3 Raad voor Concurrentievermogen (formeel) d.d. 27-28 mei 2021

Aan de orde is het tweeminutendebat Raad voor Concurrentievermogen (formeel) d.d. 27-28 mei 2021 (CD 25/05).

De voorzitter:

We hebben vanmorgen aan de orde een tweeminutendebat over de Raad voor Concurrentievermogen. Ik heet van harte welkom de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, mevrouw Keijzer, en de leden mevrouw Van Dijk van het CDA, de heer De Jong van D66, de heer Van der Lee van GroenLinks en mevrouw Paul van de VVD. We beginnen met mevrouw Van Dijk van het CDA voor haar inbreng.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Dank je wel, voorzitter. We willen graag twee moties indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat wordt nagedacht over een nationaal herstel- en transitiebeleid;

overwegende dat de decentrale overheden gezamenlijk met voorstellen komen voor een krachtig groen herstel, waarin zij de maatschappelijke opgaven op het gebied van wonen, klimaat en regionale economie aangaan;

constaterende dat in het IPO Herstelplan Regionale Economie dat is uitgewerkt naar aanleiding van de motie-Heerma/Segers voorstellen worden gedaan voor investeringen in het regionaal verdienvermogen, de regionale arbeidsmarkt en het vestigingsklimaat, waarbij gebruik wordt gemaakt van initiatieven vanuit het mkb;

overwegende dat een ambtelijke verkenning is gedaan naar de mogelijke inhoud van een Nederlands herstelplan en concrete investeringen in het kader van het RRP, maar decentrale overheden daarin niet formeel betrokken zijn, ook al is draagvlak in de regio een voorwaarde van de RRF;

verzoekt de regering het concept-RRP te consulteren met stakeholders, waaronder de decentrale overheden, om te komen tot een RRP dat breed draagvlak heeft en bijdraagt aan herstel en transitie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Inge van Dijk.

Zij krijgt nr. 531 (21501-30).

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

De volgende motie dien ik samen in met mevrouw Paul.

De voorzitter:

Maar voordat u daarmee doorgaat, is er een vraag van de heer De Jong van D66.

De heer Romke de Jong (D66):

Gisteravond hoorden we de staatssecretaris ook al zeggen dat de regio's informeel al betrokken zijn, ook de VNG en het IPO. Mijn concrete vraag is dan ook wat nu het nut is van deze motie.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Om het uit het informele circuit te halen en het iets meer body te geven zodat de stakeholders ook echt vertegenwoordigd zijn. Wat is informeel? Wij willen er gewoon graag iets meer stevigheid op hebben en iets meer toezegging.

De voorzitter:

Ik zie ook de heer Van der Lee van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik heb toch een andere vraag bij deze motie, want het is evident dat dit onderdeel is van de formatie; het is zelfs de kern van de opdracht van de informateur die nu bezig is en waar nog een heleboel partijen bij betrokken zijn. Als Nederland hebben we al gewacht met het indienen van projecten. Er is al een jaar verloren gegaan. We weten niet hoe lang deze formatie gaat duren. En wat als er wel afspraken worden gemaakt in de formatie hierover en we pas kunnen handelen als ook nog uw motie moet worden uitgevoerd? Straks missen we gewoon het geld omdat de tijd verloopt en we geen plannen indienen. Dus ik ben even benieuwd wat de gevolgen van deze motie zijn als we die zouden steunen.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Als ik het goed heb gehoord naar aanleiding van de antwoorden die we gisteren hebben gehad, is er al goed contact met diverse overheden. Het is dus niet zo dat het hele project opnieuw opgestart moet worden. Alleen, we willen zeker weten dat de betrokkenheid goed geborgd is, omdat, zoals ik in de motie al aangaf, het heel erg belangrijk is dat het regionale draagvlak goed geborgd is. Dat willen we goed verankeren in het proces. Dus wat ons betreft — de staatssecretaris zal dat straks wellicht bevestigen of ontkennen — is er geen vertraging maar is er wel sprake van een goede verankering, zodat we goed voldoen aan de voorwaarden en aan de regionale overheden die er vervolgens mee verder moeten en die de directe gevolgen ervan zien in hun samenleving.

De voorzitter:

Een vervolgvraag van de heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Het is mij nog niet helder wat er nu materieel moet gebeuren. Wat moet de regering nu doen, terwijl dit een onderwerp is op de formatietafel?

