8 Landbouw- en Visserijraad 22 februari 2021

Aan de orde is het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad 22 februari 2021 (21501-32, nrs. 1277 en 1279).

De voorzitter:

Dit is het tweeminutendebat over de Landbouw- en Visserijraad, met als eerste spreker mevrouw Vestering van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat wegens gebrek aan beoordelingscapaciteit voor de toelating van pesticiden de Europese Commissie voortdurend voorstelt de toelating van een groot aantal pesticiden automatisch te verlengen, terwijl de voorgeschreven wetenschappelijke veiligheidstoets niet heeft plaatsgevonden;

constaterende dat de Europese Commissie met deze automatische verlengingen zonder veiligheidstoets bestaande wetten voor de veiligheid van mens, dier en milieu omzeilt;

constaterende dat de Kamer zich reeds heeft uitgesproken tegen de automatische verlengingen van stoffen waarvan bekend is dat ze een grote bedreiging vormen voor de biodiversiteit, in het bijzonder de bijen en de hommels, of die zijn aangemerkt als kankerverwekkend, mutageen, hormoonverstorend en/of giftig voor de voortplanting;

constaterende dat ook de toelating van nieuwe laagrisicomiddelen vanwege het gebrek aan beoordelingscapaciteit lang op zich laat wachten;

verzoekt de regering bij de Europese Commissie aan te dringen op een spoedige verruiming van de beoordelingscapaciteit voor pesticiden bij de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA), zodat deze het werk van de overbelaste beoordelende lidstaten kan overnemen;

verzoekt de regering zich tevens in te zetten voor een aanpassing van de regelgeving om de toelating voor pesticiden te laten vervallen bij het verstrijken van de goedkeuringsperiode indien de wettelijk verplichte veiligheidstoets niet tijdig is afgerond,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vestering.

Zij krijgt nr. 1286 (21501-32).

Mevrouw Vestering (PvdD):

Dan mijn tweede en laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vispopulaties onder grote druk staan;

constaterende dat minder dan 3% van het Nederlandse deel van de Noordzee gesloten zal worden voor alle vormen van visserij ("no fisheries");

verzoekt de regering om het "no fisheries"-areaal te vergroten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Vestering en Wassenberg.

Zij krijgt nr. 1287 (21501-32).

Dank u wel. De heer De Groot, D66.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Dank u, voorzitter. We hebben als Kamer eigenlijk nog geen enkele keer goed gesproken over het nationaal strategisch plan en over de uitwerking van het Europese landbouwbeleid. Vandaar deze onderzoeksmotie om dat op een later moment wel te kunnen doen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in het huidige systeem de kansen voor jonge boeren om bedrijven over te nemen beperkt zijn;

overwegende dat verduurzamen en innoveren op het gebied van klimaat, milieu en biodiversiteit onder andere op financieel gebied veel vraagt van (jonge) boeren;

overwegende dat het plattelandsfonds zich richt op kennis, innovatie, samenwerking, investeringen, jonge boeren en gebiedsgerichte aanpak;

verzoekt de regering om te onderzoeken hoe maximaal gebruik kan worden gemaakt van de mogelijkheid om gelden over te hevelen van de eerste pijler naar de tweede pijler,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Tjeerd de Groot.

Zij krijgt nr. 1288 (21501-32).

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Dan een motie over gewasbescherming, in het bijzonder groene gewasbescherming.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de aanbevelingen in het rapport Green Deal Groene Gewasbeschermingsmiddelen vragen om versnelling van de beoordeling van biologische gewasbeschermingsmiddelen op Europees niveau;

overwegende dat de nieuwe EU-regelgeving kan leiden tot onnodige extra administratieve belemmeringen, langere doorlooptijden en extra kosten;

overwegende dat deze belemmeringen negatieve invloed hebben op innovatie en het beschikbaar komen van biologische gewasbescherming voor telers;

overwegende dat de minister aangeeft dat het gebruik van biologische bestrijders moet worden aangemoedigd;

verzoekt de regering om met gelijkgestemde lidstaten een kopgroep te vormen voor de versnelde beoordeling van biologische gewasbeschermingsmiddelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Tjeerd de Groot.

Zij krijgt nr. 1289 (21501-32).

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Bromet, GroenLinks.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Europese visserijregels ook gelden voor Europese schepen in internationale wateren;

overwegende dat de minister aangeeft dat deze regels nu lastig zijn te handhaven;

overwegende dat het zelf laten registeren wat vissers wanneer waar vangen onvoldoende garanties geeft op het voorkómen van illegale praktijken;

verzoekt de minister om te onderzoeken hoe nationaal dan wel Europees kan worden verplicht dat grote trawlers die vooral in internationale wateren vissen, regelmatig waarnemers of handhavers moeten meenemen en zo illegale praktijken kunnen rapporteren of voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bromet.

Zij krijgt nr. 1290 (21501-32).

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bromet. Dan kijk ik naar mevrouw Van der Plas. Bent u er als Kamer mee akkoord dat mevrouw Van der Plas ook aan dit tweeminutendebatje meedoet? Ik zie juichende reacties. Mevrouw Van der Plas, aan u het woord. U heeft uw boekje bij u, zie ik.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik heb geen motie, maar ik heb wel een paar vragen aan de minister. Ik ben deze week door vissers benaderd. Nou wordt ik wel vaker door vissers benaderd, maar deze week speciaal, vanwege de uitspraak van het Europese Hof over de pulsvisserij. Vanzelfsprekend zijn deze vissersgezinnen heel gefrustreerd en snappen zij echt niet hoe dit zo heeft kunnen gebeuren. Daar had ik dus een vraag over. Ik heb ook een vraag over de exclusieve economische zone.

Ten eerste de pulsvisserij. Kan de minister aangeven of Nederland überhaupt nog iets kan proberen om het pulsvissen weer mogelijk te maken om de Nederlandse vissers te steunen? Door milieu-, dieren- en natuurorganisaties is deze manier van vissen eigenlijk jarenlang in een heel kwaad daglicht gesteld, terwijl het een veel diervriendelijkere en zeker ook natuurvriendelijkere methode is; dat hoef ik de minister niet te vertellen. De vraag is dus: kunnen we nog wat?

Ten tweede. De vrouw die mij benaderde, vertelde mij dat ze de stikstofvergunning waren verloren en dat ze op de Noordzee een stikstofboete hadden gekregen. Zij vraagt zich af, en meerdere vissers met haar, hoe het kan dat zij als vissersfamilie, als kleine vissers — het is een bootje van 300 pk — gelijk zo'n boete krijgen, terwijl de Noordzee van noord tot zuid helemaal vol ligt met grote zeeschepen en zeecontainers die op zware olie op de Noordzee vissen. Hoe zit dat met die vergunningen? Moeten die grote schepen dan ook een vergunning hebben om over de Noordzee te varen? Want anders is er sprake van rechtsongelijkheid, lijkt mij.

De voorzitter:

Heel kort, want u bent eigenlijk al door uw twee minuutjes heen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Heel kort. Over de exclusieve economische zone wil ik vragen of de minister eens kan kijken of het pulsvissen binnen de EEZ misschien mogelijk is. In die zone heeft Nederland namelijk gewoon rechten, zoals het recht op visserij. Het is een gebied van 370 kilometer. Zou het misschien kunnen dat daar wel gepulsvist mag worden?

Dat zijn mijn vragen.

De voorzitter:

Dank. Ik kijk naar mijn lijst. Het woord is aan de heer Boswijk, CDA.

De heer Boswijk (CDA):

Voorzitter. Dit is toch wel een buitengewoon waardeloos verhaal. Het Europese Hof heeft op 15 april de uitspraak gedaan dat het pulsverbod in stand blijft. Dat vindt mijn fractie, en ook mijn Europese collega Annie Schreijer-Pierik, die zich hier de afgelopen jaren hard voor heeft gemaakt, natuurlijk een teleurstellende uitspraak. En "teleurstellend" is een understatement. Het is niet alleen teleurstellend voor onze vissers, maar ook voor de innovatie in de visserij. Tien jaar aan onderzoek, uitwijzend dat pulsvisserij leidt tot aanzienlijk minder bijvangst, aanzienlijk minder schade aan de bodem en minder brandstofverbruik, wordt zomaar onder het tapijt geveegd. Welke visser gaat er nog investeren in innovatie als dat zo hardhandig wordt afgestraft? Kan de minister aangeven of er als gevolg van deze uitspraak ook compensatie komt voor deze pulsvissers? Zijn daar Europese gelden voor beschikbaar? En hoe zorgen we ervoor dat de visserij toch blijft innoveren, ook met duurzame vistechnieken? De Commissie zegt nu eigenlijk: echt duurzaam vissen willen we liever niet, maar we vinden het wel een goed idee om op elke kotter een camera te plaatsen om de vissers in de gaten te houden. Wat vindt de minister daarvan?

Voorzitter. De minister zegt in haar brief dat er na de uitspraak geen mogelijkheden zijn om in beroep te gaan. Alleen een wijziging van de Verordening technische maatregelen kan volgens haar nog soelaas bieden, maar die wordt de komende periode niet verwacht. Gaat de minister dit afwachten of gaat ze concreet inzetten op een zo spoedig mogelijke wijziging van deze verordening? Ziet zij bijvoorbeeld mogelijkheden om daar in het kader van de Green Deal werk van te maken?

De voorzitter:

De heer Mulder heeft een vraag. Een korte. Heel kort.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Heel kort! Ik ben heel blij met dit betoog. Ik snap alleen niet waarom het CDA gisteren geen steun heeft verleend aan het verzoek om een debat te houden over de pulsvisserij.

De heer Boswijk (CDA):

Ik kon daar zelf helaas niet bij zijn. Maar dat komt omdat het tweeminutendebat nu al stond en ik nu mijn bijdrage aan de minister wilde leveren. Het leek mij overbodig om daar twee keer over te gaan spreken. Ik heb er dus voor gekozen om mijn bijdrage nu te doen. Maar dank dat u mijn pleidooi ondersteunt.

De voorzitter:

Voordat ik de vergadering kort schors, word ik erop gewezen dat dit debat in de voorbereiding natuurlijk niet ging over de pulsvisserij. Ik kan me goed voorstellen dat de actualiteit ertoe noopt dat mensen daar toch opmerkingen bij hebben en vragen over stellen. Maar ik weet ook dat er al een officiële reactie van de minister op dit onderwerp is geagendeerd in de procedurevergadering na het meireces. Het kan dus zijn dat de minister straks misschien een paar korte reacties geeft op hoofdlijnen, maar dat u de rest dan na het reces tegemoet moet zien. Dus ik hoop dat u daar dan mee kan leven.

De heer Boswijk (CDA):

Ja, dat lijkt me prima.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de minister. Ik schors voor vijf minuten.

De vergadering wordt van 16.24 uur tot 16.29 uur geschorst.

Minister Schouten:

De motie op stuk nr. 1286 is van mevrouw Vestering. Ik heb er nooit een geheim van gemaakt dat het mij een doorn in het oog is dat de Commissie elke keer allerlei middelen bij elkaar voegt en vervolgens om een procedurele verlenging vraagt, omdat er geen beoordeling heeft plaatsgevonden. Ik heb er steeds voor gepleit om die zaken ook apart voor te leggen. Dat gebeurt niet. Daar moet ik dan op reageren. Het aanpassen van de regeling om deze te laten vervallen bij het verstrijken van de goedkeuringsperiode, moet echt op Europees niveau gebeuren. De Commissie is daar niet toe bereid. Daar heb ik me dan toe te verhouden. Daarom moet ik deze motie ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 1287 over het vergroten van het "no fisheries"-areaal. We hebben met de Kamer gesproken over het Noordzeeakkoord. Er zijn ook afspraken gemaakt over waar er gevist wordt, waar er natuurgebieden zijn en hoe we dat combineren met duurzame energie. Die afspraken staan, dus ik ga deze motie ook ontraden.

