4 Uitbreiding van het steunpakket voor bedrijven

Aan de orde is het debat over uitbreiding van het steunpakket voor bedrijven.

De voorzitter:

Aan de orde is het debat over uitbreiding van het steunpakket voor bedrijven. Ik heet de woordvoerders natuurlijk van harte welkom, evenals de minister van Financiën, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en — deze keer ga ik het goed uitspreken — de minister van Economische Zaken en Klimaat. Nu is hij het echt. Vorige keer had ik u bijna al eerder benoemd. Van harte welkom. We hebben twaalf sprekers. Ik stel voor om in de eerste termijn van de Kamer maximaal drie vragen aan elkaar te stellen. Voor de duidelijkheid: drie vragen per fractie, niet drie vragen per woordvoerder. Drie vragen, niet drie interrupties. Dan geef ik de heer Gijs van Dijk namens de Partij van de Arbeid het woord.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Dan gaan we even uitvinden hoe dat is. Dus drie keer twee, of drie keer één. We gaan het zien.

Dank, voorzitter, goedemorgen. Met de start van het vaccineren begint er licht aan het einde van een donkere tunnel te gloren. Een moment waarop we onze geliefden weer kunnen knuffelen, kinderen weer naar school kunnen gaan en ondernemers hun winkels weer open kunnen doen. De verlengde lockdown zorgt nu nog voor dichte scholen en gesloten winkels en restaurants.

Voorzitter. Maar het licht aan het einde van de tunnel is voor heel veel ondernemers niet te zien. Ze zien langzaam hun levenswerk uit hun vingers glippen. Er is naast de publieke steun van het afgelopen jaar ook heel veel eigen geld ingezet, zoals pensioengeld en de spaarpot van de kinderen. En nee, dit is geen ondernemersrisico zoals we dat kennen, dit is noodzakelijk ingrijpen van de overheid om uit deze gezondheidscrisis te komen. Dus extra steun voor de ondernemers is noodzakelijk.

Voorzitter. Vanmorgen, op de dag van dit belangrijke debat over extra steun voor werknemers en ondernemers, hoorde ik de minister van Financiën op de radio. Hij sprak over noodzakelijke bezuinigingen. Deze CDA-minister wil het minimumloon niet verhogen, daarbij honderdduizenden mensen in armoede laten en daarbovenop ook alvast voorsorteren op bezuinigingen op onze publieke diensten.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Al die mensen die zich zorgen maken en die zich in de afgelopen dagen en weken bij ons hebben gemeld, die ondernemers die dagelijks de gevolgen voelen van de coronacrisis, krijgen zo een klap in het gezicht van deze minister. Dus ook graag uitleg van de minister van Financiën hoe hij dit bedenkt, want het is de ouderwetse reactie van de broekriem aanhalen en tanden op elkaar, terwijl we na deze gezondheidscrisis in de komende jaren juist moeten gaan investeren in onze samenleving, in de zekerheden voor mensen en in gezonde ondernemingen. Dat is het juiste recept, in plaats van het conservatieve bezuinigen dat het CDA voorstaat.

Voorzitter. Het nieuwe steunpakket is terecht, maar het is niet voldoende. Het water staat winkeliers, kappers en restauranthouders aan de lippen. Winkeliers zitten met onverkochte voorraden en de restaurants staan al weken leeg. Zij vragen zich steeds vaker af hoe zij het salaris van het personeel nog kunnen betalen. De tegemoetkoming voor deze ondernemers moet ruimer én royaler, want wij willen dat ondernemers ook na deze crisis verder kunnen met hun leven en hun onderneming.

Speciaal maakt de Partij van de Arbeid zich grote zorgen over het lot van veel kleine ondernemers. Lokale buurtwinkels en cafés, maar ook nagelstylisten, kappers, pedicures en schoonheidsspecialisten, hebben vaak weinig vaste lasten en weinig eigen geld, dus komen nu niet in aanmerking voor steun. De drempel voor vaste lasten is met €2.000 nog gewoon te hoog. Kappers, schoonheidsspecialisten en buurtwinkels komen niet aan die drempel, maar hebben nou juist wel ondersteuning van ons nodig. Wat ons betreft hebben ze daar recht op.

Ook de partnertoets in de Tozo levert nog steeds heel veel schrijnende verhalen op. Gezinnen en stellen die keihard werken, worden door het kabinet op zo'n manier de armoede in geduwd, terwijl zij al jarenlang een bloeiend bedrijf hadden. De lockdown duurt nu zo lang dat kleine ondernemers volstrekt geen buffers en eigen geld meer hebben. Deze ondernemers moeten van hun omzet ook de boodschappen doen. Dat kan zo niet meer. Gaat het kabinet apart kijken naar de positie van deze kleine ondernemers? En gaan deze kleine ondernemers meer steun krijgen van het kabinet? Dat kan wat ons betreft onder andere door het schrappen van de partnertoets in de Tozo en het verlagen van de minimumgrens voor vaste lasten naar €1.500.

Dan nog een andere groep ondernemers: de grenswerkers. Dat zijn werkenden en ondernemers die in Nederland werken en een bedrijf hebben, maar in Duitsland of België wonen. Zij worden al maandenlang van het kastje naar de muur gestuurd, terwijl ze wel heel hard de financiële gevolgen van de coronacrisis voelen. Zij hebben ook recht op onze steun, maar ze hebben nergens recht op, in ieder geval niet op een Tozo-uitkering. Ondertussen is het spaargeld van deze ondernemers op en zijn ze ten einde raad. Zij melden zich ook bij de Kamer. Er moet een oplossing komen voor deze in ieder geval meer dan 1.200 gezinnen. Wat gaat het kabinet hiervoor doen? Is het niet mogelijk om bij de gemeente waar de onderneming staat ingeschreven extra steun voor deze specifieke groep te regelen? Wij vinden dat ook deze groep daar recht op heeft.

Ten slotte, voorzitter. De coronacrisis heeft niet alleen economische en financiële gevolgen, maar ook grote sociale gevolgen. Die gevolgen dreunen bij heel veel mensen door. Bij jongeren — we hoorden het vanmorgen nog van een denktank van jongeren —, bij alleenstaanden, bij kinderen die thuis onderwijs volgen, maar vooral ook bij de ouders die dat onderwijs moeten geven en vervolgens ook nog aan het werk moeten, bij mensen die geweld achter de voordeur ervaren, bij mensen met een arbeidsbeperking, over wie we het gister hadden, en bij mensen die noodhulp nodig hebben op dit moment. Een heel grote groep mensen ervaart de sociale gevolgen, niet alleen in deze tijd, maar waarschijnlijk ook in de komende tijd. Waar is het sociaal reddingsplan voor deze groep? Wat kan het kabinet doen voor deze groep? Er zijn verschillende voorstellen geweest, bijvoorbeeld over coronaverlof voor ouders die werk, zorg en thuisonderwijs moeten combineren, of over mensen met een arbeidsbeperking die meer begeleiding nodig hebben. Graag een antwoord van het kabinet.

Voorzitter. Extra financiële steun is nodig voor de kleine ondernemers, voor de grenswerkers, voor al die mensen die tussen wal en schip vallen en voor al die mensen die iedere dag de sociale gevolgen van deze enorme crisis ervaren.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Gijs ... meneer Gijs van Dijk. Het begint goed vandaag! Dan is nu het woord aan de heer Smeulders van GroenLinks.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ook dank aan het kabinet voor het nieuwe coronasteunpakket van 7,6 miljard. Er zijn dagen dat we over kleinere bedragen spreken. Ik wil aangeven dat GroenLinks ook dit pakket, net als de vorige pakketten gewoon steunt. Dat is belangrijk in deze tijd, voor ondernemers en voor werknemers.

Toch helpt het dan niet — collega Gijs van Dijk zei daar net al iets over — als de minister van Financiën op de ochtend van zo'n belangrijk debat op de radio is en zegt: er gaan wel weer bezuinigingen komen, niet meteen, maar ze gaan er komen. Ik zie dat de minister een beetje verontwaardigd nee zit te schudden. Het lijkt me goed als hij dadelijk uitlegt dat dat niet de bedoeling is. Het was in ieder geval wel het beeld dat wij kregen op basis van zijn verhaal bij BNR. Volgens mij is dat niet het beeld dat we in deze tijd nodig hebben.

Voorzitter. Voordat ik verderga over het economische steunpakket denk ik dat we eerst stil moeten staan bij het mentale steunpakket, want in onze ogen is dat nodig en ontbreekt dat in de kabinetsaanpak. Met NL leert door hebben we bijvoorbeeld een regeling gemaakt waarmee mensen heel snel een loopbaanadvies krijgen. Ik ben ook benieuwd hoe het daarmee gaat en of de regeling weer snel kan worden opengesteld. Kunnen we een soortgelijke regeling maken om mensen mentaal te helpen, zodat ze bijvoorbeeld bij een coach terechtkomen? We lezen vanochtend in de krant dat 50% van de mensen stress ervaart door de lockdown. Daar moeten we als overheid, als maatschappij iets aan doen. Als we dat niet doen, zijn de gevolgen nu, maar ook over een aantal jaren, niet te overzien.

Een van de dingen die dan in ieder geval nodig is, is het coronaverlof. Daar roepen we nu al maanden om en het kabinet levert maar niet. Inmiddels is er in 20 van de 28 EU-landen een vorm van coronaverlof, omdat natuurlijk in heel veel landen de scholen dicht zijn. Waarom lukt het in al die landen wel om iets te regelen om thuiswerken en thuisonderwijs te combineren en krijgen we dat in Nederland niet voor elkaar, vraag ik aan de minister. Is de minister bereid om in het geval dat de scholen over een paar weken toch niet open kunnen — we hopen allemaal van wel, maar stel dat dat vanwege de coronacijfers toch niet lukt — ervoor te zorgen dat er een regeling beschikbaar is in plaats van dat we dan weer een hele hoop ouders in de kou laten staan?

Iets anders waarvoor GroenLinks al lang aandacht vraagt, is een crisisinkomen of in ieder geval ervoor zorgen dat werknemers in deze tijd niet door de hoeven zakken. Dat gaat over werknemers. De TONK wordt nu uitgewerkt op gemeentelijk niveau, maar het gaat ook over zzp'ers. We hebben het vaak gehad over de partnertoets in de Tozo. Er wordt gezegd: ingewikkeld. In de eerste ronde was de partnertoets er ook niet in de Tozo, dus zijn kabinet en Kamer bereid om te kijken of we nu toch ondernemers, zzp'ers, gaan helpen om deze moeilijke tijd door te komen?

Wat ook niet helpt in deze tijd is als jouw baas je dwingt om naar kantoor te komen, terwijl dat eigenlijk helemaal niet nodig is. Dat is ook de reden waarom ik gisteren samen met collega Van Weyenberg van D66 onze initiatiefwet over het recht op thuiswerken met spoed naar de Raad van State heb gestuurd. We hopen echt dat we die de komende paar weken terugkrijgen en de wet hier nog kunnen behandelen. Het gaat waarschijnlijk geen wondermiddel zijn in de strijd tegen corona, maar alle beetjes helpen. De heer Van Weyenberg gaat zo nog een paar extra vragen stellen over het thuiswerken en hoe de overheid dat beter kan faciliteren. Ik ben heel benieuwd naar de reactie van het kabinet daarop.

Dan schakel ik door naar de ondernemers. De afgelopen dagen hebben we heel veel brandbrieven gekregen van ondernemers die het eigenlijk niet meer zien zitten. Zij zeggen: "We trekken het gewoon niet. De NOW is ontzettend fijn, de TVL voor de vaste lasten is ontzettend fijn, maar het is nog steeds te weinig." Het viel mij in al die brieven op dat er een soort van breed pleidooi werd gehouden om ook te kijken naar de eigenaren van de winkelpanden. Dat is relatief nieuw in dit debat. We hebben gehoord dat in de eerste golf de eigenaren van winkelpanden en ook van horecapanden, die natuurlijk al maanden dicht zijn, best wel coulant waren en dat dat nu toch minder het geval is. Laat ik duidelijk zijn namens GroenLinks: wij vinden dat volstrekt onacceptabel. We moeten als hele samenleving solidair zijn met elkaar. Als overheid zijn we dat. Op sommige punten kan dat nog net iets meer, maar als overheid leveren we een duidelijk signaal. We hebben nu al 60 miljard extra erin gestopt. Nu zijn er grote vastgoedondernemers die zeggen: wij willen toch de volledige huur ontvangen en als huurders dan misschien failliet gaan, is dat maar zo. Dat is onacceptabel. Daarom vraag ik het kabinet om net als in Spanje en Duitsland een wet te maken die ervoor zorgt dat grote vastgoedondernemers de helft huurkorting geven.

Voorzitter. Mijn laatste punt gaat over de NOW, die nu wordt verlengd tot medio dit jaar. Gelden daar dezelfde voorwaarden als bij de afgelopen NOW, dus geen bonussen uitkeren en geen winsten uitkeren? Gelden die voor het hele kalenderjaar 2021? Ik hoop dat het kabinet dat bevestigt. Als dat niet zo is, dienen we daar graag een motie over in.

De heer Aartsen (VVD):

Dat wordt een van mijn drie interrupties in tweeën. Ik ben verheugd over het pleidooi van de heer Smeulders, want het is ook iets waar ik mij grote zorgen over maak: verhuurders die geen millimeter willen bewegen, terwijl we toch echt met elkaar door deze situatie heen willen komen. Naast de oproep van de heer Hoekstra in BNR, las ik een kop waarin u vrij grofmazig met allerlei voorstellen komt. Kunnen we kijken of we tot een voorstel kunnen komen waarbij we het misschien niet voor al die verhuurders tot achter de komma regelen, maar waarmee we wel een betere wettelijke verankering krijgen, zodat niet al die kleine ondernemers naar de rechtbank hoeven te gaan? Dat moeten we in één sweep kunnen regelen.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Heel erg graag. Ik zie dit als een uitgestoken hand, die ik heel graag aanpak. Kijk, het is mij echt niet te doen om iemand die bij wijze van spreken heel zijn leven hard gewerkt heeft, net zijn winkelpand verhuurd heeft en die huurinkomsten nodig heeft als zijn pensioen. Ik ga ervan uit dat men dan redelijk in overleg gaat. Maar echt grote ondernemers die veel vastgoed hebben, die nu nog mooi 100% van de huur willen en die denken "over een tijd zoeken we wel nieuwe huurders" vind ik onacceptabel. Laten we kijken hoe we de goeden kunnen belonen, maar de kwaden ook via een wettelijk instrument kunnen dwingen om het goede te doen.

De heer Aartsen (VVD):

Daar ben ik erg blij om. Dit klinkt mij als muziek in de oren. Ik was zelf gecharmeerd van het Duitse voorstel. Laten we de handen ineenslaan en ervoor zorgen dat de kleine verhuurders er niet onder gaan lijden, dat zij niet in problemen komen, ook niet met de banken. Maar dat er iets moet gebeuren om echt die wettelijke verankering voor die verhuurders te regelen, dat zijn we verplicht aan onze stand.

De voorzitter:

Dat was geen vraag.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Wat een mooi begin van het debat. Als we allemaal dit soort verrassende samenwerkingen krijgen, wordt het een goede dag.

De voorzitter:

En zijn we ook voor zeven uur klaar. Dank u wel, meneer Smeulders. Dan geef ik het woord aan de heer Van Kent namens de SP.