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Wij willen graag terugzien in verslagen dat er inderdaad een serieuze betrokkenheid is van de regionale overheden en dat — ze zullen echt niet allemaal hun zin krijgen — er goed geluisterd wordt naar wat ze inbrengen en naar de belangen en de noden die daar leven.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan komt u bij uw tweede motie.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Ja.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ons bedrijfsleven oneerlijke concurrentie ervaart van staatsgesteunde bedrijven uit derde landen, zoals China;

overwegende dat het International Procurement Instrument (IPI) bedoeld is om voor EU-bedrijven toegang tot gesloten markten in derde landen af te dwingen, maar dit instrument nog in ontwikkeling is;

constaterende dat de GPA van de WTO beoogt om een gelijk speelveld te creëren tussen ondertekenende landen door bij publieke aanbestedingen wederkerigheid als norm te stellen;

overwegende dat niet alle landen de GPA hebben ondertekend, waaronder China, maar Chinese staatsgesteunde bedrijven wel onbelemmerd kunnen acteren op de Europese en Nederlandse markt;

verzoekt de regering om zich in Brussel in te zetten voor effectieve en spoedige implementatie van het IPI, en de Kamer voor het zomerreces te informeren over de stand van zaken;

verzoekt de regering om zich actief in te zetten voor voorlichting en overleg over uitsluitingsmogelijkheden onder de GPA bij decentrale overheden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Inge van Dijk en Paul.

Zij krijgt nr. 532 (21501-30).

Dank u wel. Daarmee bent u aan het einde van uw termijn, maar er is nog een vraag van D66-collega de heer De Jong.

De heer Romke de Jong (D66):

Bij deze motie heb ik iets meer twijfels, want de GPA waar u over spreekt, gaat maar over een heel beperkt aantal landen. Zoals ik u gisteren hoorde spreken over waar u naartoe wilt, sluit u daarmee ook een hele hoop landen uit. Begrijp ik dat goed? Dat is vraag één. Vindt u dan niet dat we hiermee protectionistische maatregelen nemen die het Nederlandse bedrijfsleven misschien juist in de voet schieten?

Nog een laatste punt. Wij begrijpen ook dat de WTO probeert te hervormen. Wat draagt uw motie dan bij? Want we begrijpen al dat dat nu speelt, dus ik zie niet helemaal het nut van deze motie als die hervormingen al bezig zijn.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

De insteek van de motie is om bij te dragen aan dat gelijke speelveld. We zien nu dat ze, zeker in bepaalde sectoren, echt dagdagelijks hinder ondervinden van het gat dat er nu is. Er zijn grote bedrijven, vaak gevestigd in het buitenland, die heel veel zakendoen met lokaal gevestigde bedrijven. Wij hopen er met deze motie een steentje aan bij te dragen dat de lokaal gevestigde bedrijven gewoon door kunnen bedrijven en kunnen zorgen voor baanbehoud, economische groei en economisch herstel.

De voorzitter:

Een vervolgvraag van de heer De Jong.

De heer Romke de Jong (D66):

Ik probeer het even heel scherp te krijgen. Klopt het dan dat u inderdaad zegt: we willen heel graag dat het Nederlandse kabinet zorgt dat we de landen die nu niet aangesloten zijn bij dat GPA-blok uitsluiten van handel?

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Gisteren werd er gesproken over wederkerigheid en een gelijk speelveld. Als we daar echt naartoe willen, vinden we wel dat we er ook een stevige stap in moeten durven zetten met elkaar.

De voorzitter:

Helder. Dank u wel. Nee, twee interrupties is voldoende, meneer De Jong. U heeft gisteren uitgebreid met elkaar gedebatteerd. En fijn dat mevrouw Van Dijk ons de moties geeft.

Dan gaan we door naar de volgende spreker, maar pas nadat er even is schoongemaakt. Dan geef ik het woord aan de heer De Jong van D66. O, hij slaat zijn beurt over. De andere leden hadden zich niet aangemeld. Dan komen we al tot een schorsing. Ik kijk even hoelang de staatssecretaris nodig heeft. Twee minuten? Dan schors ik de vergadering voor twee minuten, zodat er even gekeken kan worden naar de moties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, mevrouw Keijzer.

Staatssecretaris Keijzer:

Als eerste de RRF-motie, voorzitter. Dat gaat over het Herstelfonds van de Europese Unie. Deze motie kan ik oordeel Kamer geven. We spreken nu ook al met medeoverheden. Draagvlak is uiteraard van belang. Door die tijdig te betrekken, hoeft er ook geen vertraging op te treden. Met deze motie constateer ik dat de Kamer het ook van belang vindt om dat op deze manier te doen.

Dan heb ik nog een tweede motie ...

De voorzitter:

... maar voordat u daarmee verdergaat, is er een vraag van GroenLinks, van de heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik hoor het oordeel van de staatssecretaris, maar dan heb ik toch nog wel een vraag. Wat is nou de positie van de Kamer in dezen? Want "het concept-RRP moet geconsulteerd worden met de stakeholders". Wanneer komt de Kamer aan zet? Pas als er een definitieve versie is, afgestemd met de regio's? Moeten wij dan ja en amen zeggen? Hoe verhoudt dit zich tot elkaar?

