Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 68, item 6 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 68, item 6 |
Aan de orde is het VAO Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (AO d.d. 02/02).
De voorzitter:
Aan de orde is het VAO Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, met als eerste spreker de heer Graus van de PVV.
De heer Graus (PVV):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de dierenwelzijnsteams van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, die zijn aangesteld om te handhaven bij ernstig dierenleed, in hun huidige vorm hebben bewezen van grote waarde te zijn;
constaterende dat deze teams worden belemmerd en tegengewerkt binnen de organisatie;
verzoekt de regering de huidige twee dierenwelzijnsteams van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (inclusief budget) onder te brengen bij het ministerie van Justitie en Veiligheid om (economische) belangenverstrengeling tussen de Dienst Keuren van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de vee-en vleessector te voorkomen, alsmede het volledig onafhankelijk opereren, handhaven, van de twee teams te borgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel.
De heer Graus (PVV):
Dank u wel.
De voorzitter:
Mevrouw Bromet, GroenLinks, aan u het woord.
Mevrouw Bromet (GroenLinks):
Voorzitter. In het landbouwdebat hebben we het heel vaak over gif. Dat noemt GroenLinks dan "gif" en dat noemen andere partijen dan "bestrijdingsmiddelen" of "gewasbeschermingsmiddelen". Dat geeft ook vaak al aan hoe je erin zit. En ik heb er overigens nu een fout bij gemaakt, want waar het gaat om de motie die ik nu ga voorlezen, ben ik toch in de verleiding gekomen om het woord "gewasbeschermingsmiddelen" te gebruiken. Zo zie je maar. We hebben het dan over gif dat verboden is en over gif dat niet verboden is en waarvan GroenLinks vaak wil dat het ook verboden wordt. Deze motie gaat over verboden gif.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er in 2019 op 1,5% van de land- en tuinbouwbedrijven gecontroleerd is op het juiste gebruik van gewasbeschermingsmiddelen;
constaterende dat in het Deloitterapport vooral voor de taak "Toezicht op handel en gebruik van gewasbeschermingsmiddelen" een capaciteitstekort berekend is;
overwegende dat blijkt dat veel bedrijven jarenlang gewasbeschermingsmiddelen gebruikten die verboden waren, zoals het middel V10;
constaterende dat de NVWA controleert op basis van meldingen en risicoanalyses maar over het illegale gebruik van V10 geen meldingen kreeg;
verzoekt de regering om een onderzoek in te stellen naar hoe het kan dat er op deze schaal illegaal gebruik van gewasbescherming heeft kunnen plaatsvinden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Er is een vraag van mevrouw Van der Plas aan u.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Even niet inhoudelijk over de motie, maar ik zou mevrouw Bromet wel willen verzoeken om het dedain bij het begin van het voorlezen, in de zin van "zij noemen het gewasbeschermingsmiddelen en wij noemen het gif", voortaan achterwege te laten. De discussie over gewasbeschermingsmiddelen en of iets gif is — iets is pas giftig bij een bepaalde dosis — is zeer genuanceerd. Mevrouw Bromet heeft net als ik vorig jaar een manifest ondertekend om te stoppen met polariseren. En als ik dan zo'n zin hoor, dan denk ik: daar gaan we weer polariseren. Dus mijn vraag aan mevrouw Bromet is om iets meer nuance in haar moties aan te brengen.
Mevrouw Bromet (GroenLinks):
Ik denk dat deze interruptie van mevrouw Van der Plas precies illustreert wat ik met mijn opmerking heb weten te bedoelen.
De voorzitter:
Daar komt dan nog een korte reactie op.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dan stel ik mevrouw Bromet voor om dit de volgende keer geen "moties" meer te noemen maar "emoties".
De voorzitter:
Dank. We gaan door met de heer Tjeerd de Groot van D66.