De heer Van Kent (SP):

Dank u wel, voorzitter. Eindelijk is de haven in zicht. Eindelijk is er perspectief. De vaccins komen veel te traag, maar ze komen. En met de haven in zicht moeten we met elkaar koste wat het kost voorkomen dat we schipbreuk lijden. Alle hens aan dek dus. Het is goed dat het kabinet met een aanvullend pakket komt, maar het is niet goed dat wij nog veel te veel mensen spreken, dat nog veel te veel mensen ons mailen of bellen die in grote nood verkeren.

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij een aantal zaken die GroenLinks en de Partij van de Arbeid net hebben genoemd, zeker als het gaat om het verlof dat ouders die thuis voor hun kinderen zorgen dan wel hun kinderen lesgeven, heel hard nodig hebben. Maar waar wij nu heel veel meldingen over krijgen, is de partnertoets. Het gaat om zelfstandigen die door de overheid verplicht zijn hun werk stil te leggen, in het belang van ons allen, in het belang van de volksgezondheid, maar die als ze aankloppen bij de overheid voor hulp, een dichte deur vinden. Ze krijgen €0 steun, omdat er een partner is met een inkomen. We hebben het hier al heel vaak over gehad, maar dit grote onrecht blijft bestaan. Ik hoop dat de val van het kabinet D66 de ruimte geeft om nu wél mee te gaan in het voorstel van de SP om de partnertoets uit de Tozo te schrappen, om nu wél mee te helpen om dit grote onrecht te stoppen en ervoor te zorgen dat we die bittere armoede waar mensen mee worden geconfronteerd, oplossen. Daarom een heel groot beroep op mijn collega van D66 om vandaag wél die stap te zetten. De Kamer functioneert nog, de Kamer is niet demissionair — dat is het kabinet — dus wij kunnen dat vandaag met elkaar organiseren. Ik hoop echt op steun van D66 daarbij, want ik weet dat dit ook voor hen een heel groot probleem is. Zij zien ook dat dit heel onrechtvaardig is.

Voorzitter. Als het over de partnertoets gaat, wordt vaak verwezen naar de TVL en de TONK. Het zijn regelingen die bijzonder ingewikkeld zijn, het zijn regelingen met zodanige bepalingen dat een hele hoop mensen er geen aanspraak op kan maken. Bij de TVL gaat het bijvoorbeeld om mensen die geen voordeur voor hun bedrijf hebben, letterlijk. Ze hebben een bedrijf aan huis, maar geen aparte voordeur voor hun bedrijf. Kunnen we er met het zicht op de haven voor zorgen dat deze mensen geen schipbreuk lijden? Kunnen we voor deze groep mensen iets gaan organiseren? Het is heel en heel hard nodig.

Voorzitter. Over de TONK is nog heel veel onduidelijk. Het is een regeling die door de gemeenten moet worden uitgevoerd. Mensen moeten daar kunnen aankloppen voor onder andere de woonlasten. Hoe daarbij naar het inkomen van de partner gekeken wordt, is mij nog onduidelijk. Volgens mij wordt dat aan de lokale colleges gedelegeerd. Dan zouden we alsnog een versie van de Tozo krijgen, maar dan lokaal, waar ook het inkomen van de partner gaat meetellen, waar ook het eigen vermogen gaat meetellen. De vraag is of we dan niet veel verder van huis zijn. Maken we het dan niet ingewikkelder dan nodig? Geven we mensen op deze manier niet veel meer onzekerheid? Hoe voorkomen we regionale verschillen, waarbij de ene gemeente banger is dan de andere, of ruimer uitdeelt dan de andere? Dan zouden we gekke verschillen krijgen.

Voorzitter. We spreken heel veel mensen. We spraken onder andere een kapper hier aan de Denneweg, die aangeeft dat hij een uitkering had en via het UWV een traject aangeboden kreeg om zzp'er te worden. Hij is op 1 oktober als kapper gestart en moest zijn werkzaamheden staken. Zijn periode bij het UWV om dit te mogen opbouwen, loopt maar zes maanden. Hij komt nu echt in grote problemen, want hij staat straks met lege handen.

Ik begrijp dat er in het begin van deze crisis grote en ruime regelingen opgezet moesten worden. We zijn nu bijna een jaar verder. De regelingen kunnen nu veel meer gericht worden op individuele problemen. De vraag is of deze minister bereid is om de re-integratietrajecten en de trajecten bij het UWV om zzp'er te worden tegen het licht te houden en ze te verlengen met een periode bijvoorbeeld tot aan de zomer, gelijk aan de NOW.

Voorzitter. Er zijn een hele hoop problemen in de sectoren. Onze mailboxen puilen uit. De rijscholen zeggen: mijn auto's staan stil, maar op papier heb ik omzet; ik kom in de problemen. Ik heb net de kappers al genoemd. In de reisbranche hebben veel mensen geen eigen voordeur, maar ze zijn wel hun inkomen kwijtgeraakt, hebben wel vaste lasten en komen niet in aanmerking voor de TVL. Bij festivals is er het probleem van de ticketgarantiefondsen. Daar leven vragen over de ondergrens van 3.000 bezoekers voor die ticketgarantiefondsen. Ook kermissen kloppen bij ons aan. De vraag aan de minister is of hij bereid is om de problemen met de steunmaatregelen zoals we ze nu hebben tegen het licht te houden, die te onderkennen en met sectorspecifieke oplossingen te komen, om iedereen het zicht op de haven dat we hebben te geven en iedereen in het laatste stukje van deze crisis mee te nemen.

Voorzitter. Tot slot wil ik zeggen dat het niet helpt als de minister van Financiën nu al op de radio aankondigt dat de zakken leeg zijn, en dat er straks na de verkiezingen waarschijnlijk bezuinigd moet worden. Waar hij in het begin van de coronacrisis aangaf dat de zakken diep waren en dat we ze helemaal leeg zouden maken, kondigt deze minister nu aan: na de verkiezingen sta ik met lege handen en gaan er gigantische bezuinigingen plaatsvinden.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Kent. Dan is nu het woord aan de heer Aartsen namens de VVD.

De heer Aartsen (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Het is met pijn in het hart, maar ik denk dat we er vandaag niet onderuit kunnen: heel veel ondernemers zaten met heel veel buikpijn en angst voor rellende en plunderende idioten. Zij hadden de angst dat ook hun zaak in de vernieling zou worden geholpen. Ik kan er oprecht nog steeds witheet van worden dat wij in een samenleving leven waarin we dit mensen zoals deze ondernemers aandoen. Ik ben blij dat er snel een fonds komt om de kosten voor deze ondernemers voor te schieten. Voor veel ondernemers zijn dit diepzwarte weken. Daar moeten we gewoon eerlijk in zijn. Kroegen, winkels en tal van andere mkb-zaken zijn al weken dicht vanwege dat verschrikkelijke virus. Dat is helaas nodig om onszelf veilig en gezond te houden.

De cijfers zijn inmiddels langzaam aan het dalen. Ondanks tegenvallers in de vaccinatie gloort er hoop aan het einde van de tunnel. De finish komt eindelijk in zicht. Net als bij een marathon zorg je er dan voor dat er op dat laatste stuk naar de finish net even wat extra hulpposten staan om iedereen erdoorheen te trekken. Het is daarom goed dat het kabinet met een forse uitbreiding van het steunpakket is gekomen.

Uitgangspunt voor de VVD is dat iedereen die gesloten is steun moet krijgen. Dat verdienen die mensen. Dat gebeurt gelukkig ook voor het overgrote deel, maar we mogen onze ogen niet sluiten voor de mensen die daarbuiten vallen. We moeten continu vinger aan de pols houden om te zien waar het misgaat. De Haagse tekentafel heeft niet alles. We moeten oog houden voor de praktijk. Is het kabinet bereid om dat permanent te blijven doen?

Vandaag kregen we ook weer veel signalen. De heer Van Dijk sprak al over de kappers, die aan het kabinet vragen: wanneer gaat de TVL open; kunt u ons niet helpen, en kan dat niet sneller? Dit zijn punten die echt de nood aan de man brengen bij heel veel ondernemers.

In diezelfde categorie …

De voorzitter:

U mag uw zin afmaken.

De heer Aartsen (VVD):

Dit is een ander blokje; een heel groot blokje.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Ik denk dat de heer Aartsen een terecht punt maakt over de kleine ondernemers. Dat maakte ik ook in mijn inbreng. Zij zitten op het punt waarop ze geen eigen vermogen meer hebben. De spaarpotten zijn leeg. Daar maak ik mij grote zorgen over. Daar voorziet het steunpakket niet in. Dat kan natuurlijk ook niet voor de grote bulk, en voor de grote ondernemers die het wel kunnen hebben. Ik zou graag een lans willen breken voor de kleinere ondernemers die nu zeggen: het geld is op; ik moet óf sluiten, óf er moet extra steun bij.

De heer Aartsen (VVD):

Daar kunnen we elkaar in vinden. Ik maak me daar ook oprecht grote zorgen over. Wij kunnen hier wel een heel circus gaan optuigen over via welke regeling het moet, maar mijn oproep aan het kabinet is vooral: zorg ervoor dat je daar oog voor hebt. U noemde het drempelbedrag. Dat staat nog wat onzeker in de brief die we hebben gekregen: "we gaan kijken hoe en wat". Ik vind dat we dit echt duidelijk moeten hebben. Naar welke drempel gaat het? Maar ook: wanneer gaat die regeling open? Het is leuk dat we hier Kamerbrieven naar elkaar sturen, zeg ik even oneerbiedig, maar die ondernemer wil vooral weten wanneer hij zich in kan schrijven en wanneer hij het geld op zijn rekening krijgt.

De voorzitter:

Gaat u verder. U was bij "in dezelfde categorie".

De heer Aartsen (VVD):

In dezelfde categorie vallen ook de startende ondernemers. Daar heb ik me het afgelopen halfjaar enorm druk over gemaakt. Het is goed dat het kabinet nu met een eerste stap komt. Er komt een aparte startersregeling — eindelijk, zou ik willen zeggen, want deze groep is heel lang buiten de boot gevallen. Maar ik maak me zorgen dat er dadelijk weer een groep ondernemers is die buiten de boot gaat vallen. Dat zijn ondernemers die zich bijvoorbeeld — ik zeg met nadruk "bijvoorbeeld"— eind 2019 hebben ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. In het kabinetsvoorstel vallen zij er weer buiten. Op zich is dat best gek. Als jij een kroeg wil beginnen, dan schrijf je je in bij de Kamer van Koophandel, maar dan heb je natuurlijk niet de dag erna gelijk omzet. Dan ga je eerst een horecavergunning aanvragen, of je gaat je pand inrichten en spulletjes kopen. Dat is niet van de ene op de andere dag geregeld. De VVD wil dat in ieder geval de ondernemers die eind 2019 zijn ingeschreven, ook onder deze regeling komen te vallen. Wij komen hierover met een motie.

Maar er zijn nog steeds ondernemers die er dan weer buiten vallen, omdat ze bijvoorbeeld een zaak hebben overgenomen of omdat ze bijvoorbeeld eerder zijn ingeschreven en langer hebben moeten verbouwen. Dit is helaas niet een-twee-drie op te lossen, maar ik wil wel dat het kabinet in beeld brengt hoe groot de groep is die zich voor 30 september 2019 heeft ingeschreven en daardoor weer buiten de boot gaat vallen. Ik wil daarvan echt een helder beeld hebben.

De voorzitter:

Ik zag eerst de heer Amhaouch. Ik zie ook de heer Bruins. Die mag als eerste.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter, en goedemorgen.

De voorzitter:

Goedemorgen.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Goed dat de heer Aartsen de starters noemt. Ik maak me daar ook grote zorgen om. Goed dat hij ervoor pleit dat die datum drie maanden naar voren wordt getrokken. Maar in de werkelijkheid zien we dat ondernemers, zeker ook horecaondernemers en winkeliers, vaak wel maanden moeten wachten op gemeentelijke vergunningen voordat ze open kunnen. Ik ken een voorbeeld van anderhalf jaar. Ik vraag me dus af of die drie maanden uitbreiding aan de voorkant gaan helpen. We hebben nu toch ook de mogelijkheid om het derde kwartaal van 2020 als simpele referentie te nemen om deze starters sowieso te helpen, los van hun KVK-inschrijvingsdatum? Zou dat een mogelijkheid zijn om een nog wat bredere kijk op de werkelijkheid te krijgen?

De heer Aartsen (VVD):

Twee antwoorden daarop. Het eerste gaat over het voorstel dat ik doe. Afgelopen donderdag had ik een aantal mensen huilend aan de telefoon. Zij zeiden: ik ben gestart op 19 december 2019, ik hoorde op een persconferentie dat er een voorstel komt en dan lees ik dit in een brief. We moeten beseffen dat die mensen torenhoge persoonlijke schulden hebben. Ze hebben vaak kinderen thuis en het water staat hen echt aan de lippen. Met dit voorstel zorgen we er in ieder geval voor dat de grootste groep startende ondernemers nu in een keer onder die regeling gaat vallen. Als wij dit als Kamer aannemen, geven we die mensen er duidelijkheid over dat zij die steun ontvangen. Dat is één.

De heer Bruins heeft natuurlijk ook gelijk over die andere groep. Ik ken ook de voorbeelden van de monumentale boerderijen in Limburg waarvoor je gewoon een jaar moet uittrekken om die te kunnen verbouwen. Ik wil daar zeker naar kijken. Sterker nog, ik heb daar allerlei plannen voor. Ik moet ook eerlijk zeggen dat het kabinet al een aantal keren heeft gezegd dat het lastig, ingewikkeld en moeilijk is. Maar ik zei het net al: we zijn het aan onze stand verplicht om ook voor deze mensen te knokken, zodat ook zij steun kunnen krijgen in dit pakket.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Dan zal ik graag samen met de heer Aartsen zoeken naar hoe we de nieuwe groep die net over het randje dreigt te vallen kunnen helpen om zo tot een rechtvaardige regeling te kunnen komen.

De heer Aartsen (VVD):

Zeker. Ik kom ook met een motie om die groep in ieder geval goed in kaart te brengen. We weten het nu niet. Als het een paar honderd mensen zijn, dan zou ik zeggen dat het op te lossen moet zijn.

De heer Amhaouch (CDA):

Ik herken het debat dat hier plaatsvindt tussen de heer Aartsen en de heer Bruins over de starters. Maar de heer Aartsen noemde net ook de overnames. Ik ken ook de situaties van familiebedrijven die al jarenlang bestonden, wel 40 of 50 jaar, en die net door familie waren overgenomen. Omdat dat dan net na 30 juni was, bestaat het bedrijf nu in een keer niet meer. Hoe kijkt de heer Aartsen daarnaar? Moeten we dat allemaal gaan inventariseren, of moeten we een praktische oplossing gaan zoeken? Deze bijzondere gevallen hebben soms een juridisch andere structuur. Die bedrijven bestaan soms al lang. Die moeten recht hebben op TVL en die moeten recht hebben op de NOW. Kunnen we die bedrijven in een bijzondere commissie of in een commissie van wijzen behandelen? En kunnen ze dan mee gaan doen als dat past in de geest van de regeling?

De heer Aartsen (VVD):

Het antwoord van de VVD daarop is: een volmondig ja. Ik moet daar wel bij zeggen dat ik meer wil dan alleen een motie. Ik wil van het kabinet horen dat het ook gebeurt. Dit gaat niet om een krantenartikeltje of een motietje in de media. Dit gaat echt over het ervoor zorgen dat deze mensen geld op hun rekening krijgen. We moeten er eerlijk over zijn dat dit op dit moment onder druk staat. Dus mijn antwoord is: ja, maar het kabinet moet wel aangeven dat het kan. Anders zijn we dooie mussen aan het verkopen en dat is het laatste wat we willen.

