per direct te compenseren voor de hoge energieprijzen en niet vanaf 1 januari 2022,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Tony van Dijck en Kops.

Zij krijgt nr. 125 (35925).

De heer Tony van Dijck (PVV):

Dan de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om de 150 miljoen euro, bedoeld voor gemeenten, toe te kennen aan woningcorporaties en te oormerken voor isolatie van sociale huurwoningen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Tony van Dijck.

Zij krijgt nr. 126 (35925).

De heer Tony van Dijck (PVV):

Dan mijn derde motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de glastuinbouw als energie-intensieve sector in de problemen dreigt te komen door de hoge gasprijzen;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe kan worden voorkomen dat de glastuinbouw als sector ophoudt te bestaan en binnen twee weken met voorstellen te komen om faillissementen te voorkomen;

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Tony van Dijck.

Zij krijgt nr. 127 (35925).

Ik dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Heinen van de VVD.

De heer Heinen (VVD):

Voorzitter. Mijn stem begint het te begeven, maar ik sta hier toch, want het gaat om een belangrijk onderwerp, namelijk de stijgende energieprijzen. Gezien het late tijdstip is het ook een beetje een candlelightgevoel.

Wanneer markten falen, moet een overheid beschermen, dat is mijn overtuiging. En markten hebben gefaald. Want het is geen marktwerking als Poetin de gaskraan dichtdraait. En het is geen marktwerking als Chinezen het vloeibaar gas opkopen. En het is geen marktwerking als het kouder is dan verwacht en minder waait dan voorspeld, waardoor er minder energie wordt geproduceerd dan er wordt gevraagd. Door al deze ontwikkelingen schieten de energieprijzen omhoog. Dan moet de overheid voorkomen dat huishoudens en bedrijven omvallen simpelweg omdat de energieprijzen door het dak knallen. De Kamer heeft hier twee weken geleden bij de Algemene Financiële Beschouwingen een motie over ingediend die met algemene stemmen is aangenomen. Het kabinet is direct in actie gekomen met ruim 3 miljard euro aan steun. Een ongekend bedrag en ongekend snel.

Snelle steun betekent ook generieke steun. Dat gaat altijd ten koste van gerichtheid. Dit is enigszins begrijpelijk, maar het vraagt wel dat we heel goed de vinger aan de pols houden over de impact van de stijgende energieprijzen op burgers en bedrijven. Mevrouw Van Dijk zal hier straks mede namens de VVD een motie over indienen.

Voorzitter. Ik zou graag afronden met een dankwoord. Ik was daar niet eerder aan toegekomen. Wij begonnen deze Algemene Financiële Beschouwingen met een woordvoerder van GroenLinks, de heer Bart Snels, die inmiddels voor de afronding van dit debat is opgestapt. Graag wil ik hem vanaf deze plek bedanken voor de prettige samenwerking. Ideologisch stonden we ver uit elkaar, maar ik had grote waardering voor zijn deskundigheid en zijn collegialiteit. Hij deed niet mee aan wat hij omschreef als een opportunistische manier van politiek bedrijven en zo heb ik hem ook leren kennen. Door te luisteren en bij de inhoud te blijven wist hij in dit parlement bruggen te slaan en droeg hij bij aan de kwaliteit van wetgeving. Ik heb van hem geleerd en die lessen neem ik ook mee in mijn verdere politieke carrière. Dank u wel.

De voorzitter:

Ik dank u wel. Er is een interruptie van de heer Van der Lee van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank voor de aardige woorden voor mijn inmiddels ex-collega. Dat betreur ik ook. Maar ik heb wel een vraag. De VVD gaf aan het begin van deze kabinetsperiode aan dat we niet alle inkomensgevolgen op het terrein van energie en klimaat binnen dat domein moeten oplossen. Ik denk dat het mogelijk was en nog steeds is om op een veel gerichtere manier vooral die mensen te compenseren die in energiearmoede leven en extra zwaar getroffen worden. Waarom heeft de VVD ingestemd met een pakket dat heel generiek en voor iedereen is en niet veel meer vanuit inkomenspolitiek gericht wordt op de mensen die het zwaarst geraakt worden?

De heer Heinen (VVD):

Dat is een terechte vraag. Ik denk dat veel mensen in het land die vraag ook hebben. De complexiteit zit erin dat je inkomen niet altijd wat zegt over je energiegebruik. Wij als Kamerleden verdienen evenveel, maar het kan zijn dat u in een mooi jarendertigwoninkje woont, slecht geïsoleerd met een gasketeltje. Dan heeft u een hogere energierekening dan ik, die in een Vinex-wijk op een warmtenet zit. Dus als je puur alleen naar inkomen kijkt, heb je natuurlijk ook het risico dat het niet gericht is, omdat het niks zegt over de energieconsumptie. Wil je snel handelen en wil je snel de energierekening compenseren, dan zal je toch een bepaalde mate van generieke benadering moeten nastreven.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Normaliter zou dit een goed antwoord zijn, maar het toeval wil dat TNO juist vlak voor deze discussie een uitgebreide analyse heeft gemaakt van waar de energiearmoede zit. We weten gewoon dat 80% zit bij mensen met een bijstandsuitkering of AOW zonder aanvullend pensioen. 80%, dat is de doelgroep. Dan kun je heel gericht wat doen voor die doelgroep. Voor de 20% die je dan niet op deze manier kunt helpen, zou je een speciale voorziening, bijvoorbeeld via bijzondere bijstand, kunnen organiseren. We hebben nu juist de kennis en het kan veel gerichter.

De heer Heinen (VVD):

Ik heb niet het hele rapport gelezen. Ik las er ook in dat een groot deel in corporatiewoningen zit. In het voorstel van het kabinet zit bijvoorbeeld geld voor het isoleren van woningen. In de Miljoenennota was ook al geld vrijgemaakt voor het isoleren van woningen. Woningcorporaties hebben ook een verantwoordelijkheid om te kijken naar hun huurders en om de woningen energiezuinig te maken, zodat de energierekening omlaag kan. Ik denk dat je het probleem tweeledig moet aanpakken, enerzijds door compensatie, maar ook door te kijken naar het gebruik van energie. Dat hangt natuurlijk af van het type woning. Daarom ben ik blij met het voorstel van het kabinet om onder andere te kijken naar het energiezuiniger maken van woningen.

De voorzitter:

Ik dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Alkaya van de SP.

De heer Alkaya (SP):

Voorzitter. Het kabinet heeft aangekondigd om mensen deels te compenseren voor de energierekening, die inderdaad flink aan het stijgen is. Dat is goed nieuws voor heel veel mensen, laat ik dat vooropstellen. Maar er zitten ook elementen in het voorstel waar de SP maar moeilijk begrip voor kan tonen. Hoe kan het dat de mensen met de laagste inkomens er wederom het meest op achteruitgaan? Ze gaan er ook het minst op vooruit, als je kijkt naar de vooruitgang. Als je kijkt welke mensen erop achteruitgaan, zie je dat de meeste daarvan uit de groepen met de laagste inkomens komen en dat ondanks het voorstel en ondanks het feit dat de economie volgend jaar weer hard groeit. Dat is toch niet rechtvaardig?

Waarom is er niet voor gekozen om gericht de belasting op aardgas te verlagen in plaats van die op elektriciteit, vraag ik aan de regering. De kern van het probleem is toch dat de aardgasrekening te hoog wordt? Ik snap dat het kabinet geen onderscheid maakt tussen bijvoorbeeld huishoudens met een vast energiecontract en die met een variabel energiecontract, omdat dat veel te ingewikkeld zou worden. Maar de belasting die alle huishoudens betalen voor aardgas is in ons land de afgelopen jaren flink verhoogd en dat blijft dus onveranderd. Mensen met een slecht geïsoleerde woning met een oudere cv-ketel, wat vaak sociale huurwoningen zijn, profiteren dus minder van dit compensatievoorstel dan mensen die in een van de allernieuwste woningen wonen die al van het gas af zijn. Dat moet toch anders kunnen? Het geld dat beschikbaar wordt gesteld om die ongelijkheid aan te pakken door woningen te isoleren, valt eigenlijk in het niet bij de andere voorstellen die het kabinet doet.

Het zijn wat ons betreft niet de juiste politieke keuzes en daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de mensen met de laagste inkomens er het komende jaar het meest op achteruit zullen gaan, ondanks het compensatievoorstel van de regering;

overwegende dat het risico groot is dat de energiearmoede in ons land verder zal toenemen;

verzoekt de regering met aanvullende compensatiemaatregelen te komen die gericht zijn op de mensen met de laagste inkomens, zoals het verhogen van de algemene heffingskorting,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Alkaya.

Zij krijgt nr. 128 (35925).

Dank u wel, meneer Alkaya. Dan geef ik het woord aan de heer Hammelburg van D66.

De heer Hammelburg (D66):

Dank u wel, voorzitter. Ook van mijn kant toch complimenten aan het kabinet voor hoe het met stoom en kokend water op verzoek van de Kamer bij de Algemene Financiële Beschouwingen met een voorstel is gekomen voor een generieke maatregel om de energierekening te compenseren voor alle Nederlanders. Daar ben ik heel erg blij mee, want het is echt nodig. Tegelijkertijd bekruipt mij het gevoel dat wij toch ook een deel gericht kunnen doen, specifiek voor de groep waar de heer Alkaya het ook over had: de mensen die op dit moment, zo meteen, deze winter, moeten gaan kiezen tussen de kachel dichtdraaien of brood op de plank. Voor die groep heb ik een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat lage-inkomensgroepen met de voorliggende oplossing voor de stijgende energierekening nog steeds het hardst geraakt worden;

constaterende dat met een generieke belastingvermindering en tariefverlaging alle inkomensgroepen evenveel in hun energierekening worden gecompenseerd;

verzoekt de regering om samen met de VNG en gemeentes te onderzoeken hoe deze huishoudens binnen de bestaande regelingen een energietoelage kunnen toekennen aan huishoudens met een laag inkomen om te voorkomen dat deze groep ernstig in de problemen raakt;

verzoekt de regering hiervoor 200 miljoen vrij te maken door de belastingvermindering in de energiebelasting aan te passen en dit toe te voegen aan het Gemeentefonds;

verzoekt de regering om samen met gemeenten de energietoelage breed onder de aandacht te brengen bij de mensen die hier een beroep op kunnen doen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hammelburg en Inge van Dijk.

Zij krijgt nr. 129 (35925).

Dank u wel. Er is een interruptie van de heer Nijboer, PvdA.

De heer Nijboer (PvdA):

Interessante motie. Ik vind het ook goed dat het CDA en D66 onderkennen dat eigenlijk voor de laagste inkomens de problemen het grootst zijn. Ik zie dat voornamelijk bij huurders. Als je in een huis zit dat enorm tochtig is met enkel glas, kun je daar niks aan doen. Je kunt ook geen kant op, want waar moet je heen als je in een huurhuis zit? De wachtlijsten zijn tien jaar. Ik heb afgelopen maandag in het debat over het Belastingplan, waar de heer Hammelburg ook aanwezig was, gezegd dat ik eigenlijk vind dat we aan die huurhuizen met die heel slechte labels de eis moeten stellen dat die een beetje fatsoenlijk geïsoleerd zijn, dat we die G-, F- en E-labels eigenlijk niet meer moet toestaan, en we daar ook een financiële prikkel bij moeten doen. Is met D66 te spreken over zo'n voorstel? Dat ligt ook erg in het verlengde van zijn motie, als ik die goed begrijp.

De heer Hammelburg (D66):

Of dat helemaal in het verlengde van mijn motie ligt? Ja, alles heeft met alles te maken. Dat begrijp ik ook. Er zijn op dit moment al woningcorporaties die bijvoorbeeld folie aan het uitdelen zijn aan hun huurders om achter hun radiatoren te plakken. Ik moet heel eerlijk bekennen dat ik niet goed in de systematiek van die energielabels zit en mijn collega-woordvoerder wonen wel. Wij zijn natuurlijk met alle bereidheid bereid om daarnaar te kijken, maar ik kan er gewoon heel weinig over zeggen. Wat ik nu zie, is dat we op dit moment een imminent probleem hebben, deze winter. Ik zie een groep waar ik me echt heel veel zorgen over maak. Ik zie ze echt door hun hoeven zakken. Dat wil ik met deze motie voorkomen, direct.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Hammelburg. Ik geef het woord aan de heer Nijboer van de PvdA.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter, dank u wel. Dit is de derde termijn van de Financiële Beschouwingen. Ik denk dat het nog nooit is voorgekomen dat dit in de afwezigheid van de minister van Financiën gebeurde. De heer Van Dijck zei het ook al. Ik vind het toch een vreemde gang van zaken dat je het het niet waard vindt om voor de belangrijkste begrotingswet van het jaar naar het parlement te komen, maar de voorzitter weet van mij dat ik dat vind. Misschien dacht de heer Hoekstra: ik zit hier toch niet zo lang meer, laat mijn opvolger maar vast warmlopen. Ik denk dat de heer Vijlbrief prima in staat is om hem te vervangen, maar ik vind het toch niet zo'n geweldige keuze.

Voorzitter. Waarom deze derde termijn is aangevraagd, is omdat er fors geld binnen de begroting wordt verschoven. De coalitie heeft een vrij open motie ingediend, van "kom met voorstellen". Ik heb zelf een motie ingediend — die is wel verworpen — om gemiddeld ten minste de helft van de energierekening te compenseren. Ik moet zeggen dat het kabinet — over de vormgeving heb ik nog wel wat vragen, maar — daaraan tegemoet gekomen is. Er is een serieus compensatiepakket door het kabinet voorgesteld. Er zijn natuurlijk altijd vragen te stellen of het te rechtvaardigen is als je een jaarcontract hebt of een aflopend contract, maar aan de andere kant snap ik ook wel dat je niet bij iedereen het contract kunt opvragen en het tegelijkertijd snel kunt uitvoeren. Dat is gewoon geen doen. Als je het belangrijk vindt om te compenseren, moet je dat voor lief nemen.

Ik wilde het kabinet wel vragen om in te gaan op de voorstellen van FNV, de Woonbond en de Milieufederatie. Die vroegen: kan het niet toch nog gerichter en had het niet toch beter uitgevoerd kunnen worden? Die hebben een aardig technisch voorstel gedaan. Daar is het kabinet ongetwijfeld mee bekend. Het is ook naar de Kamer en naar de media gestuurd. Dus ik vraag het kabinet waarom het niet zo is vormgegeven. Was dat niet nog gerichter geweest?

Er is één grote zorg. Die hoorde ik ook al bij andere collega's, voorgaande sprekers, en die betreft vooral de lage en middeninkomens die in een heel slecht geïsoleerd huis zitten. Als je er zelf in zit, kun je er nog wat aan doen. De meest standaard isolatiemaatregelen hoeven ook niet eens het allerduurst te zijn: spouwmuren of onder de vloer wat doen. Dat hoeft niet enorm in de papieren te lopen. Maar als je huurder bent en je zit met een huurbaas die niks wil, ook al vraag je het, dan kun je niks. Je kunt niet verhuizen, want niemand kan een huis krijgen, en je kunt ook niet je verhuurder dwingen om dat te doen. Je zit vast. Die mensen betalen straks €400, €500. Dat is niet overdreven. Dat komt gewoon voor. Die betalen straks €400, €500 aan energielasten. Dat kunnen we niet toestaan en vandaar mijn voorstel. Ik sta echt voor andere uitwerkingen open. Er is het principe dat er, als je winkels of bedrijven huurt op een bedrijventerrein, een label is afgesproken — dat is daar zelfs label C en D — waar je niet onder mag. Dat mag gewoon niet meer. Waarom zorgen we er nou niet voor dat we ook bij verhuurders de norm stellen dat je van de labels E, F en G af wilt en dat je een enorme huurkorting moet geven als je die nog aanbiedt? Ik dacht aan €150 tot €200, maar ik sta open voor betere cijfers. Het is ook gewoon een beetje redelijke schatting die ik had. Dan heb je ook een prikkel aan de kant van de verhuurder om er wat aan te doen. Er is dat isolatiepakket voor gemeenten. Dat is een goed idee. Daar kunnen ze dan gebruik van maken. Nu hoeft die verhuurder niks. Die huurder blijft heus wel zitten. Die blijft betalen en die zit met de energierekening. Nou, dat is de gedachte hierachter. Ik ben echt gaarne bereid deze motie nog aan te passen of anders vorm te geven, maar ik vraag het kabinet om werk te maken van dat idee. Vandaar de volgende motie, die ik samen met de heer Van der Lee van GroenLinks indien.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat vooral lage en middeninkomens in een slecht geïsoleerde huurwoning ondanks de maatregelen van het kabinet nog een forse rekening voor de kiezen krijgen;

overwegende dat huurders in slecht geïsoleerde woningen daar niets aan kunnen doen en geen kant op kunnen;

verzoekt het kabinet aanvullende maatregelen te treffen om de koopkracht van huurders met een E-, F- en G-label te verbeteren, bijvoorbeeld door aanpassing van het WWS-stelsel, een minimumverplichting zoals deze voor kantoren en winkels geldt, of andere wettelijke maatregelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Nijboer en Van der Lee.

Zij krijgt nr. 130 (35925).

De heer Nijboer (PvdA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Inge van Dijk van het CDA.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Energie is een basisbehoefte en moet beschikbaar en betaalbaar zijn en blijven. We zijn blij dat er serieus gekeken is naar oplossingen om compensatie op te tuigen. We lezen ook dat het kabinet liever een meer specifieke maatregel had uitgewerkt, en wij ook. Om het budget meer te laten neerslaan waar het wat ons betreft thuishoort, dienen we met D66 de motie in die zojuist is voorgelezen. Om dit voor elkaar te krijgen kijken we dan toch weer naar de gemeenten, waar ik me ook weer een beetje bezwaard over voel. We kijken namelijk heel vaak naar gemeenten om een flinke klus te klaren, maar zij hebben nou eenmaal het beste zicht op waar het geld echt nodig is. Wij hebben hen echt keihard nodig om het geld zo snel mogelijk op de goede plek te krijgen.

Daarnaast lezen we dat het kabinet vinger aan de pols houdt, maar we lezen niet hoe en hoe het de Kamer daarover gaat informeren. Om dat "hoe" wat meer handen en voeten te geven de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet op basis van de nu beschikbare informatie in verband met de verwachte stijging van de energieprijzen een tegemoetkoming geeft aan huishoudens en mkb;

overwegende dat er nog erg veel onzekerheid heerst rondom de ontwikkeling van de prijzen in de energiemarkt;

van mening dat het gezien deze onzekerheid goed is een vinger aan de pols te houden;

verzoekt de regering de ontwikkeling van de energieprijzen te monitoren en tweemaandelijks aan de Kamer te rapporteren over de inkomenseffecten voor burgers en bedrijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Inge van Dijk, Grinwis, Hammelburg en Heinen.

Zij krijgt nr. 131 (35925).

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een vraag van de heer Nijboer van de PvdA.

De heer Nijboer (PvdA):

Ik werd er net door de heer Omtzigt aan herinnerd dat de gedachtelijn die ook in de motie stond die ik zojuist heb ingediend met GroenLinks, ook in het CDA-verkiezingsprogramma stond. Hoe staat het CDA nu tegenover het voorstel om aan die woningen met enkel glas en tocht aan alle kanten — het lijkt gewoon nergens op hoe die erbij staan — iets te doen?

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Uw voorstel triggert mij inderdaad. Eigenlijk klinkt het heel logisch. We moeten inderdaad na gaan denken over hoe we verhuurders kunnen stimuleren om ervoor te zorgen dat de "schimmelwoningen", zoals we dat al in een paar debatten hebben genoemd, zo snel mogelijk verleden tijd zijn. Dus ja, ook wij willen serieus nadenken over hoe we iets met elkaar kunnen bedenken om daar een versnelling in aan te brengen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Van der Lee van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank, voorzitter. Ik dien mijn motie in en dan licht ik haar toe.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat volgens TNO ruim 500.000 huishoudens in energiearmoede leven en dat dit aantal door de recente prijsstijgingen op kan lopen tot 700.000 huishoudens;

constaterende dat het demissionaire kabinet van plan is elk huishouden met gemiddeld €430 te compenseren voor de stijgende energierekening in 2022;

overwegende dat een groot deel van het geld terechtkomt bij mensen die dit niet dringend nodig hebben en dat de mensen in de grootste problemen hiermee niet volledig worden gecompenseerd;

verzoekt het demissionaire kabinet om op korte termijn alternatieven naar de Kamer te sturen waarmee mensen in energiearmoede meer gericht gecompenseerd kunnen worden voor de stijgende energierekening,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Lee en Nijboer.

Zij krijgt nr. 132 (35925).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Deze motie, en trouwens ook de motie die de heer Nijboer mede namens mij heeft ingediend, is het logische gevolg van het feit dat dit compensatiepakket, waarvan het is goed dat het er is gekomen, een heel grote groep mensen bereikt die het echt niet nodig hebben. RTL heeft een berekening gemaakt. Het kabinet heeft daarop gereageerd. Natuurlijk moet er met enige aannames worden gewerkt, maar grosso modo gaat het om 2 miljoen huishoudens die €430 krijgen, terwijl ze de komende winter helemaal geen gevolgen ondervinden vanwege de contracten die ze hebben. Misschien merken ze er iets van op termijn, maar dat gaat zeker niet om €430 en zeker niet op deze termijn. Daar staat tegenover dat 80% van de mensen in energiearmoede een bijstandsuitkering of alleen een kale AOW heeft. Opgeteld gaat het om ruim 600.000 Nederlanders. Dat is de groep die in de problemen zit en die extra kosten dreigt te krijgen, in de orde van €1.000. Het is veel logischer om je inzet daarop te concentreren, bijvoorbeeld door een dertiende maand uit te keren voor die groep. Dan heb je al het leeuwendeel te pakken. Ik zou het kabinet willen vragen om daar nog op te reflecteren. Maar dan nog zijn er een aantal mensen die daarbuiten vallen en daarvoor moet je een nog gerichter instrument zoeken. Dat zou via de bijzondere bijstand kunnen. Het voorstel dat vanuit de coalitie komt, raakt daar een beetje aan. Maar het is heel belangrijk dat er iets extra's gebeurt en dat er ook extra geld komt, want de financiering van wat nu voorligt, is gewoon de motie die we bij de APB hebben besproken. Die 500 miljoen was structureel geld. Dat wordt nu met een kasschuif allemaal naar voren gehaald en dat telt op tot het bedrag dat we nu geven. Het is dus geen extra geld, maar het naar voren halen van geld dat we al hadden gereserveerd voor dit probleem. Ik vind het belangrijk dat er extra geld wordt uitgegeven om deze groep gericht te bereiken.

De heer Hammelburg (D66):

Ik kijk de heer Van der Lee direct aan, want hij sprak ons, D66 en het CDA, aan op de motie die ik zojuist heb ingediend. Daarin wordt het kabinet specifiek verzocht om in gezamenlijkheid met de gemeenten te kijken naar de beste methode. Dat zou via de bijzondere bijstand kunnen, maar als de gemeenten zeggen dat ze een andere manier hebben om dat via het armoedebeleid te doen, dan kan dat ook. We willen ook snel zijn in de uitvoering. Kan ik daarbij ook op steun rekenen van GroenLinks?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik ben benieuwd wat het kabinet vindt van uw motie en van de andere moties die worden ingediend. Iedere oplossing die bijdraagt aan extra compensatie voor deze groep, is meegenomen, maar als ik u een bedrag hoor noemen van 200 miljoen tegenover 600.000 mensen, dan gaat het om een relatief bescheiden bijdrage. Ik zou graag nog wat meer willen. Ik zou graag alle extra kosten voor deze groep willen compenseren, dus ik hoop dat het kabinet niet alleen welwillend is als het gaat om het voorstel uit de coalitie, maar ook als het gaat om de voorstellen uit de oppositie.

De heer Hammelburg (D66):

Het voorstel komt vanuit D66 en het CDA. Maar die 200 miljoen euro is echt wel een substantieel bedrag. Het gaat over de 600.000 mensen die de heer Van der Lee noemt, maar misschien zijn het er nog wel wat meer. Als je het simpelweg per huishouden uitrekent, gaat het om minimaal €200 extra per huishouden, boven op de generieke maatregel die er al is. Dan zit je al boven de €600, dus ik wil dat beeld hier wel wegnemen. Twee derde tot driekwart van de rekening wordt dan gecompenseerd.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dat erken ik, maar per saldo betekent het voor mensen in energiearmoede alsnog een verslechtering ten opzichte van voor de gasprijspiek. Ik zou daar graag nog een schep bovenop doen. En dat kan als we het pakket wat anders inrichten. We gaan meer dan 2 miljoen huishoudens geld geven voor iets wat hen op dit moment niet raakt. Dat is niet erg efficiënt. Volgens mij is dat helder.

Ik heb nog twee andere vragen. Ik heb dit laatst ook in het debatje met de staatssecretaris van EZK geopperd, maar de staatssecretaris van Financiën zit hier ook. We hebben verschillende tarieven in de energiebelasting voor kleinverbruikers, middenverbruikers en grootverbruikers. Huurders hebben veel minder mogelijkheden om te sturen op het energiehuishouden in hun huis dan kopers en eigenaren. Is het niet redelijk om te kijken of je een tariefonderscheid kunt maken, zodat je een wat hoger tarief krijgt voor mensen die kunnen sturen op de energiesituatie in hun eigen huis en een lager tarief voor huurders, die dat veel minder kunnen? Ik hoor daar graag een reactie op.

Tot slot nog een ander punt, dat is gericht aan de staatssecretaris van EZK. Er is een bedrijf failliet gegaan met 90.000 klanten. Eneco neemt de klanten over, maar dat betekent, ongeacht de contracten, dat men nu op dit moment met een nieuw contract te maken krijgt. Dit is een van de gevolgen van de marktwerking in combinatie met de oorzaken van deze enorme prijspiek. Is het niet noodzakelijk om ervoor te zorgen dat er een waarborgfonds komt? Want we kunnen niet uitsluiten dat er nog meer van dit soort extreme prijsschommelingen gaan optreden. Dat waarborgfonds voorkomt dat individuele huishoudens in de problemen komen omdat er een energiebedrijf omvalt. Dat staat nog even los van andere maatregelen, zoals langetermijncontracten, want dat is een bredere discussie. Voelt het kabinet ervoor om een waarborgfonds te overwegen? Punt.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van der Lee. Dan geef ik het woord aan de heer Grinwis van de ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u wel. Het is goed dat het kabinet snel heeft gereageerd, want zoals collega Heinen al uitlegde, is het niet zomaar een normale marktontwikkeling, maar een hele bijzondere omstandigheid, die inderdaad niet buiten Poetin om te zien is. Het is goed dat het kabinet snel heeft gereageerd en dat het de 200 miljoen uit de motie-Hermans netto contant heeft gemaakt door in één klap 3,2 miljard uit te trekken voor huishoudens en in mindere mate bedrijven. Het geld wordt over hen uitgestrooid en daarmee kom ik op een paar maren.

De eerste maar is al verwoord door de collega's Hammelburg en Inge van Dijk, en ook in een motie neergelegd. Ik ben benieuwd naar de reactie op die motie, ook qua uitvoerbaarheid.

De tweede maar betreft het feit dat het kabinet zich bij de uitvoering niet geheel aan de motie-Hermans heeft gehouden op het punt van het mkb. Daarom heb ik een motie meegebracht, die luidt als volgt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Kamer om huishoudens en het mkb tegemoet te komen in hun energierekening en om elektrificatie te bevorderen met de motie-Hermans (35925, nr. 13) verzocht heeft met structureel 500 miljoen de lasten te verlichten door de belastingvermindering energiebelasting te verhogen en de eerste, tweede en derde schijf op elektriciteit te verlagen;

overwegende dat het kabinet, gelet op de snel gestegen aardgasprijs, een deel van dit structurele bedrag "netto contant" heeft gemaakt en in 2022 incidenteel ter beschikking stelt, waarbij voor bedrijven 500 miljoen beschikbaar komt via vooral verlaging van de eerste schijf van de energiebelasting op elektriciteit;

overwegende dat in lijn met de motie-Hermans het voor de hand ligt ook het mkb dat meer energie verbruikt en daardoor meer last heeft van de snel gestegen energieprijzen, tegemoet te komen;

verzoekt de regering de voor het mkb bedoelde middelen in het compensatiepakket in lijn met de motie-Hermans te herverdelen, zodat het mkb met een hoger energieverbruik ook wordt tegemoetgekomen, en daartoe aan de Kamer een aangepaste nota van wijziging voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis en Stoffer.

Zij krijgt nr. 133 (35925).

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Ik had ook een amendement voorbereid, maar omdat er meer voorstellen komen, is het handiger als het kabinet aangenomen voorstellen samenpakt in één nota van wijziging.

Ik heb nog een vraag aan de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. Heeft het kabinet bij dit pakket overwogen wat de gevolgen zijn van de extreem sterke daling van de eerste schijf op elektriciteit voor bijvoorbeeld energiecoöperaties? Is dat voldoende overwogen, want deze coöperaties melden zich? Vaak zijn huishoudens zonder daken er lid van. Hun businesscase gaat volstrekt onderuit. Met het huidige voorstel verliezen zij 60% aan omzet.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Van Raan van de Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Ik wil me allereerst aansluiten bij de woorden die de heer Heinen sprak over de heer Snels. Ik ga hem ook missen als hele goeie en warme collega.

Voorzitter. Er is veel gezegd over energiearmoede. Ik wil toch even de systemische kant van dit verhaal benadrukken. Als het om de betaalbaarheid van energie gaat, zijn er echt heel veel partijen, waaronder de mijne, die al heel vaak tegen dit kabinet gezegd hebben: stop nou met olie en gas en investeer in schone energie, niet alleen voor het klimaat, maar ook omdat het uiteindelijk veel goedkoper is. Hoe langer je daar niks aan doet, hoe erger het wordt, hoe radicaler de maatregelen die je moet nemen en hoe duurder het is voor alles en iedereen. Het is dus niet zo dat het kabinet dit niet had kunnen zien aankomen. De gasmarkt is altijd al volatiel. Toen de gasprijzen heel laag waren, hoorden we niemand.

Nu moeten we het hogegasprijzencompensatiepakket — een mooi scrabblewoord — van 3,2 miljard beoordelen. In plaats van gericht de mensen te helpen die het echt nodig hebben, gaat het naar iedereen. Uitvoeringsproblemen zouden ten grondslag liggen aan de keuze voor deze generieke compensatiemaatregel. Ik ben toch wel benieuwd welke alternatieven het kabinet verkend heeft om gerichter te werk te gaan. Op welke manier kan het kabinet nu met de grootste zekerheid zeggen dat de energiearmoede in 2023 geen issue meer is? Welke gerichte maatregelen zijn er? Het lijkt erop dat dit een soort incidentele oplossing is voor een structureel probleem. En dat komt dan neer op paniekvoetbal van het soort waar de Rekenkamer al over gezegd heeft: dit soort ondoordachte, plotselinge impulsen zijn niet efficiënt. Welke structurele oplossing voor de energiearmoede kunnen we verwachten? En niet te vergeten: welke oplossing heeft het kabinet bedacht voor de armste huishoudens die zelfs met deze compensatie van €400 de rekening nog steeds niet kunnen betalen?

Kortom, verzin wat beters en kijk bijvoorbeeld naar het TNO-rapport waarover we het hadden en naar het initiatief van de Woonbond, Aedes en Milieudefensie. Kunnen we daar een reactie op krijgen?

Voorzitter. Dan heb ik nog een mooie primeur voor de tienduizenden kijkers naar dit debat en de misschien wel miljoen volgers van mij. Ik heb een keer gezegd: er komt een dag dat ik geen moties zal indienen. En die dag is vandaag aangebroken.

De voorzitter:

Ik vind dat we moeten roffelen.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Raan. Houd vol en houd moed, zou ik zeggen.

Ik geef het woord aan de heer Eppink van JA21 en daarna aan de heer Stoffer.

De heer Eppink (JA21):

Mevrouw de voorzitter. Het kabinet trekt de portemonnee. Een gemiddeld huishouden ontvangt €430 compensatie op de energierekening. Ik vind dat goed. JA21 is voorstander van zo veel mogelijk lastenverlichting voor burgers en een zo laag mogelijke belasting. Deze fiscale meevaller voor burgers is echter een oplossing voor een zelfgemaakt probleem van het kabinet. Het kabinet is zelf medeschuldig aan de hoge energierekening. In de analyse van de energierekening bleek dat bijna de helft van de kosten bestaat uit belastingen, zoals opslag duurzame energie, energiebelasting en natuurlijk btw. De hoge energierekening is dus niet uit de lucht komen vallen. Het kabinet heeft die hoge rekening zelf veroorzaakt.

Hetzelfde geldt voor de benzineprijs, die nu €2,10 bedraagt. Dat is de hoogste prijs binnen de Europese Unie. Ter vergelijking, onze oosterburen betalen een stuk minder, namelijk €1,67. Dat is bijna 50 cent verschil. Dat komt omdat bijna twee derde, 63%, van de Nederlandse benzineprijs uit belastingen bestaat. Het gaat dus ook niet goed met de Nederlandse koopkracht. Het CBS stelt dat de koopkracht sinds 1977 met 60% is gestegen, maar neemt daarin niet de torenhoge huizenprijzen mee. Het lijkt erop dat De Nederlandsche Bank ook aan de koopkracht voorbijgaat. De Nederlandsche Bank stelde in de recente analyse "vier ingrediënten voor een evenwichtigere woningmarkt" voor om huizen in box 3 te zetten. Dat houdt in dat de Belastingdienst de overwaarde op het eerste huis mag gaan belasten. Voor mensen die hun huis netjes hebben afbetaald, betekent dat jaarlijks duizenden euro's extra belasting. Dat is een desastreus plan voor onze spaarzame burgers.

Voorzitter. Om de consequenties van de analyse van De Nederlandsche Bank in kaart te brengen en de haalbaarheid ervan te verkennen, wil ik de volgende motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat De Nederlandsche Bank een analyse heeft opgesteld genaamd "Vier ingrediënten voor een evenwichtigere woningmarkt";

constaterende dat DNB voorstelt "het netto woningvermogen geleidelijk te belasten door het in stapjes te verplaatsen van box 1 naar box 3";

besluit de analyse van DNB aan de Raad van State voor te leggen en de Raad van State te vragen om advies te geven over de haalbaarheid ervan, en de gevolgen voor burgers van het verplaatsen van de woning van box 1 naar box 3 in kaart te brengen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Eppink.

Zij krijgt nr. 134 (35925).

Dank u wel, meneer Eppink. Dan geef ik het woord aan de heer Stoffer van de SGP.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Vooraf één procedurele opmerking. Iedereen mag zijn eigen opvattingen hebben, ik ook. Dat de minister er vanavond niet is, is ons van tevoren meegedeeld. Hij is afwezig vanwege de onderhandelingen voor een nieuw kabinet. Wij hechten daar grote waarde aan. Het valt vast niet mee om die partijleiders bij elkaar te krijgen. Wij kunnen ons uitstekend vinden in de keuze die gemaakt is en de vervanging door de heer Vijlbrief. Wat ons betreft dus no hard feelings. Ik vind dit uitstekend.

De voorzitter:

Dat roept een reactie op van de heer Nijboer van de PvdA.

De heer Nijboer (PvdA):

Je zou ook de volgende redenering aan kunnen houden. Ik vind het een legitiem standpunt hoor. Moet ik nu weer zo hard op dat ding drukken?

De voorzitter:

Neenee, het lag aan mij.

De heer Nijboer (PvdA):

Maar eigenlijk vind ik dat bewindspersonen, zeker als ze met zo'n groep zijn, op Kamerdagen, namelijk van dinsdagmiddag tot donderdagavond, tweeënhalve dag in de week, beschikbaar moeten zijn voor Kamerdebatten. We hebben net een reces gehad. Er zijn twee weken geweest. Er zijn ook partijen die nieuwe verkiezingen willen — dat wil ik niet — bijvoorbeeld de PVV maar ook andere partijen. Zij hebben helemaal geen boodschap aan die kabinetsformatie. Dat vind ik geen argument, maar ik vind wel dat ook die minderheden in de Kamer het recht hebben om het kabinet te controleren. En er worden miljarden geschoven op een begroting van de minister zelf, die dan niet komt door iets wat ze zelf plannen, midden op een Kamerdag. Dat geldt ook voor andere bewindslieden. Dit is gewoon een reguliere vergaderdag. Dat zijn er niet zo veel, nog geen 15% van de tijd de afgelopen twee weken. Dat vind ik bezwaarlijk. Daarom maak ik er een opmerking over. Dat heb ik ook onderhands laten weten.

De heer Stoffer (SGP):

Ja, dit is helder en volgens mij is het ook geen vraag. Ik heb mijn zienswijze erover gegeven en de heer Nijboer de zijne, en anderen ook. Ik vind dat dat geluid van mijn kant, van buiten de partijen die wellicht de coalitie gaan vormen, ook mag klinken.

Voorzitter. Dan mijn normale spreektekst. Die is wat kritischer. Als je het spreekwoord "met een kanon op een mug schieten" moet uitleggen, kun je voortaan het voorbeeld gebruiken van het kabinet dat met een sloot geld een energieprobleem wil oplossen. Inderdaad, die mug, het energieprobleem, moet aangepakt worden. Maar zoals het kabinet het nu voorstelt, is mijns inziens niet doelmatig en ook niet nodig. De minister heeft weleens gezegd dat hij diepe zakken heeft, maar ik vraag me langzamerhand af of er eigenlijk wel een bodem in zit. Uiteraard is ook de SGP voor belastingverlaging, net als JA21 zojuist benoemde. Wij hebben daar zelfs vaak voorstellen voor gedaan. Maar daarbij is en blijft financiële degelijkheid nadrukkelijk van belang.

Voorzitter. De kosten van het voorstel zijn voor iedereen: voor de hoge inkomens die er letterlijk en figuurlijk warmpjes bijzitten, maar ook voor de alleenstaande ouder die in een tochtige huurwoning zit. De lusten hangen af van het energiegebruik. Het is maar de vraag of lagere inkomens er meer op vooruitgaan dan hoge inkomens, met grote woningen en veel energieafname.

Ik zit met veel vragen aan de staatssecretaris. Het zijn de volgende. Welk probleem wil het kabinet nu eigenlijk met dit voorstel oplossen? Waarom kiest het kabinet voor een ongerichte, ondoelmatige maatregel? Is het kabinet het met mij eens dat het veel nuttiger is om gericht die huishoudens te ondersteunen die het echt nodig hebben en hen daarbij te helpen met de verduurzaming van de woning? Waarom is er niet de tijd genomen om met een goed en gericht voorstel te komen om alleen die huishoudens te compenseren die het echt nodig hebben? Waarom neemt het kabinet een tijdelijke maatregel voor een structureel probleem? Graag een antwoord op deze vragen.

Voorzitter, wellicht had u het al door, maar de SGP is best kritisch over dit plan van het kabinet. Het kan en moet gerichter ingezet worden, wat ons betreft met maximaal de helft van het budget. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering voorstelt om de belastingen op energie generiek te verlagen;

overwegende dat dit een ongerichte maatregel is, die onderliggende problemen van de hoge energiekosten niet oplost en energiearmoede niet tegengaat;

verzoekt de regering het budget uit het voorstel als volgt in te zetten:

  • -550 miljoen voor een fonds tegen energiearmoede, waarmee huishoudens gericht kunnen worden geholpen;

  • -300 miljoen voor het verduurzamen van woningen en gebouwen, bijvoorbeeld via het Nationaal lsolatieprogramma;

  • -750 miljoen voor een verlaging van de energiebelasting voor huishoudens en mkb, waarvan 250 miljoen eenmalig;

en het overige te laten terugvloeien naar de algemene middelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Stoffer.

Zij krijgt nr. 135 (35925).

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Den Haan.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dank, voorzitter. We hebben het vanavond over de gigantische stijging van de energiekosten. Die grote onvoorziene kostenpost zet veel mensen voor het blok. Ik sta daarom achter de maatregelen die het kabinet heeft genomen om de energielasten via de belastingen enigszins te verlichten. Dank daarvoor. Ik hoor al wat meer over gerichte maatregelen. Toch wil ik nog een extra lans breken voor de gepensioneerden in ons land. De koopkracht van veel gepensioneerden is nog zorgelijker dan die van andere bevolkingsgroepen. Ze gaan er namelijk financieel al jarenlang niet op vooruit en zelfs op achteruit. Ze zien hun koopkracht steeds verder verdampen. We krijgen daarover veel mailtjes, zeker nu. Gepensioneerden maken zich grote zorgen over het verontrustende nieuws van de exploderende energiekosten. In de meeste gevallen zijn hun pensioenen al meer dan tien jaar niet geïndexeerd. Ouderen staan machteloos en kunnen zelf niets meer doen om hun inkomen te verhogen. Nu dreigt er voor het komende jaar ook nog een extra financiële aderlating.

Als we willen dat ouderen, zeker die met een smalle portemonnee, financieel overeind blijven, dan hebben we nu de kans om daar iets aan te doen. We kunnen namelijk de pensioenen een jaar eerder dan gepland indexeren. Dat is heel goed mogelijk, zo blijkt uit de cijfers van de pensioenfondsen. Hun dekkingsgraad is voor het eerst sinds lange tijd weer gestegen en er zit voldoende geld in de pensioenkas. De mogelijkheden en de middelen om te indexeren zijn dus aanwezig. Ook de demissionaire staatssecretaris van Sociale Zaken zei in het vragenuur voor het reces dat hij zou gaan kijken of indexatie per 1 januari 2022 mogelijk is, een jaar eerder dan gepland. Daar ben niet alleen ik blij mee, maar daar zouden ook alle gepensioneerden blij mee zijn. Helaas is de motie die ik had ingediend weer niet aangenomen. Daarom doen we het nu anders en dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de koopkracht van vele gepensioneerden al jarenlang achterblijft op die van andere doelgroepen;

constaterende dat gepensioneerden er namelijk zelfs op achteruitgaan en dat in de meeste gevallen hun pensioenen al meer dan tien jaar niet zijn geïndexeerd;

overwegende dat gepensioneerden zelf niets kunnen doen om hun inkomen te verhogen nu voor het komende jaar door de hoge energiekosten ineens ook een extra financiële aderlating dreigt;

verzoekt de regering te onderzoeken of en hoe gepensioneerden een hogere compensatie kunnen ontvangen dan de al beloofde €430,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Den Haan.

Zij krijgt nr. 136 (35925).

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van der Plas van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel. Veel vragen zijn al gesteld en veel moties al ingediend. Ik heb alleen nog een aanvullende vraag, maar geen motie. De postcoderoosregeling is ruim drie jaar geleden geïntroduceerd als financieringsmogelijkheid om gezamenlijk zonne-energie op te wekken, zonder dat zonnepanelen op het eigen dak hoeven te liggen. De postcoderoosregeling, de zogeheten PCR, biedt vijftien jaar lang vrijstelling van energiebelasting over de zonne- of windenergie die de deelnemers in het project gezamenlijk opwekken. Nu wil het kabinet huishoudens compensatie geven voor de hoge energierekening via het verlagen van de energiebelasting. Onze vraag aan de staatssecretaris is of het klopt dat dit negatieve gevolgen heeft voor de mensen die aan zo'n postcoderoosregeling hebben meegedaan. Het rendement voor een deelnemer aan een postcoderoosproject zit volgens mij namelijk in de teruggave van de energiebelasting over de thuis verbruikte stroom. Dat was afgelopen jaren ruim €0,11 per kilowatt. Als de energiebelasting met €0,08 wordt verlaagd, houden de deelnemers aan de postcoderoosregeling nog €0,03 over. Dat is niet negatief, maar houdt mogelijk net de inflatie van 2% bij. Mijn vraag is eigenlijk of er niet een oplossing voor te vinden is, in die zin dat het bedrag wordt verhoogd van de energieverlaging, zodat de mensen met zo'n postcoderoosregeling er niet door benadeeld worden. Ze doen heel goed hun best met het klimaat en duurzame energie en eigenlijk zouden ze op deze manier worden "gestraft". Mijn vraag aan de staatssecretaris is dus of het op een andere manier kan, zodat zij evenveel profiteren als alle andere huishoudens.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van der Plas. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dank u wel, voorzitter. Vandaag werd duidelijk dat de eerste energiemaatschappij is omgevallen. Die klanten zitten in grote problemen, want als je een gascontract hebt, betaal je nu €0,70 tot €0,75 per kubieke meter. Deze mensen zijn bang dat ze €1,75 gaan betalen. Dat is een euro per kuub meer. Als je een niet al te zuinig huis hebt en je verbruikt 2.000 kuub gas, dan is dat €2.000 per jaar extra. Voor die mensen is de €400 die je gemiddeld krijgt veel te weinig. Voor andere groepen is er een behoorlijke mate van overcompensatie, vooral als je een vaste gasprijs hebt. Dat gaat nog tot de bizarre situatie leiden dat bij het volgende Belastingplan mensen boos worden die een vast contract hadden en voor wie de prijzen weer omhooggaan. Dat kan ik u verzekeren, want er is altijd iemand boos in dit land.

Bij hypotheken let de toezichthouder erop of je de duration gematcht hebt. Je mag dus geen hypotheek voor 30 jaar verstrekken en die met kort geld financieren. Op de gasmarkt hebben we gezien dat dat niet gebeurd is. Daardoor lijkt er nu van alles om te vallen. Daarom de volgende motie, die uit drie delen bestaat.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Welkom Energie is omgevallen en dat wellicht andere maatschappijen volgen;

constaterende dat geen enkele energieleverancier nog een aantrekkelijk contract in de aanbieding heeft;

constaterende dat mensen nu in grote onzekerheid leven over de energielasten per 1 november;

verzoekt de regering:

  • -onderzoek te doen of de eisen aan de leveranciers voldoende streng zijn in de zin dat zij hun contracten voldoende hebben afgedekt, en indien nodig de eisen aan te scherpen;

  • -in overleg te treden met de ACM om te bezien of het nodig is onderzoek te doen naar verboden afspraken om geen klanten te werven op dit moment, aangezien een aantal callcenters gewoon is dichtgegooid en er geen contracten worden aangeboden;

  • -te bevorderen dat mensen die gedwongen overstappen een redelijk contractaanbod krijgen, en indien nodig hiervoor een deel van de compensatie aan te wenden via een nota van wijziging,

en de Kamer op korte termijn over de stappen te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Omtzigt, Stoffer, Den Haan, Nijboer, Van der Plas, Azarkan, Van Raan, Van der Lee, Eppink, Gündoğan en Simons.

Zij krijgt nr. 137 (35925).

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de derde termijn aan de kant van de Kamer. Het kabinet heeft aangegeven ongeveer een halfuur nodig te hebben om de vragen te beantwoorden en de moties te voorzien van een appreciatie. Ik schors de vergadering tot circa 23.30 uur.

De vergadering wordt van 23.07 uur tot 23.30 uur geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde zijn de Algemene Financiële Beschouwingen, derde termijn. Ik geef het woord aan de staatssecretaris van Financiën, die zijn appreciatie van de moties zal geven en nog een enkele vraag zal beantwoorden. Maar ik zie dat de heer Omtzigt eerst iets wil zeggen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. De motie op stuk nr. 137 is ook meegetekend door mevrouw Simons.

De voorzitter:

Dat gaan wij verwerken. Ik dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de staatssecretaris van Financiën.

Vijlbrief:

Voorzitter. Dank aan de leden van uw Kamer voor alle opmerkingen, ook voor de complimenten voor de snelle ingreep die het kabinet heeft gedaan. Ik denk dat het goed is om even uit elkaar te trekken wat er aan de hand was in de Algemene Financiële Beschouwingen. Daar ging het ook wel over het begrip "energiearmoede", maar vooral over het incidentele punt — dat zeg ik ook tegen de heer Stoffer, die ons beschuldigde van het door elkaar halen van incidenteel en structureel, wat wel het ergste is wat je tegen een econoom kunt zeggen — dat de gasprijzen voor iedereen onverwacht heel hard gestegen waren en nog steeds aan het stijgen waren. Er kwam een verzoek uit de Kamer, volgens mij het meest pregnant neergelegd in de motie van de heer Nijboer, waarin werd gevraagd om die stijging voor minstens de helft te compenseren. Het kabinet heeft als opdracht ervaren — niet per se de motie van de heer Nijboer — om snel te compenseren en dat te doen op een manier waarop het ook kan.

Daar zijn wij heel lang mee bezig geweest. Ik meen dat het de heer Van Raan was die vroeg of ik nog eens kon aangeven waar wij allemaal naar gekeken hebben, maar gezien het late uur ga ik niet alle dingen langslopen. Wij hebben naar alle varianten gekeken, en dit was wat het snelst en het meest robuust kon. Dat is dit pakket. Daar heeft het kabinet ten volle voor gekozen. Dat heeft inderdaad iets van een olifant en een mug. Ik bedoel: het heeft iets van een kanon en een mug. Het is geen olifant en een mug, maar een kanon en een mug. Dat is het late uur, de heer Stoffer zal mij dat vergeven; wij zijn hier al samen vanaf 15.00 uur. Maar het heeft dus iets van een olifant en een mug.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Nee, een kanon en een mug.

Vijlbrief:

Weer die olifant! Waarom zit die olifant toch in mijn hoofd? Een kanon en een mug. Ik probeer het nog één keer. Het heeft iets van een kanon en een mug. Maar als je inkomenspolitiek ingrijpt — en dat is wat wij hier doen, uniek, met heel veel geld, incidenteel — dan moet je altijd kiezen. Ga je het heel gericht doen? Dan is het moeilijk, duurt het lang en levert het uitvoeringsproblemen op. Of doe je het op een manier waarop het sneller kan? Dan krijg je deze vormgeving. Eigenlijk ging het hele debat, los van de energiepunten die mevrouw Yeşilgöz zo meteen voor haar rekening zal nemen, over deze vraag.

De heer van Dijck vroeg: waarom heb je dan eerder de motie van de PVV ontraden, als je toch die 3 miljard beschikbaar wilde gaan stellen? Dat komt, meneer Van Dijck, omdat u dat bedrag wilde dekken uit de klimaatuitgaven. Dat wilden wij nou weer niet. Daarom heeft de minister van Financiën toen die motie ontraden. Maar wij wilden wel hetzelfde uitgeven als u. Dat is dan weer het voordeel.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Wij hebben de motie tenminste fatsoenlijk gedekt. Wat het kabinet doet, is het tekort laten oplopen. Als wij hier als Kamer zeggen: wij hebben geen dekking, laat het tekort maar oplopen, dan is de Kamer te klein. Dan wordt er gezegd: ontraden, want je hebt geen dekking. U hebt geen dekking, maar wij hadden wel een dekking. Dus het is heel onterecht om mijn motie te ontraden, terwijl u zelf komt met een voorstel voor een maatregel zonder dekking.

Vijlbrief:

Voorzitter, het zou waar zijn, zeg ik via u tegen de heer Van Dijck, als wij dit soort ongelofelijk imprudente financiële beleid zouden voeren. Maar dat is natuurlijk niet waar. Door een aantal leden van deze Kamer is gezegd hoe die gedekt is. Sterker nog …

De heer Tony van Dijck (PVV):

Hoe dan?

Vijlbrief:

Als u mij even laat uitpraten, dan gaat u dat nu horen. 500 miljoen van 2022 gebruiken we sowieso. Vervolgens maken we de 200 miljoen uit het pakket contant, waardoor ook nog de structurele belasting van het saldo lager is dan als we het aan het saldo hadden gelinkt. U heeft dus eigenlijk geen poot om op te staan.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Pardon? U geeft 3 miljard uit.

Vijlbrief:

Ja, zeker.

De heer Tony van Dijck (PVV):

U laat het tekort volgend jaar oplopen met 3 miljard.

Vijlbrief:

Zeker.

De heer Tony van Dijck (PVV):

En u haalt iets naar voren van iets wat al eerder ongedekt bij de Algemene Politieke Beschouwingen is voorgesteld. Maar ook daarvan was een heel groot deel — ik weet niet precies hoeveel — ongedekt. Dat liep in het tekort in het saldo. Met andere woorden: dat stukje uit de Algemene Politieke Beschouwingen gebruikt u nu, dus wat niet gedekt was en in het saldo liep, gebruikt u nu als dekking voor een veel groter — over een olifant gesproken — bedrag dat ongedekt is. U laat gewoon het saldo oplopen! U moet niet zeggen dat het is gedekt, want dan moet u mij vertellen waaruit het dan is gedekt.

Vijlbrief:

De heer Van Dijck haalt het saldo van dit jaar door de war met de structurele belasting van het saldo. De structurele belasting van het saldo neemt af ten opzichte van het eerdere pakket, motie-Hermans. Dit jaar loopt het saldo inderdaad wat op. Dat doen we om de mensen te helpen die met hoge energieprijzen zaten, zoals u ook wilde doen. Wij doen niet wat de heer Van Dijck wilde, namelijk daarvoor de klimaatuitgaven die zo nodig zijn, aanpakken.

De voorzitter:

Tot slot, de heer Van Dijck.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik ben toch nieuwsgierig. Wat is dan de dekking? Als het niet het saldo is, dan vraag ik mij af welke bezuiniging, welke uitgave staat tegenover deze uitgave. Een dekking staat tegenover een andere uitgave. U kunt niet in de toekomst een beetje alles naar voren gaan halen en zeggen: dat is een dekking. Want uiteindelijk loopt het in het saldo.

Vijlbrief:

Ik ga het nog één keer proberen, maar het lukt vanavond niet erg goed, geloof ik. De dekking is de 500 miljoen van 2022. We halen een plak van 200 miljoen die er structureel in zit, naar voren. Dat gebeurt veel vaker. Ten tweede betekent dat dat het saldo in 2022 inderdaad slechter wordt. Dat betekent dat het structurele saldo verbetert ten opzichte van het punt waarop we daarvoor zaten.

Voorzitter. Ik kijk even of ik nog andere vragen had. Anders kan ik misschien doorgaan naar de appreciatie van de moties, want dan kom ik alle dingen weer tegen die de leden van uw Kamer hebben gezegd en hebben gevraagd.

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Van der Lee van GroenLinks een vraag wil stellen.

Vijlbrief:

Zal ik het even afmaken? Ik ben nog niet helemaal klaar.

De voorzitter:

Ja.

Vijlbrief:

De voorstellen van de Woonbond en Milieudefensie vragen om een compensatie via een tijdelijke verhoging van de huurtoeslag. Dit voorstel is praktisch niet uitvoerbaar vanwege de termijnen waarbinnen de Belastingdienst over de parameters huurtoeslag moest beschikken. Dat gaan we dus gewoon niet halen. Dat had uiterlijk 15 oktober moeten gebeuren en dat haalden we niet. Daarom is die niet uitvoerbaar. Dat als antwoord op die vraag.

Misschien kwam de heer Van der Lee naar voren vanwege zijn vraag over tarieven in de energiebelasting. Hij zei: onderscheid huurders en huureigenaren. Er zijn verschillende tarieven in de energiebelasting, zegt de heer Van der Lee. "Huurders hebben minder mogelijkheden om hun energieverbruik te verminderen. Kan er een tariefonderscheid worden gemaakt?" De energiebelasting wordt geheven over het energieverbruik, zonder onderscheid te maken tussen de eindgebruikers. Per 1 januari kunnen wij alleen muteren in de tarieven, maar we kunnen niet zo'n soort structuurwijziging aanbrengen. Dat zou je wel structureel kunnen doen, maar dat had niet gekund op de korte termijn die we hadden om dit pakket vorm te geven.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dat begrijp ik. Dat was ook eigenlijk niet mijn punt, want ik snap heel goed dat het op zo'n korte termijn niet kan. Maar het gaat mij meer om de wat langere termijn. We hebben nog miljoenen gebouwen in Nederland die die transitie door moeten, maar huurders kunnen daar gewoon veel minder op sturen. Dat is natuurlijk aan het nieuwe kabinet, dat begrijp ik allemaal wel. Maar als we de energiebelasting gaan herzien en als het nu ook uit het "Fit for 55"-pakket moet, kunnen we dan niet kijken of het zinvol is om hier een onderscheid in aan te brengen?

Vijlbrief:

Die gedachte neem ik mee in de vormgeving. Ten eerste ligt dit ongetwijfeld ergens op tafel. Bij de olifant in de buurt. Ten tweede heeft de heer Van der Lee gelijk dat dit een beetje in dezelfde sfeer zit als het "Fit for 55"-pakket.

Voorzitter. Dit brengt mij bij de moties. In de motie op stuk nr. 126 wordt de regering verzocht om 150 miljoen euro bedoeld voor gemeenten toe te kennen aan woningcorporaties en te oormerken voor de isolatie van sociale huurwoningen. Deze motie wil ik ontraden. Gemeenten doen nou juist het bedrag dat we beschikbaar hebben gesteld samen met woningcorporaties. De motie is in zekere zin overbodig, want ze doen het samen met woningcorporaties.

De motie van het lid Alkaya op stuk nr. 128 verzoekt de regering met aanvullende compensatiemaatregelen te komen die gericht zijn op mensen met de laagste inkomens. Ik kom zo terug op de eerste motie en de motie Hammelburg, en dan ga ik wat zeggen over de onderkant en pak ik deze mee. Deze motie ontraad ik in deze vormgeving. Dat is de motie op stuk nr. 128. Dat doe ik met reden, ik zal zo uitleggen dat het kabinet liever voor een andere vormgeving kiest dat het verhogen van de algemene heffingskorting.

Voorzitter. Dit brengt mij bij de motie op stuk nr. 129, de motie van de heer Hammelburg en mevrouw Van Dijk. Die neem ik even samen met de motie-Van der Lee/Nijboer op stuk nr. 132 om mensen in energiearmoede gericht te compenseren. Het kabinet heeft oog voor het feit dat dit pakket een breed, generiek pakket is. Ik heb uitgelegd waarom het kabinet heeft gekozen voor deze route. We zien ook dat hier problemen kunnen zijn. Er zitten twee dingen in deze motie waardoor ik aan de twee indieners zou willen vragen om haar aan te houden tot in ieder geval de begrotingsbehandeling van EZK volgende week. Er is ook nog een debat over armoede- en schuldbeleid met de staatssecretaris van SZW.

Er zitten dus twee problemen aan de motie. Het belangrijkste punt is dat wij niet zeker zijn of de gemeentes dit kunnen. Het dictum van de motie heeft het over "onderzoeken", maar het lijkt mij prettig als de indieners het kabinet een paar dagen de tijd zouden willen geven. Staatssecretaris Wiersma is al in gesprek met de VNG. Het zou prettig zijn als hij het gesprek kan voortzetten, zodat we kunnen kijken of we het zo kunnen vormgeven als hier gevraagd. Het doel van de motie wordt door het kabinet ondersteund. Het tweede punt is een kleiner punt, namelijk dat het kabinet, zeker na de opmerking van de heer Van Dijck zojuist over dekking, nog even wil kijken hoe het dit precies dekt. In de motie wordt een vormgeving aangegeven waarin dat uit het pakket gebeurt. Het kabinet wil zich even bezinnen of dat de meest verstandige dekking is.

De voorzitter:

Dan heeft u het over de motie op stuk nr. 129?

Vijlbrief:

Ja, stuk nr. 129, maar daarmee zou ik ook aan de indieners van de motie op stuk nr. 132 willen vragen of zij hun motie willen aanhouden. Sorry dat ik het ingewikkeld maak. Die motie gaat namelijk een beetje in dezelfde richting.

De heer Hammelburg (D66):

Ik ben altijd bereid om mee te denken over de dekking. Dat zou voor mij een reden zijn om te zeggen dat ik de motie wel even wil aanhouden. Maar deze motie heb ik met mevrouw Van Dijk heel duidelijk gesteld. Wij hebben ook ons rekenwerk gedaan en ook ons onderzoekrondje wethouders gedaan. Wij zijn ervan overtuigd dat het op enigerlei wijze echt wel uitvoerbaar is. We hebben natuurlijk specifiek met een rekensommetje gekozen voor dat bedrag van 200 miljoen. Want we hebben echt gezegd dat we een garantie willen afgeven voor twee derde tot driekwart van de rekening voor de allerarmsten die echt door hun hoeven zakken. Daar heb ik dus op z'n minst een toezegging op nodig, wil ik meegaan in het aanhouden van deze motie. Anders wil ik die alsnog in stemming brengen. Volgens mij denkt mevrouw Van Dijk er net zo over.

Vijlbrief:

Volgens mij is er noch een probleem met de richting noch met het bedrag. Het gaat niet om het bedrag, het gaat om de vraag of dit op deze manier uitvoerbaar is. We willen daar even over praten met de VNG. Ik begrijp dat de heer Hammelburg ook gebeld heeft, maar de heer Wiersma is ermee bezig. Ten tweede wil het kabinet even kijken om met een voorstel te komen hoe dit te dekken. Ik denk dat dit volgende week al kan.

De heer Hammelburg (D66):

Vol begrip dat die gesprekken moeten plaatsvinden. Ik vind dat ook een hele nette volgorde. Mevrouw Van Dijk zei in haar bijdrage niet voor niets: we willen niet zomaar iets neerleggen bij de gemeenten en het op een specifieke manier oormerken. Maar nogmaals, ik zou er echt een harde toezegging op willen dat dat bedrag in ieder geval blijft staan. Onderzoek in welke vorm dat kan en bespreek dat met de gemeenten. Misschien vindt u nog een andere weg, een andere dekking. Wij zijn bereid om daarover te spreken en zijn ook heel flexibel.

De voorzitter:

En dan houdt u de motie aan?

De heer Hammelburg (D66):

In het geval van die toezegging houd ik de motie aan.

De voorzitter:

Dan kijk ik naar de staatssecretaris.

Vijlbrief:

Volgens mij heb ik dat net gezegd.

De voorzitter:

U heeft het antwoord al gegeven.

Op verzoek van de heer Hammelburg stel ik voor zijn motie (35925, nr. 129) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Van der Lee over de motie op stuk nr. 132.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik ben altijd constructief en wil de motie best aanhouden, maar ik heb juist ervoor gekozen die wat minder specifiek in te vullen om het kabinet de ruimte te geven even goed na te denken en dan met een voorstel te komen dat deze groep zo goed mogelijk bedient. Maar als dat al te ingewikkeld wordt gevonden, wil ik haar best even aanhouden.

Ik heb nog wel een opmerking, want ik vond het wel weer hoopgevend dat de staatssecretaris leek te suggereren dat er misschien ook nog een dekking kan worden gevonden buiten het pakket dat er nu al ligt. Die 200 miljoen had nog wel wat omhoog gekund, maar die komt uit het pakket. Als er zelfs nog mogelijkheden daarbuiten zijn, dan zal ik dat denkwerk zeker niet in de weg staan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van der Lee stel ik voor zijn motie (35925, nr. 132) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Vijlbrief:

Voorzitter. Ik hoorde geen vraag van de heer Van der Lee behalve dat hij het denkwerk niet in de weg wilde staan. Dat leek mij een constatering.

De motie op stuk nr. 130 van de heren Nijboer en Van der Lee zou ik in deze vorm willen ontraden. We zouden wel mee kunnen geven dat wanneer gemeentes gaan kijken naar de compensatie, ze ook rekening houden met de geest van de motie. De heer Nijboer — ik dacht dat hij degene was die deze motie indiende — legde haar ook zo uit dat je natuurlijk vooral wil kijken naar mensen in woningen met slechte isolatie. Maar het puur sturen op de labels is weer een probleem in de uitvoering, geloof ik. De intentie is oké, maar het verzoek aan het kabinet om aanvullende maatregelen te treffen om de koopkracht van huurders met een E-, F- en G-label te verbeteren, is te specifiek. Dan moet ik de motie ontraden.

De heer Nijboer (PvdA):

We kunnen heel veel geld erbij leggen, maar ik vind het ook belangrijk dat we een drukmiddel krijgen voor verhuurders om er wat aan te doen. Verhuurders in Nederland zijn gewoon spekkoper. Die hoeven niks. Alles wordt verhuurd en ook nog voor de hoofdprijs, terwijl de mensen de dupe daarvan zijn. Dat kun je niet blijven compenseren. We kunnen wel allemaal een tochtig huis hebben en een hoge energierekening. Mensen raken in de armoede en we kunnen er weer een paar honderd euro erbij leggen, maar het houdt een keer ergens op. Dat is een beetje de geest van de motie, of er nu per label wordt gekeken of anderszins. Dit leek mij het meest praktische en het gebeurt ook vaker bij woningcorporaties. Ik vraag het kabinet om ook naar die kant te kijken. De staatssecretaris zei zojuist: we gaan wel met die gemeentes praten, maar dan gaat het natuurlijk weer om extra geld erbij. Eigenlijk wil ik dat die verhuurders ook een prikkel krijgen om er wat aan te doen.

Vijlbrief:

Dan heb ik de motie iets anders gelezen dan de heer Nijboer nu zegt. Dat ligt dan aan mij. Hij is namelijk de indiener, dus hij weet wat de intentie van de motie was en niet ik. Ik ontraad de motie in deze vorm. U kunt haar ook aanhouden. Ik wil dan even met de minister van BZK overleggen, die tenslotte over de labels et cetera gaat, of dit een begaanbare weg is of niet. Dan moet u haar even aanhouden.

De heer Nijboer (PvdA):

Volgens mij kunnen we het zo afspreken. Ik neem aan dat er ook een brief komt naar aanleiding van de moties die zojuist zijn aangehouden. Dan kan ook het oordeel hierover worden gegeven. Ik hoop echt op een beetje welwillendheid, want het is echt nodig dat die verhuurders ook wat doen, niet alleen met subsidies voor isolatie, maar ook gewoon een beetje ... Nou ja, de boodschap is overgekomen. Ik houd de motie aan tot die brief.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Nijboer stel ik voor zijn motie (35925, nr. 130) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De heer Alkaya (SP):

Het kan aan het tijdstip liggen, maar ik volg het niet helemaal. Iemand is nu thuis aan het kijken — volgens mij doet niemand dat, maar stel — in een sociale huurwoning, slecht geïsoleerd, met een oude cv-ketel. Gaat er dan voor die persoon in 2022 extra compensatie komen ten opzichte van wat er is gepresenteerd of niet?

Vijlbrief:

Ik maak toch bezwaar tegen dit frame. Het kabinet trekt een enorm bedrag uit om iedereen te helpen. Dat vraagt de Kamer. Dat is een enorm bedrag. Ik weet dat het generiek is, maar laten we nou niet net doen alsof we die mensen niet helpen. Die mensen helpen we ook met het generieke pakket. Dan vraagt de heer Alkaya: ga je daar dan nog wat extra's voor doen, voor de mensen aan de onderkant? Er ligt een motie van de heer Hammelburg waarvan ik net heb gezegd dat wij de intentie daarvan delen, maar dat we alleen moeten kijken of we haar kunnen uitvoeren en hoe we haar dekken. Daar is toch geen woord Spaans bij?

De voorzitter:

De heer Alkaya, tot slot.

De heer Alkaya (SP):

Het is geen Spaans, maar het is ook geen duidelijk Nederlands. De staatssecretaris gaat met de gemeenten kijken of het uitvoerbaar is. Daar kan uit komen dat het wel uitvoerbaar is — dan moeten de gemeenten nadenken over plannen om die huizen te isoleren, et cetera — of dat het niet uitvoerbaar is. In beide gevallen komt er dus geen extra compensatie voor de mensen die een heel hoge gasrekening hebben. Dat is mijn vraag heel specifiek.

Vijlbrief:

De motie van de heer Hammelburg gaat niet over het extra isoleren van woningen, want daar was al een bedrag voor. Die gaat juist over het ondersteunen van mensen met een laag inkomen in tochtige huizen et cetera, dus daar ziet die motie op. We gaan niet specifiek op gasprijzen compenseren. Het kabinet heeft ook in de brief uitgelegd waarom we niet die energiebelasting gaan verlagen, namelijk om dat we graag willen dat mensen elektrificeren.

Dat brengt mij bij de motie op stuk nr. 134 van de heer Eppink. Die moet ik in deze vorm ontraden. Het kabinet gaat er natuurlijk niet over of een analyse —- het begint heel institutioneel in mijn hoofd door elkaar te lopen; dat kan de tijd zijn — van De Nederlandsche Bank wordt voorgelegd aan de Raad van State. Als de Kamer dat wil, zal zij daar zelf actie op moeten ondernemen.

Dan is er een motie van de heer Stoffer over energiekosten. Die wil ik ontraden op korte termijn. Dat is niet omdat de dingen die erin zijn niet verstandig zijn. Het kabinet heeft precies, zo zeg ik tegen de heer Stoffer, alle dingen langsgelopen die hierin staan. Er zitten misschien betere in dan het kabinet heeft gehad, alleen zijn ze niet zo snel uitvoerbaar. De heer Stoffer weet dat ook, zie ik aan zijn reactie. Ik wil haar dus ontraden.

De heer Stoffer (SGP):

Ik kan het nog één keer proberen. Het is eigenlijk wel fijn dat de staatssecretaris zegt dat er verstandige dingen inzitten. Dat geloof ik namelijk ook. De uitvoerbaarheid is wel een belangrijk ding. Het hoeft voor ons niet exact te zijn wat in die motie staat. Het is eigenlijk een aanduwmotie, van: denk nog eens verstandig na, want het is toch dat voorbeeld met dat kanon op een mug. Het is wat ons betreft erg ongericht. Het komt ook voor een groot deel terecht bij mensen die het gewoon niet nodig hebben en volgens mij zou je dat niet moeten willen. Mijn oproep is: denk er nog eens over na. Dat de motie wordt ontraden, snap ik. Die denkexercitie zou ik voor morgenochtend, fris en fruitig, nog weer eens mee willen geven.

Vijlbrief:

Daar kan ik geen nee op zeggen, op de vraag om erover na te denken.

Ik ga door naar de laatste motie waar ik een appreciatie op zal geven en dat is de motie op stuk nr. 136 van mevrouw Den Haan. Die ontraden we. Er ligt een evenwichtig pakket en we gaan daarin niet differentiëren naar leeftijd. Ook dat maakt het onuitvoerbaar.

Voorzitter, dat was mijn bijdrage.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we even schoonmaken en geef ik het woord aan de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. Het woord is aan de staatssecretaris.

Yeşilgöz-Zegerius:

Dank u wel, voorzitter. Het is misschien goed om nog een korte inleiding te houden. Zoals net al gedeeld is, is er sinds deze zomer sprake van een heel bijzondere situatie op de gasmarkt. Door diverse omstandigheden is er sprake van een krappe markt. Ik weet dat het eerder gedeeld is dus ik zal daar geen uitvoerige analyse van geven, maar het heeft te maken met de aantrekkende economie wereldwijd, het onderhoud van gasleidingen en noem maar op. Een stapeling van factoren zorgt ervoor dat we in een bijzondere situatie zijn beland. De oorzaken van de huidige krapte zijn voor een groot deel tijdelijk. De verwachting bij analisten en de markt is daarom dat de prijzen in 2022 weer gaan dalen, maar waarschijnlijk niet naar het niveau van gedurende de coronaperiode; toen waren ze erg laag.

De verwachting is dat de leveringszekerheid voor huishoudens — ik vind het belangrijk om daar heel kort bij stil te staan — deze winter niet in gevaar komt, ook indien Nederlandse energieleveranciers omvallen als gevolg van de hoge inkoopprijzen voor gas. Mijn ministerie staat in nauw contact met de ACM, de toezichthouder, en de landelijke netbeheerders om in dat geval de leveringszekerheid voor consumenten te garanderen en mensen, indien nodig, snel over te zetten naar een andere leverancier. De heer Omtzigt verwees al naar een van de gevallen van vandaag. De komende tijd vinden de nodige studies en analyses plaats die meer inzicht geven in die leveringszekerheid.

Voorzitter. Wel zijn er gevolgen voor de energierekening. De toekomstige ontwikkeling van de variabele leveringstarieven voor gas en elektriciteit is erg onzeker. Toch is duidelijk dat voor huishoudens een stijging van meer dan enkele honderden euro's op jaarbasis te verwachten is, komende maanden, komend jaar. Of en in welke mate de energierekening van een individueel huishouden precies stijgt, is afhankelijk van diverse factoren. Dat zijn er wel nogal wat en het is wel een stuk breder dan wat hier zojuist gedeeld is. Dus ik wil dat nog wel even benoemen. Het gaat over wat voor huishouden je hebt, of je een vast of variabel contract hebt, als je een vast contract hebt, hoelang dat nog loopt, hoe goed de woning geïsoleerd is; het zijn heel veel verschillende factoren. De verwachting in de markt op dit moment is dat de energieprijzen gedurende 2022 op een gegeven moment weer gaan dalen. We hebben gezien met elkaar dat dit onzekerheid oplevert. Ik weet dat in dit verband, met deze commissie, het een en ander is gewisseld. En dat geldt ook voor de commissie waar ik in zit. Wij kennen absoluut deze zorg. Daarom is besloten om te kijken hoe we die eenmalige compensatie kunnen doen om in ieder geval de verwachte stijging enigszins te kunnen dempen.

Ik heb hier een aantal vragen en dan de moties. Laat ik met de vragen beginnen. De eerste vraag die ik hier voor me heb, is van de heer Alkaya. Hij vraagt waarom het tarief op elektriciteit is aangepast en niet op gas. We hebben eigenlijk twee dingen gedaan. De rekening stijgt. Dat komt door de stijging van de gasprijzen. Mensen krijgen een extra belastingkorting. Die is generiek, dus iedereen krijgt dat. Dat betekent ook dat als je in de lagere inkomensgroepen valt, de lage inkomens en de lagere middeninkomens, dat relatief wel meer scheelt. Dus dat is het ene wat we hebben gedaan; €230.

De stijgende gasprijzen zorgen ook voor stijgende elektriciteitsprijzen. In ons land is dat aan elkaar gekoppeld, bijvoorbeeld door het feit dat de gascentrales ook nodig zijn voor elektriciteitsopwekking. Toen hebben we gekeken wat het doet als je belastingen op de gastarieven of de elektriciteitstarieven zou verlagen. We hebben gezien dat het voor huishoudens niet heel veel uitmaakt, nauwelijks. Het is nog steeds heel erg gunstig voor de huishoudens als je de elektriciteitsprijs aanpast. Wat wel uitmaakt, is dat je daarmee meer kleine ondernemers tegemoetkomt. Met een aanpassing in de tarieven van de gasprijs was je de grote bedrijven en de industrieën meer tegemoetgekomen. Daar hebben we met elkaar van gezegd, in ieder geval ook in het kabinet: ook voor hen kan het een vervelende situatie zijn, maar die hebben veel meer mogelijkheden om dit op te vangen, dus wij richten ons echt op huishoudens en de kleine ondernemers. Dus om die redenen is het op die manier afgewogen.

De voorzitter:

De heer Alkaya, tot slot.

De heer Alkaya (SP):

Tot slot. Ik snap natuurlijk dat het gemiddeld voor huishoudens misschien niet zoveel uitmaakt, maar voor die huishoudens waar we, veel partijen, ons zorgen om maken, natuurlijk wel. Als een huishouden over enkel glas beschikt, een oude cv-ketel heeft en dus relatief veel gas stookt, dan nog is dus de analyse dat het niet uitmaakt of de korting is op elektriciteit of gas? Dan zijn mijn zorgen natuurlijk weggenomen. Maar ik kan me dat eigenlijk niet voorstellen.

Yeşilgöz-Zegerius:

Ik ook niet. Ik vond het ook een ingewikkelde. Maar de verschillen zijn echt minimaal. De verschillen zijn wel heel groot als je kijk naar wie je vervolgens daarbij nog meer helpt. Dan heb je het echt over die kleine ondernemer, de bakker op de hoek. Of gaat het dan naar de industrie? Als dat het effect was geweest, dan had ik een nog iets lastiger debat gehad met de heer Alkaya. Voor huishoudens was het verschil echt minimaal, waardoor je dit wel kunt zeggen. En laat ik ook nog zeggen — daar kom ik straks bij andere onderdelen ook op terug — dat de wens, de insteek, van het kabinet totaal niet verschilt met wat hier in de Kamer wordt gezegd. Wij hadden namelijk het liefst de mensen die het het hardst nodig hebben, zo gericht mogelijk geholpen. Wij willen dat zo snel mogelijk doen op een manier dat we het ook snel kunnen uitvoeren. Dat zijn voor mij de drie variabelen geweest. Dat is wat je wil. Door al die complexe factoren die ik net noemde — je kunt niet achter de voordeur kijken hoe die ene rekening eruitziet en hoe dat huishouden en die woning eruitziet — krijg je dat niet op een korte termijn, voor 1 januari, op een uitvoerbare wijze rond. Vandaar uiteindelijk dit pakket. Ik snap dat daar terechte vragen over vallen te stellen en dat daar het een en ander op is af te dingen, maar als je kijkt naar de opgaven waar we voor stonden, denk ik dat dit de best haalbare is om in ieder geval zo veel mogelijk van die mensen die het het hardst nodig hebben, te helpen bij het dempen van die stijging.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Sorry, het is laat, maar ik wil toch dit punt maken. Ook uit het oogpunt van het klimaat en CO2-reductie is het veel belangrijker om de elektriciteitsprijs ten opzichte van gas te verlagen. De elektriciteit wordt 2,6 keer zwaarder belast dan gas en het rendement op al die isolatie wordt veel hoger als je de compensatie via de elektriciteitsrekening laat lopen. Het lijkt me goed als de staatssecretaris dat argument ook noemt.

Yeşilgöz-Zegerius:

Natuurlijk is dat ook overwogen, maar de handeling die we nu doen, is echt gericht op mensen helpen. Dat is niet in het kader van klimaatmaatregelen. Ik denk dat we die discussie van elkaar moeten blijven scheiden, ook omdat er mensen zijn die zeggen dat door al die klimaatmaatregelen de prijzen stijgen. Dat is niet waar. Maar ik zou dit ook niet als een verkapte methode willen gebruiken om in de gewenste richting te gaan. En ik kan mij niet voorstellen dat de heer Van der Lee het een goed verhaal had gevonden als wij hier een pakket hadden neergelegd waarbij compensatie richting de grote industrie was gegaan, maar dat was dan wel het effect geweest.

De voorzitter:

Ik wil uw begrip even vragen. Het is de derde termijn. Het is niet de bedoeling om weer opnieuw het debat te voeren. Ik vraag om uw coulance en om het echt even heel kort te houden. Dit is ook meteen uw laatste vraag.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Maar toch even feitelijk. Die 500 miljoen die structureel zat in het voorstel van de 2 miljard, is gericht op de elektriciteitsrekening, precies om het argument dat ik net noemde. Deze wordt nu op een andere manier ingezet. Het is beter om het via de elektriciteitsrekening te laten lopen, ook omwille van het klimaat. Het zou absurd zijn als dat argument nu ineens van tafel wordt gehaald.

Yeşilgöz-Zegerius:

Dat zijn echt twee verschillende debatten. De motie-Hermans werd ook ingediend op het moment dat dit niet hier zo actueel speelde. We hielden het met elkaar in de gaten. Het werd wel door verschillende partijen aangekaart. De motie-Hermans is een structurele lastenverlichting met een duidelijke inrichting in die verschillende schijven. Helemaal mee eens. Volgens mij heeft mijn collega hier ook gedeeld dat het kabinet hiermee bezig was, maar vervolgens heeft de Kamer terecht gevraagd: hoe kunnen we mensen incidenteel, tijdelijk, helpen bij wat er nu gebeurt, bij die enorme stijging die mensen mee gaan maken? Ik hoop dat u het mij niet kwalijk neemt dat daarbij niet de eerste prioriteit is of het ook bijdraagt. Ik hoop het wel. Dat zou mooi zijn, want er zijn natuurlijk meer maatregelen: die 150 miljoen is tegelijkertijd vrijgemaakt. Ik weet dat daar ook over gesproken is. Dat gaat via de gemeente ook naar de mensen om ze te helpen bij het isoleren van hun woning. Zo maak je niet alleen de rekening beheersbaar maar ga je ook de uitstoot tegen. Dus er zitten echt win-winelementen in, maar de eerste prioriteit is de vraag hoe je mensen gaat helpen die het op dat moment het hardst nodig hebben.

Daarbij — en dan hou ik mijn mond, voorzitter; we zitten hier al een tijdje samen — hebben we afgelopen zomer met de Miljoenennota ook meer dan 500 miljoen vrijgemaakt om huizen te isoleren. Dat is echt gericht op de 20% slechtst geïsoleerde woningen. Dus er zitten heel veel maatregelen in die ook het effect hebben dat de heer Van der Lee zou willen. Maar dit is echt een eenmalige ingreep om mensen tegemoet te komen in die megakosten, die voor sommige mensen echt kunnen voorkomen. Dan kijk je hoe je zo veel mogelijk huishoudens kan helpen en wat mij betreft ook die mkb'er.

De heer Tony van Dijck (PVV):

De staatssecretaris doet het nu net voorkomen alsof dit pakket goed is voor huishoudens en het mkb. Dat is natuurlijk ook zo, maar er wordt wel een mkb-groep vergeten en dat is de glastuinbouw. U noemde net zelf ook de bakker op de hoek. Die noemde u net en passant en bij wijze van spreken, maar de bakker op de hoek heeft ook heel veel last van het feit dat de gasprijs zo hoog is. Er gaan heel veel bakkers en glastuinbouwers straks failliet. We hebben gerberakweker Simon allemaal uitvoerig in een documentaire op televisie kunnen zien. Hij stopt ermee. Hij zegt: ik betaalde normaal €20.000 per maand en nu moet ik €100.000 per maand betalen; dat is niet haalbaar, dus om een faillissement te voorkomen, gooi ik de handdoek in de ring. Hij is niet de enige. Wat heeft deze staatssecretaris die groep, de bakker op de hoek en glastuinbouwer Simon, te bieden?

Yeşilgöz-Zegerius:

Wat we hier doen ... Ik vind het eigenlijk vervelend dat ik nu hoog over een verhaal moet gaan vertellen, terwijl het over dit soort hele persoonlijke verhalen gaat, die natuurlijk ook mij bereiken en wakker houden, want je wilt helemaal niet dat dit gebeurt. Maar ik moet ook eerlijk zijn: er zullen meer bedrijven zijn die hier echt last van hebben, want we hebben het over hele snelle stijgingen van de gasprijs. Maar het kleine mkb, de bakker om de hoek of wie dan ook, gebruikt ook veel elektriciteit. De elektriciteitstarieven stijgen net zo hard, omdat die gekoppeld zijn aan gas. Als je kijkt wat voor effect dit pakket heeft, dan zie je dat je de kleine ondernemer er meer mee helpt dan als je het op een andere manier had ingericht. Dat is de keuze geweest. Ik pretendeer hier niet dat we iedereen volledig gaan compenseren. Dat heeft ook nooit iemand van het kabinet gezegd. Er zullen helaas voorbeelden zijn van gevallen waar we allemaal buikpijn van hebben. We hoorden de heer Omtzigt net het energiebedrijf aanhalen dat vandaag omgevallen is. Die hebben heel veel klanten die nu overgaan naar een ander bedrijf, waar ze waarschijnlijk meer gaan betalen en wellicht ook meer dan wij hier kunnen compenseren. Dat voel ik heel erg, maar toch ben ik blij dat we deze stap kunnen zetten, omdat ik denk dat het voor heel veel mensen een wezenlijk verschil gaat maken. Dat gemiddelde van €430 kan aan de bovenkant of een beetje aan de onderkant uitvallen, maar ik denk wel dat het echt het verschil maakt.

De voorzitter:

Er zijn nog een aantal vragen en een aantal moties.

Yeşilgöz-Zegerius:

Ja.

De heer Van der Lee vroeg naar een garantiefonds voor faillissementen van energiebedrijven. Ik denk dat het goed is om voorop te stellen dat consumenten niet zomaar zonder stroom of in de kou kunnen zitten door een faillissement. Dat hebben we in dit land goed geregeld. Dat wordt gewoon overgenomen. Dat is de basis, maar we hebben het vandaag natuurlijk over de hogere prijzen. Daar kunnen ze vervolgens wel mee geconfronteerd worden. Ik begrijp het verzoek van de heer Van der Lee dus heel erg, maar de vraag is alleen wel wat de mogelijke gevolgen zijn voor energieleveranciers en consumenten bij het oprichten van zo'n garantiefonds. Daar zijn ook kanttekeningen bij te bedenken, bijvoorbeeld hoge kosten. Het fonds moet van een grote omvang zijn als het alle financiële gevolgen voor huishoudens bij het omvallen van ook grotere leveranciers zou moeten kunnen dekken. Het levert ook hogere kosten op voor de consument. Als het fonds wordt gefinancierd door de sector, is het onvermijdelijk dat die kosten doorgerekend worden. Dan worden ze neergelegd bij de mensen thuis. Daarmee zal de energierekening nog verder stijgen. Een garantie is helaas niet gratis. Het kan ook leiden tot risicovol gedrag. Als de gevolgen van het omvallen van een energieleverancier worden gegarandeerd door een fonds, kan dit de prikkel hebben dat leveranciers meer risicovol gedrag vertonen, met ongewenste gevolgen, bijvoorbeeld meer risico op faillissementen. Ik begrijp de vraag en de zoektocht, maar ik denk dat dit soort aspecten er wel voor zorgen dat we daar niet te snel op over zouden moeten gaan en dat we met elkaar op zoek zouden moeten gaan naar andere waarborgen.

Dan had ik nog een vraag van de ChristenUnie en mevrouw Van der Plas van BBB over het effect op energiecoöperaties en de postcoderegeling. Er zijn mensen die al goed bezig waren met zonnepanelen en noem maar op, en die door deze aanpassing inderdaad een negatief effect — "een minder positief effect" is een betere formulering — gaan ondervinden. Dat is wel het eerlijke verhaal; dat klopt. De verlaging van de belastingtarieven voor elektriciteit maakt salderen minder aantrekkelijk. Het enige wat ik nu kan zeggen, is dat we dit hebben gedaan om mensen te helpen en tegemoet te komen bij een incidentele enorme stijging. Mijn collega heeft net uitgelegd op andere vragen dat differentiatie echt heel lastig is, zeker als je het snel op een nette wijze wil kunnen uitvoeren, zodat we mensen ook echt tegemoet kunnen komen als ze verwachten dat de prijzen op 1 januari omhooggaan. Uiteindelijk verwachten we geen hele grote structurele gevolgen, omdat het een incidentele aanpassing is. Het is iets wat inderdaad tijdelijk het verschil kan maken. Ik hoop dat het een beter verschil maakt voor heel veel huishoudens.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Ik kom zo nog op een andere motie, maar ik heb echt zorgen over de manier waarop de staatssecretaris deze vraag beantwoordt. De verlaging in schijf 1 is enorm en zodanig dat energiecoöperaties, waarin mensen zonder een eigen dak met een kleine portemonnee toch profiteren van zonnepanelen, in problemen kunnen komen. Als dat volgend jaar onverhoopt toch gebeurt, kunnen ze zich dan bij de staatssecretaris melden? We willen toch niet dat energiecoöperaties, waar wij enorm fan van zijn in het kader van de energietransitie, door deze eenmalige, incidentele verlaging volgend jaar omvallen of echt in financiële problemen komen?

Yeşilgöz-Zegerius:

Dat is nu ook niet de verwachting. Ik kan wel met de heer Grinwis afspreken dat we die ontwikkeling met elkaar — ik weet zeker dat hij dat zal doen — goed in de gaten zullen houden. We proberen een balans te zoeken. Ook huishoudens die hulp nodig hebben, moeten overeind blijven. Het is niet ideaal.

De voorzitter:

Over hetzelfde heeft mevrouw Van der Plas van BBB een vraag.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Het is misschien wel een rare vraag, maar kun je het bedrag op de afrekening niet verhogen in plaats van het in de energiebelasting te doen? Je kunt het bedrag voor alle huishoudens toch verlagen totdat je aan die 3,2 miljard zit? Het hoeft niet meer te kosten.

Yeşilgöz-Zegerius:

Ik denk niet dat ik de vraag helemaal begrijp.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Het bedrag op de afrekening dat "vermindering energiebelasting" heet, zou je voor alle huishoudens kunnen verhogen.

Yeşilgöz-Zegerius:

Dat hebben we verhoogd met €230. Een deel zit er dus in. Voor een deel hebben we gezegd: laten we de tarieven op elektriciteit verlagen om daarmee breder, bijvoorbeeld ook het kleine mkb en huishoudens met een hoog verbruik, tegemoet te komen. Het is een combi. Het eerste deel waar mevrouw Van der Plas op doelt, zit erin. Dat komt generiek iedereen in het land ten goede.

De voorzitter:

Mevrouw Van der Plas tot slot.

Yeşilgöz-Zegerius:

Misschien is het goed om nog iets aan te vullen. Waarom doen we het niet in zijn geheel? Dat zou ook kunnen. Maar hiermee help je juist ook degenen met een hoog verbruik. Dat zijn vaak mensen in slecht geïsoleerde woningen en noem maar op. Over die groepen heb ik u en uw collega's ook horen praten. Het gaat over hoog verbruik in combinatie met iedereen in de basis tegemoetkomen. Die mix maakt dat je ook de lagere inkomens behoedt voor de forse achteruitgang die zonder deze maatregelen zou zijn opgetreden, en tegelijk het kleine mkb helpt.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat klinkt op zich plausibel. Het is de eerste keer dat ik met dit onderwerp te maken heb, dus het is ook voor mij heel ingewikkeld. Ik heb er nog wel wat vragen over, maar die kan ik gewoon bilateraal stellen. Dat hoeft niet per se via Kamervragen, maar kan misschien via uw ambtenaren. Ik wil wat verduidelijking krijgen.

Yeşilgöz-Zegerius:

Dat lijkt mij een heel goed idee. Iedereen is sowieso welkom. Ik ben er nu weken mee bezig, waardoor ik dat onderscheid heel goed kan maken. Het is gewoon een heel complex verhaal. Er zijn heel veel scenario's en modellen denkbaar. Ga dan maar eens uitzoeken hoe het achter de komma zit. Wees sowieso meer dan welkom. Dat kunnen we gewoon regelen. Volgende week hebben we ook de begrotingsbehandeling. Als mevrouw Van der Plas aanvullend daarbij vragen heeft, dan begrijp ik dat heel goed. Zullen we het zo doen?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja.

Yeşilgöz-Zegerius:

Dan had de heer Van Raan nog de vraag op welke manier het kabinet met de grootste zekerheid kan zeggen dat het in 2023 geen probleem meer zal zijn. Zoals ik al zei: sinds de zomer is er sprake van een bijzondere situatie op de gasmarkt. De oorzaken zijn voor een groot deel tijdelijk. De analisten en deskundigen verwachten dat de prijs zich de komende jaren zal stabiliseren en dan zal dalen. Ik heb verschillende deskundigen gesproken en gehoord. Zij zeggen dat niemand met zekerheid kan zeggen hoe het er in februari, maart of november tot achter de komma uit zal zien. De verwachting is dat we hiermee in ieder geval een relevante stap nemen.

De heer Van Raan vraagt welke structurele oplossing er is voor energiearmoede en wat we dan kunnen verwachten. Ook al gaat het over dezelfde mensen, het zijn twee verschillende onderwerpen. Als het gaat om energiearmoede hebben we bijvoorbeeld het Nationaal Warmtefonds. Dit fonds is beschikbaar gesteld om huishoudens te ondersteunen bij het isoleren van hun woning. Dit is als gevolg van het Klimaatakkoord ingesteld. Dan hebben we 150 miljoen in dit pakket zitten, waarmee we mensen kunnen helpen om zelf isolatiemaatregelen te treffen. We hebben afgelopen zomer meer dan een half miljard vrijgemaakt om te helpen bij slechtgeïsoleerde woningen. Er zijn heel veel maatregelen getroffen. Gemeenten kunnen in buurten waar veel energiearmoede voorkomt heel gericht aan de slag gaan. Ze bepalen zelf hoe ze dat doen. Ik ken veel verschillende voorbeelden waarin dat mooi gaat. Het vindt ook vaak in overleg met woningcorporaties plaats. Er zijn dus heel veel varianten.

Wat we nu hiermee doen, is een eenmalige extra ondersteuning. Dit wil niet zeggen dat daarmee energiearmoede is verholpen of dat je die hele groep in z'n geheel hebt bereikt. Nou ja, je bereikt de hele groep wel, maar er zal meer nodig zijn en dat doen we dus ook. Laat ik hier nog een keer zeggen — ik heb dat in het vorige debat ook gezegd — dat je erg terughoudend moet zijn met het voeren van inkomenspolitiek via klimaatbeleid. Nog beter is het om dat niet te doen. Je moet het altijd afwegen binnen het totaalplaatje. Ik weet dat uw commissie daar leidend in is en volgens mij is dat dan de beste plek om dat te doen.

De heer Stoffer vroeg welk probleem ik wil oplossen met het ongerichte pakket. Ik hoop dat ik heb kunnen toelichten dat ik het liefst ook zo gericht mogelijk het pakket wil laten landen bij mensen die het het hardst nodig hebben. Die kan je echter niet zomaar aanwijzen. Je kunt niet zomaar groepen gaan indelen. Iemand kan een gezin hebben en een laag middeninkomen met een vast contract dat nog twee jaar doorloopt. Die gaat hier gelukkig weinig van merken. Voor eenzelfde gezin met een variabel contract ligt dat precies anders en dat kan het nu gaan merken. Dat maakt dit zo lastig en daarom is hiervoor gekozen.