De heer Tjeerd de Groot (D66):
Voorzitter. Ik heb de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat een aanzienlijk deel van de medewerkers van de NVWA zich niet herkent in het rapport Op weg naar een vitale organisatie Dierenwelzijn;
overwegende dat deze kritiek zich richt op de totstandkoming, de evenwichtigheid en de inhoud van het rapport;
verzoekt dit rapport niet te betrekken bij de besluitvorming over de dierenwelzijnsteams binnen de NVWA,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. U mag uw motie hier achterlaten. Mevrouw Vestering van de Partij voor de Dieren, aan u het woord. Gaat uw gang.
Mevrouw Vestering (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. Ik wilde heel snel gaan praten, omdat ik drie moties had. Maar bij de indiening van de laatste motie van de heer De Groot bleek dat we overlap hadden, dus ik kan iets rustiger praten bij de indiening van de volgende twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat talloze onderzoeken en aanhoudende misstanden laten zien dat de inrichting en de uitvoering van het NVWA-toezicht op de vee- en vleessector faalt;
overwegende dat hierin bij herhaling wordt gesproken over problemen met de handhavingscultuur binnen de NVWA;
constaterende dat, ondanks verbeterplannen en reorganisaties, de NVWA nog altijd slecht functioneert en structureel tekortschiet in de uitvoering van het handhavingsbeleid, waardoor misstanden, al dan niet bewust, niet of nauwelijks door de NVWA worden gesanctioneerd, of de opvolging hiervan intern wordt belemmerd;
verzoekt het Presidium voorstellen te doen over de opzet en vorm van een parlementaire ondervraging,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Vestering (PvdD):
Dan de tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat aanhoudende misstanden en talloze onderzoeken laten zien dat het NVWA-toezicht op de vlees- en veesector faalt;
constaterende dat dierenwelzijn in het huidige systeem van hoge productie en lage kosten nog altijd ondergeschikt wordt gemaakt aan de belangen van de vee- en vleessector;
overwegende dat een onafhankelijke controle op dierenwelzijn niet thuishoort bij het ministerie van Landbouw;
verzoekt de regering te komen met een plan van aanpak om de NVWA en haar wettelijke taken weg te halen bij het ministerie van LNV en elders deze wettelijke taken onder te brengen, na een fundamentele herziening van de inrichting van het toezichtstelsel,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Van Campen van de VVD.
De heer Van Campen (VVD):
Voorzitter, dank u wel. De volgende vraag is wel aan de orde gekomen in het AO, maar niet beantwoord, voor zover ik heb begrepen. Die gaat niet zo ver als een parlementaire ondervraging. Maar de vraag is of de minister bereid is om, met het oog op dat ICT-debacle, een concreet overzicht te geven met de planning, kosten en jaarlijkse prioritering naar aanleiding van de lessen die we zouden kunnen trekken uit dit debacle, zodat dit ook betrokken kan worden bij de formatiebespreking.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank. Dan de heer Bisschop, SGP.
De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter, dank u wel. Ik wil twee moties indienen, over twee heel verschillende onderwerpen, die toch beide de NVWA raken, namelijk een motie met betrekking tot handhaving etikettering en een motie met betrekking tot handhaving fosfaatrechten.