De heer Van Haga (FvD):

Ik worstel hier toch enigszins mee. De VVD is verantwoordelijk voor de lockdown. Door de lockdown gaan miljoenen ondernemers nu failliet. Ik vind toch een beetje dat hier krokodillentranen worden gehuild en dat er een show wordt opgevoerd. We moeten eigenlijk teruggaan naar het begin. De lockdown leidt ertoe dat al die ondernemers failliet gaan. Waarom denkt u niet mee in oplossingen? U roept aan de achterkant dat u huilende ondernemers aan de telefoon heeft en dat ook u buikpijn heeft, maar waarom pakken we niet gewoon de kern van de zaak aan, namelijk de lockdown?

De heer Aartsen (VVD):

De heer Van Haga maakt een politieke denkfout. Het is niet de VVD die een lockdown wil. Ik weet niet of u dat in ons voormalige verkiezingsprogramma hebt zien staan. Het is het laatste wat wij willen. Het is dit virus dat dit doet. Het virus zorgt ervoor dat deze verschrikkelijke maatregelen nodig zijn om ons allemaal gezond en veilig te houden.

De heer Van Haga (FvD):

Dit is weer een leuke personificatie van het virus: "het virus loert op ons", "het virus doet van alles". Inmiddels weten we dat het virus helemaal niet zo schadelijk is en dat er allerlei oplossingen zijn, zoals het beschermen van de kwetsbaren of het opschalen van de zorg. Daar heeft u niet voor gekozen. Nu hebben we aan de achterkant allerlei maatregelen. Misschien doet de VVD het niet alleen, want het hele kabinet doet het. Als de overheid ervoor zorgt dat er schade wordt toegebracht, bent u het dan in ieder geval met mij eens dat in dat geval honderd procent van de schade moet worden vergoed?

De heer Aartsen (VVD):

Dit gebeurt vaker in het debat. Kom niet bij mij aanzetten dat dit virus niet gevaarlijk is. Kom daar echt bij mij niet mee aanzetten. Zeg dat alsjeblieft tegen de weduwe en de kinderen van Piet, de beste maat van mijn vader. Hij is één dag na Kerstmis overleden. Hij was 54 jaar oud. Zeg dat alsjeblieft tegen de weduwe en de kinderen van Jan, een goede maat van mij uit mijn carnavalsband. Hij was 51 jaar oud, meneer Van Haga. U mag hier mij van alles komen verwijten. U mag hier van alles doen met betrekking tot het steunpakket, maar laten we alsjeblieft ophouden over dat dit virus niet gevaarlijk is, dat het alleen een griepje is en dat het alleen de ouderen treft. Ga dat soort taal alsjeblieft in een podcast met Lange Frans doen, maar kom daar bij mij niet mee aanzetten.

De voorzitter:

Geen reclame maken voor Lange Frans.

De heer Van Haga (FvD):

Ik hoop dat de heer Aartsen dat dan ook zegt tegen al die mensen die last hebben van de nevenschade van de maatregelen die uw partij oplegt. U moet dat ook zeggen tegen alle mensen die kanker hebben en niet worden behandeld, tegen alle mensen die geen bypass kunnen krijgen en tegen alle mensen die geen niertransplantatie krijgen. Die nevenschade is uitgerekend, maar niet door uw partij. U bent geen ondernemer. U hebt er geen last van. U gaat gewoon door met bitterballen eten.

De heer Aartsen (VVD):

Ach, kom op!

De heer Van Haga (FvD):

U gaat straks hier in het ledenrestaurant gewoon weer à la carte eten. U merkt er geen enkel effect van. Ik vind dus dat u een toontje lager moet zingen en mij niet moet lastigvallen over Lange Frans. Ú bent verantwoordelijk voor ...

De heer Aartsen (VVD):

U gaat daar zitten, ik niet.

De heer Van Haga (FvD):

Ú bent verantwoordelijk voor die noodmaatregelen. Ik vind dat u krokodillentranen huilt door u nu op te werpen voor de ondernemer, want u doet dat niet.

De heer Aartsen (VVD):

De heer Van Haga strooit hier de ondernemers echt zand in de ogen. Ik vind dat kwalijk, want het zijn mensen die in een enorm kwetsbare positie zitten vanwege deze lockdown. Dat doet niemand hier voor zijn lol. Helemaal niemand. Dat doen we vanwege dat verschrikkelijke virus, dat hartstikke dodelijk is, ook voor mensen onder de 80, zeg ik maar even tegen de heer Van Haga. Daarom doen we dat. Wij proberen die ondernemers erdoorheen te trekken. Dat doen we hier keer, op keer, op keer, op keer. En dan verwijt u mij dat we niets voor die ondernemers doen? Alsjeblieft, ga dat ergens anders doen.

De voorzitter:

Mevrouw Van Brenk.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Er zijn ook ondernemers die ...

De voorzitter:

Wacht u heel even. Meneer Van Haga, we hebben een maximum van drie vragen afgesproken. Ik weet niet of u erbij was toen ik dit met jullie had afgesproken. Vandaar.

De heer Van Haga (FvD):

Daar was ik bij. Misschien wordt mij toch een slotopmerking gegund, want dit loopt een beetje uit de hand. Wij hebben het hier over een virus met een IFR van 0,23%, over nevenschade die veel meer slachtoffers maakt dan het virus zelf en over ondernemers die allemaal over de kop gaan door deze maatregelen. Dan moet u niet doen van: o, o, o, dit virus loert op ons en het is allemaal zo erg. Nee, u moet de schade die u maakt gewoon voor honderd procent compenseren.

De heer Aartsen (VVD):

Ik ben blij dat ik een iets groter empathisch vermogen heb dan een baksteen.

De voorzitter:

Nou, het gaat lekker. Mevrouw Van Brenk.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Ik hoop dat ik de sfeer weer een beetje terug kan brengen.

De heer Aartsen (VVD):

Laten we dat proberen, mevrouw Van Brenk. Heel goed.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Een heleboel ondernemers worden ongelofelijk hard geraakt. Dat zijn we met z'n allen eens. Maar er zijn ook ondernemers die er buitengewoon goed van profiteren. De vraag is: zou de VVD ervoor voelen om te kijken of we niet een solidariteitsheffing kunnen maken voor de ondernemingen die bovenmatig profiteren van deze lockdown?

De heer Aartsen (VVD):

Ik vind dat een goede vraag. Dat meen ik oprecht. Ik ga hier nu niet zeggen: we gaan de belastingen verhogen. Dat is complex. Sommige bedrijven en sommige retailers deden het namelijk heel erg goed vóór de tweede lockdown en daarna werd het in één keer anders. Maar ik vind wel dat dit een discussie is die we met elkaar moeten voeren. Dan is niet zozeer de vraag hoe we meer belasting kunnen heffen om de zakken van de heer Hoekstra extra te vullen — dat is iets waar ik me wel het laatste zorgen over maak — maar dan is de vraag vooral: hoe zorgen we ervoor dat bijvoorbeeld in kleine dorpen de winkelstraat leefbaar blijft? Daar vervullen de winkels echt een iets andere functie dan alleen maar het verkopen van spullen. Die zijn vaak de levensader van zo'n dorp of wijk. Ik zou daarvoor iets meer voelen dan voor het macro-economisch wegsluizen van geld ergens anders heen.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Ik kan me voorstellen dat de VVD ook meedenkt in de vorming van een fonds waarin zo'n solidariteitsheffing terecht zou kunnen komen. Mensen die echt ongelofelijk gedupeerd worden en onvoldoende hebben aan de steun — dat zijn er ook heel veel — zouden dan misschien naar zo'n fonds kunnen. Zou de VVD daarvoor voelen?

De heer Aartsen (VVD):

Nogmaals, ik sta open voor ideeën. Ik vind het lastig om nu te zeggen: dit gaan we doen of niet. Laten we deze vraag doorzetten naar het kabinet. Ik maak mij oprecht zorgen over met name kleine winkels en kleine horecaondernemingen in bepaalde kleine dorpen, omdat het echt de kern van een soort leefbaarheidsdiscussie raakt. Daar wil ik dus zeker over nadenken. Hoe we dat dan gaan vormgeven, is stap twee.

De voorzitter:

Gaat u verder.

De heer Aartsen (VVD):

Het is wel een goed bruggetje naar mijn volgende punt: hoe zorgen we ervoor dat we solidariteit in de samenleving hebben? We zien prachtige initiatieven om lokale ondernemers te helpen. Ook vanuit verhuurders zien we mooie initiatieven, waarbij kortingen worden gegeven. Maar helaas hoor ik ook nog heel veel andere signalen. Denk aan verhuurders die geen millimeter bewegen en geen poot uitsteken om huurkortingen te geven. Ik vind dat echt bizar. Dat ga ik hier gewoon zeggen. Vaak zijn dit grote internationale vastgoedpartijen. Om eerlijk te zijn is dit ook gewoon de gemeente Amsterdam, die het als verhuurder aan ondernemers vertikt om ondernemers te helpen. Afgelopen zondagochtend zagen wij onze staatssecretaris Mona Keijzer een oproep doen. Ik zou haar willen uitdagen om ook te zorgen voor actie en niet alleen een oproep te doen. Heeft zij al gebeld met grote vastgoedpartijen? Heeft zij — dit is conform onze Kamervragen — al contact gehad met de gemeente Amsterdam? Dat zou toch de eerste moeten zijn die kortingen aan ondernemers geeft. Wat doen andere Europese landen, zoals Duitsland, om dit probleem echt aan te pakken? Ik zou hierin echt een actievere rol van het kabinet willen.

Voorzitter. Dit virus heeft helaas geen agenda. We weten dus ook niet wanneer het weer verantwoord is om te gaan versoepelen, maar dat betekent niet dat we op onze handen moeten gaan zitten en deze tijd niks moeten doen. We kunnen dit ook benutten om na te denken over een slimme en vooral creatieve heropeningsstrategie. Het kabinet heeft dit al aangekondigd, maar mijn oproep aan het kabinet is: ga met het bedrijfsleven om tafel om creatieve oplossingen te verzinnen in deze exitstrategie. Laten we dit wat creatiever doen. Ik heb een aantal ideeën gehoord. Denk bijvoorbeeld aan het doordeweeks en niet in het weekend openen van winkels, omdat je anders funshoppers en slenteraars krijgt. Zo kan in het weekend de droge horeca open, zoals de restaurants. Denk ook aan het mogelijk maken van click and collect, als de volledige opening van winkels nog niet mogelijk is. Ik wil graag weten van het kabinet of het bereid is om deze gesprekken aan te gaan.

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. O, ik zie de heer Smeulders en de heer Stoffer. Gaat uw gang, meneer Smeulders.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Ik heb de heer Aartsen van de VVD niks horen zeggen over het coronaverlof, terwijl daar al vaker over gesproken is. We hebben deze week kunnen lezen dat driekwart van de ouders stress heeft omdat zij thuisonderwijs moeten combineren met werk. Vindt de VVD ook dat er coronaverlof moet komen? En als dat niet binnen een week kan, zou het er dan in ieder geval moeten komen vanaf 9 februari, mochten de basisscholen dan helaas nog dicht blijven?

De heer Aartsen (VVD):

Ik vind dat een lastige vraag. Ik zie de stress bij die ouders. Ik heb zelf geen kinderen, maar als je met mensen belt ... Ik zie een aantal ministers nu heel hard ja knikken.

De voorzitter:

Die hebben ook coronaverlof nodig.

De heer Aartsen (VVD):

Ik hoor het in onze fractie van fractiegenoten met kinderen ook. Dat knelt. Dat zijn geen heel fijne situaties. Dat levert stress en problemen op. We spreken hier natuurlijk wel al heel erg lang over; daar moeten we ook eerlijk over zijn. We hebben het over quarantaineverlof gehad. We hebben het nu over coronaverlof. Ik vrees dat we ook wel moeten concluderen dat je dit niet zo even kunt invoeren. De afdeling makkelijke oplossingen is op dit onderdeel wel gesloten, ben ik bang. Dus de oproep om hiernaar te kijken, zeker, maar ik vind het lastig om me zo een-twee-drie vast te pinnen op een maatregel.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Ik erken meteen dat het niet makkelijk is, maar ik zie ook dat er wel verschillende opties zijn. Je kunt het zorgverlof uitbreiden. Je kunt iets met kinderbijslag doen. Dat is best generiek, maar heel eenvoudig door te voeren. Inmiddels zien we ook dat 20 van de 28 EU-landen hier wél iets voor geregeld hebben. Die landen is het wel gelukt, op heel verschillende manieren en gewoon aansluitend bij hun systeem van sociale zekerheid. Is de VVD bereid om met ons erop te duwen en te zeggen: mocht deze situatie nog langer gaan duren, dan moet er echt iets op gevonden worden; kabinet, samen met sociale partners, fiks het!?

De heer Aartsen (VVD):

Ja, fiks het. Ik heb heel veel voorbeelden en verhalen over problemen waarvan ik tegen het kabinet zeg "fiks het", maar die moeten dan ook wel gefikst kunnen worden. Daar moet dan wel een oplossing voor zijn. Dat wil ik er ook bij zeggen.

De heer Stoffer (SGP):

Goed betoog van de VVD. Het is ook heel mooi dat de VVD oproept tot creatief nadenken: hoe kunnen we, praktisch, toch weer een klein beetje open? Dat geeft ondernemers namelijk echt perspectief. Toch heb ik één ding gemist. Dat is volgens mij iets waar zowel de VVD als vele collega's en ik over benaderd zijn. Er zijn een aantal Nederlandse grote en middelgrote winkelketens die ertegen aanlopen dat zij afgekapt worden op vier ton per kwartaal voor de vaste lasten en twee ton voor de voorraden. Daar kunnen die winkelketens niet mee uit. Er zijn winkelketens die 300-400 winkels hebben en dan op €500 tot €700 per winkel komen in die periode. Dat gaat niet. Ze zeggen gewoon: wij gaan stuk. Mijn vraag aan meneer Van Aartsen ...

De voorzitter:

Aartsen. Van Aartsen schijnt een chique tak van de VVD te zijn.

De heer Stoffer (SGP):

Ik zat al te denken: is het nu Van Aartsen? Die zat hier vroeger, hè. Meneer Aartsen.

De heer Aartsen (VVD):

De chique tak.

De heer Stoffer (SGP):

Ik vind meneer Aartsen ook best chic, hoor. Maar het gaat mij eigenlijk om de vraag.

De heer Aartsen (VVD):

Ik heb mijn schoenen gepoetst vandaag.

De heer Stoffer (SGP):

Ja, zo'n mooi pochet. Is de heer Aartsen het met mij eens dat we alles op alles moeten zetten om te kijken of we daar ook iets creatiefs voor kunnen verzinnen? Dat kan, als ik het zo begrijp. Vannacht kwamen er dingen binnen over dat er op dit punt toch wat mogelijk blijkt te zijn. Wil hij met mij het kabinet er nadrukkelijk op bevragen om daarmee te komen en dat op te pakken? Want anders zijn straks die winkelstraten voor een groot deel leeg in al die dorpen en steden enzovoorts.

