Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 84, item 5 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 84, item 5 |
Aan de orde is het tweeminutendebat Formele JBZ-Raad 7-8 juni 2021 (vreemdelingen- en asielzaken) (32317, nr. 685).
De voorzitter:
Aan de orde is nu het tweeminutendebat Formele JBZ-Raad van 7-8 juni 2021. Ik heet de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van harte welkom, evenals de Kamerleden. Op de lijst staat ook de heer Markuszower. Die heeft niet deelgenomen aan het schriftelijk overleg. Ik kijk of er bezwaar tegen is dat meneer Markuszower meedoet aan dit tweeminutendebat. Ik zie wel wat non-verbale reacties, maar niet echt een bezwaar. U bent welkom, meneer Markuszower.
Dan geef ik allereerst het woord aan de heer Ceder van de ChristenUnie. Iedereen heeft twee minuten.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Dit is niet de eerste keer we het over de pushbacks gaan hebben. Sterker nog, er zijn de afgelopen dagen meer aanwijzingen gekomen dat het niet goed gaat. Daarom hebben wij een motie en we hopen dat de staatssecretaris deze boodschap wil overdragen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat sprake is van gedocumenteerd bewijs van UNHCR, onderzoeksjournalisten en maatschappelijke organisaties over pushbacks door EU-lidstaten en -actoren, waaronder Frontex;
overwegende dat dit onaanvaardbare schendingen zijn van het internationaal vluchtelingenrecht en van Europese verdragen, en dat deze pushbacks onmiddellijk moeten stoppen;
verzoekt de regering om tijdens de aankomende JBZ-Raad te pleiten voor het instellen van een effectief onafhankelijk monitoringsmechanisme dat aanwijzingen van pushbacks en misstanden aan de grenzen van Europa en op zee kan onderzoeken en adresseren;
verzoekt de regering ook deze via dit monitoringsmechanisme gedocumenteerde pushbacks op te nemen in de Europese rapportageverplichtingen over het naleven van het EU-grondrechtenhandvest, en te pleiten voor onderzoek naar de juiste manier om deze misstanden te sanctioneren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Jasper van Dijk van de SP.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Een heel kleine aanvulling op de heer Ceder voor de registratie, want de motie is medeondertekend door mijzelf en door mevrouw Piri. Voor de notulen.
De voorzitter:
Helemaal goed. De heer Jasper van Dijk van de SP.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Dank, voorzitter. De motie van de heer Ceder over de pushbacks en Frontex is zeer relevant. Ik ben benieuwd naar de reactie, want de berichten stapelen zich op. Het is echt buitengewoon omstreden wat Frontex uitspookt aan de randen van Europa.
Voorzitter, dan heb ik nog twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de regering conform de moties 35483, nr. 68 en 19637, nr. 2709 aan "minderjarige pardonners" de mogelijkheid biedt om een paspoort te verkrijgen;
constaterende dat de twee moties daarmee slechts ten dele zijn uitgevoerd;
verzoekt de regering de wens van de Kamer te respecteren en eenzelfde regeling voor "meerderjarige pardonners" te realiseren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de afgelopen jaren de asielvergunningen van circa 100 Armeens-christelijke Syriërs en Irakezen zijn ingetrokken op grond van aanwijzingen dat zij ten tijde van de aanvraag ook in het bezit waren van de Armeense nationaliteit;
overwegende dat de rechtbank op 15 februari heeft geoordeeld dat sprake lijkt te zijn van ongelijke behandeling van gelijke gevallen omdat sommige Armeense Syriërs wel en andere niet in Nederland mogen blijven;
overwegende dat de staatssecretaris de asielaanvragen van "Tina en Jacob", Armeense Syriërs die een Armeens paspoort hebben gehad, op 13 april 2021 heeft ingewilligd omdat er geen sprake was van een band met Armenië;
verzoekt de regering om de intrekkingen van asielvergunningen op grond van het hebben (gehad) van de Armeense nationaliteit ambtshalve te heroverwegen om te bezien of er in individuele zaken grond bestaat om de intrekking met terugwerkende kracht ongedaan te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Er is een vraag van de heer Wiersma van de VVD.
