21 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aan de orde is de regeling van werkzaamheden.

Ik stel voor de volgende wetsvoorstellen toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met het toevoegen van decentrale loting als selectiemethode voor opleidingen met capaciteitsfixus in het hoger onderwijs (35765);

  • -Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de invoering van nieuwe betaalmethoden in het openbaar vervoer (36126);

  • -Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën voor het jaar 2022 (Vierde incidentele suppletoire begroting inzake uitvoering rechtsherstel box 3 en garantie annuleringskosten LNG-terminal Gasunie) (36140).

Ik stel voor toestemming te verlenen voor het houden van een wetgevingsoverleg met stenografisch verslag aan de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid op donderdag 15 september 2022 van 10.00 uur tot 18.00 uur over de Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen) (36067).

Op verzoek van de Groep Van Haga benoem ik in de contactgroep Verenigd Koninkrijk het lid Van Haga tot lid in de bestaande vacature.

Ik deel aan de Kamer mee dat voor de volgende debatten de termijn voor toekenning is verlengd:

  • -het debat over het toezicht op cryptomunten;

  • -het dertigledendebat over de inzet van personeel in verpleeghuizen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef als eerste het woord aan de heer Omtzigt voor zijn verzoek.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dank u wel, voorzitter. Elke week overlijden er honderden Nederlanders meer dan normaal en niemand weet waarom. We hebben al lange tijd te maken met oversterfte. De onderzoekers komen er niet goed uit. Volgens de Volkskrant van vorige week worden die data niet gedeeld met de onderzoekers. We kunnen er dus ook geen goed onderzoek naar doen. We weten dus niet waar het aan ligt. Er zijn mensen die denken dat ze het wel weten, maar we weten het echt niet. Omdat onderzoek niet van de grond komt en omdat er al een debat over oversterfte gepland staat, zou ik willen vragen om dat debat binnen een week of zes in te plannen.

De voorzitter:

Het is een dertigledendebat, hè?

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Als het omgezet kan worden in een meerderheidsdebat, zou het helemaal mooi zijn, maar ik wil er gewoon over spreken. Ik hoop dat, nu we er een jaar mee bezig zijn, de collega's ook inzien dat het debat ingepland moet worden.

De voorzitter:

We gaan kijken of er steun is van een meerderheid in de Kamer. Allereerst mevrouw Agema, PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik wijs er al wat langer op. Dat heb ik ook nog gedaan bij de laatste technische briefing die we hebben gehad. Ik zou u als Voorzitter inderdaad willen verzoeken om dat debat in te plannen. U kunt dat doen. Ik hoorde een beetje aan uw intonatie dat u dat niet meer voor de herfst of kerst gaat doen. Maar ik vraag u om dat wel te doen, want we mogen toch wel duiding krijgen van deze onzekerheid en onduidelijkheid?

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Over dit onderwerp wordt heel veel gespeculeerd. Ik heb het ook al heel vaak opgebracht. Het is van het grootste belang dat er gewoon een beetje duidelijkheid over komt. Ik zie er dus geen enkele reden voor waarom dit zo wordt uitgesteld, dus van harte steun voor het debat.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter, steun. Ik zou voorafgaand aan het debat graag een brief willen hebben, zodat we wat dat betreft duiding krijgen. Eerst dus een brief, en steun voor het debat.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Voorzitter, ik sluit me mede namens de heer Dassen van Volt van harte aan bij de woorden van de heer Stoffer. Steun, en een brief.

Mevrouw Paulusma (D66):

Geen steun. Dat is niet vanwege onwil, maar ik ben nog in afwachting van de technische briefing van aanstaande donderdag. Volgens mij hebben we net met een spoed-emailprocedure ook om een aantal data gevraagd. Ik heb die wel nodig om te kijken of het debat daarna nog nodig is, dus voor nu geen steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja, van harte steun hiervoor.

De heer Eppink (JA21):

Eveneens steun.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter, ik sluit me aan bij de woorden van mevrouw Paulusma. Nu geen steun.

De heer Bevers (VVD):

Ik sluit me ook aan bij de woorden van mevrouw Paulusma. Geen steun.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Voorzitter. Ik zeg dit mede namens de Partij voor de Dieren. Het lijkt me heel goed om hier een debat over te hebben, maar dan wel als alle informatie boven tafel is. We hebben binnenkort een technische briefing. Volgens mij is die donderdag. Misschien komt er daarna wel meer informatie. Er moet zeker een debat hierover worden gevoerd, maar pas als alle informatie er is om te voorkomen dat er veel onrust ontstaat.

De voorzitter:

Maar wel steun voor het debat, zegt u? Ja. De heer Azarkan van DENK.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter, mede namens Fractie Den Haan steun.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter, geen steun.

De heer Mohandis (PvdA):

Voorzitter. Donderdag is er inderdaad een technische briefing. Volgens mij heeft de heer Omtzigt het er ook over dat alle informatie boven tafel moet komen, dus steun. Als dat voor het reces kan, zou dat natuurlijk heel mooi zijn.

De heer Van Meijeren (FVD):

Ook van harte steun. De brief waar de heer Omtzigt om verzocht heeft in zijn spoedprocedure heb ik al boven tafel, dus die zal ik met de rest van de Kamer delen.

De voorzitter:

Meneer Omtzigt, er is geen meerderheid voor uw verzoek. Naar aanleiding van wat mevrouw Agema zei: natuurlijk kijken we per week of we een dertigledendebat kunnen inplannen. Deze week is er ook een dertigledendebat. Er staan er nu wel 23 op, dus het is een aanzienlijke lijst, maar we doen natuurlijk ons best om de dertigledendebatten in te plannen. Ik zal het informatieverzoek in ieder geval doorgeleiden.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dank u wel. Maar als er een oversterfte van enige tienduizenden mensen is en we weten niet waarom, dan hebben we een acuut probleem in de publieke gezondheidszorg. Het spijt me, maar dat je daar niet over spreekt, vind ik niet kunnen. Ik zal het verzoek dus opnieuw doen.

De voorzitter:

Uw tweede verzoek.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Het tweede verzoek is: de kranten berichten dat het kabinet schulden wil overnemen van mensen die de energie niet kunnen betalen. Tegelijkertijd blijkt uit Kamerantwoorden dat van de 19 miljard kuub gas die gewonnen is in Nederland, 17,5 miljard kuub al verkocht is aan het buitenland. Ik zou over beide onderwerpen, namelijk wat we doen met die schulden overnemen en wat er met ons eigen gas is gebeurd, graag een debat houden met de minister voor Klimaat en Energie. Ik zou binnen twee of drie dagen opheldering willen over het plan. De reden daarvoor is vrij simpel. Ik snap dat de regering plannen maakt. Daar ben ik blij mee. Of ik blij ben met dit plan weet ik nog niet zo heel goed, maar ik wil het wel graag horen. Maar ik wil het plan eerst kunnen bespreken voordat het ingaat, want met de Catshuisregeling heb ik niet zulke goede ervaringen opgedaan met een te snel ingegaan plan dat niet de juiste mensen bereikt.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Het is absoluut onacceptabel dat er dingen naar buiten worden gelekt zonder dat wij daar fatsoenlijk over kunnen spreken. Dus alle steun voor dit voorstel, en alle informatie zo snel mogelijk naar de Kamer.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Steun, mede namens BBB en JA21.

De heer Bontenbal (CDA):

Voorzitter. Mijn fractie maakt zich ook zorgen over de hoge energierekening en ik weet dat de andere coalitiepartijen dat ook doen. Aanstaande donderdag hebben we een heel groot debat met minister Jetten gepland. Daarin gaan we allemaal dit soort vragen stellen. Ik heb zelf ook heel veel vragen. De snelste manier om snel met minister Jetten in debat te gaan over dit onderwerp is dus echt aanstaande donderdag, want een plenair debat gaat veel langer duren.

De heer Kops (PVV):

Steun, maar wel eerst een brief met de exacte maatregelen van het kabinet.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Van harte steun.

De heer Boucke (D66):

Voorzitter. Ook mijn fractie maakt zich zorgen over de stijgende energierekeningen. Ook ik heb het bericht op de NOS-site gelezen. Maar zoals collega Bontenbal zei: we hebben donderdag een debat met de minister en daarin zullen we hem ook vragen stellen. Geen steun voor dit debat.

De heer Erkens (VVD):

Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Boucke. Ook wij maken ons zorgen, maar donderdag staat er een debat gepland waarin we dit volgens mij snel kunnen adresseren samen.

De heer Dassen (Volt):

Voorzitter, daar sluit ik me bij aan. Het is een hele grote kwestie. Het moet snel besproken worden. Dat kan aanstaande donderdag. Dus helaas geen steun, mede namens mevrouw Simons. Ik hoop dat we het donderdag bespreken.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. Het is een grote kwestie, maar geen steun. Aanstaande donderdag is er inderdaad een debat, en volgende week bij de Algemene Beschouwingen wordt het vast vervolgd.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Ik vind het een hele lastige. We hebben donderdag dat debat — dat kan — maar de informatie waar de heer Omtzigt op wijst, hebben we niet. Daar zit wel een probleem. Die moet er zijn, anders is dat debat gewoon waardeloos. Er staat nu in De Telegraaf dat die vrijdag wordt gepresenteerd. Dan zitten wij daar donderdagavond te debatteren en wordt er gezegd: u ziet morgen wel wat wij neer gaan zetten. Daar zit mijn punt. Dus steun voor het debat. Ik vind het ook prima om het donderdagavond te doen, maar dan moet die informatie donderdag vóór een uur of vijf bij ons zijn, zodat we die ook gewoon kunnen wegen en meenemen.

De heer Van Meijeren (FVD):

Steun voor het verzoek. Ook steun voor de opmerkingen van de heer Stoffer hierover.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Donderdag staat het debat over leveringszekerheid. Daar komt het zeker aan bod. Maar ik denk dat dit een groot onderwerp is, dus steun voor beide verzoeken.

De voorzitter:

De heer Van Baarle, of de heer Mohandis. Ze wijzen naar elkaar; heel netjes.

De heer Mohandis (PvdA):

Voorzitter, alle steun. We weten een beetje wat er is gecommuniceerd. We weten ook niet alles, dus laten we dit snel hier bespreken.

De heer Van Baarle (DENK):

Steun, mede namens mevrouw Gündoğan en mevrouw Den Haan.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor het verzoek, maar er is wel informatie gevraagd. Ook is er het verzoek van de heer Stoffer om te kijken of er voor donderdag al informatie is. Dat zullen we doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik wil die informatie graag voor dat debat donderdag zien. Dat geldt voor beide onderwerpen, dus zowel voor het plan voor de schulden overnemen, dus wat het plan nou precies is, en voor de vraag aan wie we het nou verkocht hebben. Die contracten moeten boven tafel. Dat zijn miljardencontracten. Het Nederlandse gas is ergens aan iemand verkocht, zodat het niet naar de Nederlandse huishoudens kan. Ik wil die informatie inderdaad voor donderdagavond hebben. Het debat laat ik als dertigledendebat staan, want ik vrees ... Ik hoop natuurlijk dat het niet nodig is en dat donderdag alles boven tafel komt, maar ik heb zomaar het vermoeden dat dat niet zo zal zijn.

De voorzitter:

We zetten het op de lijst.