Ik begin met de motie met betrekking tot handhaving etikettering. We hebben er allen kennis van kunnen nemen dat de NVWA besloten heeft om het Israël Producten Centrum in Nijkerk te beboeten vanwege een verkeerde vermelding op de etiketten van de flessen wijn. Daar stond ooit op "Afkomstig uit Israël", maar dat moest veranderd worden en is veranderd in "Afkomstig uit Israëlische dorpen in Judea en Samaria". Maar de NVWA was daar nog steeds niet tevreden mee, terwijl daar feitelijk geen speld tussen te krijgen is, want daar zijn die flessen wijn geproduceerd. Als je daarnaast zet hoe er gehandhaafd wordt ten opzichte van andere gebieden die ook omstreden zijn, zoals de Westelijke Sahara, Noord-Cyprus — ik noem er maar twee — dan lijkt dit een zekere rechtsongelijkheid in te houden. Vandaar deze eerste motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat producten uit de betwiste Westelijke Sahara worden verkocht als "Made in Morocco", maar dat de NVWA nog niet handhaaft op etikettering van deze producten;
constaterende dat de NVWA wel handhaaft op etikettering van producten uit de betwiste Palestijnse gebieden;
verzoekt de regering ervoor te zorgen dat gelijke gevallen gelijk behandeld worden, en iedere vorm van rechtsongelijkheid wordt voorkomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Bisschop (SGP):
De volgende motie had ik ook bij het mestbeleid kunnen indienen, maar het gaat hier over de handhaving van fosfaatrechten. Vandaar dat ik deze motie bij dit VAO indien.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat vanuit de Raad van State naar aanleiding van de toeslagenaffaire ook gewezen is op het fosfaatrechtenstelsel als wetgeving waardoor ondernemers mogelijk onevenredig in de knel zijn gekomen;
overwegende dat de wetgever heeft gekozen voor een minimale knelgevallenregeling, en andere knelgevallen heeft doorverwezen naar de rechter voor de toetsing of sprake is van een mogelijk onevenredige last;
overwegende dat vanuit de rechterlijke macht is aangegeven dat in zijn ogen de wetgever nauwelijks ruimte gaf om knelgevallen tegemoet te komen;
overwegende dat juridische procedures lang hebben geduurd, terwijl veel ondernemers ondertussen wel te maken hadden met onomkeerbare financiële verplichtingen voor latente stalruimte en het ontbreken van financiering voor de aankoop van extra rechten;
verzoekt de regering ervoor te zorgen dat bij de handhaving van het fosfaatrechtenstelsel ten minste recht wordt gedaan aan de juridische spagaat en de langdurige juridische onduidelijkheid waar knelgevallen mee geconfronteerd werden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel.
De heer Bisschop (SGP):
Ook dank aan u, voorzitter.
De voorzitter:
Dan gaan we naar mevrouw Beckerman, SP.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dank u wel, voorzitter. De NVWA heeft 152 toezichttaken en 100 daarvan kunnen ze niet goed of niet goed genoeg uitvoeren. Ik vond dat een schrikbarende conclusie. Lapmiddelen en noodoplossingen gaan hier natuurlijk niet bij helpen. Het is belangrijk dat tijdens de onderhandelingen boter bij de vis wordt gedaan, willen we van de NVWA een slagvaardige organisatie maken die haar taken aankan. Anders wordt het vier jaar aanmodderen en van incident naar incident hobbelen.
Over één van die incidenten wilden wij graag een motie indienen. Ik vond het zelf heel grappig, al was het eigenlijk helemaal niet zo grappig, maar dat was een motie over tomaten. Ik dacht: dat past mooi bij de SP. Maar mevrouw Bromet heeft zojuist al zo'n motie ingediend, over het gewasbeschermingsmiddel V10. Wij mogen onze naam daaronder zetten, dus als dat in de administratie kan worden verwerkt, zijn we daar blij mee.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dat gaan wij regelen. Tot slot is het woord aan de heer Boswijk van het CDA. Niet? U stond wel op de sprekerslijst, voor twee minuten, maar dan gaan we dat tot nul minuten terugbrengen. Daarmee zijn we gekomen aan het einde van de inbreng van de kant van de Kamer. Ik schors voor enkele ogenblikken om de minister de ruimte te geven haar beantwoording voor te bereiden.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik geef de minister het woord.
Minister Schouten:
Even mijn administratie op orde brengen.
Eerst de motie op stuk nr. 183 van de heer Graus om de dierenwelzijnsteams onder te brengen bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Ik heb het daar al eerder over gehad, ook in het algemeen overleg. Ik ontraad deze motie.
