30 Handelsbevordering

Aan de orde is het VAO Handelsbevordering (AO d.d. 29/01),

en van de behandeling van:

  • - de brief van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking d.d. 30 oktober 2019 inzake handelsagenda: één jaar onderweg ( 34952 , nr. 86 ).

De voorzitter:

Goedenavond. Welkom aan de leden en welkom aan de minister van Buitenlandse Zaken. We hebben een VAO Handelsbevordering op de agenda staan. Dat is aangevraagd door de heer Van Haga, maar daar krijgen we nu geen contact mee. Dat wordt dus lastig beginnen, maar we gaan wel beginnen.

Er is één spreker die spreektijd heeft aangevraagd. Dat is mevrouw Van der Plas. Er wordt gevraagd aan de Kamer of zij toestemming kan krijgen om mee te doen aan dit VAO, want op het moment dat we dit debat voerden zat zij nog niet in de Kamer. Normaal doen we dat niet, dan moet je meegedaan hebben aan een commissiedebat, maar nu kon het niet anders. Ik vraag u of het goed is dat mevrouw Van der Plas gaat spreken. Ik zie dat dat het geval is.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel, voorzitter. Het is een beetje gek natuurlijk dat de aanvrager van het debat er niet is. Ik dacht: ik ben er toch, dus dan kan ik net zo goed hier wat over zeggen. Veel dank aan de collega's dat zij mij toestemming hebben gegeven. Dat wordt zeer gewaardeerd.

Nederlanders, ook boeren, hebben een rijke handelsgeschiedenis. Tot op de dag van vandaag willen anderen onze producten en willen wij andermans producten. De tijd dat we met slagschepen onze handelswil oplegden aan de wereld is gelukkig verleden tijd. Dit bespaart veel leed, maar maakt onze boeren en ondernemers ook kwetsbaar. Terwijl onze boeren keihard werken om te voldoen aan standaarden die wij onszelf opleggen, importeren we voedsel uit landen waar standaarden lager liggen, absent zijn of zelfs door overheden ontmoedigd worden. Voor elke maatregel die wij nemen om onze landbouw te vergroenen, wordt er in China een ongereguleerde megastal bijgebouwd. Onze boodschap is daarom simpel: maak een keuze. Kies voor vrijhandelsverdragen waarin standaarden gelijk worden getrokken. Als dat niet mogelijk is, moeten we zo'n verdrag afwijzen. Dit garandeert niet alleen dat Nederlandse boeren een eerlijke kans krijgen, maar betekent ook dat hun efficiëntie, kennis en kunde wereldwijd gewaardeerde exportproducten worden.

Wij sluiten ons, onkarakteristiek, aan bij de oproep van mevrouw Ouwehand in het commissieoverleg. Het is belangrijk dat de minister de boeren bezoekt en in de ogen aankijkt, dat zij haar keuzes uitlegt en dat zij luistert naar de mensen die de gevolgen ervaren. Wij bieden uiteraard aan om dit te regelen voor de minister.

Dat was het eigenlijk alweer.

De voorzitter:

Mooi. Dan bent u mooi binnen de tijd. U hebt wel een interruptie van de heer Hammelburg.

De heer Hammelburg (D66):

Dank, voorzitter. Ik geef meteen toe aan mevrouw Van der Plas dat je de boeren inderdaad in de ogen moet kijken. Dat is ook wat wij altijd doen. Ik hoorde de opmerking van mevrouw Van der Plas dat de producten die elders worden gemaakt niet zouden hoeven voldoen aan de standaarden die we hier in Nederland hebben. Naar mijn beste weten is dat juist wel het geval. Ik vraag dan toch aan mevrouw Van der Plas hoe dat nou zit. Volgens mij moeten de producten die wij importeren uit bijvoorbeeld China, waar u het over had, ook aan Nederlandse wet- en regelgeving voldoen, juist op kwaliteit, juist op al die eisen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat klopt dus niet. Dat geldt wel voor bijvoorbeeld de voedselveiligheid. Daar moet het wel aan voldoen. Maar de wijze waarop het voedsel wordt geproduceerd hoeft niet te voldoen, bijvoorbeeld waar het gaat om dierenwelzijn. In Canada bijvoorbeeld mogen zeugen 28 uur op transport zonder voer en water en kippen 36 uur, terwijl wij hier bezig zijn met het verkorten van de transportduur naar 4 uur. Het gaat er niet om dat het product moet voldoen aan de kwaliteitseisen en de voedselveiligheidseisen, maar om dat de productiewijze niet hoeft te voldoen aan de standaarden die hier gelden. Dat is hetgeen waar wij steeds op aanslaan.

De voorzitter:

Ik zie dat er een vervolgvraag is.

De heer Hammelburg (D66):

Ik hoor dus goed dat ook BBB het belangrijk vindt dat we als we handeldrijven ook imvo goed in ogenschouw nemen, juist als we het hebben over handeldrijven met het buitenland.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja, zeker. Wij consumeren wat wij niet mogen produceren. Dat is iets heel kroms. Neem het voorbeeld van legbatterijeieren. In Nederland is de legbatterij als sinds 2012 verboden. In heel Europa overigens. Maar in onze koekjes, onze sausen, onze soepen en onze pasta zitten eieren uit legbatterijen in Oekraïne. Dat vinden wij gewoon niet kloppen en wij zullen daarop blijven hameren en daarop blijven aanslaan. Wij vinden dat als eieren uit legbatterijen hier niet mogen en in Europa niet mogen, die eieren hier dus ook niet in onze producten mogen zitten. We kunnen er best consensus over krijgen, maar dan moeten we er ook voor zorgen dat de Unilevers van deze wereld zeggen: wij maken ook alleen nog maar gebruik van scharreleieren.