Dan het Nationaal Strategisch Plan. Ik kom daar hopelijk nog met uw Kamer over te spreken. Want dat is juist ook een belangrijk onderdeel om ervoor te zorgen dat we boeren aan de ene kant tegemoet kunnen komen met inkomenssteun, maar dat we dat aan de andere kant ook meer gericht kunnen inzetten voor verduurzamingsopgaven. De motie op stuk nr. 1288 loopt nu al vooruit op het maximaal gebruikmaken daarvan. Als je er maximaal gebruik van maakt, heeft dat ook weer consequenties voor de ecoregeling en voor de inkomenspositie van de boeren. Ik vraag dus om deze motie aan te houden tot we dan wat meer informatie hebben. We zijn al onderzoek aan het doen naar de verschillende opties die er zijn voor overheveling. Als we dat onderzoek hebben en we daarmee ook meer zicht hebben op de consequenties van bepaalde maten van overheveling, dan kunnen we dat ook hier in de Kamer bespreken.

De voorzitter:

Meneer De Groot, bent u bereid om de motie op stuk nr. 1288 aan te houden?

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Het is een onderzoeksmotie, dus die vraagt eigenlijk precies om wat de minister nu aankondigt. Om dat debat hier goed te kunnen voeren, zou ik toch graag een idee krijgen van wat het betekent als we, net als in de vorige periode, gebruik gaan maken van de mogelijkheid van overheveling.

Minister Schouten:

Maar we zijn dus al aan het onderzoeken wat de verschillende opties zijn. Dat onderzoek komt ook naar uw Kamer toe. Dus in die zin doen we dat al, als het puur gericht is op het onderzoek. De motie zit nu alleen al gelijk op de maximale overheveling. Daarvan zeg ik: er zijn ook andere varianten mogelijk die wij al aan het bekijken zijn. Maximale overheveling zou dan zo'n 40% moeten zijn. Als je daar nu al een uitspraak over doet, kom je dus ook in de sfeer van de consequenties voor bijvoorbeeld de ecoregeling in de eerste pijler. Dan zitten dus ook weer allerlei kwesties in.

De voorzitter:

Het advies is dus om de motie aan te houden en de uitkomst van het onderzoek af te wachten.

Minister Schouten:

Ja.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Dat zal ik niet doen, want ik ben eigenlijk wel benieuwd naar dit scenario.

De voorzitter:

Oké. Dan wordt de motie ontraden. Dan de motie op stuk nr. 1289. Mevrouw Vestering, heeft u ook een vraag? Want ik zit een beetje met tijdsdruk.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Dat snap ik. Ik ook. Ik heb wel nog één verzoek over mijn motie op stuk nr. 1286. Misschien heb ik het gemist, maar ik vroeg mij af wat de minister van ons eerste verzoek aan de regering vindt.

Minister Schouten:

De beoordelingscapaciteit is in alle lidstaten ... Wij hebben het Ctgb dat de beoordeling doet. Dat is erg populair, omdat we goed, vakkundig maar ook snel werken. Andere lidstaten hebben ook nog beoordelingscapaciteit. Het is ook gewoon echt aan de indiener waar die naartoe gaat. Er zijn ook andere plekken waar beoordeling kan plaatsvinden, maar vaak willen indieners bij een bepaalde autoriteit hun beoordeling hebben. Dan moeten ze soms langer wachten dan gewenst. We proberen onderling al te schuiven als er verzoeken binnenkomen die niet behandeld kunnen worden, door die bij een andere lidstaat neer te leggen. Maar het is uiteindelijk ook een kwestie van waar de aanvrager zijn vraag neerlegt. Dat zit dus niet bij de EFSA. We moeten ook tussen de lidstaten gewoon goed kijken onderling waar bepaalde beoordelingen plaatsvinden. Maar soms vindt iemand het te lang duren als het in een andere lidstaat gebeurt. Dan is het ook een afweging van zo'n bedrijf om het wel of niet te doen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1289.