De heer Graus (PVV):
Allereerst reken ik nu op de steun van de VVD en andere partijen die hebben toegezegd — ik hoop ook D66 — dat ze er ook voorstander van zijn. Dus die zullen mijn motie dan wel steunen. Ik geloof dat het zelfs op het congres van de VVD besproken is. Dat heb ik tenminste van een Kamerlid van de VVD begrepen. Er zijn onderzoeken gedaan. Wij zijn zelf ook met diverse Kamerleden onderzoeken gaan doen. Wij hebben klokkenluiders en er vinden ook nog gesprekken plaats met klokkenluiders. Maar er zijn hele ernstige zaken aan de hand. Dat weet de minister inmiddels en dat weten ook alle oude Kamerleden. Er moet nu echt iets gaan gebeuren, want niet alleen zitten die mensen, die handhavers, in de knel, maar het is ook gevaarlijk voor het dierenwelzijn, dat niet meer geborgd is. En dat geldt daarmee zelfs ook voor de volksgezondheid. Ik vind het echt heel raar dat de minister mijn motie nu ontraadt, ondanks alles waarvan zij op dit moment op de hoogte is. Ik vind het heel raar dat ze dan niet zegt: oké, laten we even alles afwachten, want er vinden nog wat gesprekken plaats. Dus dan zou ik de motie kunnen aanhouden. Maar dat ze nu zegt dat ze het van de baan veegt, daar schrik ik, eerlijk gezegd, wel een beetje van.
De voorzitter:
Ik kijk naar de minister.
Minister Schouten:
We hebben hier intens en intensief over gesproken in het algemeen overleg. Er zijn heel veel zaken in gang gezet, ook om ervoor te zorgen dat er een goed werkklimaat is om mensen te kunnen spreken. Zoals de heer Graus zelf al zegt, ga ik zelf ook nog in gesprek met een aantal mensen van de NVWA. Ik denk dat we op heel veel plekken datgene doen wat nodig is om mensen gewoon goed hun werk te laten doen. Dat gebeurt in goed overleg, ook als er dilemma's zijn waar binnen de organisatie gewoon over gesproken moet worden. Ik denk niet dat als je dat zomaar overbrengt naar een ander ministerie, daarmee de zaken zijn opgelost. Het is natuurlijk aan uw Kamer om daar uiteindelijk een afweging in te maken, maar ik geloof dat we datgene wat moet gebeuren, ook daadwerkelijk doen. Dat gebeurt op alle niveaus, vanuit ons ministerie tot en met de NVWA, in alle lagen van de organisatie. Dat is wat er moet gebeuren. Daar zijn we nu mee bezig.
De voorzitter:
Meneer Graus, we gaan het debat niet overdoen.
De heer Graus (PVV):
Nee, we gaan het niet overdoen. Het is bekend dat die dierenwelzijnsteams, die enkel hufters willen aanpakken, dus mensen die dieren willen mishandelen — daar worden die teams voor ingezet — toch vaak tegen verstrengelde belangen aanlopen binnen het ministerie, binnen die NVWA, voor de mensen thuis: binnen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. De economische belangen wegen vaak toch zwaarder dan het dierenwelzijn dat in de knel zit, dan dierenleed. Dat is gewoon bekend, mevrouw de voorzitter. Dat is al bekend.
Minister Schouten:
Als ik hierop inga, gaan we de hele discussie weer overdoen. Tegelijkertijd hebben we in het debat ook gezegd: waar de normen open zijn en misschien multi-interpretabel, en het dus lastig is voor de handhavers om die te lezen, is het ook aan deze Kamer om die duidelijkheid te geven. Dat is onze taak en daar zijn we nu ook mee bezig. Ik denk dat dit op alle niveaus wordt aangepakt.
Dan de motie op stuk nr. 184 van GroenLinks, de PvdA en inmiddels ook de SP, zo heb ik begrepen. Die gaat over V10. Het toezicht op de gewasbeschermingsmiddelen wordt risicogericht ingezet. Er wordt op basis van de beschikbare capaciteit gekeken waar de risico's voor mens, dier en milieu het grootst zijn. Er worden dus afwegingen gemaakt. Dat is de realiteit. De NVWA heeft daarbij ook gekeken hoe het middel V10 zich daartoe verhoudt. Ik wil er wel op wijzen dat V10 sinds 2013 is vrijgesteld en dat het per 2018 zelfs is toegelaten. Het is dus een middel dat nu is toegestaan. We hebben dus ook ten aanzien van V10 een weging gemaakt. Dat gebeurt eigenlijk altijd. En waar de grootste risico's zijn, daar zetten we het meest op in. Dus ik ontraad deze motie.
De voorzitter:
Mevrouw Bromet over de motie op stuk nr. 184.
Mevrouw Bromet (GroenLinks):
Ik heb, eerlijk gezegd, nooit begrepen dat we bij het risicogericht toezicht kijken naar de mate van giftigheid van een bepaalde stof. Een gif is verboden of niet, en daar zit volgens mij niet iets tussenin. Hoor ik het nu goed dat het risicogerichte toezicht betekent dat er, als een gif wel verboden is maar kennelijk in de ogen van de minister niet zo heel erg giftig is, dan helemaal niet gecontroleerd wordt bij mensen die dat gif wel gebruiken?
Minister Schouten:
Nee. Het gaat er echt om waar je de handhavingscapaciteit op gaat zetten. Op de handhaving van illegale middelen? Dat klopt. Alleen, daarbinnen kijk je natuurlijk gelijk ook naar de grootste risico's bij middelen die helaas op de markt zijn, want ze zijn nu eigenlijk toegestaan. Dus daar worden wel echt wegingen in gemaakt. Het is niet zo dat een middel daarmee dus niet hoeft te worden gehandhaafd of iets dergelijks. Daar is geen sprake van. Maar binnen de zaken die we voorleggen, worden er wegingen gemaakt waar we als eerste op gaan inzetten om te zorgen dat we dat gaan opsporen waar het gebruikt wordt.
Mevrouw Bromet (GroenLinks):
Voor iemand als ik, van een partij die een heleboel middelen die toegestaan zijn wel verboden zou willen zien, is het echt schokkend om te horen dat er kennelijk ook middelen verboden zijn die niet in het risicogerichte toezicht vallen. Daar gaat nog een debat over volgen.
Minister Schouten:
Maar dan wil ik even scherp zijn, ook naar mevrouw Bromet. Op het moment dat middelen zijn toegestaan, mag mevrouw Bromet daar van alles van vinden, maar dan zijn ze wel toegestaan. Dan is zo'n middel wel beoordeeld langs de kaders en de richtlijnen die we hebben afgesproken met elkaar. Als mevrouw Bromet daar wat van vindt — en dat vindt ze, dat weet ik — moet ze discussie over die kaders en richtlijnen voeren, maar niet zeggen dat ze vindt dat een middel toch niet mag worden toegelaten terwijl het wel mag. Dat is echt een andere discussie.
Mevrouw Bromet (GroenLinks):
Het is inderdaad een andere discussie, maar daar had ik het ook niet over. Ik had het over middelen die verboden zijn en die niet gecontroleerd worden. Daar wil ik, naast de andere discussie die we al een hele tijd voeren, ook de discussie over gaan voeren. Dus dat wordt interessant!
Minister Schouten:
Heel goed. Ik ga de discussie met liefde tegemoet. Deze motie moeten we dus ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 185.
Minister Schouten:
De motie op stuk nr. 185 van de heer De Groot sluit een beetje aan op de discussie die we hebben gehad, ook in het algemeen overleg. Ik heb uw Kamer geïnformeerd dat het toezicht op dierenwelzijn en diergezondheid wordt geconcentreerd in vijf teams. Twee daarvan zijn de huidige dierenwelzijnsteams, waarmee ik ook de motie-Graus uitvoer. Het rapport waar de heer De Groot nu naar verwijst, speelt dus geen rol bij de vormgeving in het organisatiebesluit, dus in die zin is deze motie overbodig. Dat rapport waarnaar hij verwijst, heeft namelijk geen effect op de inrichting van de dierenwelzijnsteams. Daarom moet ik deze motie ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 185 wordt ontraden omdat die overbodig is. De heer De Groot.
De heer Tjeerd de Groot (D66):
Klopt. Formeel volgt het namelijk uit dat organisatiebesluit. Het is naar aanleiding daarvan en ook daarna geschreven en het speelt een ongelofelijk grote rol in het gevoel van veiligheid bij de medewerkers waar het om gaat. Dat is ook het verzoek: minister, als u dit goed wilt doen, zorg dan dat dit rapport in ieder geval van tafel gaat, dan kun je met een schone lei beginnen. De opsteller van het rapport heeft inmiddels ook terecht de organisatie verlaten.
De voorzitter:
Maar de motie blijft ontraden, als ik de minister goed begrijp.
Minister Schouten:
De motie blijft ontraden. Ik zou aan de heer De Groot willen vragen om geen kwalificatie te geven over wie of wat wel of niet in een organisatie zit. Ik denk dat het niet de plek is om die discussie hier te voeren.
De voorzitter:
Dan gaan we door met de motie op stuk nr. 186.
Minister Schouten:
De motie over voorstellen doen voor een parlementaire ondervraging. Die is voor uzelf.
De voorzitter:
Ja, dat klopt.
Minister Schouten:
Die hoef ik niet te beantwoorden.
De voorzitter:
Nee, daar hoeft u geen oordeel over te vellen.
Minister Schouten:
De motie op stuk nr. 187 is eigenlijk hetzelfde als de motie van de heer Graus. Ik heb daar al een toelichting op gegeven, dus ik ontraad de motie.
Dan kom ik bij de motie van de heer Bisschop op stuk nr. 188 over etikettering.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 187. De heer Graus.
De heer Graus (PVV):
Ik lees die motie wat anders, want ik vraag enkel de dierenwelzijnsteams over te hevelen. Hier staat de NVWA, alle wettelijke taken van de NVWA. Dus dat gaat wel veel verder. Dat wil ik toch even gezegd hebben.
Minister Schouten:
Helder. Dank voor deze aanvulling, maar mijn oordeel blijft hetzelfde, namelijk ontraden van deze motie.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 187.
Minister Schouten:
De etikettering. Formeel valt dit onder de portefeuille van de minister voor Medische Zorg en Sport. Ik heb even contact met haar gehad zodat we niet nog allerlei brieven hoeven te sturen. Dat kon gelukkig snel. Ik hecht er wel aan om even de rol van de NVWA op dit punt duidelijk te maken. De NVWA is de aangewezen toezichthouder en acteert op basis van meldingen over overtreding van regels voor herkomstaanduiding, de etikettering. Dat is Unierecht. Een interpretatieve mededeling van de Europese Commissie uit 2015 heeft duidelijkheid gegeven over hoe de wetgeving inzake de herkomstaanduiding moet worden uitgevoerd. Ook het Europese Hof heeft zich hierover uitgesproken, waarbij precies is gezegd dat op levensmiddelen die afkomstig zijn uit een door Israël bezet gebied, dit gebied moet worden vermeld. Wanneer levensmiddelen afkomstig zijn uit een Israëlische nederzetting in dat gebied, moet daarnaast ook deze herkomst worden vermeld. Voor de NVWA is dat de lijn die men moet volgen. De motie vraagt om ervoor te zorgen dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld en dat iedere vorm van rechtsongelijkheid wordt voorkomen. In die zin sluit deze motie aan op de praktijk, dus ik kan deze motie "oordeel Kamer" geven. Stel dat ergens de herkomst anders wordt aangeduid dan we met elkaar hebben afgesproken. Als er dan een verzoek om handhaving komt — dat is natuurlijk wel de volgorde — zal de NVWA op dezelfde manier acteren. Ik kan deze motie dus "oordeel Kamer" geven.
Dan de motie-Bisschop c.s. met het verzoek om bij de handhaving van de fosfaatrechten recht te doen aan de "juridische spagaat", zoals de heer Bisschop het uitdrukt. Ik begrijp heel goed dat juist de onzekerheid waar zo veel bedrijven zo lang in hebben verkeerd, ongelofelijk zwaar drukt op die bedrijven. Ik vind het sterk aan de motie dat de heer Bisschop het heeft over de wetgever in zijn geheel. Als je de film nog eens terugdraait — ik denk dat velen van ons dat weleens hebben gedaan naar aanleiding van het fosfaatrechtenstelsel — denk ik dat we kunnen zeggen dat er ongelofelijk weinig ruimte was om voor knelgevallen nog iets te kunnen doen, omdat niet werd gekozen voor meer ruimte om dat toe te staan, bijvoorbeeld bij de korting die toen speelde. Dat zijn allemaal legitieme afwegingen. Je kunt er van alles van vinden, maar daarmee maak je de ruimte voor die knelgevallen heel klein. Het werd inderdaad ook nog eens bijna allemaal juridisch gemaakt. Dan krijg je de gang naar rechter; dat snap ik heel goed.
Deze motie moet ik eigenlijk een beetje interpreteren, want ik kan niet zo goed zien wat er nu precies wordt gevraagd met "om bij de handhaving rekening te houden met de juridische spagaat". Ik ga even uitleggen hoe we het doen. De bedrijven die in bezwaar zijn gegaan, moeten uitgaan van de huidige beschikking. De bedrijven waarvan het fosfaatrecht nog niet definitief is vastgesteld, worden in eerste aanleg niet in de controle meegenomen. Daar wordt rekening mee gehouden door de NVWA, totdat het fosfaatrecht definitief is vastgesteld. Wanneer dat is vastgesteld, is dat het kader waarvan wordt uitgegaan. Bij een door de NVWA opgemaakt proces-verbaal zal de rechter rekening houden met de feiten en omstandigheden. Ik denk dat aan de ene kant praktisch wordt gekozen voor: als iemand nog met een rechtszaak heeft te maken, gaan wij er niet gelijk bovenop duiken. Je wilt eerst weten wat daaruit komt. Maar op enig moment is het wel helder wat dan het kader is, en daarbinnen moet dan geacteerd worden. In die zin denk ik dat deze motie aansluit bij de praktijk en kan ik haar "oordeel Kamer" geven, maar ik heb de indruk dat de heer Bisschop verder wil gaan met deze motie. Dan ga ik een interpretatie van de motie geven. Als hij verder wil gaan en zegt "er moet gewoon niet gehandhaafd worden", dan moet ik haar ontraden, want dan krijg je rechtsongelijkheid tussen bedrijven.
De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter, even een korte toelichting. Ook als er een definitieve beschikking is, zal zo'n bedrijf daarop moeten inspelen. Als er dan acuut gehandhaafd wordt, komt zo'n bedrijf in de problemen als gevolg van die hele lange voorgeschiedenis, juridische rimram enzovoorts. Daar moet ook rekening mee worden gehouden. Dat is geen pleidooi om maar niet te handhaven en een uitspraak naast zich neer te leggen, maar wel om het op een fatsoenlijke manier netjes af te handelen. Dus niet halsoverkop, in de trant van: er is een beschikking, dus morgen moet het in orde zijn.
Minister Schouten:
Dat vergt aan de ene kant tijd, maar aan de andere kant is ook het begrip "tijd" weer onderhevig aan interpretatie. Er zijn ook bedrijven die zich allang, eigenlijk vanaf het begin al, hebben gevoegd naar het aantal rechten dat zij hadden. Wij hebben ook zicht te houden op de rechtsgelijkheid. Ik proef een beetje wat de heer Bisschop bedoelt, maar ik kan dat niet in een helder … Ik bedoel: als het kader op een gegeven moment vaststaat, dan staat het vast. Formeel kan ik niet zeggen: nee, natuurlijk gaan we daarvoor ruimte en wat dan ook bieden. Maar laat ik het zo zeggen: ik moet deze motie ontraden, maar ik hoor wat de heer Bisschop zegt. Is dat een mooie middenweg?
De voorzitter:
Ja, ik denk dat dat de juiste weg is. Het is misschien niet naar uw zin, meneer Bisschop?
De heer Bisschop (SGP):
Nee, maar ik zou mij kunnen voorstellen dat deze motie zo wordt geïnterpreteerd: er ligt een uitspraak en er wordt in redelijkheid een traject afgesproken, waarop voldaan moet worden aan die uitspraak.
De voorzitter:
Dan ga ik even ingrijpen, want dan moet u, denk ik, een nieuwe motie indienen of een aangepaste motie. Want als er zo veel discussie is …
Minister Schouten:
De motie laat inderdaad volop ruimte voor interpretatie, dus dat wordt echt ingewikkeld.
De voorzitter:
… over het dictum, dan wordt het heel ingewikkeld om daar hier per interruptie chocola van te maken, zal ik maar zeggen. Dan lijkt het mij goed als u elkaar vindt met een aangepaste motie. Zoals die er nu uitziet en zoals de heer Bisschop haar nu uitlegt, moet de minister haar ontraden.
De heer Bisschop (SGP):
Tenzij de minister zegt: deze interpretatie is voor mij ook acceptabel. Maar goed, als de minister deze denklijn zegt te onderschrijven, dan kunnen we over de tekst nog wel eventjes doorakkeren achteraf en kijken of we tot een bijgestelde motie moeten komen.
Minister Schouten:
Voorzitter. Dan moet ik helaas toch even formeel reageren. Ik heb mij te verhouden tot een tekst die hier ligt.
De voorzitter:
Ja, precies.
Minister Schouten:
Daarin zit interpretatieruimte in wat er eigenlijk wordt gevraagd. Dan komen de heer Bisschop en ik straks weer tegenover elkaar te staan, van: ja, maar zo heb ik het niet bedoeld. Ik heb uitgelegd dat er in de praktijk al rekening mee wordt gehouden als je in een procedure zit. Dan staan wij niet op de stoep. Maar op enig moment is het helder wat de beschikking is, en dan is dat ook de situatie waarop gehandhaafd kán worden. De heer Bisschop zegt: sta dan morgen na die uitspraak van de rechter niet gelijk op de stoep. Dat hoor ik goed. Maar als hij zegt: geef het tijd, dan is dat bij hem misschien twee jaar en bij mij twee weken. Snapt u? Het wordt niet helder genoeg en die onduidelijkheid kunnen wij de boeren, denk ik, ook niet aandoen. Dus ik ontraad deze motie, maar ik hoor de menselijkheid die de heer Bisschop vraagt. Dat is het meeste wat ik hem nu kan geven.
De voorzitter:
Dank u wel.
Minister Schouten:
Ik heb nog één vraag, van de heer Van Campen, die vroeg over de ICT-zaken en of daarvan een overzicht gevraagd kan worden. Ik ben bereid om dat overzicht op te stellen en ik beloof dat overzicht ook in handen van de formateur te stellen. Daar zal ik zorg voor dragen. Ik denk dat het misschien eerst de informateur moet worden, maar ook daarbij zijn we nog niet beland, geloof ik. Maar dat is weer een andere discussie, voorzitter. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan zijn wij daarmee aan het einde gekomen van dit VAO.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Over de ingediende moties zal dinsdag worden gestemd.
De vergadering wordt van 13.05 uur tot 13.06 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20202021-68-6.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.