9 Landbouw en Visserijraad d.d. 26 april 2021

Aan de orde is het tweeminutendebat Landbouw en Visserijraad d.d. 26 april 2021 (21501-32, nr. 1284).

De voorzitter:

Wij gaan door met het tweeminutendebat over het VSO over de Landbouw- en Visserijraad van 26 april aanstaande met als eerste spreker mevrouw Vestering van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Voorzitter. Er wordt op dit moment onderhandeld over het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid en de gemeenschappelijke marktordening. Op twee punten heeft mijn fractie de minister gevraagd zich actief in te zetten. Zo wordt er gesproken over het ernstig inperken van de communicatie over plantaardige voedingsmiddelen. Daardoor zou haverdrank niet meer in een pak mogen worden verkocht dat lijkt op een melkpak. Ook zou er niet meer op mogen staan dat er geen melk in zit. De minister zegt zich in te zetten voor de duidelijkheid voor de consument over de samenstelling van voedsel. Ik heb daarvoor de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het kader van de Europese onderhandelingen over de gemeenschappelijke marktordening wordt gesproken over ernstige inperkingen voor de communicatie over plantaardige voedingsmiddelen;

constaterende dat dit voorstel bijvoorbeeld zou leiden tot een verbod op het gebruik van herkenbare verpakkingsformaten, op bepaalde afbeeldingen en beschrijvende termen als "romig" of "alternatief voor yoghurt" en op het vermelden van essentiële allergeneninformatie, zoals "bevat geen melk";

constaterende dat productnamen van zuivel al wettelijk zijn beschermd en dat consumenten met deze aanvullende inperkingen belangrijke productinformatie missen;

verzoekt de regering zich actief te verzetten tegen dit Europese voorstel tot verregaande inperking van de communicatie over plantaardige voedingsmiddelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vestering.

Zij krijgt nr. 1291 (21501-32).

Mevrouw Vestering (PvdD):

Voorzitter. In het akkoord zoals het er nu ligt, wordt eindelijk een einde gemaakt aan de Europese subsidies voor de stierengevechtensector. Hier heeft de Tweede Kamer zich in 2013 al voor uitgesproken. Aangezien Spanje zich lijkt te gaan inzetten om deze steun te behouden, is het van belang dat Nederland zich actief uitspreekt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bij de onderhandelingen over het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid een voorstel op tafel ligt waarin is opgenomen dat er niet langer gerichte EU-subsidies zullen worden verstrekt aan fokkers van stieren voor stierengevechten;

constaterende dat de gehele Kamer zich in het verleden heeft uitgesproken voor het beëindigen van Europese landbouwsubsidies aan de stierenvechtsector;

verzoekt de regering zich bij de onderhandelingen actief uit te spreken voor het intrekken van de gerichte Europese subsidies aan fokkers van stieren voor stierengevechten, conform de tekst die nu voorligt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vestering.

Zij krijgt nr. 1292 (21501-32).

Dank u wel. U bent de enige spreker in dit tweeminutendebat. We schorsen voor enkele ogenblikken en dan kan de minister de moties beoordelen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Minister Schouten:

Voorzitter. Bij beide moties moet ik even uitleggen hoe het werkt. Wij hebben een Raadspositie ingenomen. Daar zaten deze twee onderdelen niet in. Er is nu een onderhandeling gaande tussen de Commissie en het Parlement. Het Parlement heeft amendementen ingediend. Een daarvan ziet op de etikettering, zoals ik het maar even noem. Het tweede speelt bij het stierenvechten. Het voorzitterschap komt op een gegeven moment, wanneer deze amendementen voorliggen, terug bij ons met de vraag: wat vindt u van deze amendementen? Dan kan ik bij allebei de moties zeggen dat ik tegen die voorstellen ben. Als ik de moties zo mag uitleggen, als dat "actief verzetten" is, dan kan ik ze oordeel Kamer geven. Ik heb op dit moment namelijk niet echt een rol. Ik moet echt even afwachten tot Parlement, Commissie en het voorzitterschap daar met elkaar over hebben gesproken. Als dat iets is wat kans van slagen lijkt te hebben, dan moeten wij ons erover uitspreken. Dan zowel ik zowel bij de etikettering als bij het punt van het stierenvechten zeggen dat ik het niet eens met die amendementen. Op die manier spreek ik mij daarover uit en verzet ik me.

De voorzitter:

De minister is bereid zich actief te verzetten.

Minister Schouten:

Als dat de uitleg van het woord "actief" is, kan ik de motie oordeel Kamer geven.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Dat is eigenlijk precies de vraag. Dat moment van actief uitspreken is dan eigenlijk de tegenstem, volgens mij. Maar dat is dan aan het einde van de onderhandelingen. Wat wij graag zouden willen zien, is dat de minister zich in die onderhandelingen zou uitspreken.

Minister Schouten:

Maar het punt is dat ik daar nu geen rol heb. Ik zal nog een keer de procedure uitleggen. Wij hebben als Raad de positie ingenomen op alle onderdelen rondom het GLB. Met die positie is het voorzitterschap naar het Parlement gegaan. Dat is nu aan het onderhandelen met het Parlement en de Commissie over waar zij op uit moeten gaan komen. Ik zit daar niet bij. Het voorzitterschap, in dit geval Portugal, doet dat naar aanleiding van de posities die wij hebben ingenomen in de Raad, waar we tot consensus zijn gekomen. Daar zitten onderdelen gewoon niet in, want die amendementen hebben wij niet besproken in de Raad. Die zijn bij ons nooit aan de orde geweest. Die worden nu vanuit het Europees Parlement ingebracht. Als blijkt dat daar mogelijk een landingsgrond zou liggen voor dit amendement, dan komt het voorzitterschap bij ons terug om te vragen wat wij daarvan vinden. "Actief" heeft helemaal geen zin, want ik zit daar niet. Ik spreek daar niet. Dit komt echt vanuit het Parlement. Maar als het voorzitterschap bij ons terugkomt en zegt dat dit kan gaan vliegen en ons vraagt of we het ermee eens zijn of niet, dan zal ik zeggen dat ik het er niet mee eens ben. Met die uitleg kan ik deze moties oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Ja, akkoord voor mevrouw Westering? Ik constateer dat dat het geval is. Dan krijgen beide moties oordeel Kamer.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over deze twee moties zal morgen worden gestemd. Ik schors tot 17.05 uur. Daarna beginnen we met een regeling van werkzaamheden. Daarna is het debat over de Wijziging van de Wet dieren in verband met de uitvoering van de herziene Europese diergezondheidswetgeving aan de orde.

De vergadering wordt van 16.50 uur tot 17.05 uur geschorst.

Voorzitter: Bergkamp

Naar boven