De heer Wiersma (VVD):
Ik ken de heer Van Dijk als een man met veel parlementaire ervaring. Dat liet hij net maar weer even zien. In de antwoorden lees ik dat dit thema buiten de scope van de JBZ-Raad valt, maar dat ook de vragen — terechte vragen volgens mij; het staat hem vrij om er vragen over te stellen — niet binnen de gestelde termijn van een goed antwoord kunnen worden voorzien. De heer Van Dijk heeft nu een motie ingediend, buiten de scope van de JBZ-Raad en voordat er antwoorden op de relevante vragen zijn gekomen. Ik vraag me af of hij dat de wenselijke wijze vindt, of dat hij het verstandig vindt om de echte antwoorden af te wachten, alvorens hij zo'n motie indient.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik had natuurlijk liever nu de antwoorden gehad. Daar heeft de heer Wiersma helemaal gelijk in. Maar goed, die zijn er niet. Beide punten zijn natuurlijk niet nieuw. Ik heb dus gekeken naar wat een goede gelegenheid is om een uitspraak aan de Kamer te vragen. Dat is deze. Dit is een debat over asielbeleid. Dit zijn twee moties die dat onderwerp aangaan. Ik leg ze voor aan de Kamer en de heer Wiersma is geheel vrij om voor of tegen die moties te stemmen. Als hij zegt dat hij dat liever wil doen met een geheel debat erbij en dat hij dat voor de zomer samen met mij wil organiseren, dan gaan we dat doen en houd ik de moties aan tot dat debat.
De heer Wiersma (VVD):
De heer Van Dijk weet ook dat het handig is als partijen zich kunnen informeren, voordat ze gaan stemmen. Dat gebeurt op basis van de informatie die in zo'n debat gewisseld wordt. Over dit onderwerp heb ik geen informatie, maar alleen vragen en nu een stelling en een statement in de motie. Ik heb behoefte aan de antwoorden om die afweging te kunnen maken. Maar goed, ik laat de afweging aan de heer Van Dijk. Ik snap ook dat hij er antwoorden op wil, maar ik weet niet of dat sneller kan en wat de termijn is. Misschien is de staatssecretaris bereid om er nog wel antwoorden op te geven binnen een redelijke termijn. Dat zou ook nog kunnen. Ik zeg in ieder geval dat ik het fijn vind om de antwoorden te kennen, voordat ik een mening over de motie vorm.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Eventjes om dit goed af te maken. Ik deel het punt van de heer Wiersma. Hij zegt dat hij alle informatie wil hebben. Terecht natuurlijk. Maar hij weet ook dat wij procedurevergaderingen voeren over asielbeleid. Daar is een verzoek van mij om een debat te voeren over asielbeleid in den brede, gewoon niet gesteund. Dan kom je op een gegeven moment hier terecht. Dit is een gelegenheid. Als hij nu zegt dat hij alle informatie wil en een volwaardig debat wil voeren — voor de zomer, want er is wel enige spoed — dan gaan de heer Wiersma en ik dat nu samen regelen. Dan wil ik best mijn moties even aanhouden. Als hij zegt dat hij dat niet doet, dan wil ik hem best op andere manieren informeren.
Nog één zin, voorzitter.
De voorzitter:
Ja, tot slot.
De heer Jasper van Dijk (SP):
In die laatste motie, om misverstanden te voorkomen, staat dus niet: geef alle Armeense Syriërs een asielvergunning. Er staat: regel alstublieft een heroverweging van de individuele zaken. Daarover is dinsdag een heel indrukwekkende petitie aangeboden.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Dijk. Dan geef ik het woord aan de heer Markuszower van de PVV.
De heer Markuszower (PVV):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Dank aan de collega's voor de gegeven coulance.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Europese Unie met haar falende migratiebeleid ervoor zorgt dat Europa overspoeld wordt door islamitische gelukszoekers en andere buitenlandse indringers;
van mening dat Nederland niet moet meewerken aan dit falende beleid, maar eigen maatregelen moet nemen om de massa-immigratie te stoppen;
verzoekt de regering niet mee te werken aan het EU-migratiepact of de herverdeling van gelukszoekers, maar de eigen grenzen per direct te sluiten voor alle asielzoekers en alle migranten uit islamitische landen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Kuik van het CDA.
Mevrouw Kuik (CDA):
Voorzitter. Allereerst een motie van onze kant.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er meerdere grondige onderzoeken lopen naar vermeende illegale pushbacks uitgevoerd door EU-lidstaten al dan niet in samenwerking met Frontex;
overwegende dat illegale pushbacks een schending van het internationale vluchtelingenverdrag en van Europese verdragen vormen en dat deze illegale pushbacks dienen te stoppen;
verzoekt de regering om tijdens de aankomende JBZ-Raad het onderwerp van illegale pushbacks aan te kaarten en waar nodig landen bilateraal erop te wijzen dat illegale pushbacks gestopt moeten worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Kuik (CDA):
Voorzitter. Over het onderwerp dat net ook al door de heer Van Dijk werd aangestipt hebben wij afgelopen week een petitie gekregen. Het gaat over een groep Armeense Syriërs die uit Syrië naar Nederland zijn gevlucht. Een deel kreeg een verblijfsvergunning en een deel niet.
Wat dit onderwerp zo lastig maakt, is dat het niet over cijfers gaat. Het gaat over mensen die hun best doen en die de taal leren. Het is natuurlijk niet aan mij als Kamerlid om te oordelen over individuele gevallen. Dat is aan de IND en aan de rechter. We stellen hier wel kaders. Die kaders moeten recht doen aan de mensen die het betreft. Ik vraag de staatssecretaris hoe zij kijkt naar dat grotere geheel. Kan goed onderbouwd worden dat er geen sprake is van rechtsongelijkheid? Wil de staatssecretaris erop ingaan hoe zij dat in de gaten houdt?
Tot zover.
De voorzitter:
Dank u wel. Dat levert een vraag op van de heer Jasper van Dijk, SP.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Bij dat laatste punt kan ik me alleen maar volledig aansluiten. Ik wilde even terug naar de motie van mevrouw Kuik. Ik heb net met de heer Ceder een motie over dat onderwerp mogen indienen. Nu komt mevrouw Kuik ook met een motie over pushbacks. Volgens is dat een stevige motie, maar dat wil ik graag even verduidelijkt hebben. Zegt die motie inderdaad dat de staatssecretaris in Europa moet zeggen dat de illegale pushbacks moeten stoppen? Heb ik dat goed begrepen?
Mevrouw Kuik (CDA):
Ja, een deel van het verzoek is om het onderwerp echt aan te kaarten en landen daar waar nodig bilateraal op aan te spreken.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Kuik. Dan geef ik het woord aan mevrouw Teunissen van de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Voorzitter. De illegale pushbacks zijn onacceptabel. Over de betrokkenheid van Frontex moet echt de onderste steen boven komen. Wij steunen dan ook van harte de motie van de heer Ceder. Die hebben wij ook medeondertekend. Dat werd niet vermeld, maar bij dezen alsnog.
Voorzitter. Het is goed dat het kabinet naar grondoorzaken van migratie wijst, maar dat lijkt mij slechts een dekmantel om het ontwikkelingsbudget in te zetten voor het voorkomen van migratie naar Europa. Er is nog niemand die zegt: we dragen zelf aan de grondoorzaken bij, terwijl die erkenning juist het startpunt zou moeten zijn van het oplossen van de problemen.
De Nederlandse en Europese handelspolitiek met haar neoliberale vrijhandelsverdragen en de delving van conflictgrondstoffen leiden tot toenemende instabiliteit in kwetsbare regio's. Het erkennen en acteren op deze belangrijke grondoorzaken zou een van de pijlers van het Europese migratiebeleid moeten zijn. Vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het adresseren van de grondoorzaken van migratie onderdeel is van de inzet van het kabinet voor het Europese asielbeleid;
overwegende dat de Europese handelspolitiek klimaatverandering aanjaagt en lokale economieën schade toebrengt;
verzoekt de regering in het kader van de herziening van het Europese asielbeleid bij de JBZ-Raad te verzoeken het effect van de Europese handelspolitiek op migratiestromen in kaart te brengen en de Europese Commissie te vragen voorstellen te formuleren om dit tegen te gaan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Dan geef ik het woord aan mevrouw Van der Werf van D66. Geen inbreng? Dan zijn we daarmee gekomen aan het einde van de eerste termijn. De staatssecretaris heeft ongeveer vijf minuutjes nodig om haar appreciatie te kunnen geven.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de staatssecretaris voor haar appreciatie van de moties.
Staatssecretaris Broekers-Knol:
Dank, voorzitter. Allereerst de motie op stuk nr. 688, ingediend door de heer Ceder. Ik deel de zorgen die in de Kamer leven over de pushbacks. Dat breng ik ook over in contacten met de Commissie en met de andere lidstaten, inclusief Griekenland en Kroatië. Ik zeg uw Kamer nogmaals toe dit te zullen blijven opbrengen in onze gesprekken met de Commissie, met Griekenland en met andere lidstaten.
En toch moet ik de motie ontraden. Het is mijn stellige overtuiging — ik herhaal dat nogmaals — dat de Commissie dit zeer nauwlettend volgt. Dat blijkt ook uit het feit dat Commissaris Johansson de lidstaten hierop aanspreekt en bijvoorbeeld Kroatië ondersteunt in het opzetten van monitoringsmechanismen. Daarnaast wijs ik uw Kamer ook nog op de Schengenkaders, die verder worden versterkt. De Commissie heeft in de gisteren gepubliceerde Schengenstrategie voorgesteld de mensenrechtencomponent van het Schengenevaluatiemechanisme te versterken. Ze stelt een grotere, systematische rol van het EU-Grondrechtenagentschap voor, ook om informatie van nationale monitoringsmechanismen, ombudspersonen, internationale organisaties en ngo's te onderzoeken. Via het BNC-traject wordt u geïnformeerd over de Schengenstrategie, inclusief dit punt.
De voorzitter:
We gaan niet het debat overdoen, en het is een motie van de heer Ceder, dus een korte vraag.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik ben medeondertekenaar van de motie.
De voorzitter:
Ja, als tweede ondertekenaar.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik probeer het even te begrijpen. In de motie wordt gevraagd om een monitoringsmechanisme. De staatssecretaris zegt: we gaan kijken naar een monitoringsmechanisme. En toch ontraadt zij de motie. Dat begrijp ik niet helemaal.
Staatssecretaris Broekers-Knol:
De Schengenkaders worden verder versterkt. In de gisteren gepubliceerde Schengenstrategie wordt voorgesteld om de mensenrechtencomponent van het Schengenevaluatiemechanisme te versterken. Dat wordt voorgesteld. Tijdens de JBZ-Raad wordt ook gepraat over Schengen. Ik kan u alleen maar zeggen dat dit de situatie is. Daarom moet ik de motie op dit moment ontraden, want ik kan niet voorspellen wat uiteindelijk de uitkomst van het debat van aanstaande dinsdag zal zijn.
De voorzitter:
Dat roept weer een vraag op van de heer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik snap het punt van de staatssecretaris, maar volgens mij vult het elkaar aan. Wij vragen u om te pleiten voor een monitoringsmechanisme. Dat dit samenvalt met wat gisteren voorgesteld is, vind ik op zich prima, maar het gaat erom dat u iets gaat bepleiten. U hoeft niets te regelen, wij vragen om deze boodschap over te dragen. Ik vraag me dus af wat erop tegen zou zijn om deze boodschap over te brengen. Wat gebeurt er als wij deze motie aannemen en u zou willen pleiten, juist omdat er erge misstanden zijn, voor een monitoringsmechanisme? Wat voor ergs zou er volgens u gebeuren als u dat zou oppakken?
Staatssecretaris Broekers-Knol:
Of daar de wereld van instort, dat vraag ik me af. Maar ik denk dat het belangrijk is om gewoon even te bekijken hoe de discussie verloopt en hoe nu precies de nadere uitwerking van de Commissie is van de versterking van die Schengenkaders. Anders tasten wij in de mist. In de discussie daarover zal ik zeker zeggen dat het versterken van die Schengenkaders belangrijk is, maar ik wil de motie op dit moment ontraden, omdat ik eerst wil kijken hoe de discussie uitpakt en hoe wij daar een bijdrage aan kunnen leveren. De inhoud moet ik daar horen. Dat kan ik op dit moment niet voldoende overzien. Zoals gezegd krijgt u in het BNC-traject nadere informatie over de Schengenstrategie in zijn algemeenheid en zeker over dit punt.
De voorzitter:
Heel kort.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Kan ik hieruit dan concluderen dat u, mocht de uitkomst van de volgende week te voeren discussie zijn dat er inderdaad een bepaalde vorm van versterking van monitoring zal plaatsvinden, daarna mogelijk wél deze boodschap zou kunnen overdragen namens Nederland?
Staatssecretaris Broekers-Knol:
Voor zover ik het kan overzien is het ongelofelijk belangrijk om voorbereid te zijn en de zaken goed voor elkaar te hebben als je effect wilt hebben. Ik merk dat iedere keer weer in Europese overleggen. Het werkt vaak averechts om iets onvoorbereid op tafel te leggen, terwijl de discussie pas op die dag zelf gaat plaatsvinden en we nog moeten zien hoe het gaat uitpakken. Dat is de reden waarom we de motie op dit moment moeten ontraden. Vanuit onze kant vind ik het een belangrijke stap die wordt gezet door de Commissie, maar desalniettemin.
De motie van de heer Van Dijk gaat over de RANOV. Deze motie moet ik ontraden. De heer Van Dijk kent mijn standpunt. Ik heb het onderzoek van het WODC nodig om uitvoering te kunnen geven aan de motie. Het onderzoek van het WODC komt snel, namelijk voor de zomer. Ik verwijs onder andere naar mijn brief van 26 april jongstleden. Dat is de situatie. Dus ontraden.
Dan de motie van de heer Van Dijk over de Armeense Syriërs. Ook die motie moet ik ontraden. Elke zaak wordt zorgvuldig beoordeeld op basis van de individuele omstandigheden. In de betreffende zaak waar de heer Van Dijk aan refereert, heeft de IND op basis van de specifieke individuele omstandigheden de keus gemaakt om in te willigen. Ik heb die keus niet gemaakt, want ik heb geen discretionaire bevoegdheid. Dat wil ik even duidelijk zeggen. De IND neemt die beslissingen. De beslissing in een individuele zaak heeft geen gevolgen voor de andere zaken die door de IND zijn beoordeeld. Ik zie eerlijk gezegd geen enkele reden om de zaken die zijn afgewezen opnieuw ambtshalve te beoordelen. Alle zaken worden zorgvuldig beoordeeld.
Dan de motie van de heer Markuszower om de grenzen te sluiten, zeg ik maar even gemakshalve. De heer Markuszower kent mijn standpunt daarover. Het is geen realistische oplossing voor dit complexe vraagstuk. Bovendien is het in strijd met artikel 1 van de Grondwet en in strijd met allerlei verdragen en dergelijke. Ik moet de motie dus ontraden.
Mevrouw Kuik heeft een motie ingediend over de pushbacks. Ik zeg opnieuw tegen mevrouw Kuik wat ik zojuist al heb gezegd. Ik deel de zorgen van de Kamer over de pushbacks. Ik breng dat over aan de Commissie en aan andere lidstaten, inclusief Griekenland en Kroatië. Dat blijf ik ook doen. De Europese Commissie zit erbovenop. De Commissie volgt het nauwlettend. Commissaris Johansson spreekt de lidstaten daar ook op aan. Het is staand beleid dat ik namens dit kabinet de Commissie en de individuele lidstaten daar bilateraal op aanspreek. Daar voeg ik eerlijk gezegd ook mijn eigen momenten aan toe. Waar mogelijk doe ik dat.
Ik heb zojuist gesproken over de mensenrechtencomponent in de Schengenstrategie. Dat zal ik niet nog een keer herhalen. Daar wordt duidelijk gekeken naar een grotere systematische rol van het EU-Grondrechtenagentschap om informatie te onderzoeken van nationale monitoringsmechanismen, ombudspersonen, internationale organisaties, ngo's enzovoorts. Ik informeer u voor de zomer over de bilaterale contacten. Dat is echt effectiever dan nu als Nederland tijdens de JBZ-Raad een dergelijk voorstel te doen. Om die reden moet ik de motie ontraden.
Dan was er een vraag van mevrouw Kuik. Dat was geen motie, maar een vraag. Ik zal daar het volgende over zeggen. Iedere asielzaak wordt op zijn eigen merites beoordeeld. Dat is echt de essentie van het asielbeleid. Als we praten over menselijke maat en op maat oordelen geven, dat doet de IND in het asielbeleid. De IND opereert binnen de kaders van het algemene beleid en het landgebonden asielbeleid. Daarnaast kunnen asielzoekers die het oneens zijn met een afwijzing van hun asielverzoek, naar de rechter stappen. Zij kunnen in beroep en in hoger beroep gaan. Daarvoor hebben we een heel goede rechtsbeschermingsprocedure in Nederland.
Mevrouw Kuik (CDA):
Ik begrijp dat je elk geval op zichzelf moet bekijken. Ik sla aan op deze oproep omdat we hebben gezien dat bij een groep schijnbaar het idee bestaat dat mensen in Armenië hebben gewoond of daarvandaan komen, terwijl ze altijd al in Syrië gewoond hebben. Ik kan niet voor de individuele gevallen spreken, maar als dit toch een grotere groep betreft, vraag ik me wel af of ook niet wordt bekeken of daar sprake is van rechtsgelijkheid. Wordt er ook nog een keer naar die andere zaken gekeken om te zien of er bij iets wat is misgegaan, sprake is van een patroon?
Staatssecretaris Broekers-Knol:
Asielverzoeken worden individueel beoordeeld en niet per groep, dus niet omdat een aantal mensen uit een bepaald land komt. We zeggen niet: omdat A uit een bepaald land komt, zullen B, C en D ook wel hetzelfde zijn. Zo is het absoluut niet. Iedere zaak wordt individueel door de IND beoordeeld, binnen de kaders die daarvoor zijn. Wanneer men wordt afgewezen, kan ieder individueel naar de rechter stappen.
Mevrouw Kuik (CDA):
Het punt is meer … Wij stellen hier de kaders vast. Ik begrijp dat individuele punt helemaal, maar wat als er bepaalde patronen zijn, bijvoorbeeld als er misschien toch een bredere verkeerde inschatting wordt gemaakt van bredere situaties? Kijkt de staatssecretaris daar ook naar? Ik denk dat dat wel belangrijk is.
Staatssecretaris Broekers-Knol:
De IND kijkt daarnaar. De IND is zich heel goed bewust van de positie die de dienst heeft in het beoordelen van mensen die naar Nederland komen om bescherming te vragen. Dat doen ze heel zorgvuldig. Die zorgvuldigheid brengt ook met zich dat ze zich niet alleen blindstaren op dat ene dingetje, maar ook breder kijken hoe het zit. Maar dat doet de IND.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Heel kort, in aanvulling hierop. Dit gaat over de motie op stuk nr. 690. Op 13 april jongstleden is besloten dat Tina en Jacob alsnog een asielvergunning krijgen omdat er geen sprake was van een band met Armenië. De rechtbank heeft al gezegd: er lijkt nu sprake van ongelijke behandeling, omdat sommige Armeense Syriërs wel en andere niet in Nederland mogen blijven. Alles wat ik in deze motie vraag, is of u nog eens heel goed wilt kijken naar deze specifieke, heel duidelijk afgebakende groep.
Staatssecretaris Broekers-Knol:
De zaken worden behandeld door de IND. De IND volgt ook het gesprek dat hier met uw Kamer plaatsvindt. Ik ben ervan overtuigd dat de IND de zorgvuldigheid in acht neemt die nodig is om individuele gevallen van een goede, zorgvuldig onderbouwde beslissing te voorzien.
De voorzitter:
Dank u wel. De laatste motie, de motie op stuk nr. 693 van mevrouw Teunissen.
Staatssecretaris Broekers-Knol:
Dat is de motie over de grondoorzaken. Die moet ik ook ontraden. Ik verwijs naar de reactie die ook in de schriftelijke wisseling over de JBZ-Raad heeft plaatsgevonden. Ik verwijs ook naar de Integrale Migratieagenda. De verschillende grondoorzaken van migratie die in de wereld plaatsvinden, hebben altijd in de volle breedte de aandacht van het kabinet. Ik verwijs dan ook naar de minister van Buitenlandse Zaken en voor Ontwikkelingssamenwerking voor vragen over de handelspolitiek, naar wat die minister, mevrouw Kaag, politiek uitdraagt. Maar dit heeft de aandacht van het kabinet en het is de politiek die het kabinet voorstaat.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik vraag dit toch met nadruk aan deze staatssecretaris omdat we een aantal recente voorbeelden hebben gezien van de negatieve impact die handelsbeleid heeft op migratiestromen. In Tunesië en Marokko bleek onlangs dat de handelsliberalisatie regelrecht indruist tegen de wens om de migrantenstromen daar te reguleren, tegen te houden, in te perken. Daarom vraag ik de staatssecretaris om dit ook vanuit haar positie aan te kaarten in Europees verband. Ik begrijp eigenlijk niet waarom we dat niet kunnen doen, omdat de Europese Commissie alsnog zelf kan beslissen of zij dit gaat aanpakken of niet.
Staatssecretaris Broekers-Knol:
Ik moet toch mijn eerdere antwoord herhalen. De grondoorzaken hebben in de volle breedte de aandacht van het kabinet. Het is de minister van Buitenlandse Zaken, voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking die zich specifiek bezighoudt met handelspolitiek, ook met de landen die genoemd worden door mevrouw Teunissen. Daarom moet ik de motie ontraden.
De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de beraadslaging.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Vanmiddag gaan we stemmen over de ingediende moties. Ik dank de staatssecretaris, de leden en de kijkers thuis. Ik schors de vergadering voor een enkel moment, en dan gaan we naar het tweeminutendebat over de Afghaanse tolken.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20202021-84-5.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.