Dan uw derde verzoek.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. De minister voor Rechtsbescherming heeft in Nieuwsuur gezegd dat ouders en kinderen juridisch bijgestaan zullen worden bij uithuisplaatsingen. Tegelijkertijd was er hier een debat waarin de regering een motie van mij met die strekking ontraadde. We wachten nog steeds op een brief van de minister voor Rechtsbescherming. Mijn eerste verzoek is aan de Kamer. We hadden het net nog over een lek. Dat kan ergens gebeuren. Maar als een minister pontificaal in een belangrijk programma nieuw beleid gaat aankondigen en dat niet aan de Kamer meedeelt, en als een ander bewindspersoon tegelijkertijd datzelfde beleidsvoorstel van de Kamer afschiet, dan hebben we hier natuurlijk niets aan een parlement. Het tweede verzoek is aan de regering zelf. Wat stelt zij nu voor? Vanaf wanneer krijgen de ouders die bijstand? Krijgen we dan ook een héle reactie op het rapport Eindevaluatie Wet herziening kindbeschermingsmaatregelen? Want het was nu een leeg briefje en dat rapport is er al zes weken.

Voorzitter. Voordat we het debat op donderdag hebben, wil ik de uitstaande vragen van vorige week beantwoord hebben. En ik wil met spoed ook nog het volgende. Dat heb ik hier nog niet opgeschreven, omdat het in het afgelopen uur is binnengekomen. Ik denk dat mevrouw Westerveld van mevrouw GroenLinks daar ook aan refereert. De inspecties hebben gezegd dat de Staat niet meer in staat is om zorg voor kwetsbare kinderen te leveren en dat de inspecties daar dus geen toezicht meer op kunnen houden, omdat de Staat er toch niets mee doet. Ik herhaal: het is het failliet van de rechtsstaat als een toezichthouder zegt dat zorg niet geleverd kan worden en dat die daar al jaren voor waarschuwt, maar er niks gebeurt.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ook daarvoor dient voor morgenavond een reactie te liggen met de consequenties die de regering hieraan verbindt.

De voorzitter:

Het eerste deel zal ik ook doorgeleiden naar het kabinet, dus het verzoek om een reflectie te krijgen naar aanleiding van de uitzending van Nieuwsuur. Ik kan daar nu geen inhoudelijk oordeel over hebben, maar ik zal aan de minister wel vragen om daarop te reflecteren. Het tweede zal ik natuurlijk doorgeleiden naar de Kamer.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Naar het kabinet.

De voorzitter:

Ja, naar het kabinet, want anders wordt het een cirkeltje.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ja, naar onszelf. Dat, ja ...

De voorzitter:

Dan gaat u daar weer vragen over stellen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dat doe ik sowieso.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Van harte steun, want de brief van de inspecties is snoeihard. Je hebt een toezichthouder die zegt: wij kunnen eigenlijk niet meer toezicht houden. Ze eisen ook een crisisplan van het kabinet. Laten we met elkaar erkennen dat er een crisis aan de hand is in de jeugdbescherming. Ik zou ook heel graag woensdagavond — dat moet voor het debat van donderdag — een reactie willen hebben van het kabinet.

De voorzitter:

Ook dit zullen wij doorgeleiden.

De heer Mohandis (PvdA):

Steun. Dit is natuurlijk het zoveelste rapport waaruit blijkt dat het heel schrijnend is. Afgelopen woensdag, vorige week, hadden we een debat over de Jeugdwet. Toen zijn verschillende moties ingediend die ook weer raken aan donderdag. De reactie op de uitzending van Nieuwsuur moet dus vóór het debat naar de Kamer komen.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk even of de collega's de informatieverzoeken die we nu een beetje hebben samengevat, steunen. Ja? Of zijn er nog aanvullende opmerkingen te maken?

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Het is niet alleen de inspectie die een vernietigend oordeel heeft. We hebben ook het rapport van professor Bruning uit Leiden. Zij heeft ook een vernietigend oordeel. We hebben ook de recente documentaire van Kim Feenstra gezien, waarin ook nog eens wordt uitgelegd hoe ongelofelijk slecht het hier gaat.

De voorzitter:

En uw vraag even?

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Nou, ik heb geen vraag. Ik heb gewoon van harte steun voor de heer Omtzigt.

De voorzitter:

Daarom vroeg ik net ook even of er nog een aanvullend iets was. Meneer Eppink, voegt u iets toe aan ...?

De heer Eppink (JA21):

Ik zal maar één woord zeggen: steun.

De voorzitter:

Kijk, nou, voor de zekerheid. Dank u wel, meneer Omtzigt.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Westerveld van GroenLinks voor haar verzoek.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb een verzoek mede namens mevrouw Werner van het CDA. De Kamer heeft in overgrote meerderheid eigenlijk met zichzelf afgesproken om ieder jaar een debat te houden over de implementatie van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Dat debat is er één keer geweest. Daarna is het eigenlijk iedere keer uit de agenda verdwenen, eerst door de coronacrisis en daarna omdat er telkens weer urgentere debatten op de agenda kwamen te staan, terwijl het naleven van dit verdrag ontzettend belangrijk is. We moeten ons ook aan onze eigen afspraken houden. Dus ik zou aan de voorzitter, maar vooral ook aan de Kamer, willen vragen om dit debat weer in te plannen. Het liefst nu wel met enige urgentie zodat we het snel kunnen hebben over de naleving van het verdrag over mensen met een beperking.

De voorzitter:

Ik kijk even of daar steun voor is in de Kamer. Is er iemand die het niet steunt? Het was namelijk een beetje een afspraak van de Kamer om dit jaarlijks in te plannen. Daarmee is er steun en gaan wij ook ons best doen.

Dan geef ik het woord aan de heer Van Meijeren, Forum voor Democratie.

De heer Van Meijeren (FVD):

Dank u wel, voorzitter. Nadat eerder dit jaar al aan het licht kwam dat de heer Van Dissel corrupt heeft gehandeld door te rommelen met OMT-adviezen en -notulen, zijn er afgelopen week een aantal nieuwe beschuldigingen van corruptie aan zijn adres bij gekomen. Zo zou hij volgens diverse media ruim zeven ton hebben ontvangen van de door de Staat gefinancierde Stichting Open Nederland.

De voorzitter:

Meneer Van Meijeren, u heeft een verzoek. We gaan niet al het debat met elkaar voeren.

De heer Van Meijeren (FVD):

Wij willen dat hier de onderste steen bovenkomt. Daarom verzoeken wij om een debat met de minister van VWS en, heel belangrijk, wij willen voorafgaand aan dat debat een overzicht van alle transacties die hebben plaatsgevonden van en naar die Stichting Open Nederland.

De voorzitter:

We zullen dit informatieverzoek doorgeleiden. Is er steun voor dit debat? Ik kijk even naar de collega's.

De heer Bevers (VVD):

Voorzitter. Je hoopt elke keer dat we de ondergrens wel zo'n beetje bereikt hebben, maar het kan elke keer erger. Het zal duidelijk zijn, de VVD geeft geen steun aan dit verzoek.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. Ik heb natuurlijk ook al die geruchten gehoord en ik heb daarom schriftelijke vragen gesteld. Ik wil eerst de antwoorden op die schriftelijke vragen afwachten voordat wij steun verlenen.

Mevrouw Paulusma (D66):

Zeker geen steun. Het is een Kamerlid onwaardig om met deze insinuaties een vraag aan de Kamer te stellen.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Voorzitter. Bij beschuldigingen van corruptie moet aangifte gedaan worden. Geen steun voor een debat.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

In afwachting van de antwoorden op de Kamervragen steun ik het voorstel voor een debat. Ik wil eerst antwoorden op de Kamervragen, maar op zich sta ik wel open voor een debat, maar niet zonder eerst de antwoorden op de Kamervragen te hebben gezien. Stel dat er een debat komt, dan stel ik voor om gelijk even te kijken of we de mondkapjes daarin mee kunnen nemen, want daar wachten we ook al heel lang op.

De voorzitter:

Ik vertaal dat als steun voor het verzoek.

Mevrouw Agema (PVV):

Los van het beantwoorden van de Kamervragen lijkt het me toch heel eenvoudig voor de minister om een brief naar de Kamer te sturen waarin hij duidelijk maakt of de stichting Testen voor Toegang geld heeft overgemaakt aan de voorzitter van het OMT. Als dat niet zo is, kan dat direct de wereld uit geholpen worden. Als het wel zo is, kunnen we een debat voeren. Maar laten we hier niet langer mee wachten; dit gaat inmiddels de hele wereld over.

De voorzitter:

U steunt geen debat, maar eerst doet u het verzoek om de vragen te beantwoorden.

Mevrouw Agema (PVV):

Ja, maar in dat geval steun ik het natuurlijk wel. Op basis van de uitkomsten van de brief steun ik al dan niet een debat. Het is of niet nodig of wel nodig, naar aanleiding van die brief.

De voorzitter:

Dus pas daarna neemt u een besluit.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Allereerst neem ik afstand van de kwalificatie in de eerste zinnen van de heer Van Meijeren. En ten tweede: geen steun.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Op dit moment geen steun.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter. Tijdens coronadebatten kwam meneer Van Meijeren met dit soort beschuldigingen. We hebben toen al duidelijk gezegd, zoals mevrouw Westerveld ook zei: als er sprake is van corruptie, moet je dat gewoon bij het Openbaar Ministerie melden. Dat soort geruchten de wereld in helpen vind ik te laag voor woorden.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Dassen van Volt. U bent al geweest, meneer Van Haga.

De heer Dassen (Volt):

Het is weer van een niveau, voorzitter … Lekker laag. Geen steun.

De heer Mohandis (PvdA):

Voorzitter, dank. Met dit soort kwalificaties kan ik alleen maar zeggen: geen steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter, geen steun voor de aanvraag van een debat. Als een collega vraagt om een overzicht van de bestedingen van een gesubsidieerde instelling die in dit geval 100% subsidie ontvangen heeft, is er voor dat informatieverzoek steun. Maar kwalificaties over anderen op deze manier in de Kamer, zonder bewijzen … Je kunt informatieverzoeken doen, maar die moet je niet op deze wijze doen.

De voorzitter:

Ik sluit me daar overigens bij aan.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Ik weet niet of mijn bijdrage helemaal goed begrepen was, maar ik wil dus eerst antwoord op die vragen. Als die vragen ertoe leiden dat er noodzaak is tot een debat, dan steun ik dat natuurlijk. En anders niet.

De voorzitter:

Vooralsnog dus geen steun, maar eerst een antwoord op de vragen.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Precies.

De voorzitter:

Er is geen steun van een meerderheid ...

De heer Van Meijeren (FVD):

Ik wil wel ...

De voorzitter:

Meneer Van Meijeren, mag ik even afconcluderen? Daarna geef ik u het woord. Ik zal in ieder geval de informatieverzoeken, die een aantal Kamerleden steunen, zo snel mogelijk doorgeleiden naar het kabinet. Nu is het woord aan u.

De heer Van Meijeren (FVD):

De kartelpartijen verschuilen ...

De voorzitter:

Nee, nee. Ik vind het heel jammer dat u nu weer begint met een kwalificatie, dus ik rond dit nu af. Helaas. U heeft geen meerderheid voor uw verzoek, maar ik ga het wel doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan mevrouw Agema van de PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Vorige week stond ik hier ook met het verzoek om een debat te houden over het concept-Integraal Zorgakkoord. De meeste oppositiepartijen steunden dat verzoek. Er staat ook een dertigledendebat op de lijst. Ik zou willen vragen daar een meerderheidsdebat van te maken en dit vandaag of morgen te agenderen. Ik begrijp dat het onderhandelaarsakkoord niet door alle belanghebbenden goed ontvangen wordt. Ik begrijp dat MIND het Integraal Zorgakkoord niet gaat ondertekenen, maar ook de Landelijke Huisartsen Vereniging en ActiZ niet. Dat klopt ook, want het is een slecht akkoord. Het lijkt me dus goed als we daar vandaag of morgen over spreken.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Mede namens DENK: steun voor het voorstel.

De heer Mohandis (PvdA):

Ik kan me niet voorstellen dat er nu geen steun is voor het verzoek van mevrouw Agema, al is het maar omdat het woord "akkoord" ter discussie staat gezien de steeds meer afbrokkelende steun, als we de mediaberichten mogen geloven. Als we het steunen, kunnen we het debat ook voeren, omdat er dan toch iets van het akkoord naar de Kamer gaat komen.

De voorzitter:

U steunt het dus gewoon.

De heer Mohandis (PvdA):

Maar ik verwacht ook een meerderheid.

(Hilariteit)

De voorzitter:

U mag die altijd verwachten. We gaan het horen!

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Wij verwachten die meerderheid ook. Volgens mij neemt de onrust toe en is het dus goed om er zo snel mogelijk een meerderheidsdebat over te voeren.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik steun het ook, natuurlijk.

De heer Eppink (JA21):

Ook steun.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Voorzitter, wij verwachten ook een meerderheid. Steun voor dit verzoek.

De heer Van Meijeren (FVD):

Steun.

De heer Bevers (VVD):

Hoop is uitgestelde teleurstelling. Er staat een dertigledendebat op de planning. Dat is voldoende. Dus geen steun.

De voorzitter:

Maar u helpt het nu aan een meerderheid. Dit is weer een nieuwe smaak. U steunt dus het debat, want u wilt heel graag dat het dertigledendebat wordt ingepland.

De heer Bevers (VVD):

Hoop is uitgestelde teleurstelling. Geen steun voor dit debat. Er staat al een dertigledendebat en het komt ook bij de begroting aan de orde.

Mevrouw Agema (PVV):

Maar steunt u dan het dertigledendebat?

De voorzitter:

Ik moet zeggen dat ik de verbazing van mevrouw Agema wel een beetje begrijp.

De heer Bevers (VVD):

Nee, ik verwijs naar het dertigledendebat dat geagendeerd staat. Wij steunen dus geen nieuwe debataanvraag.

De voorzitter:

U steunt een meerderheidsdebat dus niet, maar bent wel blij dat er een dertigledendebat op de agenda staat. Een nieuwe smaak. Ik ga het u niet langer moeilijk maken.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Dat klinkt een beetje als een dooie mus. Steun voor het debat.

De heer Dassen (Volt):

Steun voor het debat, mede namens BIJ1.

Mevrouw Paulusma (D66):

Ik ga heel graag in debat over het IZA, maar heb nog steeds dezelfde moeite als de vorige keer. Het akkoord is nog niet rond. We hebben het nog niet gezien. We hebben in de procedurevergadering uitvoerig besproken dat we juist daar een datum wilden zoeken voor een commissiedebat, zodat we er daadwerkelijk zorgvuldig over kunnen debatteren. Dus nu geen steun.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Ik sluit me aan bij de woorden van mevrouw Paulusma, voorzitter.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Dat geldt ook voor mij.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

U hoort de voltallige oppositie, voorzitter, en u gaat over de agendering van het dertigledendebat. Ik hoop dat u ook eens een keer uw oor te luisteren legt bij de voltallige oppositie en let op het belang van dit debat voor ons allemaal.

De voorzitter:

Zeker. Ik vind het ook belangrijk dat we ruimte maken voor dertigledendebatten, ook in de volgorde. We kijken altijd of het mogelijk is om een debat te voeren.

Ik geef het woord aan de heer Klaver van GroenLinks.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter, dank. Er is weer ontzettend veel gelekt over alle plannen voor volgend jaar. Ik zou zeggen: kabinet, stuur de plannen gewoon naar de Kamer, want dan kan iedereen daar kennis van nemen. Maar dat is niet het verzoek dat ik vandaag doe. Mijn verzoek gaat specifiek in op de plannen voor 2022. Het kabinet verschuilt zich achter de traditie van Prinsjesdag en de traditie dat de plannen voor 2023 dan worden gepresenteerd. Dat geldt niet voor plannen voor 2022. Ik wil graag, mede namens de collega's van de Partij van de Arbeid, DENK, de Partij voor de Dieren — Ouwehand — en Den "gouden" Haan, SGP en de heer Wilders het verzoek doen om die plannen nog deze week naar de Kamer te sturen. Ik zou graag vóór 17.00 uur vanmiddag een briefje willen waarin het kabinet dat toezegt.

De heer Jasper van Dijk (SP):

En ook mede namens de SP.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

En mede namens mij. Ik heb verzuimd een mailtje terug te sturen.

De voorzitter:

Ja.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Daarbij teken ik ook aan dat dit kabinet tot nu toe meer dan 50 incidentele suppletoire begrotingen heeft ingediend in de Kamer. Elke week dienen ze hier extra begrotingen in. Vorige week was dat er eentje voor Oekraïne waar we deze week over konden stemmen …

De voorzitter:

Maar u steunt het verzoek?

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

… maar als het over de Nederlandse bevolking gaat, dan moeten we wachten op Prinsjesdag, terwijl het over dit jaar gaat. Dus van harte steun voor dit verzoek.

De heer Dassen (Volt):

Zeker steun.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Van harte steun.

De heer Eppink (JA21):

Steun, mede namens BVNL.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Vanzelfsprekend steun.

De heer Heinen (VVD):

Voorzitter. Geen steun. Het lijkt me goed dat alle plannen in één keer naar de Kamer gaan, zodat je die ook allemaal in samenhang kan bezien. Dus geen steun.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. Over zeven dagen hebben we een samenhangend pakket en dat is het moment om erover te spreken. Dus geen steun nu.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Wel steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Het maakt volgens mij niks meer uit, maar ik steun het van harte. Ik had niet het idee dat er inmiddels een meerderheid was.

De heer Klaver (GroenLinks):

Die is ook niet nodig.

De voorzitter:

Die is niet nodig; het informatieverzoek geleid ik door …

Mevrouw Van der Plas (BBB):

O, die is niet nodig. O, het is een informatieverzoek.

De voorzitter:

… maar als er wisselende geluiden zijn, laat ik de collega's naar voren komen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nou, ik steun het.

De heer Klaver (GroenLinks):

Waarvoor veel dank.

De heer Van Meijeren (FVD):

Ook steun namens FVD.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Nee, geen steun, voorzitter.

De heer Bontenbal (CDA):

Geen steun.

De voorzitter:

Dank u wel. We zullen dit doorgeleiden richting kabinet.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voor de goede orde, voor de mensen die kijken: er is voor zo'n informatieverzoek geen meerderheid nodig. Fijn dat u het doorgeleidt. Ik heb ook gevraagd om deze week de informatie te krijgen en om vóór vanavond 17.00 uur per brief de bevestiging van de minister-president te hebben dat de informatie deze kant op komt.

De voorzitter:

Dank u wel. Ook dat zullen we doorgeleiden.

Dan geef ik het woord aan de heer Van Haga, van de Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. De enorme energieprijzen dreigen voor veel energie-intensieve bedrijven de nekslag te worden. Als we niet snel iets doen, hebben we straks geen bakker en geen slager meer. Ook andere sectoren gaan dan het loodje leggen. Deze situatie vraagt om een debat. Daarom wil ik een debat over dit onderwerp met de minister van Economische Zaken en Klimaat.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik ga kijken naar de collega's.

De heer Bontenbal (CDA):

Voorzitter. Net zoals met het verzoek van collega Omtzigt is het volgens mij het beste om dit donderdag te doen. Ik ken de heer Van Haga, als lid van een kleine fractie, als een van de collega's die eigenlijk altijd bij dat soort debatten aanwezig is. Volgens mij is donderdag echt het beste moment om het daarover te hebben met elkaar.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. De nood is inderdaad hoog. Dat ben ik met de heer Van Haga eens. Aanstaande donderdag spreken we daarover, dus geen steun voor zijn debatverzoek.

De heer Kops (PVV):

Steun.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Het lijkt me goed om het zo snel mogelijk te bespreken. Dat is aanstaande donderdag, dus geen steun.

De heer Dassen (Volt):

Laten we het inderdaad zo snel mogelijk bespreken: aanstaande donderdag. Geen steun.

De heer Thijssen (PvdA):

Dit gaan we donderdag zeker doen. Het is wel heel fijn als we dan ook de informatie hebben over wat er gaat gebeuren in 2022, maar dat was het vorige verzoek.

De heer Erkens (VVD):

Geen steun. Dit kan het snelste donderdag. Dit zeg ik ook namens D66.

De heer Van Meijeren (FVD):

Steun.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Donderdag is inderdaad het snelste om het te bespreken, dus geen steun voor een apart debat.

De heer Van Baarle (DENK):

Steun.

De heer Eppink (JA21):

Steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Het is inderdaad een ontzettend belangrijk onderwerp. Ik weet nog dat ik dit hier op 23 augustus als enige fractie aan de orde stelde, maar dan voor de bakkers. Iedereen hier zat toen een beetje te kijken van: o, is dat zo?

De voorzitter:

Maar u steunt dit debat?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nou, ik wilde dit toch even gezegd hebben. Nu dringt die stille grote ramp inderdaad keihard door — gelukkig. Althans, het is niet gelukkig dat die ramp er is, maar gelukkig wordt de noodzaak ingezien.

De voorzitter:

Dank.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik zou het dus wel willen steunen, maar donderdag is inderdaad gewoon de kortste klap.

De voorzitter:

U steunt dus het debat, maar u verwijst ook naar het commissiedebat op donderdag.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja, dat.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Ik ben het ermee eens dat we donderdag het debat hebben. Dat is ook nodig, maar ik denk dat we er dan nog niet helemaal uit zijn. Ik ben ook erg benieuwd of alle informatie dan op tafel ligt. Dus ook steun voor dit debat. Wanneer het precies past, weet ik niet, maar ik denk dat we wel een tweede debat nodig hebben. Donderdag is het commissiedebat, maar ook steun voor een plenair debat om hier in tweede lezing over te spreken.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun. Ik zou ook aan de regering willen vragen om voor het debat van donderdag aan te geven of er nog dingen gelekt gaan worden of dat er nog plannen zijn om tegemoet te komen aan kleine ondernemers zoals bakkers of slagers. Zij komen namelijk zwaar in de problemen. Tot nu toe komen er wel plannen voor huishoudens naar buiten, maar deze ondernemers kunnen nergens terecht. Dat wil ik hebben voor morgenavond.

De voorzitter:

U hebt geen steun van een meerderheid voor uw verzoek. Er is wel een informatiebehoefte, die wij zullen doorgeleiden.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Nou, ik ben erg benieuwd naar de inbreng van iedereen aanstaande donderdag en naar hoe we het mkb dan gaan redden.

De voorzitter:

Het tweede verzoek.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Het volgende verzoek gaat over Schiphol. We hebben daar natuurlijk al een mondelinge vraag over gehad, maar toch. De zomertoeslag van €5,25 bruto per uur is vervallen en beveiligers lijken nu massaal thuis te blijven. Maar het gaat wel over Schiphol, nota bene een staatsbedrijf. Meer dan 500 bedrijven zitten daar en meer dan 300.000 banen zijn ervan afhankelijk. Het is een totale puinhoop. Het bestuur is de controle over onze luchthaven totaal kwijt en de risico's zijn enorm. Daarom willen wij, BVNL, zo snel mogelijk een debat met de minister van IenW over dit heikele onderwerp, dat maar niet onder controle lijkt te kunnen worden gekregen.

De heer Koerhuis (VVD):

We zijn het erover eens dat de problemen moeten worden opgelost. We zijn het er ook over eens dat de zomertoeslag zo snel mogelijk moet worden heringevoerd. Maar de snelste manier om te debatteren is in het commissiedebat van 6 oktober. Voor die tijd krijgen we geen plenair debat meer ingepland, dus ik zou voorstellen dat we het debat daar gaan voeren. Morgen in de procedurevergadering is er een verzoek van ons om voorafgaand de heer Benschop voor een tweede gesprek naar de Kamer te halen.

De voorzitter:

Dat gaat via de procedurevergadering.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Volledig eens dat het een volledig uit de hand gelopen puinhoop is op Schiphol. Dat is slecht voor de omwonenden, slecht voor de medewerkers en slecht voor Nederland. Daar gaan we het op 6 oktober over hebben, dus geen steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nou, ik vind het heel urgent, dus ik geef hier van harte steun aan.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun. In de brief die komt, zou ik graag één specifieke vraag beantwoord zien. Is volgens de regering de raad van bestuur van Schiphol nog in control van de vennootschap? Dat lijken ze al vier maanden niet te zijn. Daar wil ik graag een ja of een nee op horen en ook wat eraan gedaan wordt.

De heer Van Meijeren (FVD):

Steun.

De heer Eppink (JA21):

Ook steun.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Geen steun, voorzitter, want we hebben een commissiedebat op 6 oktober.

De heer Mohandis (PvdA):

Voorzitter. Dit moeten we snel met elkaar bespreken en volgens mij is 6 oktober het snelst. Een plenair debat voor 6 oktober zou mooi zijn, maar dat lijkt me niet realistisch. Laten we het dus snel bespreken.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. Wij delen de zorgen van de heer Van Haga, maar het snelste is in de commissie. Geen steun dus voor een debat.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Inderdaad zorgt Schiphol voor enorm veel chaos, ook op andere vlakken dan alleen de lange wachtrijen, maar wat ons betreft is 6 oktober het moment om het daarover te hebben.

De voorzitter:

Dus geen steun voor een apart debat.

De heer Bontenbal (CDA):

Ik sluit me aan bij de heer Koerhuis. De heer Grinwis sluit zich weer aan bij mij, dus ook bij de heer Koerhuis.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid achter uw verzoek, meneer Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Nee, dus het wordt 6 oktober. Ik hoop in ieder geval dat de vraag van de heer Omtzigt dan beantwoord is.

De voorzitter:

We gaan dat doorgeleiden.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Dekker-Abdulaziz van D66. Dat kunt u daar doen, bij de interruptiemicrofoon.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Voorzitter. Ik wil graag een extra stemming vragen over de Wet kiescollege niet-ingezetenen aanstaande donderdag. Dan kan de Eerste Kamer dat in behandeling nemen, zodat de mensen mee mogen doen met de verkiezingen in maart.

De voorzitter:

Even een vraag. Uw verzoek is dus dat we donderdag gaan stemmen?

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Ja. We gaan de wet behandelen hierna. Dan wil ik graag dat we er donderdag over stemmen.

De voorzitter:

Ik kijk of daar steun voor is van de collega's.

De heer Martin Bosma (PVV):

Nee, zeker geen steun en ik …

De voorzitter:

U kunt weer gaan zitten, mevrouw Dekker.

De heer Martin Bosma (PVV):

Ik vind het wel gezellig zo! Of mag ik daar gaan staan?

De voorzitter:

U mag ook blijven staan, trouwens. Dan kunnen uw collega's even reageren, want dit vraagt wel even om een reactie van de collega's.

De heer Martin Bosma (PVV):

Ik doe een beroep op u, mevrouw de voorzitter, om de motie-Hamer hoog te houden. Die is al heel oud, maar die behelsde dat we gewoon op dinsdag stemmen tenzij er schreeuwende actualiteit is. En die is er niet. Ik heb geen enkele onderbouwing gehoord van mevrouw Dekker waarom we zouden moeten afwijken van de motie-Hamer. We stemmen dus op dinsdag. Dat is wat we doen.

De voorzitter:

Dat klopt helemaal. In principe — dat is ook echt het uitgangspunt — stemmen we alleen op de dinsdag, behalve als een meerderheid van de Kamer besluit dat het zo spoedeisend is dat het op een ander moment moet plaatsvinden. Daar ga ik de collega's nu even over horen.

De heer Strolenberg (VVD):

Ik wil wel steun geven aan het voorstel van mevrouw Dekker, met name omdat we ervoor kunnen zorgen dat dit voorstel op tijd bij de Eerste Kamer terechtkomt. Daar zou het voor 11 oktober moeten worden behandeld, wil het effect hebben voor de volgende verkiezingen van Provinciale Staten.

De voorzitter:

Dus u steunt het verzoek. Dit vraagt om een reactie van de collega's, dus ...

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter, volgens mij heeft mevrouw Dekker het netjes onderbouwd, dus dat steunen we.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. Volgens mij is het verzoek van mevrouw Dekker zodanig dat met een gerust hart kan worden afgeweken van de motie-Hamer. Dus steun.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Ja, voorzitter, steun voor een stemming op donderdag.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Ook vanuit ons steun.

De heer Dassen (Volt):

Steun.

De heer Mohandis (PvdA):

Voorzitter, steun. In de hoop dat het dan ook uitmaakt als we donderdag gaan stemmen voor de behandeling in de Eerste Kamer. Nou ja, ik kijk ook u aan.

De voorzitter:

Dat is weer een verwachting, maar ja, het is toch echt aan u hoe u gaat stemmen. Er is in ieder geval een meerderheid voor het voorstel om donderdag aanstaande hierover te gaan stemmen.

Ik geef het woord aan mevrouw Agnes Mulder in haar rol als voorzitter van de commissie.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ja, voorzitter, dat klopt. De commissie wil heel graag in de eerste week van november plenair het grote debat houden over de Klimaat- en Energieverkenning en de Klimaatnota. Het verzoek is of u dat voor ons wilt regelen.

De voorzitter:

Dank, zeg ik tegen de commissie. We gaan ons best doen.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Van Esch van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dank u, voorzitter. We hebben de afgelopen weken meerdere berichten gehoord over de pfas-problematiek en de pfas-hotspots, die we steeds vaker tegenkomen. De Westerschelde kwamen we tegen. Ik noem de problemen rondom Chemours en het feit dat we pfas vinden in de moedermelk. Dat zijn allemaal verontrustende berichten. Pfas rond Schiphol: ik kan nog wel even doorgaan met de hoeveelheid aan berichten die wij over pfas binnenkrijgen en hoe slecht dit is voor onze gezondheid. Ik vind het dan ook heel logisch dat wij er hier in de plenaire zaal met elkaar het debat over aangaan. Ik doe mede namens GroenLinks het verzoek om dat te doen met de staatssecretaris van IenW, die gaat over de normering van pfas en met de minister van VWS, die gaat over onze volksgezondheid.

De heer Haverkort (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Geen steun namens de VVD en ook niet namens het CDA, de heer Van der Molen. De eerste gelegenheid om het hier echt goed over te hebben, is volgens ons het commissiedebat Leefomgeving, ergens begin oktober.

Mevrouw Hagen (D66):

Voorzitter. Ook al deel ik natuurlijk de verontrusting van mevrouw Van Esch, geen steun voor dit debat. We kunnen dit sowieso in de pv nog even bespreken, zodat we ook met de juiste feitelijke vragen aan de slag gaan en daadwerkelijk tot wetgeving komen die ook bijdraagt aan wat mevrouw Van Esch graag wil.

De heer Mohandis (PvdA):

Voorzitter, mede namens de SP: steun.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

We kunnen inderdaad over pfas in andere debatten spreken, maar juist omdat het zo belangrijk is en constant blijft terugkomen, lijkt het ons heel goed om het inderdaad specifiek daarover te hebben, dus steun.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Geen steun, voorzitter. Het is een zorgwekkend onderwerp, maar ik sluit me aan bij de inzet van de collega's Haverkort en Hagen.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Mede namens DENK: steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek. Mevrouw Van der Plas steunt het verzoek wel, zie ik nu, maar toch is er geen meerderheid voor. Dank u wel voor uw moeite.

Dan geef ik het woord aan de heer De Roon van de PVV voor zijn verzoek.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter, morgenmiddag om 14.00 uur staat op de plenaire agenda de behandeling van een ratificatiewet met betrekking tot het verdrag inzake de oprichting en werking van het internationaal centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid. Ik ben degene die dat onderwerp heeft onthamerd, maar nou is dat tijdstip zonder overleg met mij tot stand gekomen. Dat is een beetje vervelend, want ik heb nou juist morgenmiddag tijdens precies hetzelfde tijdblok belangrijke gesprekken met internationale deskundigen over de sancties tegen Rusland en dat dan weer in relatie tot India en China. Ik zou dus aan de collega's willen vragen om ermee in te stemmen dat we dat plenaire debat van morgenmiddag iets later doen. Dat hoeft niet heel laat te zijn; dat kan zo snel als redelijkerwijs mogelijk is.

De voorzitter:

Is uw verzoek om het eraf te halen, of om te verlaten? Verlaten wordt lastig, omdat wij natuurlijk ook een agenda hebben.

De heer De Roon (PVV):

Ik zou zeggen: naar een andere datum en tijd.

De voorzitter:

Naar een andere datum.

Mevrouw Podt (D66):

Met alle respect voor de collega, hij is de enige die dit wilde. Dit ligt er al even. Laten we dit debat gewoon hebben en goedkeuren. De heer De Roon heeft nog een aantal collega's in de PVV-fractie die dat misschien van hem kunnen overnemen. Ik vind het een beetje onzin als we nu weer gaan lopen verplaatsen. Dat vind ik een beetje zonde.

De voorzitter:

Dus geen steun voor het verzetten.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Ik heb wel steun voor het verzetten, want het is gewoon een beetje ongelukkig gelopen in de planning. Daar kan de heer De Roon zelf niet direct iets aan doen, dus ik vind het fair om het debat gewoon te verzetten naar een andere datum. We hebben morgen inderdaad een rondetafelgesprek. Dat hebben wijzelf, als commissie, geïnitieerd. Natuurlijk wil de heer De Roon daar ook bij zijn.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik vind het ontzettend flauw om te zeggen: de heer De Roon is hier de enige. De heer De Roon is gewoon een gekozen volksvertegenwoordiger en heeft gewoon het volste recht om iets te onthameren en op de agenda te zetten. Dat gebeurt wel vaker. Ik kan mij dus, in aansluiting op de woorden van mevrouw Mulder, heel erg goed voorstellen dat het verplaatst moet worden, dus daar geef ik natuurlijk steun voor.

De heer Eppink (JA21):

Ik geef ook steun aan het verzoek, voorzitter.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Ik ook. De planning is onfortuinlijk, maar in dit geval heb ik steun voor het voorstel, omdat het de hele commissie betreft.

De heer Dassen (Volt):

Steun voor het verzoek.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter, steun. Ik hoop wel dat het snel opnieuw kan worden ingepland, want het jammer zijn als het op de lange baan wordt geschoven.

De voorzitter:

Er is een meerderheid voor uw verzoek om het van de agenda van deze week te halen.

De heer Jasper van Dijk heeft ook nog een verzoek. Dat is er wat later bij gekomen, dus het staat niet op de lijst, maar het is net wel aangemeld.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dank u, voorzitter. Het betreft een verzoek van collega de heer Kwint om het tweeminutendebat Digitalisering in het onderwijs van morgen uit te stellen.

De voorzitter:

En wat is de reden? Miste ik die even?

De heer Jasper van Dijk (SP):

Omdat het gaat om een motie waarover vandaag een brief is gekomen. De heer Kwint vraagt om meer tijd om die te beoordelen.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de collega's of daar bezwaar tegen is. Dat is niet het geval. Of wel? Ja, dan gaan we toch alle collega's even horen.

Mevrouw Podt (D66):

Dit verrast ons nogal. Het komt uit de lucht vallen, dus wij hebben niet kunnen overleggen met de betreffende woordvoerder. Dat vind ik dus wel een beetje ingewikkeld.

De voorzitter:

Soms gebeurt dat zo. Ik kijk even naar de collega's of er bezwaar tegen is. Dat is niet het geval. Dan halen we dit ook van de agenda. Dat betekent dus dat we woensdag een wat andere agenda krijgen.

Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan wordt er wel gestart met de Wet kiescollege niet-ingezetenen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven