5 Mededelingen

De voorzitter:

Het is vandaag Nationale Gedichtendag en de start van de Poëzieweek. Het is traditie dat de Kamervoorzitter een gedicht voordraagt. Het thema van de Poëzieweek dit jaar is "samen". Het is heel toepasselijk in de coronacrisis, samen optrekken. Dat dat soms wat moeite kost, laat het gedicht van Judith Herzberg zien. Het gedicht verscheen op 31 december 2020 op de voorpagina van Het Parool. Het heet "Maar".

Maar

van nature

nogal tegen

tegen

maar

dit geval

is anders

echt heel

anders

maar

kan aan quarantaine

wennen

maar

verre verten

blijven trekken

één weekeindje

maar

zij daar hebben het

heel zwaar ja dat

snap ik maar

komt

voorlopig niets van

moeten we

aanvaarden

maar

zie er toch van af

vind het wel erg

jammer

maar

voorlopig even niet

dat begrijp ik

maar

ben het wegens

dit en dat

kortom alles

hélemaal

mee eens

maar

voor mij is dat

dus iets anders

maar

heb al bijna

een heel jaar

niet meer

mogen maar ja

maar

aldoor blijven

waar je bent

echt niet overdrijven

maar

Een mooi gedicht. Het was moeilijk om voor te dragen, maar ik heb mijn best gedaan.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Dank jullie wel.

Voordat we gaan stemmen, wil ik heel even stilstaan bij het feit dat we vandaag afscheid nemen van een hele lieve bode. Het is haar laatste werkdag. Ja, het gaat inderdaad om Rieti. Iedereen kent Rieti Naaijen. Zij heeft hier meer dan 30 jaar gewerkt, moties rondgedeeld en kopjes thee en koffie voor de bewindspersonen ingeschonken. Sinds maart, sinds wij in het coronatijdperk leven, loopt ze samen met andere collega's bijna standaard met een doekje om het spreekgestoelte schoon te maken en om daarmee nog een keer over de interruptiemicrofoons heen te gaan. Rieti is een hele fijne collega. De meeste bodes zien jullie bijna niet. Ze doen alles in stilte, maar Rieti niet.

(Hilariteit)

De voorzitter:

Haar hoor je altijd. Zij is gewoon het tegenovergestelde. Ze is nooit verlegen om een praatje te maken. Daarom zei iedereen: Rieti is altijd vriendelijk, altijd loyaal. Als je een beroep op haar doet, zegt ze nooit nee. Het liefste zit ze altijd in de plenaire zaal. Ze draait extra diensten, want dit is de plek waar zij zich helemaal thuis voelt.

Vandaag is je laatste werkdag. Je gaat met pensioen. Je hebt er enorm tegen opgekeken. Elke keer als ik langsliep, begon je erover dat je niet weg wilt. Toch gebeurt het, lieve Rieti. Ik wil dus toch afscheid van je nemen. Kom maar even tegenover mij staan, hier in de plenaire zaal, de plek waar jij zo vreselijk van houdt en waar jij ons al die jaren hebt bediend. Ik wil je ongelofelijk bedanken voor je inzet al die jaren. Het ga je goed. Je mag altijd langskomen; dat weet je. Heel veel dank.

(Applaus)

De voorzitter:

Het is erg dat we niet als vroeger met z'n allen afscheid van elkaar kunnen nemen, maar ik hoop dat we het op deze manier toch een beetje goed hebben gemaakt. Het ga je goed, lieve Rieti.

Dan gaan we nu naar de stemmingslijst.

Naar boven