De heer Stoffer vroeg ook of het kabinet het ermee eens is dat een gerichte oplossing beter is. Dat zou inderdaad beter zijn geweest. Het is belangrijk om dat dan ook op korte termijn goed uit te voeren, want we willen dat het voor 1 januari geregeld is zodat mensen het echt als steun kunnen ervaren. We willen niet een jaar met elkaar bezig zijn met de vraag hoe je dat dan goed uitrolt. En dan kom je hierop uit.

Dan ben ik bij de moties. De motie op stuk nr. 125 vraagt om per direct te compenseren voor de hoge energieprijzen en niet pas vanaf 1 januari. Deze ontraad ik. Wij doen dit zo snel mogelijk en dit gaat heel snel. We hebben veel contact gehad, ook met leveranciers, en dit moet kunnen. Veel sneller is niet reëel. Wel hebben de leveranciers aangeboden, zodra er overeenstemming is met uw Kamer en we dit met elkaar hebben geregeld, de wijziging per direct in de voorschotten te zullen verwerken. We kijken naar alle onderdelen die sneller kunnen. Met de tekst die nu in de motie staat, moet ik de motie ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 127. Even checken of dat klopt.

De voorzitter:

Ja, dat klopt.

Yeşilgöz-Zegerius:

Ja, toch? Deze ontraad ik ook. De hoge gasprijzen raken bedrijven wereldwijd. Dit is niet iets unieks voor Nederland. De grootste impact bij energie-intensieve bedrijven zoals de glastuinbouw — ik begrijp de vragen heel goed — zie je ook daar. Die bedrijven zullen zelf in eerste instantie moeten kijken hoe ze hiermee omgaan. Ze kunnen zich indekken middels langetermijncontracten en veel ondernemers hebben dat ook gedaan. In het ergste geval, bij liquiditeitsproblemen, kunnen bedrijven met hun bank of financier tot een oplossing proberen te komen of met de energieleverancier bijvoorbeeld een betalingsregeling treffen. Dat zijn geen leuke boodschappen, maar het is een reële vraag waar ik dus ook een reëel antwoord op moet geven. Ik moet zeggen dat de huidige signalen beperkt zijn tot problemen bij een beperkt aantal bedrijven. Dit monitoren wij continu. Ik heb zojuist hopelijk goed kunnen toelichten dat het kleine mkb ook 500 miljoen ondersteuning ontvangt van dit pakket.

Ik ben nu bij de motie op stuk nr. 131.

De voorzitter:

Correct.

Yeşilgöz-Zegerius:

Die motie verzoekt de regering de ontwikkeling van de energieprijs te monitoren en tweemaandelijks aan de Kamer te rapporteren over inkomenseffecten voor de mensen. Deze is van mevrouw Van Dijk en collega's. Als ik de motie zo mag interpreteren dat het kabinet de ontwikkeling van de leveringstarieven nauw monitort zolang de gasprijzen hoog blijven en de Kamer hierover tweemaandelijks rapporteert, kunnen we dat waarmaken. Volgens mij bedoelen we hetzelfde.

De voorzitter:

Ik zie dat mevrouw Van Dijk zich kan vinden in uw interpretatie.

Yeşilgöz-Zegerius:

Dan ben ik bij de motie op stuk nr. 133 van de heren Grinwis en Stoffer. Die motie verzoekt de regering de voor het mkb bedoelde middelen in het compensatiepakket te herverdelen in lijn met de motie-Hermans. Dat gaat over die schuif in de schijf, simpel gezegd. Voor al die mensen die thuis kijken, is het niet te begrijpen, maar ik begrijp wat de heren Grinwis en Stoffer hier bedoelen. Feitelijk kan dit. Uw Kamer gaat hierover, dus ik kan de motie niet anders dan oordeel Kamer geven. Ik wil wel ter overweging meegeven dat, als je die schuif maakt, je van het kleine mkb, die bakker op de hoek, naar de industriële bakker — om even in de bakkerstermen te blijven — naar de grote ondernemer, de fors grotere ondernemer gaat. Dat is het effect hiervan. Ik begrijp de insteek van deze motie, maar ik wil het effect wel meegeven. Feitelijk krijgt de motie oordeel Kamer, want de Kamer beslist over het pakket en hoe we dat verder invullen.

De voorzitter:

De motie krijgt oordeel Kamer. De heer Grinwis heeft toch nog een vraag.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Ja, vanwege de opmerking erbij. Dat beseffen de indieners goed. Maar het is ook goed om te beseffen dat juist middelgrote mkb-bedrijven of bijvoorbeeld de gemiddelde horecavestiging een energieverbruik hebben van 55.000 kWh per jaar. Die profiteren op dit moment niet. Een glastuinbedrijf verbruikt gemiddeld 820.000 kWh per jaar. Metaalbedrijven, meubelbedrijven et cetera hebben ook een relatief hoog verbruik. In die bedrijfsprofielen maakt energie een relatief hoog deel van de bedrijfskostenkosten uit, anders dan bij veel kleinere bedrijven. Het is ook in lijn met de motie-Hermans. Ik ben blij met het oordeel. Ik hecht eraan dat we in lijn met de motie-Hermans dit pakket uitvoeren. In die zin hebben een aantal collega's die daarop interrumpeerden, wat mij betreft wel een puntje. Maar ik dank de staatssecretaris.

Yeşilgöz-Zegerius:

Ik begrijp het. Er is wel een verschil met de motie-Hermans. Dat is een structurele lastenverlichting en hier wil je incidenteel huishoudens en, naar mijn persoonlijke mening, het kleine mkb tegemoetkomen.

Dan de motie op stuk nr. 137, een motie van de heer Omtzigt met een heleboel namen eronder. Die begrijp ik heel goed. De motie vraagt drie verschillende dingen. Op de eerste plaats vraagt de motie te onderzoeken of de eisen aan de leveranciers voldoende streng zijn en indien nodig aangescherpt worden. Graag, dat is een lopend onderzoek en permanent onderwerp van gesprek tussen ACM en EZK. Ik weet dat het niet zo werkt met moties, maar dat onderdeel krijgt oordeel Kamer. Ik zou dat graag intensiever willen oppakken.

Dan hebben we nog twee andere punten en daar wordt het wat ingewikkelder. In het tweede punt staat: overleg met ACM om te zien of er onderzoek nodig is naar verboden afspraken. Een dergelijk onderzoek, een kartelonderzoek, is een exclusieve competentie van de ACM. Hier mag ik me niet mee bemoeien. Om die reden moet ik dit punt ontraden.

Dan heb ik nog het derde punt: te bevorderen dat in geval van faillissement consumenten een redelijk contract krijgen en indien nodig hiervoor een deel van de compensatie aan te wenden. Het lastige daarbij is dat ik en de ACM dat niet kunnen bevorderen. Dan krijg je dat je de compensatie wilt gaan inzetten voor een bepaalde subgroep. We hebben in het debat verschillende subgroepen horen langskomen en bij allemaal kan ik me heel veel voorstellen. Mijn advies zou echter blijven: doe het niet op die manier, omdat het dan heel erg lastig wordt om mensen heel gericht, snel en goed te kunnen helpen. Ik heb er dus gemengde gevoelens bij, meneer Omtzigt, al denk ik niet dat ik daarmee wegkom.

De voorzitter:

U moet uiteindelijk één oordeel geven.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Nee, ik snap die gemengde gevoelens, hoor. Maar toch even op dat laatste. De combinatie van die twee factoren is killing voor deze mensen. Er worden nauwelijks energiecontracten aangeboden en daar waar wel energiecontracten aangeboden worden, zie je energietarieven die soms op €0,46 of €0,47 per kilowattuur liggen. Daar gaat €0,06 vanaf door de belastingverlaging, maar dan blijft er nog €0,40 over. Dat is bijna twee keer zo hoog als een tijdje geleden. Voor gas wordt het tarief meer dan verdubbeld. Mensen betalen nu tussen de €0,70 en €0,85, een beetje afhankelijk van wat je gedaan hebt met je contract, en dat gaat naar €1,70. Voor deze mensen betekent dit dat ze vanaf 1 november ten eerste hun voorschot kwijt zijn. Als het energiebedrijf failliet is, moet je nog maar zien of er nog wat in de boedel zit. Een aantal van die bedrijven heeft geen solvabiliteit en de klanten moeten nog geld terugkrijgen, want in normale omstandigheden heb je op 1 november nog niet al je geld tot 1 november gebruikt, omdat november en december relatief dure gasmaanden zijn en het moet uitmiddelen over het hele jaar. Je hebt dan dus nog die twee dure maanden, waarin je meer dan gemiddeld verstookt. Ten tweede moet je over naar een duur contract. Dat kan je €2.000 schelen als je 2.000 kuub gebruikt, waar je met een hoekwoning met een C-label zo aan zit. Daar hoef je helemaal geen rare woning voor te hebben. Daar kunnen we toch iets aan doen? We kunnen toch in overleg treden om te onderzoeken of ze niet te veel samenwerken? Wat is anders de boodschap aan die mensen? U krijgt €400, maar u heeft die compensatie al voor de eerste twee maanden nodig? Laat ik het anders zeggen. Ik hoor op dit moment van mensen: ik heb de televisie naar de keuken verplaatst, want ik kan alleen de verwarming in de keuken nog aanzetten en in de woonkamer en de andere vertrekken gaat ze uit, want ik kan met mijn AOW de energierekening niet meer betalen.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik geef het woord aan de staatssecretaris.

Yeşilgöz-Zegerius:

Als ik 'm zo mag invullen: ik deel de buikpijn met de heer Omtzigt. Ik spreek ook mensen die nu al in echt schrijnende situatie zitten en angstig en onzeker zijn over waar het naartoe gaat. Vandaag hebben we het over een energiebedrijf dat omgevallen is. Het is een klein bedrijf, maar dat maakt natuurlijk niets uit als je daar klant was. Dan ben je daar gewoon klant en voel je dit. We kunnen ook niet uitsluiten dat het hierbij blijft. Ik begrijp het dus heel goed. Ik hoop dat de heer Omtzigt begrijpt dat ik me er heel beperkt mee kan bemoeien en dat ik geen onderzoeken van de ACM kan eisen. Over dat tweede punt had de heer Omtzigt volgens mij ook wel enig gevoel bij mijn oordeel.

Bij het derde punt zou ik wel even wat langer willen stilstaan. Mijn advies zou wel zijn dat we daar nu niet een deel van de compensatie voor aanwenden. Laten we nu gewoon uitvoeren wat we hebben afgesproken, zodat we in ieder geval doorgaan. Dat zou mijn idee zijn. Maar we zouden wel de casus van vandaag als voorbeeld kunnen nemen. We kunnen kijken wat er nu precies is gebeurd: de mensen gaan over naar een nieuw bedrijf dat bereid is om de contracten over te nemen, maar wel voor een hoger bedrag. Daar heeft de heer Omtzigt gelijk in. Op zich is dat vanuit het bedrijf te begrijpen, maar daar heb je natuurlijk ook geen boodschap aan als je een van die klanten bent. De mensen hebben de ruimte om naar een ander bedrijf over te stappen. Er zal niemand zijn die met bodemprijzen staat te wachten. Wellicht is het een idee dat ik, voor zover wij de informatie hebben en mogen delen — het is allemaal bedrijfsinformatie — ga kijken hoe we de casus van vandaag kunnen gebruiken. Ik zal er zo snel mogelijk in een brief op terugkomen hoe het eruitziet, hoe het ingericht is en of er ergens nog ruimte is om iets voor deze mensen te betekenen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik stel het zeer op prijs dat u dit goed gaat bekijken, maar die brief moet niet onmiddellijk komen. Klanten voelen zich een beetje belazerd. Ze hebben dit vandaag gehoord en ze konden tot gisteren het bedrag van september storneren. Dat konden ze nu dus niet meer storneren. Ze weten dat ze dat geld kwijt zijn. Twee. Op 29 oktober krijgen zij pas de nieuwe aanbieding. Ze hebben geen idee wat de prijs is die ze aangeboden krijgen. Ik noem gewoon de prijs die nu op internet rondgaat. Ik zou het fijn vinden om bijvoorbeeld maandag een brief te krijgen, om een idee te hebben waar deze mensen staan en welke mogelijkheden de regering heeft. Dan verstaan we elkaar wel voor de stemming.

Yeşilgöz-Zegerius:

Ik doe mijn best. Met "ik" bedoel ik mijn ambtenaren. Het is altijd heel raar om iets toe te zeggen wat ik zelf niet ga doen. Ik begrijp het verzoek en de boodschap heel erg goed. Het lijkt me goed om daar goed naar te kijken, want dit kan nog vaker gebeuren.

De voorzitter:

Ik kijk wel nog even wat we met de motie doen.

Yeşilgöz-Zegerius:

O ja.

De voorzitter:

De motie wordt door de staatssecretaris ontraden. Ik kijk even of de heer Omtzigt de motie wil aanhouden of wil intrekken, kijkend naar wat er net gezegd is.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik wacht rustig af.

De voorzitter:

De heer Omtzigt wacht rustig af. In ieder geval wordt de motie op stuk nr. 138 ontraden. Dank u wel.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De (algemene) beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de bewindspersonen. Ik dank de Kamerleden. Ik dank ook de mensen op de publieke tribune en onze eigen beveiliging. Ik dank de kijkers thuis. Nog even wat huishoudelijke mededelingen. We gaan stemmen over alle begrotingen op dinsdag 7 december, en over de wetten uit het Belastingplan al op donderdag 11 november. Volgende week dinsdag gaan we stemmen over de ingediende moties.

Daarmee zijn we ook aan het einde van mijn mededelingen. Ik sluit de vergadering en wens iedereen een fijne nacht toe.

Naar boven