Minister Schouten:

Daarin worden twee zaken door elkaar gehaald. Staat u mij toe om dat even toe te lichten. De motie verzoekt de regering om met lidstaten die zich eveneens zorgen maken over de ontwikkeling van de plannen een kopgroep te vormen. Dan worden er twee dingen door elkaar gehaald: biologische bestrijders, bijvoorbeeld de roofmijten en de sluipwespen, en biologische gewasbeschermingsmiddelen, wat iets anders is. Daar lopen de zaken dus even door elkaar. Maar ik lees de motie zo — ik probeer het even — dat we proberen om biologische gewasbeschermingsmiddelen sneller tot een beoordeling te laten komen. Klopt het dat de heer De Groot dat vraagt? De Commissie heeft al gezegd dat ze de aanpassing van de toetsingscriteria wil verbeteren. Dat heeft ze ook aangekondigd in Farm to Fork. Maar ik wil ook nog wel een poging doen om te kijken of we er met een aantal lidstaten nog meer druk op kunnen zetten. Als ik de motie zo mag lezen, kan ik die oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Ik kijk naar de heer De Groot. Dat is het geval. Dan krijgt de motie op stuk nr. 1289 dus oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr. 1290.

Minister Schouten:

Deze motie gaat over het effectiever maken van de controle. Dat is een belangrijk punt. Daarom is de Commissie ook bezig met de herziening van de controleverordening. Wij voeren zelf de bestuurlijke boete in. Er worden dus echt al stappen gezet op dat onderdeel. In internationale wateren is het inderdaad lastiger handhaven; dat klopt. Maar met deze twee zaken denken we dat we meer slagkracht krijgen. Ik ontraad deze motie dus.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1290 wordt ontraden.

Minister Schouten:

Dan waren er nog wat vragen. Veel vragen gingen over puls. Laat ik ook gewoon echt even de verwachtingen managen. Wij zijn tot de hoogste rechter in Europa geweest om dit aan te vechten. De hoogste rechter heeft een uitspraak gedaan. Ik kan u niet nog allerlei opties gaan schetsen en mogelijkheden in het vooruitzicht stellen. Dat zou ook niet fair zijn, want de mogelijkheden zijn nu eigenlijk uitgeput. Ik probeer nog wel — omdat ik het, met uw Kamer, ook een teleurstellende uitspraak vind — om in het kader van de voortgangsrapportage van de Verordening technische maatregelen puls onder de aandacht te brengen. Dat is in het najaar. Ik wil hierop wel echt de verwachtingen managen: we moeten daar niet van verwachten dat er nu opeens weer allerlei mogelijkheden voor puls gaan komen, los van de teleurstelling die ik er ook over heb. Ik wil daar dus gewoon eerlijk over zijn.

De heer Boswijk stelde in het verlengde daarvan nog wat vragen over compensatie, cameratoezicht en inzet op de spoedige aanpassing van de verordening. Ik stel voor dat we op die punten de reguliere route bewandelen, want dat vereist echt meer uitleg en dergelijke dan ik hier kan geven. Ik wil wel zeggen dat vissers ook al aan het kijken zijn naar nieuwe, innovatieve technieken en dat ik hen daarbij ondersteun, zoals we in het Noordzeeakkoord hebben afgesproken.

Dan de vraag van mevrouw Van der Plas over de casus van de stikstofboete voor een klein schip en hoe zich dat verhoudt tot grote schepen. Ik zou willen vragen of ze die vraag via de reguliere wegen wil indienen. Ik weet niet waar het over gaat en ik vind het heel moeilijk om daar nu wat over te zeggen. Als zij dit bijvoorbeeld via schriftelijke vragen tot ons kan laten komen, dan kan ik die vragen op een nette manier beantwoorden.

Kan puls worden toegestaan in de exclusieve economische zone? Nee, de bepaling voor puls geldt voor alle EU-wateren, dus ook voor die zone.

Voorzitter. Volgens mij waren dit de antwoorden op de gestelde vragen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties wordt op de dinsdag na het reces gestemd.

Naar boven