De heer Aartsen (VVD):

Nogmaals, volmondig ja hierop. Je kunt natuurlijk zeggen "dat zijn filialen, grote bedrijven en retailers", maar daar werken natuurlijk ook gewoon mensen met een gezin. En dit heeft vaak een enorme impact op de leefbaarheid van die winkelstraten. Dus ja. Ik heb begrepen dat het probleem 'm in Brussel zit en dat er allerlei verschillende steunkaders zijn. Mijn oproep aan het kabinet is dus ook om daar wat creatiever naar te kijken. Ik weet niet hoe dat in wat meer mediterrane landen gaat als het gaat om het Europese steunkader, maar laten we hier echt naar kijken. Het gaat waarschijnlijk maar om een aantal maanden, natuurlijk; laten we hopen dat het snel weer voorbij is. Het is natuurlijk heel frustrerend. Ik krijg niet uitgelegd dat iets vanwege een juridisch construct niet kan. Dat vind ik altijd erg lastig.

De heer Azarkan (DENK):

Er is mij iets opgevallen waarvan ik benieuwd ben hoe collega Aartsen daartegen aankijkt. Al aan het begin van de coronacrisis ging een aantal wat grotere horecaondernemingen snel failliet, terwijl ik zag dat kleine ondernemers met het eigen geld dat ze hadden overleefden en het zwaar hadden. Nou komt dat natuurlijk doordat het in de afgelopen tien jaar fiscaal gestimuleerd is om een onderneming vol te hangen met schulden. Het gevolg is alleen dat je eigenlijk niks kunt opvangen als je het geld dat binnenkomt snel naar de aandeelhouders doorzet en vervolgens wel met heel hoge schulden zit. Is de heer Aartsen het met mij eens dat we die fiscale stimulering van schulden in een onderneming echt moeten beperken?

De heer Aartsen (VVD):

Ik denk dat dit een interessant punt is om een keer te bespreken in een wat breder fiscaal debat, want ik denk dat de wereld na corona er anders gaat uitzien dan de wereld voor corona. Ik kan me voorstellen dat als het dadelijk allemaal weer normaal gaat, de problemen niet als sneeuw voor de zon zijn verdwenen. Dan zullen wij met elkaar moeten nadenken: wat moeten we doen om ondernemers die volhangen met schulden — dat is op dit moment een groot probleem — verder te helpen? Dat zijn allemaal zaken, dus ik kan hier niet zo een-twee-drie antwoord op geven.

De heer Azarkan (DENK):

Ik was daar benieuwd naar, omdat al een aantal maanden geleden een kabinetslid, de staatssecretaris belastingen, deze lijn eigenlijk al aangaf: dat hij zelf aan het nadenken is over dat we dit moeten gaan afbouwen, dat het niet moet lonen om je onderneming helemaal vol te hangen met schulden en die af te trekken van de winst. Ik was even benieuwd of de heer Aartsen die lijn van het kabinet steunt.

De heer Aartsen (VVD):

Ik zit niet tot in de exacte details in de fiscaliteit, maar volgens mij gebeurt er op dit onderdeel al een aantal zaken. Nogmaals, ik denk oprecht dat als straks de steunpakketten niet meer nodig zijn en daarom zullen stoppen, we ondernemers over het algemeen niet aan hun lot kunnen overlaten. Dan zullen we toch iets moeten doen, al is het alleen maar vanwege de schulden die gemaakt zijn bij de Belastingdienst en bij de banken, om te kijken hoe we daar ook fiscaal mee omgaan.

De heer Tony van Dijck (PVV):

De heer Aartsen is inderdaad een kunstenaar in krokodillentranen. We zijn nu al een jaar bezig en de starters worden nu eindelijk — het is nog onduidelijk wanneer: april, mei — misschien iets tegemoetgekomen. De VVD verkoopt dat als een overwinning, maar tien maanden lang laat u de starters gewoon verrekken. Het doet er niet toe of ze nou gestart zijn in 2020 of 2019; de starters hadden tot nu toe gewoon het nakijken bij de VVD en het is maar de vraag hoe ze nu bediend worden. Mijn vraag is dus: wat gaat de heer Aartsen doen voor de starters die in 2019 zijn gestart of die in 2018 zijn gestart?

De heer Aartsen (VVD):

Op dat eerste punt ben ik het sowieso niet eens met de heer Van Dijck. Ik heb hier al vanaf mei van het afgelopen jaar als een van de weinige Kamerleden — dat moet ik er ook bij zeggen — aandacht voor gevraagd. Gelukkig waren er steeds meer collega's die daar ook over begonnen. Ik heb daar vanaf september al intensief contact over gehad, ook met een aantal startende ondernemers. Als u niet door mij wordt overtuigd, kunnen zij u overtuigen dat wij ons daar al enorm lang druk over maken met allerlei voorstellen, met Kamervragen en met debatinbrengen. Daarbij is natuurlijk wel het eerlijke verhaal dat de afdeling makkelijke oplossingen gesloten was en nog steeds is, en dat dit zo complex is dat je dit wel goed moet uitzoeken. Ik ben heel blij dat dat nu lukt. We kunnen nu in ieder geval voor het laatste kwartaal 2019 deze starters helpen. Wat mij betreft gaan we dat ook voor de groep doen die daarbuiten valt, niet met een dooie mus, wel met een echte oplossing.

De heer Tony van Dijck (PVV):

De heer Aartsen kan zich wel druk gemaakt hebben over de starters, maar er is nooit iets gebeurd voor de starters. U had ook kunnen voorstellen: de starters kunnen aangeven hoeveel huur ze betalen en dat vergoeden we; de starters kunnen aangeven in hoeverre ze personeelskosten maken en dat vergoeden we. Ik heb nooit concrete voorstellen en moties gezien van uw hand. U hebt zich er altijd bij neergelegd dat het complex is, maar daar hebben starters niks aan. Als het complex is, hebben ze nog steeds een groot probleem en gaan ze nog steeds failliet. Met andere woorden, u hebt wel aandacht gevraagd voor de starters, maar er is nooit iets gebeurd voor de starters. Nu komt u met de starters voor eind 2019, maar je zou maar een bedrijf begonnen zijn begin 2019. Of je zou maar iets begonnen zijn na juli 2020. Met andere woorden, u laat ze nog steeds in de kou staan, al die starters. Ze hebben nog steeds geen cent gezien. Het is een schandaal dat u nu doet alsof u opkomt voor de starters.

De heer Aartsen (VVD):

Nee, want ook die willen we helpen. Maar het even in de media brengen of een motie indienen lost niet automatisch het probleem van die mensen op. Daar moeten we ook eerlijk in zijn. De voorstellen die de heer Van Dijck nu net beschrijft, heb ik keer op keer soms zelfs met starters aangedragen bij het kabinet. Ik deed dat niet per se in een motie, maar gewoon constructief meedenkend om dit land verder te helpen heb ik die voorstellen daarop gedaan. De uitvoeringsorganisatie zegt dan terecht: ja jongens, dat kan, maar dan krijgen deze starters in 2025 een keer hun geld. Dan kun je het in de krant laten zetten en een mooie show maken, maar dat is dan een dooie mus. Dat vind ik niet eerlijk naar die starters toe. We moeten hier alleen dingen doen die kunnen.

De voorzitter:

Afrondend, de heer Tony van Dijck.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Nou ja, een dooie mus is als je zegt "ik sloof me uit voor jullie" en vervolgens niet over de brug komt. Al een jaar lang hebben de starters geen cent gehad.

Een andere vraag — ik heb er geloof ik nog één — gaat over de zzp'ers. Wat doet de VVD? We hebben meer dan 1 miljoen zzp'ers in Nederland. Vanaf maart zitten die ook op zwart zaad, hebben ze geen omzet meer. Er zijn zzp'ers die €5.000, €6.000 per maand verdienden en die opeens door toedoen van de lockdown en alle maatregelen niks meer hebben. De vrouw van die zzp'er of de man die toevallig een klein baantje heeft voor een paar dagen in de week en €1.500 of €1.200 verdient, verdient dan te veel zodat de zzp'er helemaal niets krijgt. U laat 1 miljoen zzp'ers ook al een jaar in de kou staan, naast de starters. Wat heeft u nu concreet in dit debat als antwoord? Er is al voorgesteld om de partnertoets te laten vieren, een voorstel dat wij ook al een paar keer hebben gedaan. Gaat u nu mee — u bent niet meer afhankelijk van al die coalitiediscipline — in het laten vallen van de partnertoets in de Tozo?

De heer Aartsen (VVD):

U doet nu net alsof die coalitiedwang zo erg is, maar dat valt reuze mee. Maar je moet wel dingen doen die kunnen. Ik vind het volgende een beetje jammer, en dat meen ik oprecht. Ik bedoel: dit is een groot pakket, waar we met z'n allen heel hard aan werken. Er wordt nu een beetje gedaan alsof wij doelbewust allerlei mensen buiten het schip laten vallen. Ik moet eerlijk zijn: ik vind dat niet correct. Dit is een megagroot pakket, er zijn punten die verre van perfect zijn, en daarvan vragen wij het kabinet om dat op te lossen. Dat geldt ook voor de zzp'ers. Maar dan moet het wel kunnen. Want nogmaals: we kunnen hier wel allerlei dooie mussen voorschotelen, maar dan ben je uiteindelijk valse verwachtingen aan het wekken, en dat vind ik ook niet fair.

De voorzitter:

Afrondend, de heer Tony van Dijck.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Het moet wel kunnen? U bent van de partij van "computer says no", het kan niet. Hou daarmee op. De eerste Tozo had geen partnertoets, en het kon prima. Je gaf elke zzp'er €1.050 per maand ter compensatie van de geleden schade, en dat was een schijntje. Waarom kan de partnertoets niet worden geschrapt?

De heer Aartsen (VVD):

Omdat de gemeentes tegen ons, als we het hen vragen, zeggen: het is niet uitvoerbaar. Dan kunnen we hier op onze kop gaan staan …

De heer Tony van Dijck (PVV):

En het kon …

De voorzitter:

Nee!

De heer Aartsen (VVD):

Dan moet u daar zijn. We kunnen wel met elkaar op onze kop gaan staan, maar dat betekent niet dat het dan in een keer wel kan. Daar moeten we wel eerlijk over zijn.

De heer Van Kent (SP):

Ik hoor de VVD hier zeggen dat het niet zo is dat er doelbewust iets van mensen wordt afgepakt. Nou, dat is met de invoering van de partnertoets juist wél het geval. Die is ingevoerd om doelbewust van mensen met een partner met een inkomen hun steunmaatregel af te pakken. Dus ja, dat is doelbewust geweest. In het eerste steunpakket zat die partnertoets niet. Dus ja, het is uitvoerbaar om die partnertoets weer te schrappen. Dat is een keuze. De oproep aan de VVD is om, nu het kabinet is gevallen, te erkennen dat we mensen tekortdoen en dat mensen doelbewust hun steun is afgepakt, terwijl de overheid van ze verlangt dat ze hun werkzaamheden stilleggen. De oproep aan de VVD is om nu voor deze mensen op te komen en samen met de SP, de PVV en alle anderen die dat willen die partnertoets af te schaffen, zodat dit onrecht stopt.

De heer Aartsen (VVD):

Ik ben bereid om ruiterlijk te erkennen dat er mensen inderdaad buiten deze regeling vallen en dat dat problemen zijn. Keer op keer gaan we dan op zoek naar oplossingen. Ik ben de eerste om toe te geven dat de regeling niet voor iedereen altijd 100% perfect is. Maar ik heb ook een heel lange waslijst van dingen die we met elkaar zouden willen, waarvan we eerlijk moeten zijn naar de ondernemers door te zeggen: dat lukt simpelweg niet, dat verzinnen we niet. We moeten eerlijk zijn naar de ondernemers door te zeggen: niet alles kan, dan loopt het vast en dan krijgt u alsnog het deksel op de neus. Dan ben ik liever eerlijk en ga ik op zoek naar alternatieve oplossingen dan dat ik hier roep dat we dat gewoon even gaan doen, waarna dat uiteindelijk in de praktijk een dooie mus blijkt te zijn.

De heer Van Kent (SP):

De VVD heeft totaal geen idee waarover ze het heeft. U hebt totaal geen idee waar u het over heeft. U zegt dat de gemeentes het niet kunnen uitvoeren. Het niet-uitvoeren van een partnertoets is eenvoudiger, want je hoeft die toets niet te doen. Ik constateer dat de VVD totaal geen idee heeft waar het over gaat. Ze zegt dat het niet uitvoerbaar is, terwijl het juist makkelijker is, want je hoeft die toets niet te doen. Ze laat al maandenlang dit grote onrecht bestaan, waardoor iemand die bijvoorbeeld fotograaf of dagvoorzitter is en een partner heeft die in de thuiszorg of het onderwijs werkt en voor ons aller belang moet stoppen met die werkzaamheden, bij de gemeente aanklopt en €0 steun krijgt. Daar bent u verantwoordelijk voor. U laat hier zien dat u totaal geen idee heeft waarover u het heeft.

De heer Aartsen (VVD):

Nee, het is niet zo omdat de heer Van kent het zegt. Het is zo omdat de gemeentes het zeggen, omdat de staatssecretaris van Sociale Zaken dat regelmatig zegt.

De heer Van Kent (SP):

Maar …

De voorzitter:

Heren!

De heer Aartsen (VVD):

We hebben een brief ontvangen, althans de Eerste Kamer heeft een brief mogen ontvangen, van het kabinet waarin dat klip-en-klaar staat namens Divosa en de VNG. Ik kan u die brief zo laten zien. Er is een afschrift van die brief naar de Tweede Kamer gestuurd. Als u mij niet gelooft, nodig ik het kabinet nogmaals uit om dat te herhalen.

De voorzitter:

Goed. Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Amhaouch namens het CDA.

De heer Amhaouch (CDA):

Voorzitter. Wat een mooi gebaar van de Eindhovense ondernemers om direct na de rellen een nieuwe stationspiano te doneren! Dat is de kracht van de samenleving in bizarre tijden. Het is ook goed dat het kabinet snel met een schadefonds voor geplunderde winkels is gekomen, want dit kunnen ze er echt niet bij hebben.

Voorzitter. Het CDA is blij dat het kabinet goed geluisterd heeft naar de ergste noodkreten van ondernemers en met dit fors uitgebreide steunpakket is gekomen. Bedrijven en de horeca krijgen meer en langer steun, zoals de fors verhoogde TVL en NOW. Meer bedrijven krijgen toegang tot steun, zoals starters en bedrijven in de maakindustrie en de land- en tuinbouw. De fiscale regelingen zijn ruimhartig en reëel, en de evenementensector krijgt een garantiefonds. Tegelijkertijd weten we ook dat we vandaag niet alles en iedereen kunnen helpen. Ik heb veel ondernemers en zzp'ers met en zonder emotie gesproken, en ik weet dat deze boodschap pijn en teleurstelling kan veroorzaken. Daar ben ik heel eerlijk in.

Tegelijkertijd zien we ook nog een aantal knelpunten en hebben we suggesties en voorstellen om met menselijke maat toch nog een aantal verbeteringen te kunnen doorvoeren. Ik noem bijvoorbeeld de reisbranche, waar met name kleine ondernemers al meer dan een jaar lang te maken hebben met hoge annuleringskosten die niet gedekt zijn. Dit geldt ook voor contactberoepen, zoals kappers en schoonheidsspecialistes met personeel, die nu niet mogen werken. Veel van hen hebben voor het begin van de lockdown in december nog net genoeg omzet gedraaid en blijven steken op een omzetverlies van 20% à 25%. Zij halen die 30% niet en krijgen daardoor geen TVL, maar zij kampen inmiddels wel met financiële problemen door lonen en vaste kosten die ze niet zelf kunnen opvangen. Ik zie in UWV-beschikkingen dat de toegezegde NOW in december voor het vierde kwartaal over drie maanden wordt uitgekeerd. Dit moet toch echt anders en sneller kunnen.

Voorzitter. Dan de kleine zzp'ers in de contactberoepen of de rijschoolhouders, zoals Rob uit Helmond, die door de partnertoets niet in aanmerking komen voor de Tozo. Hoe pakt de TONK, de nieuwe regeling, voor hen uit, zodat ze de persoonlijke en zakelijke rekeningen aan het eind van de maand kunnen blijven betalen?

De nieuwe startersregeling beperkt zich tot starters die zijn gestart tussen 1 januari en 30 juni 2020. Ik sluit mij volledig aan bij de woorden van de heer Aartsen — niet "Van Aartsen" — dus dat hoef ik verder niet meer te herhalen. In het verlengde hiervan: dit geldt ook voor starters die geen starters zijn. Als je na 30 juni 2020 een goed draaiende schoenenzaak hebt overgenomen in het kader van bedrijfsopvolging of als je de juridische structuur van je 40-jarige bedrijf hebt veranderd, dan kom je niet in aanmerking voor de beide loketten van het UWV en de RVO. Is het mogelijk om de periode te verruimen, zodat je Q3 van 2020 als referentieperiode kunt indienen? Of nog beter: kan er een kleine commissie ingesteld worden die kijkt naar bijzondere uitzonderingen die volgens het boerenverstand echt in de geest van de regeling zijn? We doen het toch samen?

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Ik hoor het CDA een hele reeks problemen opnoemen waar ondernemers tegen aanlopen. Een heleboel mensen krijgen inderdaad veel te weinig of helemaal geen tegemoetkoming. De opmerking van de voorzitter van MKB-Nederland was: als de deuren dichtgaan, moet de portemonnee open. Ik wil van het CDA weten welke oplossing het CDA heeft. Wat zou er meer moeten? Kunnen we misschien richting de 100% gaan?

De heer Amhaouch (CDA):

Gelukkig worden er duizenden, zo niet honderdduizenden bedrijven geholpen dit jaar. Het steunpakket dat nu voorligt, is een steunpakket van maar liefst 7,3 miljard. We hebben ruimte gemaakt, zodat de TVL naar 85% gaat. We hebben de opslag voor de detailhandel, voor de voorraden, van een klein bedrag opgehoogd naar 21%. Dus ga mij niet vertellen dat wij de ondernemers niet tegemoetkomen. Wordt iedereen geholpen? Nee. Dat heb ik ook in mijn inbreng gezegd. We zullen nooit iedereen voor honderd procent kunnen helpen. Ik denk dat mevrouw Van Brenk dat ook zal aangeven. We kunnen ook niet 100% van alle onkosten vergoeden. We zullen moeten kijken hoe we samen door deze crisis komen.

De voorzitter:

Gaat u verder.

De heer Amhaouch (CDA):

Dan de controle op de NOW. Nederland heeft voor zover bekend het strengste regime inzake staatssteun voor COVID-19. Dit is merkbaar bij de NOW, waar vanaf de ontvangst van €125.000 subsidie accountantsbetrokkenheid verplicht is. Het gevolg is dat er hoge accountants- en monitoringskosten zijn voor soms wel drie regelingen: de NOW 1, NOW 2 en NOW 3. Zou deze kennis, die inmiddels is opgedaan in een goede periode, korter dan een jaar, niet verstandiger kunnen worden gebruikt? Dan hoeven we ze niet op kosten te jagen.

Sinds 1 januari moeten gemeenten ondersteuning bieden aan zzp'ers, bijvoorbeeld om hen van werk naar werk te helpen of om het verdienmodel aan te passen. We lezen steeds vaker dat de gemeentes er niet klaar voor zijn, ook niet voor de schuldhulpverlening voor de zzp'ers. Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. Er komt een regeling voor specifieke kosten land- en tuinbouw. Hoe pakt deze uit voor de vrije kalverhouders? Zijn hiermee de boekhoudkundige problemen opgelost? Krijgen ze nu toegang tot de TVL? Ik vraag ook aan de minister: is de kalverliefde terug?

Voorzitter. Ik kom richting een einde. Grote zorgen hebben wij erover hoe de winkelstraten in het hele land, en met name in de regio's, eruit zullen zien na corona. Filiaalwinkels en lokale ondernemers dragen dit. Welke Europese regelingen maken het wél mogelijk dat bepaalde filiaalwinkels als de Scapino's tegemoet gekomen kunnen worden? Welke afweging is hierin gemaakt?

Voorzitter. Dan de grensondernemers. Zzp'ers die in België of Duitsland wonen maar in Nederland ondernemen, komen nog steeds niet in aanmerking voor Tozo-levensonderhoud, noch voor een uitkering in hun woonland. Nederland was hierover in gesprek met de Europese Commissie. Ons is bekend dat de Commissie recent een advies heeft ingewonnen bij deskundigen van MoveS-netwerk. Kunnen wij dat advies ontvangen?

Voorzitter. Er is geld beschikbaar voor de kermissen dat blijkbaar nog niet loskomt. Graag een reactie.

Voorzitter. Ondanks alle steun blijft de hoofdvraag: hoe gaan we perspectief organiseren? Dit is iets anders dan perspectief bieden. Denk hierbij aan click-and-collect voor de detailhandel en het zo spoedig mogelijk weer openen van de contactberoepen.

Voorzitter. Ik sluit af met de vraag of er dit jaar wel of geen Pinkpop komt in Landgraaf. De garantiestelling begint namelijk tien dagen later. Graag een reactie van de minister of hij wel of niet gaat.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik heb de heer Gijs van Dijk en de heer Stoffer.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Het gaat inderdaad om het perspectief. Hoe gaan we na deze gezondheidscrisis verder met ons land? We weten inmiddels van de vorige crisis, die een andere aard had, dat keihard bezuinigen op onze publieke diensten en mensen op de nullijn zetten, niet het beste recept is om uit de crisis te komen. Dus ik vraag de heer Amhaouch hoe we uit deze crisis moeten komen. Door te investeren, zoals de Partij van de Arbeid en meerdere andere partijen dat voorstellen? Of moeten we toch gaan bezuinigen, wat de heer Hoekstra vanmorgen aan BNR vertelde?

De heer Amhaouch (CDA):

Deze crisis gaat nog wel wat langer duren, dus ik zou willen bekijken hoe we de crisis kunnen beheersen én perspectief kunnen bieden. "Perspectief bieden" blijft heel lang hangen. Ik zou graag willen dat het kabinet gaat kijken hoe we perspectief kunnen organiseren. Dat begint eigenlijk vandaag. Welke proeven kun je al doen? Kunnen de kappers, dus de contactberoepen, inderdaad op 8 februari wel open onder bepaalde omstandigheden? Dat zou ik graag willen zien. Mensen zijn niet alleen depressief. Ze zien er soms wel depressief uit als ze lang niet bij de kapper zijn geweest. Terug naar uw vraag of we nou moeten investeren of bezuinigen: nu, op dit moment, zijn we juist aan het investeren in onze mkb-bedrijven, in de winkelstraten, in de maakindustrie, in de land- en tuinbouw. Waarom? Omdat we weten dat we die bedrijven nodig hebben om dit land dadelijk weer economisch sterk te maken.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Daar vinden we elkaar. In deze periode, de komende maanden, moeten we meer gaan investeren in die bedrijven en moeten we mensen niet tussen wal en schip laten vallen. Maar dan komt de politieke vraag: wat gaan we doen op het moment dat we allemaal gevaccineerd zijn? Dan zal het echt niet zo zijn dat ons land weer helemaal klaar staat om weer vol de economie te laten draaien, dat ondernemingen vol zullen draaien en dat mensen weer zekerheden voelen. Wat mij betreft, wat de Partij van de Arbeid betreft, vraagt dat om een overheid die zegt: we laten u niet los, we gaan de komende jaren investeren in een hoger wettelijk minimumloon, in de economie, in allerlei innovatie. Kunnen wij het CDA daar aan onze zijde vinden?

De heer Amhaouch (CDA):

Het CDA — dat zeggen we ook in ons verkiezingsprogramma — wil zich graag uit deze crisis investeren en innoveren. Wij zullen ook ons woord houden. Ook zullen we die bedrijven meenemen. Als de lockdown dadelijk hopelijk voorbij is, zullen, wat de heer Aartsen ook heeft gezegd, bedrijven nog met schulden zitten, moeten bedrijven belastinggeld terugbetalen of moeten bedrijven misschien teveel ontvangen NOW-geld terugbetalen. Laten we daar coulant mee omgaan en laten we die bedrijven echt zuurstof geven. Wil dat zeggen dat wij tot in de oneindigheid ons huishoudboekje niet op orde moeten brengen? Dat is een heel ander verhaal. Volgens mij geldt voor alle partijen hier: we moeten er op termijn, voor een mogelijke andere crisis, goed voor zorgen dat in Nederland ons huishoudboekje weer op orde is. Maar first things first.

De heer Stoffer (SGP):

In een tussenzin noemde de heer Amhaouch even Scapino, retailbedrijven enzovoorts. Eigenlijk ligt mijn vraag aan de heer Amhaouch een beetje in het verlengde van wat ik de heer Aartsen daarstraks vroeg. Vindt hij dat er een oplossing moet komen voor die grote en middelgrote winkelketens in Nederland met 100, 200 of 300 filialen, die nu gewoon op omvallen staan? Ik hoorde het in een tussenzin een beetje. Ik dacht: volgens mij is dit goed. Maar ik wil het even expliciet weten. Vindt hij dat het kabinet alles op alles moet zetten en ook moet kijken wat er maximaal kan vanuit Brussel om deze bedrijven niet om te laten vallen en die winkelstraten straks niet leeg te hebben?

De voorzitter:

Een korte reactie, meneer Amhaouch.

De heer Amhaouch (CDA):

Dit is een belangrijk punt. Het is belangrijk hoe de toekomst van onze winkelstraten eruit gaat zien. Ik kom zelf uit de regio. Ook in de regio Noord-Limburg, in Peel en Maas, zie je dat lokale ondernemers samenwerken met filialen, of dat nou de HEMA, de Blokker of de Scapino is. Als we nu niks doen ... Die winkels, die filialen, vallen wel onder de regeling, maar als je 250 winkels hebt en de cap is 300.000, dan krijg je inderdaad €1.000 per winkel. Volgens mij moeten we met boerenverstand, met de menselijke maat, kijken hoe we die bedrijven wel kunnen helpen. Je wilt namelijk niet dat al die winkels in alle dorpen in Nederland dadelijk gaan omvallen, want dan zijn we terug bij af. Als ik mag, voorzitter: zonder dat we valse toezeggingen doen, wil ik heel graag weten welke Europese regelingen dat mogelijk maken en wat dat gaat kosten. Dan kunnen wij, of kan het kabinet, daar een besluit over nemen.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Ik ken het CDA als een gezinspartij. Heel veel gezinnen hebben het op dit moment ongelofelijk zwaar, omdat ze thuisonderwijs moeten combineren met werk. Driekwart van de ouders heeft daar stress door. Op dit moment zijn wij een van de weinige landen in de EU die geen vorm van coronaverlof hebben. Vindt het CDA het als gezinspartij ook belangrijk dat er zo'n coronaverlof komt?

De heer Amhaouch (CDA):

Als CDA-woordvoerder mkb zou ik zeggen dat het coronaverlof eigenlijk de sluitpost zou moeten zijn. Ik zou de komende week graag eerst van het kabinet willen weten hoe snel de basisscholen weer opengaan, want dat is beter dan het coronaverlof. Dat is prioriteit nummer één. We zijn niet principieel tegen coronaverlof; dat kan een tussenoplossing zijn. Maar het kan dadelijk ook weer een bureaucratische oplossing worden. Wie gaat dat betalen? Als we dat alleen maar bij de werkgevers neerleggen, komen we er niet. Ga je het alleen bij de overheid neerleggen, dan kom je er ook niet. Komen de sociale partners, de werkgevers en werknemers, daar wel samen uit? Dus qua prioriteiten zou ik tegen het kabinet zeggen "kijk inderdaad of het mogelijk is dat de basisscholen opengaan", want ik erken het probleem. Ouders worden knetter- en knettergek met de kinderen thuis. De oudere kinderen mogen niet sporten, vader en moeder moeten thuis werken en dat gaat niet goed.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Het is fijn dat het CDA het probleem erkent en zelfs aangeeft dat ouders knetter- en knettergek worden. Het probleem is alleen dat dit kabinet niks doet om dat probleem op te lossen. We hopen allemaal dat de basisscholen opengaan en dat het niet nodig is. Het probleem is alleen: we weten het niet. Waar ik een beetje bang voor ben, is dat we hier over drie weken weer staan, de basisscholen nog dicht zijn — we hopen van niet, maar we weten het niet — iedereen dan zegt "ja, maar nu trekken we het echt niet meer" en we dan tegen elkaar zeggen: hadden we toch niet drie weken geleden tegen het kabinet moeten zeggen dat ze het coronaverlof moesten gaan regelen, zodat het toch mogelijk is? Is het CDA bereid om onze oproep te steunen om voor het geval dat de basisscholen niet opengaan te zorgen dat er een coronaverlof komt, zodat juist die gezinnen het leven wat makkelijker wordt gemaakt?

De heer Amhaouch (CDA):

Volgens mij krijgen we volgende week te horen wat het kabinet gaat doen met de scholen. Mocht daar echt een negatief advies uit komen, dan staan we er zeker voor open om naar de concrete voorstellen te kijken. Ik ga ervan uit dat ook het kabinet ernaar gekeken heeft wat het betekent als we coronaverlof gaan organiseren.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Amhaouch. Ik wil toch een dringend beroep op iedereen doen om de interrupties kort te houden, en de antwoorden ook. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Van Brenk namens 50PLUS.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter. 50PLUS ziet in het nieuwe maatregelenpakket een aantal welkome verruimingen voor steun aan ondernemers. Het is verstandig dat het afbouwpad verlaten wordt, maar is het gebodene nu passend? Steun krijgen als ondernemer maar toch maand op maand duizenden euro's tekortkomen. Als het langer duurt — en het duurt langer — is dat een gevaarlijke combinatie. Het water staat veel ondernemers, groot en klein, inmiddels aan de lippen. Loonkosten voor eigen rekening worden steeds ondraaglijker. Huren en vaste lasten kunnen niet meer betaald worden. Voorraadkosten drukken steeds zwaarder en er wordt steeds meer ingeteerd op gespaard geld of opgebouwd pensioen. Ondanks alle mogelijke vooruitgeschoven steun is er een gestaag groeiende schuldenberg.

Voorzitter. Daarom willen we de twee ondernemers bedanken die ons mee hebben laten kijken in hun huishoudboekje. Het laat zien waar zij tegen aanlopen. Die twee voorbeelden zijn een kapperszaak hier in Den Haag en een café in het centrum van Utrecht. De kapperszaak hier in Den Haag is van een alleenstaande vrouw. Zij krijgt alleen de Tozo, een tegemoetkoming voor zelfstandigen, een uitkering van ruim €1.000, maar de vaste lasten van de eigen huishoudens bedragen al €1.240. En dan moet er nog gegeten worden en dan komen de kosten van het winkelpand er nog bovenop. De verhuurder wilde trouwens geen korting geven. Het resultaat is: steeds verder in de schuld, geen oudedagsvoorziening. De spaarpot is leeg en mogelijk wacht nu aan het eind een faillissement en een zelfstandige in de richting van de bijzondere bijstand.

En dan de café-eigenaar, die de titel "Tegemoetkoming Vaste Lasten" echt misleidend vindt. Ze kijken immers niet naar de vaste lasten van de ondernemer, vindt hij. De vaste lasten van het café zijn nutsvoorzieningen, verzekeringen en huur en bedragen samen €5.821 per maand en ze krijgen als tegemoetkoming een percentage van de omzet. Dat komt neer op €6.510 per kwartaal. Bijna twee maanden vaste lasten zijn dus voor eigen rekening. Hier heeft de verhuurder 25% korting op de huur gegeven. Het kabinet had eenmalig €2.500 gegeven en een lening van €10.000 tegen een laag rentepercentage, maar je ziet dus dat je bij lange na niet uitkomt met de werkelijke lasten.

Als je deze twee voorbeelden en de door de regering zelf gegeven voorbeelden op je in laat werken, dan snappen wij niet waarop de staatssecretaris van Sociale Zaken zijn optimistische verwachting baseert dat het gros van de bedrijven met het huidige beleid, waarbij de schulden dus blijven groeien, de crisis gaat overleven. Hoe gaat het kabinet zorgen dat er straks genoeg solvabele bedrijven zijn voor een krachtig economisch herstel? Hoe gaat het kabinet ondernemingen helpen met het versterken van het eigen vermogen? En gaat het steunpakket geen lekke reddingsboot worden?

De banken draaien de duimschroeven inmiddels aan, zeker bij veel kleinere mkb-ondernemers. Die zijn onder normale omstandigheden prima levensvatbaar, maar zijn nu meer dan ooit aangewezen op overheidssteun. Kijkend naar de voorbeelden in de brief vinden wij de subsidie bij 100% omzetverlies in het voorbeeld van een kapper na herijking van het nieuwe pakket echt niet zoveel beter geworden. Zeker als je bedenkt dat deze mensen al bijna een jaar aan het interen zijn, dan snap je dat de rek eruit is. De vraag is dan ook hoe kleine ondernemers dat geld echt én snel op hun rekening krijgen.

We vinden ook dat de Tozo coulanter moet worden; daar werd zojuist ook al voor gepleit. Haal die partnertoets er nou uit, per direct. Ook vinden we dat er geen partnertoets moet komen voor de TONK. En zorg er ook hier voor dat mensen niet eerst alles moeten opeten. Dat is vragen om problemen. Gaat de minister zorgen dat de TONK in alle gemeenten gauw operationeel is en inhoudelijk niet te veel gaat verschillen per ondernemer?

Kleine ondernemers worden nu de dupe van de ondergrens van €3.000. Of dat negatief uitpakt, moet nog onderzocht worden. Wanneer horen we daar wat van? Ook een kwartaalregeling pakt nadelig uit. Kan dat niet anders?

Ik heb niemand er nog over horen praten, maar dit treft ook grotere bedrijven, zoals Blokker en Van der Valk. Een heleboel organisaties komen gewoon ontzettend tekort. Blokker laat zien dat het met dit pakket zes ton steun krijgt, maar dat daarmee drie winkels in de lucht gehouden kunnen worden terwijl ze er 860 hebben. Kortom, we zien dat het in andere Europese landen veel beter gaat. Wat is de ondersteuning?

Voorzitter. Ik kom bergen tijd tekort want er is nog een heleboel te zeggen, maar ik had nog één vraagje. Gaat de TONK een oplossing bieden voor gepensioneerde ondernemers die nu nog steeds ernstig in de problemen zitten?

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van Brenk. Dan geef ik nu het woord aan de heer Stoffer van de SGP.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Het kabinet heeft nog steeds diepe zakken. Gelukkig maar. Er wordt heel veel extra steun gegeven aan ondernemers. Helaas — dat zeg ik er wel bij: helaas — is dat nog steeds heel hard nodig. De SGP is er positief over dat er een oplossing is gevonden voor starters. Als dat nog enigszins verruimd kan worden, zoals ook collega's zojuist hebben gevraagd, bijvoorbeeld voor ondernemers die eind 2019 zijn gestart, kunnen we dat nog een beetje beter maken. En het is goed dat ook de termijn van belastinguitstel verlengd wordt naar 1 juli. Laat ik dus vooraf aangeven dat de SGP dit pakket steunt. Het ziet er namelijk gewoon goed uit.

Maar er zijn nog wel wat verbeterpunten, wat ons betreft. Wat ondernemers op dit moment vooral nodig hebben, is perspectief, een vooruitzicht op betere tijden. Het kabinet kan dat uiteraard niet garanderen, want het virus hebben we als mensen niet in de hand. Maar ik spreek heel veel ondernemers uit de horeca en uit de detailhandel die geen idee hebben onder welke omstandigheden ze straks wél open kunnen, wanneer dat dan ook zal zijn. Maar goed, ik begrijp dat er een van de komende dagen een exitstrategie naar buiten komt. In welke mate biedt die strategie ook perspectief voor onze horecaondernemers en de detailhandel? Zorgt het kabinet er alsjeblieft voor dat zij niet achteraan in de rij komen te staan?

Voorzitter. We moeten ondernemers ook de ruimte geven om te blijven ondernemen als dat enigszins verantwoord kan. De SGP is daarom voorstander van de mogelijkheid om te kopen op afspraak. Dat gebeurt dan uiteraard onder voorwaarden, bijvoorbeeld dat maximaal twee personen uit één huishouden tegelijk in de winkel uitgenodigd mogen worden. Mijn vraag is of de minister bereid is om ondernemers deze mogelijkheid te geven. Ik overweeg eventueel ook een motie op dit punt.

In het verlengde hiervan het volgende. We zien dat veel producten die normaal bij lokale ondernemers worden gekocht, nu online bij grote aanbieders worden gekocht. Ik heb eerder al over click and collect gehoord. Is de minister bereid om ondernemers in ieder geval de mogelijkheid te geven om die afhaalfunctie aan te bieden, zodat mensen producten kunnen bestellen bij hun lokale winkelier in hun eigen woonplaats en die dan zelf op kunnen halen, uiteraard op een verantwoorde manier? Volgens mij is dat het minste wat we kunnen doen.

Voorzitter. Mevrouw Van Brenk dacht dat er nog niet over gesproken was, maar ik heb de VVD en het CDA twee keer geïnterrumpeerd over bedrijven met heel veel filialen. Ik zal de namen niet noemen, maar die zijn eerder al voorbijgekomen. Mevrouw Van Brenk noemde er ook een paar. De ophoging van de maximale vergoeding pakt voor heel veel ondernemers goed uit, maar voor dit soort ondernemers, dus grote winkelketens met meerdere filialen, biedt die geen soelaas. Met die maximale tegemoetkoming voor een hele winkelketen met tientallen tot soms wel honderden filialen gaat het gewoon mis. Dan kom je uiteindelijk bij 400 winkels op zo'n €500 per winkel uit. We moeten voorkomen dat dit soort winkels uit het straatbeeld verdwijnen, want dan zijn de winkelstraten straks gewoon leeg. Hoe gaan we dit probleem oplossen? Mijn vraag aan de ministers is dus heel nadrukkelijk: is het mogelijk om bijvoorbeeld een maximale vergoeding per filiaal te hanteren, of een andere maatwerkoplossing te bedenken voor deze winkelketens en deze filialen? Die zit dan misschien tegen de randen van de dingen uit Brussel aan, maar in andere landen doen ze het ook. Het gaat immers over de winkelstraten, over banen en over hele gewone winkels. Die willen we straks gewoon niet missen. Heel graag krijg ik daar een reactie op, een serieuze. Ik overweeg een motie op dit punt.

Dan de kalversector. Het CDA sprak er al over dat ook de agrarische sector een economische veeg uit de pan heeft gekregen door de coronacrisis. Ik vraag in het bijzonder aandacht voor de kalverhouderij, met op verschillende gezinsbedrijven omzetverliezen van soms wel twee ton. Omdat de omzet hoog is, maar de marges heel klein, wordt de TVL-drempel van 30% vaak net niet gehaald, maar worden er toch hele dikke rode cijfers geschreven. En dan moet je ook nog meerekenen dat 2019 al een slecht jaar was in deze sector. De SGP pleit daarom voor maatwerk, bijvoorbeeld om specifiek voor deze sector de drempel te verlagen.

Voorzitter, tot slot. Ik hoor van veel ondernemers dat ze echt positief zijn over de snelheid waarmee steunmaatregelen zijn ingevoerd of worden aangepast. Dat helpt een heel groot deel van hen. Maar toch blijven er ondernemers tussen wal en schip vallen, zoals kappers en een deel van de zzp'ers. De TONK is daarvoor een mooi middel, maar de uitwerking daarvan laat toch wel lang op zich wachten. Mijn vraag aan de minister is hoe het daarmee staat. Hebben gemeenten al meer duidelijkheid over bijvoorbeeld de verdeelsleutel van de 130 miljoen die hiervoor gereserveerd is of over de kaders waarbinnen dit geld uitgekeerd mag worden? Krijgen gemeenten de ruimten en de mogelijkheden om een eigen invulling te geven aan die regeling? Heel concreet: wanneer krijgen zzp'ers deze ondersteuning op hun rekening gestort? Want daar gaat het uiteindelijk om.

Voorzitter, helemaal tot slot. Heel veel ondernemers hebben echt problemen met hun liquiditeit. Dit is al eerder langsgekomen, denk ik. Ze hebben gewoon geen financiële buffers meer. Is er bij banken voldoende urgentie voor dit probleem? Zo niet, kaart dat dan alstublieft nog eens aan en roep bijvoorbeeld ook verhuurders op, net zoals dat in Duitsland wordt gedaan, om ruimhartig om te gaan met de financiële problemen die ondernemers hebben.

Daar laat ik het bij, voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Stoffer. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Haga namens Forum voor Democratie. Gaat uw gang. O nee, wacht heel even. We zijn even aan het onderhandelen over de lunchpauze. Dan weten jullie dat ook. We gaan de eerste termijn afronden en dan schorsen we voor een uur, zodat de bewindspersonen zich ook kunnen voorbereiden op het beantwoorden van de vragen. Dan gaan we na de stemmingen verder. De heer Van Haga.

De heer Van Haga (FvD):

Voorzitter, dank u wel. We zijn weer een paar weken verder en veel ondernemers komen dichter bij hun ondergang. 68.000 horecazaken zijn gesloten en meer dan 86.000 winkels zijn dicht. 45.000 kappers zijn dicht. 17.000 schoonheidssalons zijn dicht. 1.500 sportscholen zijn dicht. Bowlingcentra, sportparken, zwembaden en bioscopen: alles is dicht. En van onze prachtige kermistraditie is inmiddels niets meer over.

Voorzitter. In deze sectoren werken miljoenen mensen samen met twee miljoen ondernemers om brood op de plank te krijgen, om hun kinderen te eten te geven en om wat te sparen voor hun pensioen. Deze basisrechten, het recht om te mogen werken en het recht om te ondernemen, zijn ons ontnomen door dit kabinet. Ons is ook het recht ontnomen om te bouwen, om te mogen groeien, om te mogen aspireren en succesvol te mogen zijn. Alles wordt afgenomen door een kabinet dat de nevenschade niet meeweegt bij het instellen van de coronamaatregelen. Het resultaat is een aanval op vermogen en eigendom en een verwoesting van het mkb. En de premier houdt ons lachend voor dat we dit doen, zodat we het beter kunnen terugbouwen: Build Back Better. Dit is een klap in het gezicht van alle ondernemers.

Voorzitter. We hoeven niet bang te zijn voor het coronavirus met een IFR van 0,23%. Wat we echt moeten vrezen, is een overheid die onze grondrechten schendt en dat gebeurt nu op grote schaal. Zelfs de WHO heeft aangegeven dat een lockdown niet het juiste middel is. De schade is catastrofaal en daarom spreken we vandaag over de uitbreiding van dit steunpakket. De basisregel zou moeten zijn: als de overheid schade toebrengt, moet die schade voor 100% vergoed worden. Waarom is dit eigenlijk niet de basisregel? Tot nu toe zijn er duizenden ondernemers die heel veel schade lijden, maar geen cent krijgen. Voor de ondernemers die wel een paar kruimels toegeworpen krijgen, is dit vaak een druppel op de gloeiende plaat.

Voorzitter. De bureaucratie is stuitend. Ik heb hier al heel vaak aandacht voor gevraagd, maar de bureaucratische rot zit diep in het systeem. Minister Wiebes verschool zich achter het ICT-systeem. Hij zei: "computer says no". Collega Van Dijk heeft dat net ook al aangehaald. Het is een enorme uitdaging voor minister Van 't Wout om dit op een humane manier op te lossen.

Voorzitter. Er zijn veel misstanden bij de verschillende steunmaatregelen en daarom beperk ik me tot een selectie.

Voorzitter. Er zijn veel misstanden bij de verschillende steunmaatregelen en daarom beperk ik me tot een selectie. Ten eerste, de startende ondernemers. Is de minister het met me eens dat starters bij de TVL vaak tussen wal en schip vallen? De definitie van een starter is onduidelijk, de SBI-problematiek is niet opgelost en de discussie over de referentieperiode is kafkaësk. Waarom is het niet mogelijk om bijvoorbeeld een hardheidsclausule in te voegen in de TVL-regeling, zodat er ruimte komt voor enig maatwerk? Een aanvraag voor de TVL kan niet worden ingediend als men niet voldoet aan de voorwaarden. Hierdoor is er ook geen mogelijkheid tot bezwaar of een gang naar de rechter. Is de minister het met me eens dat een hardheidsclausule tevens dit probleem zou oplossen?

Voorzitter. Veel bedrijven kunnen nu door de lockdown hun voorraad afschrijven. Waarom is de voorraadvergoeding gekoppeld aan het recht op TVL? Zou ook hier een hardheidsclausule kunnen worden ingevoerd, die eventueel soelaas zou kunnen bieden?

Voorzitter. Vervolgens hoor ik graag van de minister waarom bij vorige regelingen de mkb-toets is ingevoerd. Schade is schade; dan maakt het niet uit of je één winkel hebt of 50 winkels in een concern. Prachtige Nederlandse bedrijven gaan ten onder, omdat ze blijkbaar te groot zijn voor de benepen bureaucratische regels. Ik noem Blokker, Van der Valk Hotels, Sissy-Boy, Leen Bakker, Only for Men, Big Bazar, Intertoys en ga zo maar door. Het is een absolute misvatting dat het complete grootwinkelbedrijf louter bestaat uit bedrijven met rijke eigenaren en buitenlandse private equity. Het mooie familiebedrijf Ziengs/Scapino heeft 277 schoenenwinkels en biedt werk aan 2.900 medewerkers, maar in de TVL is nu een maximum opgenomen van 4 ton en bij de OVGD een maximum van 2 ton. Dat moet dus verdeeld worden over 277 winkels. Meerdere mensen hebben er al aandacht voor gevraagd, maar dit is toch een onmogelijke opgave? Hoe kan zo'n concern op last van dit kabinet gesloten worden en zonder redelijke compensatie overleven?

Voorzitter. Veel van de pijn zit bij kleine zelfstandigen. Zo zijn er 17.000 schoonheidssalons waarvan een groot aantal geen enkele steun krijgt, omdat bijvoorbeeld de partner een inkomen heeft boven het bijstandsniveau. Waarom kunnen we de schrijnende gevallen die hieruit voortvloeien niet oplossen door het schrappen van de partnertoets — dat is ook al meerdere keren naar voren gekomen — of in elk geval door eerst het verlies van de onderneming te salderen met het inkomen van de partner? Als het saldo negatief is, dan moet er toch aanspraak gemaakt kunnen worden op de Tozo?

Voorzitter. Rijschoolhouders en tennistrainers hebben geen werkruimte elders. Die zitten in een auto of staan op de tennisbaan. Waarom is dit dan toch als harde voorwaarde opgenomen om in aanmerking te komen voor de TVL?

Voorzitter. Ondernemers hebben altijd hun verantwoordelijkheid genomen en kunnen prima open zonder besmettingsgevaar. De beste steun is dan ook opheffing van de lockdown. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Haga. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Weyenberg namens D66.

De heer Van Weyenberg (D66):

Dank u wel, voorzitter. Het water staat veel ondernemers en ook heel veel van hun werknemers en veel zelfstandigen niet aan de lippen. Ik moet soms denken aan die beelden uit films, waarin iemand onder water zit en alleen nog met een dun rietje net boven water kan komen om nog wat lucht te krijgen. We zitten in die zin in deze coronacrisis in donkere tijden, ook met betrekking tot wat dit betekent voor heel werkenden en heel veel ondernemers.

Voorzitter. Dat het steunpakket in deze verzwaarde en verlengde lockdown is uitgebreid, is niet meer dan onvermijdelijk. Het is ook verstandig. Tegelijkertijd blijft de realisatie dat we nooit alles zullen oplossen. We kunnen niet iedereen helpen, hoe graag we dat ook allemaal willen en hoe hard er ook aan wordt gewerkt. Ik wil op deze plek nog een keer mijn grote waardering uitspreken voor al die mensen bij de uitvoeringsdiensten van de overheid die helpen om deze regelingen zo goed als dat kan uit te voeren en van wie wij elke keer vragen om toch nog iets te doen aan de resterende problemen. Het is belangrijk en het is nodig, en mijn waardering ervoor is groot.

Voorzitter. Ik begin met thuiswerken. Het lijkt me goed als we echt wat geld vrijmaken om te ondersteunen dat dit nog meer kan. Nog los van de initiatiefwet van D66 en GroenLinks lijkt me dat goed. Graag een reactie.

Voorzitter. In de 7,5 miljard extra steun zit ook een garantiefonds voor evenementen en festivals. Dat was dringend nodig. Maar ik heb nog twee vragen. Wij kregen vandaag ook weer een brief van de Taskforce culturele en creatieve sector, met concrete knelpunten. Zou het kabinet nog met hen in gesprek willen gaan over hoe zo veel mogelijk van die knelpunten kunnen worden aangepakt? Vast niet alles kan, maar hoeveel kan wel?

Voorzitter. Collega's hadden het al over click and collect. Ik wil hier nogmaals een lans breken voor de boekwinkels. Wat kan daar wel? We weten inmiddels wat er volgens het kabinet eerder niet kon, ook uit coronadebatten, maar wat kan er wel: click and collect, toch open? Het is toch ook voeding voor onze ziel.

Ik wil stilstaan bij heel veel kleine ondernemers, bij zelfstandigen die nu vaak tussen de wal en het schip vallen, waarvan een hele groep geen werk en inkomen heeft op dit moment. Het kabinet doet een aantal zaken die ik verstandig vind. Neem het urencriterium in de zelfstandigenaftrek. Dat klinkt heel technisch, maar het feit dat zij nu niet kunnen werken, zorgt er dan niet voor dat zij later toch geen zelfstandigenaftrek kunnen krijgen. Het is terecht dat die maatregel wederom is ingevoerd.

Ik lees ook dat er een hoger minimumbedrag komt in de TVL, en een lagere drempel. Er is nog onduidelijk hoe laag die drempel wordt. Er schijnen ook wat risico's aan te zitten. Zou het niet goed zijn om gewoon af te spreken dat die drempel bijvoorbeeld naar €1.500 wordt verlaagd? Ik heb een aantal collega's daar ook al voor horen pleiten.

Voorzitter. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft eerder aangegeven dat de partnertoets uit de Tozo halen niet zou kunnen. Graag nogmaals een bevestiging. Ik heb gister zelf navraag gedaan. Dan krijg ik dat inderdaad terug. Maar het lijkt me goed om ook nog een keer van het kabinet te horen dat de wethouders en de VNG zeggen dat het niet kan. Graag dus nogmaals een reactie daarop.

De heer Van Kent (SP):

Ik heb de brief die naar de Eerste Kamer is gestuurd er nog even bij gepakt. Daarin wordt niet gezegd dat het niet kan. Daar wordt in gezegd dat het uitvoeringstechnisch tot wat extra inzet zou leiden als je tussentijds in de Tozo 3 de partnertoets uit zou zetten. Zou D66 de regering gewoon de opdracht willen geven om binnen de mogelijkheden zo snel mogelijk die partnertoets uit te zetten, dus om die niet meer toe te passen? Daarmee vragen we van gemeenten niet om een extra handeling te gaan doen, behalve dan de handeling om die partnertoets uit te schakelen, maar besparen we gemeenten juist de handeling die ze nu moeten verrichten, namelijk het controleren van het inkomen van de partner.

De heer Van Weyenberg (D66):

Toch heb ik echt van de VNG begrepen dat het niet uitvoerbaar is. Maar laten wij daar geen discussie over voeren. Die vraag stel ik hierbij aan het kabinet: is het inderdaad niet uitvoerbaar? Dat was de reden waarom het kabinet heeft gekozen voor de TONK. Dat is een andere afkorting, maar uiteindelijk maakt dat mensen denk ik geen drol uit: ze willen euro's zien om hen door deze zwarte tijd heen te helpen. De TONK moet dat gaan doen. Maar ik wil nogmaals een bevestiging dat het echt niet kan. Ik ga ervan uit dat het echt niet kan volgens de wethouders, naar ik begreep onder anderen de heer Groot Wassink in Amsterdam. Maar nogmaals, laten we dat vragen.

De voorzitter:

U mag het afronden, meneer Van Kent.

De heer Van Kent (SP):

Ik lees in deze brief inderdaad een aantal bezwaren: er zouden medewerkers ingezet moet worden, formulieren zouden offline gehaald moeten worden en andere zouden online moeten worden gezet. Maar volgens mij bepalen we hier met elkaar wat er noodzakelijk is en vragen we vervolgens van gemeenten om binnen de mogelijkheden uit te voeren wat noodzakelijk is. Het is noodzakelijk dat deze mensen inkomenssteun krijgen. Ik heb mij ook even in de TONK verdiept. Het is nog niet helemaal duidelijk, maar ook het inkomen van de partner, namelijk om de woonlasten te kunnen betalen, en het vermogen buiten het pensioenvermogen dreigen mee te tellen voor het recht op de TONK. Daarmee is dat geen oplossing voor deze hele grote groep, waarbij het echt schrijnend is wat er aan de hand is.

De heer Van Weyenberg (D66):

Nogmaals, ik stel de vraag aan het kabinet. Ik heb begrepen dat de VNG zegt: doe het ons niet aan, we kunnen dat niet, laat ons met de TONK maatwerk bieden voor precies de groep waarover de heer Van Kent en ook D66 zich zulke grote zorgen maken. Zelfstandigen komen door de partnertoets niet in aanmerking terwijl ze wel hun huur of hypotheek moeten betalen. Gaan al die mensen worden geholpen, vraag ik met de heer Van Kent aan de minister. Ik wil een heel ruimhartige regeling, die precies een oplossing is. Deze regeling is er nog niet, dus gaat die nou echt zo snel mogelijk open? Heel veel zelfstandigen, maar ook andere flexwerknemers die tussen de wal en het schip vallen, moeten we helpen. En inderdaad, de heer Van Kent wijst daarop: waarom zit er dan in deze TONK een vermogenstoets, zo vraag ik aan het kabinet? We doen die immers niet in de Tozo; daar wordt nu terecht van afgezien. Ligt het dan niet in de rede om de vermogenstoets ook uit de TONK te halen?

Voorzitter. Ik wil ook een keiharde bevestiging dat het bedrag van 130 miljoen niet leidend is. De gemeenten zeggen dat ze daarmee alle mensen ruimhartig kunnen helpen die in de klem komen. Maar als dat niet zo is, zouden zij meer geld moeten krijgen. Graag een expliciete bevestiging van de bewindslieden.

Voorzitter. Dan wil ik het nog hebben over de ondersteuning vaste lasten. Daar is nu een maximumsubsidiebedrag. Dat schijnt door staatssteunregels te komen, maar ook ik heb heel veel berichten gekregen van winkelketens die daardoor buiten de boot vallen. In andere landen zouden wel wegen zijn bedacht om daar een oplossing voor te vinden. Is het kabinet op zoek naar die wegen?

Voorzitter. Ik ben blij dat er eindelijk een regeling voor starters is gekomen. Die hebben we met bloed, zweet en tranen gekregen; ik kijk in het bijzonder naar de heer Aartsen. Er is vanuit deze Kamer continu om gevraagd. Ik denk dat we ons moeten realiseren dat we heel veel vragen van de uitvoering, maar ik vind het wel goed dat het toch is gelukt, dus ook daarvoor mijn dank. Maar de ondernemers die zich in het laatste kwartaal van 2019 hebben ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en toen nog geen cent verdienden, vallen inderdaad buiten de boot. Is daar nou echt geen mouw aan te passen? Mijn fractie zou daar voorstander van zijn. Zoals ik eerder al zei: doe nou iets aan die drempel. Er staat nu in de brief: we onderzoeken of de drempel omlaag kan. Wat mij betreft móét de drempel omlaag.

Verhuurders, lever je bijdrage. Dat geldt voor de grote, maar ik kom ook wat kleinere verhuurders tegen die als antwoord op de vraag "mag ik een paar weken later betalen?" of "kan er iets aan de huur worden gedaan?" antwoorden met een briefje: als u dat nog één keer vraagt, zeg ik stante pede uw huur op. Schandelijk, voorzitter, schandelijk. Wat kan het kabinet daaraan doen? Ik heb de heer Aartsen ook een motie horen aankondigen.

Tot slot, voorzitter. Wat is het perspectief na 1 juli? De regelingen worden niet afgebouwd tot 1 juli. Heel terecht; een goede keuze van het kabinet. Maar wat gaan we daarna doen? Begint het denken daarover al? Dat is denk ik wel nodig, want het zal daarna niet in een keer weer zonneschijn zijn.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Weyenberg. Even kijken, hoor, meneer Smeulders, dit is …

De heer Van Weyenberg (D66):

Dit mag nog wel, voorzitter.

De voorzitter:

Nou, ik ga daarover. Even overleggen met mijn griffier. Hoeveel hebben we? De laatste, ja.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Zeker. De ChristenUnie heeft geluk als laatste coalitiepartij. Eén per coalitiepartij! Ook het onderwerp is hetzelfde; het gaat namelijk over het coronaverlof. Ik heb de heer Van Weyenberg daar niets over horen zeggen, maar dat is misschien ook omdat hij op deze interruptie rekende.

De heer Van Weyenberg (D66):

Precies.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Ik ken D66 als een partij die het combineren van arbeid en zorg en een ontspannen samenleving heel erg belangrijk vindt.

De voorzitter:

U begint altijd met een mooie inleiding.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Ja, omdat ik probeer om het echt voor elkaar te krijgen. Ik heb een korte vraag. Wil D66 ook het coronaverlof steunen, zeker als de basisscholen over een paar weken onverhoopt niet open kunnen?

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik ben heel blij met die laatste toevoeging. We willen met elkaar natuurlijk het allerliefste dat over twee weken de basisscholen weer opengaan. Ik herken helemaal hoe zwaar het is. Ik doe ook nogmaals een oproep aan heel veel werkgevers dat ik eigenlijk verwacht dat ze hier gewoon goed uitkomen met hun werknemers zonder dat we dat wettelijk moeten regelen. Maar ik snap uw vraag ook, want dat gaat dan vast niet overal goed. De minister heeft met sociale partners gesproken en ik begrijp dat er nu geen oplossing is bedacht, maar hebben daar varianten op tafel gelegen, bijvoorbeeld de Belgische variant die u noemde en waarbij je geloof ik 70% doorbetaald krijgt tijdens het verlof? Is die variant op tafel geweest? Zou dat wel uitvoerbaar zijn? Ik snap dat het klaar moet staan als onverhoopt de basisscholen langer dicht zijn.

De voorzitter:

De heer Smeulders heeft geen interrupties meer, maar zijn vraag was: wat vindt u er zelf van?

De heer Van Weyenberg (D66):

Dat heb ik volgens mij net gezegd, voorzitter. Volgens mij zag ik de heer Smeulders een stuk blijer zijn met het antwoord dan u, maar dat geheel terzijde. De crux is dat ik heb gezegd dat ik graag wil dat er zoiets wordt bedacht als dat kan, áls de basisscholen niet opengaan. Ik dacht dat ik dat ook zei, voorzitter, maar dank voor de gelegenheid om het nogmaals te herhalen.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Ik wilde kijken of we samen een motie met die strekking kunnen indienen.

De voorzitter:

Oké, maar dat kan ook buiten de interruptiemicrofoon. Dank u wel, meneer Van Weyenberg. Ja, bilateraaltjes hebben we hier ook.

Dan is nu het woord aan de heer Tony van Dijck namens de PVV. Gaat uw gang, meneer Van Dijck.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Ik wil eerst stilstaan bij al die ondernemers die slachtoffer zijn geworden van de rellen van de afgelopen dagen. Ze zitten al in zwaar weer door de lockdown, en nu krijgen ze ook nog bezoek van een paar aso's en de zaak wordt geplunderd. Hoeveel ellende kan een mens hebben? Ik ben blij dat het kabinet zich garant heeft gesteld voor alle geleden schade, voor zover die niet wordt vergoed door verzekeraars, en dat die wordt verhaald op de relschoppers. Ik hoop vooral dat er van dat laatste echt werk wordt gemaakt, want vaak komen relschoppers er te makkelijk mee weg.

Voorzitter. We spreken over het steunpakket. Het is terecht dat ondernemers worden gesteund in deze zware tijden. Het is tenslotte buiten hun schuld dat ze dicht moeten en nauwelijks nog omzet draaien. De vraag is vandaag alleen: is het genoeg? De PVV is al langer van mening dat als je bedrijven van overheidswege sluit, je ze voor 100% moet compenseren. 100% lockdown betekent 100% compensatie wat ons betreft. En geen halfbakken ingewikkelde regelingen zoals nu gebeurt. Het water staat ondernemers nu tot aan de lippen, het vet is van de botten en de spaarcenten zijn op. Ze hebben overal geleend om te overleven, bij familie, bij vrienden, bij de bank, maar het is niet genoeg. Ze zien hun droom, hun zaak waar ze jaren keihard voor gewerkt hebben, ten onder gaan. Ze zijn dankbaar voor de steun van de overheid, zeker, maar het is niet genoeg. Elke maand moet er geld bij, veel geld. Ik heb de voorbeelden van de bewindspersonen er eens bij genomen. Daaruit blijkt ook dat er geld bij moet. Het is niet zo dat dat weinig geld is. Die café-eigenaar moet al snel €10.000 bijpassen in het eerste kwartaal, maar ook de ondernemer van de kledingzaak komt €8.000 tekort. En ga zo maar door. Het is geen kleingeld, het gaat om €10.000, €8.000, voor de bioscoop €31.000 en voor het hotel €115.000 dat ze moeten bijpassen. En het geld is op. Sommige zijn al elf maanden dicht. De banken geven ook al niet meer thuis. De familie is leeg. Alle potjes zijn leeg. En toch wordt gevraagd om bij te passen.

Met het huidige beleid krijgen we, ben ik bang, straks een tsunami aan faillissementen. Nu al voorspelt het UWV een verlies van bijna 200.000 banen dankzij corona. En hoe gaat dat straks in de tweede helft van het jaar als de schulden moeten worden terugbetaald? Er worden nu schulden opgebouwd bij de Belastingdienst, bij de banken, bij de leveranciers. Die komen straks bovenop de normale kosten. Ik denk dat veel bedrijven dan de plug eruit trekken en failliet gaan. We moeten voorkomen dat bedrijven ermee stoppen. Als dat gebeurt, is alle steun, de hele 62 miljard, voor niets geweest. Je hebt dan als overheid alleen tijd gekocht, dure tijd. Dan is het uitstel van executie geweest.

Laten we er daarom voor zorgen dat er nu, in het zicht van de haven, geen bedrijven onnodig failliet gaan. Dat was ook ooit de belofte. Laten we daarom voor honderd procent compenseren, allemaal. Dan gaat het dus ook om de bedrijven die nu buiten de boot vallen, zoals de starters, ook als ze eind 2019 of na juli 2020 zijn begonnen. Ik noem de 1.200 grensondernemers, waar de heer Van Dijk het over gehad. Ik noem de kappers en anderen die net de 30% omzetverlies niet halen, omdat ze per kwartaal worden bekeken. Dat is ook zoiets. In oktober en november wordt er nog geld verdiend, maar in december, waar je echt de grote klapper wilde maken, moest je dicht. En dan haal je de 30% niet. Ik noem de zzp'ers van wie de partner een kleine baantje heeft. Ze krijgen niets. Het is werkelijk schandalig hoe de zzp'ers worden behandeld. Haal op zijn minst die partnertoets weg.

De heer Stoffer had het over winkelketens die de noodklok luiden: 40% zit in zwaar weer. Hoe ziet Nederland er straks uit zonder al die Blokkers, Intertoys, Scapino's en Leen Bakkers in de winkelstraten? En met 175.000 werklozen? Kan de minister onderzoeken hoe de vlag erbij hangt bij die middelgrote filiaalbedrijven? Hoe zit het met de ondernemers die in de eerste twee kwartalen van 2019 nog geen omzet hadden, omdat ze aan het verbouwen waren? Vallen die nu buiten de boot? En hoe zit het met bedrijven die begin 2019 een hele andere omzet hadden dan in het eerste kwartaal van 2020, omdat ze bijvoorbeeld maar één vestiging hadden en later zijn doorgegroeid naar drie vestigingen?

Voorzitter. De nu aangekondigde verruiming is niet genoeg. Nog steeds moeten ondernemers vele duizenden euro's bijleggen, geld dat ze niet meer hebben. De PVV roept op om alle getroffen ondernemers voor de volle honderd procent te compenseren om te voorkomen dat straks blijkt dat we het kind met het badwater en vele miljarden hebben weggegooid.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Tony van Dijck. Heel goed, precies binnen de spreektijd. Dan is nu het woord aan de heer Bruins namens de ChristenUnie.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u wel. Ook mijn fractie is positief over dit massieve extra steunpakket. Het is goed dat het kabinet zekerheid biedt voor het komende halfjaar. Zo kunnen we ervoor zorgen dat veel ondernemers straks weer volop aan de slag kunnen en niet op het laatst omvallen. Ik wil ook waardering uitspreken voor iedereen die betrokken is bij de uitvoering: de ambtenaren op de ministeries, de gemeenten, de uitvoeringsorganisaties. Het is echt een megaoperatie. Diepe bewondering daarvoor.

Voorzitter. Over de starters is al gesproken door de heren Aartsen, Amhaouch, Van Weyenberg en Van Haga. Ik sluit me daar graag bij aan.

Ik ga meteen door naar de TVL. Ten eerste het plafond in de TVL voor middelgrote bedrijven. Volgens de minister kan het plafond vanwege staatssteunregels niet verder worden verhoogd. In de kaderregeling staat in sectie 3.12, artikel 87, sub a en d gewoon een plafond van 3 miljoen. Leg hier in de Kamer nou eens precies uit waarom dat niet geldt. Voor de meeluisterende ambtenaren: sectie 3.12, artikel 87, sub a en sub d. Waarom geldt dat niet? Daar staat het plafond in de kaderregeling.

Voor land- en tuinbouwbedrijven die in aanmerking komen voor een verhoging van TVL is een aparte regeling aangekondigd, ook vanwege de staatssteunregels. Mijn fractie waardeert dat zeer. Die regeling geldt nu alleen voor het eerste kwartaal van dit jaar. Mijn fractie vindt het van belang dat we ook ondernemers in de land- en tuinbouw meer zekerheid kunnen bieden, tot aan de zomer. Kan dit worden uitgebreid naar kwartaal twee? Ik heb een motie in voorbereiding om dat van het kabinet te vragen.

Voorzitter. Dan het coronaverlof voor ouders met jonge kinderen, waarop GroenLinks mij zou kunnen willen interrumperen. Dat verlof is een brede wens van de Kamer, en ook van de ChristenUnie. De situatie in veel gezinnen is nijpend en veel ouders staan op omvallen in deze intensieve periode. Ik snap dat dit een vraagstuk van goed werkgeverschap is. Veel hangt af van de coulance en flexibiliteit van werkgevers richting hun werknemers. Compensatie vanuit het Rijk kan daarbij natuurlijk wel helpen. Ik hoor graag wat hierbij de plannen van de minister zijn.

Voorzitter. Het is ook goed dat de tegemoetkoming voor studenten verlengd wordt. Dat geldt echter alleen voor studenten die dit seizoen afstuderen, terwijl alle studenten forse negatieve gevolgen ondervinden van de huidige situatie, met al maandenlang onderwijs op een schermpje. Welke mogelijkheden ziet het kabinet om die andere studenten ook te compenseren?

Voorzitter. Mijn fractie is ook positief over de subsidieregeling voor R&D-investeringen in de mobiliteitssector en de maakindustrie. Ik constateer dat daarmee in feite voor het eerst sinds 2011 het programmatisch innovatiebeleid weer terug is. Dat is goed nieuws. Kan het kabinet nader toelichten hoe deze regeling eruit gaat zien? Gaat het alleen over nieuwe investeringen, of kunnen bedrijven ook subsidie aanvragen voor lopende investeringen die in het gedrang zijn gekomen? Kunnen we ook hogescholen en universiteiten expliciet vragen om hierbij aan te sluiten, zodat Nederland opnieuw kan gaan werken aan de triple helix; de publiek-private samenwerking tussen bedrijven, overheid en kennisinstellingen?

Voorzitter. Ik wil ook aandacht vragen voor de exitstrategie. Ik las vanochtend in Het Financieele Dagblad dat er fasen zijn gedefinieerd. Hoe zien die fasen eruit? Wie worden bij het plan betrokken? Wanneer kan daar in de Kamer over worden gesproken? We hadden het in april vorig jaar over de protocollen van minister Wiebes voor de veilige en snelle heropening van sectoren. Nu is de ingenieur verdwenen uit het kabinet, maar alstublieft niet zijn inbreng. Ik hoor nu vrijwel niets meer over die protocollen. Liggen die plannen nog steeds klaar? Wanneer komt er een focus op de manier waarop we zo goed en zo snel mogelijk bedrijven kunnen heropenen, zodat de economie weer gaat draaien?

Voorzitter. Tot slot: een leven lang ontwikkelen in de turbostand. Ik kijk dan naar minister Koolmees. In het helpen van werk naar werk moeten we ons richten op tekortsectoren; sectoren met een grote vraag naar vervanging en een groot aanbod aan duurzaam bestendige banen. Dat zijn de schoonmaak, bouw en infra, de metaal en de techniek. Laat het aanvullende steunpakket, dat sociaal pakket van 1,4 miljard, vooral in die tekortsectoren landen, en gebruik daarbij de sectorplannensystematiek. Zo kunnen de technologiesectoren een gezamenlijk loket opzetten, kan een goede matchingsinfrastructuur gerealiseerd worden, en kunnen mensen van overschot- naar tekortsectoren worden omgeschoold. Kan de minister toezeggen dat de financiële ondersteuning ook bij die tekortsectoren terecht kán komen om de benodigde infrastructuur op te schalen? Wil hij hierover snel in gesprek gaan met de Industriecoalitie om tot een constructieve oplossing te komen om dit te realiseren?

Hierbij zou het enorm helpen als pensioenfondsen — die hebben alle adressen van werknemers, ook in de tekortsectoren — hun gegevens mogen delen met de O&O-fondsen, zodat werkgevers in de tekortsectoren de beschikbare werknemers in de overschotsectoren kunnen vinden. Maar de AVG houdt dit sinds een paar jaar tegen. Wil het kabinet nagaan of gegevens op een veilige manier tussen pensioenfondsen en O&O-fondsen uitgewisseld kunnen worden, als onderdeel van de op te zetten matchingsinfrastructuur?

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Precies vijf minuten.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Daar sta ik om bekend.

De voorzitter:

Ik vind het een kunst. Dank u wel, meneer Bruins. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Azarkan namens DENK.

De heer Azarkan (DENK):

Dank, voorzitter. Het zijn bijzondere tijden, moeilijke tijden. Voor ouders met kinderen die niet naar school kunnen. Voor jongeren die beperkingen ervaren. Voor zorgmedewerkers die al een jaar op hun tandvlees lopen. En natuurlijk ook voor ondernemers die getroffen zijn door de zware maatregelen om het coronavirus onder controle te krijgen.

Voorzitter. Als ik met ondernemers spreek, dan vallen mij altijd een aantal dingen op. Het eerste is dat ze die ondernemersvreugde missen. Ook al krijgen ze wat geld van de overheid, toch missen ze enorm die interactie met de klanten. Er is ook de frustratie dat ze hun eigen geld niet kunnen verdienen en met de pet rond moeten. Daarnaast is er de financiële onzekerheid en de angst om straks de eigen zaak, die ze met moeite hebben opgebouwd, te verliezen.

Het is goed dat we de ondernemers tegemoetkomen. Het kabinet heeft bij de eerste drie steunpakketten royaal de portemonnee getrokken. "Whatever it takes", zei Wopke Hoekstra. Vandaag spreken we over — ik heb het bijgehouden — de derde aanvulling op het derde steunpakket. Ik zie de heer Koolmees knikken, dus dan klopt het. Het uitgangspunt is dat bedrijven die in de kern gezond zijn, niet mogen stranden in het zicht van de haven. Dat mag wat kosten, want als we zuinig de hand op de knip houden zijn de maatschappelijke kosten van onnodige faillissementen en ontslagen vele malen hoger. Een neerwaartse spiraal van faillissementen en ontslagrondes, uitmondend in massawerkloosheid, dient ten koste van alles voorkomen te worden.

Voorzitter. DENK is blij met het steunpakket. Het is verstandig, maar het kan op onderdelen beter. Wij vinden, net als veel partijen, dat het maximum van 85% in de NOW en in de TVL naar 100% kan. Immers, de kosten voor ondernemers zijn gewoon 100%. Zij kunnen er niets aan doen. Waarom zou je dan niet 100% vergoeden? De redenering van het kabinet is dat het dit niet alleen kan en dat huisbazen ook moeten bijdragen. Die redenering vinden wij niet plausibel. Zo ontstaan er onnodig conflicten en moet men vaak bij de rechter het gelijk gaan halen. Dat betekent extra stress, extra onzekerheid en ook extra kosten.

Het tweede pijnpunt, ook al verschillende keren gememoreerd, is de partnertoets. Consequent heeft DENK aangegeven dat de partnertoets er echt af moet. Die doet pijn. Ook daarin is het kabinet niet sluitend. Het kabinet heeft aangegeven dit te doen om dichter bij de normale situatie te komen. Maar je hoeft maar naar buiten te kijken om te zien dat er op dit moment niet veel normaals is in Nederland.

Er komt een speciale startersregeling voor ondernemers die tussen 1 januari en 30 juni 2020 een onderneming zijn gestart, zo lezen we op pagina 9 van de brief. Waarom gaat dat RVO-loket pas in april of mei open? We zagen vorig jaar dat de loketten van de RVO en het UWV veel sneller opengingen, binnen enkele dagen. Waarom moet dit nu zo lang duren?

De fractie van DENK steunt de bijzondere sectoren, zoals de theaters, de bioscopen, de opera- en concertzalen, de sportclubs, de zwembaden en de ijsclubs. Maar er is ook een kleine groep organisaties die echt buiten de boot valt. Daar wil ik aandacht voor vragen. Dit zijn de maatschappelijke organisaties die echt nut hebben, maar die niet zo opvallen. Dan denk ik aan met name stichtingen die zich inzetten voor jongeren, ouderen en vrouwen en dat veelal onafhankelijk van de subsidies doen. Die zien op dit moment hun inkomsten uit donaties, zaalverhuur en horeca wegvallen. Omdat ze een stichting zijn, komen ze niet in aanmerking voor de hogere vergoeding. Ze werken met vrijwilligers. Dat betekent dat ze geen loonsom hebben en daarmee is voor hen de NOW niet interessant. Ze zouden graag een deel van de vaste kosten vergoed zien. Ik had net een van die vrijwilligers aan de lijn. Die zei: we bestaan 50 jaar en we doen interessante en ook broodnodige activiteiten voor jongeren; het zou ontzettend zonde zijn als we nu omvallen omdat we het niet meer trekken.

Voorzitter. Dan een ander punt waarover ik me echt zorgen maak. Voor veel ondernemers die nu met de hulp van de overheid kunnen blijven bestaan, dreigt een moeilijke situatie ná de beëindiging van de steunpakketten. Ik vraag me oprecht af of ze wel in staat zijn om de onderneming vlot te trekken, omdat ze bedrijfseconomisch rendabel moeten gaan opereren met veelal hogere kosten. Dat is zeker zo als de kosten van leningen, in combinatie met de betaling van uitgestelde belastingen, bovenop de bedrijfskosten komen. Deelt de minister deze zorg? Wat zijn de verwachtingen voor de economie? Kan de minister hier iets in betekenen?

Tot slot, voorzitter. In de afgelopen dagen werden we geconfronteerd met heftige rellen na de avondklok. We zagen plunderingen van winkels en dichtgespijkerde ramen en etalages. Het is goed dat de overheid, in afstemming met de verzekeraars, gedupeerden helpt met een noodfonds. Het is ook verstandig dat de minister van Justitie en Veiligheid heeft aangegeven dat de avondklokboetes die winkeliers die hun eigen spullen beschermden hebben gekregen, worden ingetrokken.

Dank.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Azarkan (DENK):

Ik heb nog twee seconden over! Ik ben geen meneer Bruins, maar ik zat er dichtbij.

De voorzitter:

Dat vind ik heel knap. Dank u wel.

Dan zij we hiermee aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer.

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering tot 14.25 uur. Dan gaan we eerst stemmen en daarna gaan we verder met de beantwoording. Ja? De stemmingen duren ongeveer vijf minuten. Ja, we hebben een korte stemmingslijst. We hebben vijf moties.

De vergadering wordt van 13.25 uur tot 14.25 uur geschorst.

Naar boven