Staatssecretaris Keijzer:

Tja, het is natuurlijk niet aan mij om hier uitspraken te doen over welke positie de Kamer zichzelf toemeet. Dat is uiteraard aan de Kamer. Als u dus vindt dat u daar een mening over moet uiten, dan is het uiteraard aan de Kamer om daar in procedurevergaderingen of in plenaire debatten dan wel commissiedebatten aandacht aan te besteden.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Kijk, het gaat om verschillende projecten. Ik vind daar een verschil tussen zitten. Dat een project dat in een bepaalde regio plaatsvindt, wordt afgestemd met die regio, is heel vanzelfsprekend, terecht en noodzakelijk. Maar in dit dictum wordt gesproken over "het concept-RRP". Dat is het totale plan. En dat totale plan moet eerst met de regio's worden besproken, kennelijk voordat het naar de Kamer komt. Daar maak ik mij zorgen over, gelet op de tijd die al verstreken is. Ik ben benieuwd wat de uitleg van de staatssecretaris van dit dictum is.

De voorzitter:

Tot slot.

Staatssecretaris Keijzer:

Ik ben een beetje verbaasd. Ik probeer namelijk ook altijd een beetje in te schatten waarom een vraag wordt gesteld. Ik neem aan dat ook de fractie van GroenLinks het van belang vindt dat de centrale overheid, de rijksoverheid, lokale overheden erbij betrekt, zeker waar het gaat om de Recovery and Resilience Facility; ik zeg het maar voluit, voordat ik het weer een "fonds" noem. Want het betreft natuurlijk altijd ook de regionale economie; dat is nu eenmaal zo. Wij moeten ervoor zorgen, zowel aan de formatietafel als in het kabinet, dat al die verschillende momenten in elkaar grijpen, zodat er geen vertraging optreedt. Zoals ik gisteravond al heb aangegeven: het is niet zo dat dit geld verdwijnt nu wij niet al in het voorjaar een aanspraak neerleggen bij de Europese Commissie. Dus als dat de zorg is van de heer Van der Lee, dan kan ik die wegnemen.

De voorzitter:

Er wordt een vraag gesteld aan de heer Van der Lee, dus ik geef hem het woord.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik heb het idee dat de staatssecretaris mijn punt niet goed begrijpt. Er kunnen projecten worden ingediend. Die hebben sowieso een regionale component en moeten dus met de betrokken regio's worden besproken. Maar vervolgens komt dat bij elkaar en komt er één totaalplan, want er is een maximaal budget beschikbaar. Er moet dus een afweging tussen die projecten worden gemaakt. Ik vraag me af of deze motie betekent dat die afweging moet worden voorgelegd aan de regio's, of dat het gaat om projecten die raken aan de regio's, waarna een afweging wordt gemaakt die wordt voorgelegd aan het parlement. Dat is mijn vraag.

Staatssecretaris Keijzer:

Het concept van het RRP, zoals het hier genoemd wordt, met de P van plan, stel ik me zo voor, is natuurlijk een optelsom van onderdelen. Dat bespreek je uiteraard met de regionale overheid. Ik moet af en toe denken aan het Just Transition Fund, waarbij ik de verdeling van de gelden bespreek met regionale overheden. Met de betrokken landsdelen en een vertegenwoordiging van het IPO en de VNG heb ik toen in een ruimte gezeten — dat was een eerste stap daarin — waarbij de totale verdeling op tafel lag, met per regio het desbetreffende deel. Dat is denk ik ook logisch. Het zou buitengewoon gekunsteld zijn als je straks, wanneer er een concept-RRP ligt, alleen dat ene stukje eruit knipt en dat deelt met de desbetreffende regio en de rest niet, nog los van het feit dat ze, ook als ik het niet zou delen, het waarschijnlijk onderling met elkaar delen.

De voorzitter:

Dank. De motie op stuk nr. 521 krijgt oordeel Kamer. Dan gaan we door naar de volgende motie.

Staatssecretaris Keijzer:

In de motie op stuk nr. 522 wordt de regering verzocht om zich actief in te zetten voor voorlichting en overleg over uitsluitingsmogelijkheden onder de GPA bij decentrale overheden en zich in Brussel in te zetten voor effectieve en spoedige implementatie van het internationale aanbestedingsinstrument — ik vertaal het maar even in het Nederlands — en de Kamer voor het zomerreces te informeren over de stand van zaken. Deze motie kan ik ook oordeel Kamer geven. Het tweede verzoek uit het dictum, over voorlichting en overleg — ik las het net in een andere volgorde voor — ondersteunt het beleid. Ten aanzien van het andere punt: het is wellicht goed om in het kader van beter aanbesteden bij de decentrale overheden onder de aandacht te brengen dat dat kan.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 522 krijgt ook oordeel Kamer. Daarmee komen we aan het eind van dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering tot het volgende debat begint. Dat is een debat met staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en dat gaat over de Wet uitvoering verordening identiteitskaarten.

De vergadering wordt van 10.32 uur tot 10.35 uur geschorst.

Naar boven