De voorzitter:

Dank u. U heeft verder geen moties?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik heb verder geen moties.

De voorzitter:

Helder. Dank.

Ja, dan zijn wij nu klaar met de eerste termijn, want de rest van de leden heeft aangegeven dat zij nul minuten spreektijd nodig hebben. Ik kijk naar de minister. Kan zij hierop een korte reactie geven?

Minister Kaag:

Dank, mevrouw de voorzitter. We hebben hier uitgebreid over gesproken in het AO Handelsbevordering. Volgens mij lopen er hier verschillende discussietrajecten door elkaar. Mevrouw Van der Plas verwijst inderdaad terecht naar het element van de productie-eisen. Ik heb daarover in het commissiedebat al gezegd dat in de WTO, de Wereldhandelsorganisatie hierover gesproken zal worden, maar alle besluiten daar moeten unaniem worden genomen. Verder zijn natuurlijk ook van enorm belang de regels die we met elkaar afspreken binnen de Europese Unie over de interne markt. Bij de toegang van producten tot de Europese Unie gaat het inderdaad met name om fytosanitaire en andere veiligheidseisen. De discussie over productie komt nu op gang. Dat hoort dus ook bij deze tijd.

Als we verder een beetje in brede zin praten over handelsakkoorden, moeten we er volgens mij wel goed bij bedenken dat Nederland nog steeds veel baat heeft bij die akkoorden. Ze worden door de Europese Commissie uitonderhandeld. Het gaat hierbij ook heel vaak over diensten en dienstverlening, ook bij CETA. Ook aan de dienstverlening is veel verdienvermogen van Nederland verbonden. Het is dus breder dan alleen landbouwproducten.

Verder ben ik inderdaad op bezoek geweest bij een aantal boeren. Dat doen wij altijd. En ik ben heel goed in staat om mijn eigen bezoekjes te laten organiseren, maar ik dank mevrouw Van der Plas voor haar suggestie.

De voorzitter:

Dank. Ik zie dat mevrouw Van der Plas toch nog een vraag heeft. Dat mag.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Zeker. Ik twijfel ook absoluut niet aan de logistieke en topografische kennis van de minister. Zij weet inderdaad heel goed hoe ze boeren kan bereiken. Maar ik ben wel benieuwd wat er uit die gesprekken van de minister met die boeren is gekomen. Wat hebben zij tegen de minister gezegd en hoe voelen zij zich met deze handelsverdragen op komst, of al in werking?

Minister Kaag:

De bezoeken heb ik afgelegd niet in mijn rol van minister, maar in mijn rol van partijleider. Daarbij gaat het met name over voorstellen van D66 rond de stikstofuitstoot, en wat er in ons verkiezingsprogramma staat over de halvering van de veestapel als een middel om die vermindering van de stikstofuitstoot te bereiken. Daarover gingen die gesprekken.

De voorzitter:

Ik zie dat mevrouw Van der Plas nog een vervolgvraag wil stellen, tot slot.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Zeker. Die gaat nog even over de halvering van de veestapel. Heb ik het goed begrepen dat er binnen D66 eigenlijk geen consensus is over de uitspraak van de heer De Groot over de halvering van de veestapel? Of heb ik dat mis?

De voorzitter:

Sorry, nu grijp ik wel even in. We hebben hier een debat met de minister van Buitenlandse Zaken en niet met de partijleider van D66. We moeten dat hier wel een beetje gescheiden houden, want anders wordt het chaos.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat snap ik, voorzitter. Maar de minister begon er zelf over. Daarom dacht ik: dan wil ik gelijk die vraag even stellen. Ík heb dit niet naar voren gebracht, hè.

De voorzitter:

Heel slim bedacht, maar dat gaan we niet doen. Ik geef het woord aan de heer Van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik wil graag een punt van orde maken, voorzitter. Volgens mij hebben we hier een novum te pakken. Ik wil toch op z'n minst dat dit in de notulen, in de Handelingen wordt opgenomen. In de eerste plaats voeren we hier een VAO of een tweeminutendebat zónder dat de aanvrager daarbij aanwezig is. En in de tweede plaats hebben we dit debat gevoerd zonder dat er een motie is ingediend. Nou ben ik qua regels helemaal niet roomser dan de paus. Ik ben altijd zeer flexibel vind ik eigenlijk zelf. Maar dit is volgens mij wel een unicum. We moeten wel een beetje zuinig zijn op onze eigen spelregels.

De voorzitter:

Ja. Dit gaan we ook niet vaker doen. Hier laten we het bij. O, ik zie toch nog een punt van mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik zou nog even een toelichting willen geven. Ik heb samen met de Partij voor de Dieren of althans, de Partij voor de Dieren heeft samen met mij al een motie ingediend bij een vorig commissiedebat.

De voorzitter:

Prima.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ter verduidelijking: ik vind het niet nodig om hier dan nog een keer een motie in te dienen.

De voorzitter:

Prima. Bij deze sluit ik dit VAO. Ik zie dat alle sprekers aanwezig zijn voor het volgende debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven