11 Uitbreiding van het steunpakket voor bedrijven

Aan de orde is de voortzetting van het debat over uitbreiding van het steunpakket voor bedrijven.

De voorzitter:

Ik geef de minister van Economische Zaken en Klimaat het woord.

De beraadslaging wordt hervat.

Van 't Wout:

Dank u wel, voorzitter. Misschien één woord vooraf. Ik vind het bijzonder eervol en een grote verantwoordelijkheid om hier als minister van Economische Zaken te staan, maar de reden waarom ik hier sta, gaat mij echt aan het hart. Dat is namelijk dat Eric Wiebes zelf besloten heeft om zijn ministerschap op te zeggen. Al het goede in dit pakket, die eer komt hem echt toe! Dat wilde ik graag hier ook nog even gezegd hebben.

Voorzitter. Er stond nog een vraag open van de heer Van Dijck van de PVV, maar die is nog onderweg naar de zaal en daarom doe ik die zo meteen nog even.

Er lag nog een vraag over Pinkpop: hoe zit het nou met de evenementen? Ik kan niet ingaan op specifieke festivals en hier zeggen welke wel of niet door kunnen gaan. We werken nu aan de uitwerking van dat garantiefonds en daar gaan we u ook over informeren, maar ik kan niet nu al toezeggen dat die datum naar voren wordt gehaald of dat een specifiek festival wel of niet door kan gaan. Dat moeten we echt even betrekken bij de uitwerking. Er zit hierover volgens mij ook nog een motie in het pakket dat voor mij ligt, maar daar komen we dus op terug.

Dan wil ik door naar de moties.

De voorzitter:

Echt een hele korte vraag, meneer Amhaouch. Julie hebben uitgebreid een debat gevoerd en ...

De heer Amhaouch (CDA):

U kent mij, voorzitter.

De voorzitter:

Ja, daarom zeg ik het.

De heer Amhaouch (CDA):

Ik ben altijd heel kort van stof.

Ik begrijp natuurlijk dat we niet op individuele gevallen in kunnen gaan, maar dit is nu eenmaal het voorbeeld. De vraag is dus: ziet het kabinet ruimte, flexibele ruimte, om dat met de branche per casus te beoordelen? Daar kan goed uit komen dat het niet verantwoord is. Of houdt de minister toch gewoon vast aan die strikte regels?

Van 't Wout:

We hebben het in de brief ook zo opgeschreven dat u kunt zien dat het niet in beton gegoten is, maar laten we ons tegelijkertijd ook wel afvragen hoe reëel het is dat je eind juni wat kunt doen. Maar we komen daar dus nog op terug. Ik begrijp dat u, meneer Amhaouch, heel veel zin heeft in Pinkpop.

Voorzitter, dan kom ik op de ... Ah, daar is de heer Van Dijck! Hij had een belangrijke vraag en ik begrijp nu beter wat hij bedoelde. Het is ingewikkeld en daarom wil ik het met alle liefde ook nog even op schrift aanleveren. Maar zijn vraag was het volgende: als je bijvoorbeeld pas in het tweede kwartaal van 2019 bent gestart, heb je dan nog wel een referentie? Ja, want die beweegt dan mee. Daar zit een hele techniek achter en die zet ik graag even op schrift. Maar als een ondernemer in de TVL in de normale referentieperiode nog niet bestond, schuift die referentieperiode automatisch mee met zijn startdatum. Hij krijgt dan het eerste kwartaal na zijn startdatum als referentieperiode. Dus daar lijkt in voorzien te zijn. Ik zet het met alle liefde nog even wat uitgebreider op papier, want ik snap nu waar uw vraag, meneer Van Dijck, vandaan kwam. Het is met alle Q-tjes af en toe best lastig te volgen. Ik zal het dus ook nog even schriftelijk doen, maar volgens mij is voorzien in de terechte vraag die u stelde.

Dan kom ik bij de moties. Ik begin met de tweede motie. Dat is de motie van de heer Van Dijk van de Partij van de Arbeid op stuk nr. 6, over de verlaging van de vastelastendrempel. Ik zou hem willen verzoeken om die motie even aan te houden, omdat ik ook heb aangegeven dat ik op zichzelf sympathiek sta tegenover het idee, maar dat ik er echt even wat dingen voor moet uitzoeken. Ik wil namelijk niet dat we iets doen waar we later spijt van krijgen. Ik wil hem wel toezeggen dat ik zal zorgen dat u daar nog voor het verkiezingsreces over kunt stemmen, want anders heeft u ook niks aan aanhouden. Maar als we het zo kunnen afspreken, dan ... Ik zie de heer Van Dijk knikken. Fijn!

Dan de motie van GroenLinks en de VVD. Dat is volgens mijn administratie de motie op stuk nr. 10.

De voorzitter:

Meneer Gijs van Dijk, u houdt de motie aan?

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

De motie op stuk nr. 6 over het verlagen van de drempel van de TVL naar wellicht €1.500 houden we even aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Gijs van Dijk stel ik voor zijn motie (35669, nr. 6) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Van 't Wout:

Daar kom ik dus schriftelijk nog even op terug.

Dan de motie op stuk nr. 10 van GroenLinks en de VVD. Ik heb daar in het debat al het een en ander over gezegd. Het gaat over de verhouding tussen verhuurders en ondernemers. Een nieuwe juridische verankering vind ik gewoon heel ingewikkeld. Ik ga daar ook niet in m'n eentje over, want ook JenV is daarbij betrokken. We hebben die exercitie heel vaak gedaan en ik zie geen mogelijkheid om nu een wettelijke grondslag te doen. Ik ben best bereid om onze afweging waarom wij dat niet kunnen, nog eens uitgebreid aan u mee te geven, maar als u mij nu zegt "u zult en moet een juridische verankering doen", dan kan ik dat gewoon niet waarmaken.

Gesprekken tussen partijen organiseren, dat willen we natuurlijk altijd doen. Dat daar een akkoord uit komt, kan ik natuurlijk niet automatisch toezeggen. Ik zeg daar ook bij dat de jurisprudentie wel de goede kant op wijst. Zoals die motie nu geformuleerd is, kan ik haar alleen ontraden, tenzij u er genoegen mee neemt dat ik haar lees als: ik kan u de juridische afwegingen meegeven en wij gaan door met het organiseren van gesprekken met die sectoren, wat ook de staatssecretaris echt al heel veel aan het doen is. Die zit zeker niet stil hierop.

De voorzitter:

Geen onderhandelingen over moties, maar als u haar wilt aanhouden …

De heer Aartsen (VVD):

Ik maak graag gebruik van het aanbod van de staatssecretaris — excuus: van de minister — om in ieder geval die juridische informatie toegestuurd te krijgen. De motie blijft wat mij betreft staan, maar op basis van die juridische informatie en de jurisprudentie-uitleg kunnen we in ieder geval verder kijken.

Van 't Wout:

Dan zou ik wel even willen kijken naar de indieners. Als u de motie laat staan, dan stemt u er dinsdag al over. Ik weet niet of ik die informatie zo snel bij u kan krijgen. Dan zou ik u in overweging geven om deze motie toch even aan te houden. Als u mij vraagt of ik nú iets juridisch ga regelen en een akkoord ga sluiten: dat kan ik gewoon niet doen. Dan moet ik de motie ontraden. Maar ik stuur de informatie zo snel mogelijk naar u toe. Als dat niet voor dinsdag is, raad ik u aan de motie aan te houden, want anders moet ik haar ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 12 van de SP, die vraagt om toch voor meer specifieke sectoren dingen te doen. Daar hebben we het ook in het debat over gehad. Daarop is de uitvoering gewoon echt niet toegerust op dit moment. Dan moet ik ze van andere dingen afhalen en dat wil ik gewoon niet.

Dan de motie op stuk nr. 14 van de SP en de VVD, die zegt: kijk bij het uitwerken van zo'n evenementengarantiefonds ook naar dingen met bijvoorbeeld minder dan 3.000 bezoekers. De voucherbank uit de eerdere motie-Kwint/El Yassini is er weer. Ik zie dat een eerdere coalitie SP/VVD hier wordt voortgezet, met andere leden. Die is heel duurzaam aan het worden. Maar die motie wil ik graag oordeel Kamer geven. Ik heb zelf als staatssecretaris ooit een keer de heer Jasper van Dijk al bijna tot nieuwe formateur benoemd, kunt u nagaan.

De voorzitter:

Alleen was hij vergeten te zeggen dat het Jasper van Dijk betrof. We hebben een stuk of vier Van Dijken in de Kamer.

Van 't Wout:

Wij doen daarom zo veel aan dijkbewaking in dit land.

Voorzitter. Wij zijn die garantieregeling nader aan het uitwerken. U kent allemaal de doelen daarvoor. Ook de afbakening van bezoekersaantallen is echt wat we samen met de sector willen gaan doen. Over de ingangsdatum heb ik net ook iets gezegd richting het CDA. Dat is natuurlijk niet in beton gegoten. Dat moeten we uitwerken, maar laten we ook een beetje … Als ik door mijn oogharen heen kijk, zie ik voor 1 juli niet enorme dingen ontstaan, maar you never know. Dan ga ik mijn collega van OCW vragen om nader in te gaan op dat onderzoek naar de voucherbank. Ik vraag haar om daar schriftelijk op te antwoorden en dat antwoord heb ik hier nu niet.

Dan de motie op stuk nr. 15 van VVD en D66, die eigenlijk zegt: vervroeg die startersregeling in die zin dat ook mensen die eerder begonnen zijn, eronder vallen. Die motie wil ik oordeel Kamer geven. Ik heb mij even verstaan met de uitvoering en dit kan er nog net bij.

Dan de motie op stuk nr. 16, waarin de heer Aartsen en anderen mij verzoeken om met branches en eventueel met gemeenten in kaart te brengen wie dan nog buiten de boot vallen. Over hoeveel hebben we het dan bijvoorbeeld? Dat wil ik doen, maar u noemt 1 maart in de motie en ik wil u vragen om mij te gunnen dat voor 1 april te doen. Ook hiervoor heb ik weer mensen nodig. We doen alles zo snel mogelijk, maar voor 1 april weet ik zeker dat ik het kan leveren.

De voorzitter:

Kort, de heer Aartsen.

De heer Aartsen (VVD):

Dat is prima, als het maar niet te lang gaat duren. De brancheorganisaties staan klaar om vanavond nog dingen online te gooien.

Van 't Wout:

Fijn. Het is altijd fijn als mensen meehelpen.

De motie op stuk nr. 18 van het CDA vraagt of we niet ook zo'n opslag kunnen doen voor de reisbranche, zoals we dat ook bijvoorbeeld voor de horeca doen. Die motie kan ik oordeel Kamer geven. U zegt ook terecht dat het opslagpercentage natuurlijk wel moet samenhangen met de kosten. Ik denk namelijk dat die dan weer niet zo hoog zijn als bijvoorbeeld bij de kleding, waar je hele wintercollectie onderhand een stuk minder waard is geworden.

Dan de motie op stuk nr. 19 van het CDA, die vraagt om een commissie van wijzen. Daar zijn we min of meer mee bezig, dat ga ik doen, maar ook daar zeg ik dat het echt om de uitzonderingen gaat. Met verwijzing naar het debat herhaal ik dat maatwerkachtige dingen geen generieke verruiming van de regelgeving worden. Volgens mij verstaan wij elkaar daar goed in.

De motie op stuk nr. 20 vraagt om bijvoorbeeld dynamische evenementenvergunningen, om eens te kijken of we daar ook met de VNG over kunnen gaan praten. Dat ga ik graag doen, want het zou jammer zijn als dat bijvoorbeeld nou weer showstoppers zijn.

Dan de motie op stuk nr. 21 over de automotive, lucht- en ruimtevaart en de maritieme industrie. Daarin wordt ons gevraagd om de subsidieregeling voor 15 mei uit te werken. Dat doen wij graag, dus die geef ik oordeel Kamer.

Dan de motie van 50PLUS om alles op alles te zetten om die startersregeling eerder open te laten gaan. Als ik haar ontraad omdat we dat al doen, staat het weer alsof ik dat niet zou willen.

De voorzitter:

Dat is de motie op stuk nr. 23.

Van 't Wout:

Sorry, dat is de motie op stuk nr. 23. We zetten al alles op alles. Ik wil de motie oordeel Kamer geven, maar daarbij zeg ik wel dat tot nu toe alles op alles zetten, wat we dag in, dag uit doen, nog niet heeft geleid tot eerder openen. Het is wat het is. Die mensen moeten soms ook nog een keer slapen.

De motie op stuk nr. 24 van de SGP over click and collect of koop op afspraak — laten we de Nederlandse term gebruiken — wil ik oordeel Kamer geven. Er is terecht toegevoegd dat dat natuurlijk samenhangt met hoe dat vreselijke virus zich aan het gedragen is.

De motie van de heer Stoffer op stuk nr. 25 gaat over een maatwerkoplossing voor de kalverhouderij. Die moet ik helaas ontraden. Het is niet mogelijk om binnen de TVL de omzetdrempel voor één specifieke sector te gaan verlagen. Dat zou alleen binnen een specifieke regeling kunnen. Dan moet RVO die weer helemaal gaan ontwikkelen. We hebben natuurlijk die 30% niet voor niks gekozen. Ik kan niet voor één sector specifiek een uitzondering maken. Het spijt me. Ik moet die dus ontraden.

De motie op stuk nr. 26 gaat over het ontwikkelen van de exitstrategieën in samenwerking met de brancheorganisaties. Ja, graag. Die creativiteit willen we benutten. Die geef ik dus oordeel Kamer. Het was een motie mede namens de heer Van Haga, geloof ik. Die krijgt dus oordeel Kamer.

De heer Van Haga had een motie over het schrappen van vestigingsvereisten, met verwijzing naar het debat. Dat is gewoon niet uitvoerbaar voor ons. Dat was de motie op stuk nr. 28.

De motie op stuk nr. 29, ook van de heer Van Haga, gaat over het schrappen van de cap van de TVL. Daar hebben we het ook over gehad in het debat. Die moet ik ontraden.

De motie op stuk nr. 31 vraagt om die hele starters- en overnamedingen niet in de hardheidsclausule op te nemen. Daar hebben we het ook over gehad. Dat gaat echt niet in een hardheidsclausule. Dat is niet uitvoerbaar en niet controleerbaar.

Dan de motie op stuk nr. 32, ook van de heer Van Haga. Die vraagt om de luchtventilatie van winkels mee te nemen. Die wil ik ontraden. We hebben niet de indicatie dat ventilatie iets is wat ons tegenhoudt en dat zou ook allemaal weer extra onderzoek en heel veel tijd kosten.

Dan de motie van de PVV op stuk nr. 38, van de heer Tony van Dijck. Die zegt: je moet gewoon 100% gaan vergoeden. Ook dat hebben we — niet alleen in dit debat, maar ook in eerdere debatten — vaker met elkaar besproken. We hebben hem al verhoogd naar 85%. Overigens zul je zien dat dat in de praktijk vaak al dicht bij de 100% komt. Dus ontraden.

De motie op stuk nr. 39 van de heer Bruins van de ChristenUnie zegt: trek nou wat jullie hebben bedacht voor de land- en tuinbouw voor Q1 alvast door naar Q2, dus naar het tweede kwartaal. Daar zijn wij toe bereid. Dat is oordeel Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 40. Die is volgens mij van de heer Azarkan. Dat was het punt van in gesprek gaan met de VNG. Dat heb ik al toegezegd, dus oordeel Kamer. Ik ga eens kijken of ik daar iemand bij kan betrekken, bijvoorbeeld BZK, maar we gaan dat toen, want ik vind dat een terechte vraag die wij mogen stellen.

Dan de motie over het aanpassen van de systematiek, zodat rijscholen en kappers erin vallen. Dat is de motie op stuk nr. 42, dank. Op zichzelf zijn die sectoren niet uitgesloten van alle maatregelen die we hebben. Als je daar weer wat extra's wilt doen, moeten we weer specifieke regelingen gaan maken en dat gaat helaas echt niet.

Dat waren de moties die ik had. Als het goed is, hebben de collega's de rest van de moties. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Minister Koolmees:

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik zou nog terugkomen op twee vragen uit de eerste termijn die waren blijven liggen. De eerste was van mevrouw Van Brenk, over de combinatie van de Tozo en de TONK? Ja, dat kan. Mensen die geld via de Tozo ontvangen maar hun noodzakelijke kosten daarmee niet kunnen voldoen, kunnen een beroep doen op de TONK. Ik noem als voorbeeld een alleenstaande ondernemer. Dat kan dus inderdaad.

Een tweede vraag die was blijven liggen, gaat over de stand van zaken bij de gesprekken met de grenslanden over de ondernemers. Het blijkt dat de voorganger van de staatssecretaris, dus de voorganger van de heer Van 't Wout, mevrouw Van Ark, op 1 juli daar al een brief over heeft gestuurd. Daarin staat dat die gesprekken waren beëindigd en dat daar eigenlijk geen oplossing voor was gevonden. Ik dacht dat die gesprekken nog liepen. Ik heb net even gekeken; mevrouw Van Ark is op 9 juli minister voor Medische Zorg geworden. Dus die brief is er precies tussenin gevallen. Vandaar dat wij niet snel konden reproduceren waar dat was gebleven. Maar daar is dus geen oplossing voor gevonden. Eigenlijk is geconstateerd dat alle landen zelf verantwoordelijk zijn voor de inwoners van het land.

De motie op stuk nr. 5, van de heer Gijs van Dijk, krijgt oordeel Kamer. Als het zo kan, doe ik het gewoon zo.

De motie op stuk nr. 7 gaat over die grensondernemers waar we het net over hadden richting het CDA. Die motie moet ik ontraden, op grond van dezelfde argumentatie. Er zijn gesprekken geweest. Ik zie geen exportmogelijkheid, dus die toezegging kan ik niet doen.

De motie op stuk nr. 8 is van de heer Smeulders en gaat over mentale steun. We hebben even contact gehad met de collega van VWS. Ik wil deze motie oordeel Kamer geven, maar er wel een paar opmerkingen bij maken. Er worden geen nieuwe programma's opgetuigd. We willen ook met gemeenten en andere stakeholders dit traject oppakken, want deze problematiek reikt verder dan alleen de sociale partners. Dat moeten we nog wel samen gaan uitwerken. Met die kanttekeningen geef ik de motie oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 9 is van de heer Smeulders en de heer Van Weyenberg. Ik heb in de eerste termijn al gezegd dat ik aan verwachtingenmanagement doe, en dat ik een forse winstwaarschuwing wil geven vanwege de uitvoering. Ik heb ook al gezegd dat het UWV onmogelijk allerlei taken erbij kan doen, maar dat ik ook heb geconstateerd dat ik met sociale partners wil zoeken. Dat heb ik ook opgeschreven in de brief van vorige week. Met deze opmerkingen erbij geef ik de motie dus oordeel Kamer.

Ik kom bij de motie op stuk nr. 11, van de heren Van Kent en Gijs van Dijk, over de partnertoets. Met verwijzing naar vier eerdere debatten: ontraden.

De motie op stuk nr. 13 gaat over het verlengen van een termijn. Ik heb de heer Van Weyenberg toegezegd dat ik met een reactie kom om in kaart te brengen waar het is. Dat ga ik alleen niet voor aanstaande dinsdag doen. Dat gaat mij niet lukken; het is nu donderdag. Dus ik vraag de heer van Kent om de motie aan te houden tot die brief er is. Of anders moet ik de motie ontraden. Ik ga echter netjes de toezegging aan de heer Van Weyenberg nakomen, dus dit laat ik even bij de heer Van Kent.

De voorzitter:

Meneer Van Kent.

De heer Van Kent (SP):

De nood is hoog, dus ik hoop dat we voor dinsdag toch iets kunnen krijgen. Anders denk ik dat we de motie toch in stemming moeten brengen.

Minister Koolmees:

Dan ontraad ik de motie.

Dan de motie op stuk nr. 27, over de partnertoets. Die ontraad ik.

De motie op stuk nr. 35, van Van Weyenberg c.s., krijgt oordeel Kamer, ook gezien de ondertekening door ongeveer 150 leden, maar wel onder vermelding dat we nu samen met de gemeenten en Divosa de handreiking aan het uitwerken zijn. De gemeenten zijn inderdaad aan zet bij de uitvoering. Daarover vindt goed overleg plaats met de gemeenten. Ik ben bereid om de gemeenten te vragen om ruimhartig om te gaan met die vermogenstoets. Punt. Maar het blijft natuurlijk wel een handreiking. Het blijft aan het college en de gemeenteraad om vast te stellen hoe ruim zij de TONK willen uitvoeren. Dat is natuurlijk een decentrale bevoegdheid van de gemeenteraad. Maar indachtig de motie ga ik dat meegeven. Zij krijgt dus oordeel Kamer.

Dan die andere motie, op stuk nr. 34, van Van Weyenberg, Aartsen, Palland en Bruins. Die krijgt oordeel Kamer, maar ik zeg erbij dat we al besloten hebben dat we na het eerste kwartaal op basis van de dan geldende situatie bezien wat de inzet moet zijn voor het tweede kwartaal. De gemeenten gaan de TONK uitvoeren zoals we met ze besproken hebben: ruimhartig, bestendiging van de koers die we hebben ingezet. Zo is het ook bedoeld. Oordeel Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 36 van Van Weyenberg en Smeulders. Oordeel Kamer. Dat gaat over 5 miljoen voor thuiswerken.

De motie op stuk nr. 37 is van de heer Teun van Dijck. Dat deed me toch pijn, meneer Van Dijck, oud-collega van de commissie Financiën. Het is echt niet "the computer says no", de computers staan gewoon te roken bij het UWV en de SvB vanwege de vele behandelingen. Deze motie over de partnertoets, de derde vandaag, is dus ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 41, van de heer Azarkan. Daar zou ik nog op terugkomen, want daarover was een vraag in eerste termijn. Als organisaties aan de voorwaarden voldoen, kunnen ze ook gebruikmaken van de steunmaatregelen, bijvoorbeeld de TVL-maatregel. Tegelijkertijd kunnen we geen maatwerk bieden. De heer Van 't Wout heeft dat net ook gezegd en ik heb het gezegd bij de NOW. Het gaat om zulke grote aantallen. Wel is het mogelijk dat bijvoorbeeld gemeenten inspringen en dat gebeurt ook in de praktijk. We weten dat gemeenten buurthuizen helpen en dat op gemeentelijk niveau die afweging goed kan worden gemaakt. Daar is overigens ook overleg over met de minister van Binnenlandse Zaken. Dat is ook deel van een extra steunpakket in deze of een andere brief van BZK. Ik kijk even naar de minister van Financiën. Dat is een apart ding. Tegen die achtergrond — er lopen gesprekken over — wil ik deze motie ontraden, maar we hebben er wel oog voor.

De voorzitter:

Een korte opmerking, de heer Azarkan.

De heer Azarkan (DENK):

Hoe ziet dat er dan precies uit? In de gesprekken die ik bijvoorbeeld met deze specifieke stichting heb uit Spijkenisse heb, hoor ik: "Op zich is de gemeente best bereid, maar ze kan niet zoveel. Wij moeten wel elke maand die vaste lasten dragen en we weten gewoon niet waar we het geld vandaan moeten halen."

De voorzitter:

Meneer Azarkan, we gaan niet onderhandelen over moties. Alleen als een kleine ...

Minister Koolmees:

De heer Azarkan had deze vraag ook in de eerste termijn gesteld, dus ik neem het even voor hem op.

De voorzitter:

Nou, dat kan hij zelf heel goed hoor.

Minister Koolmees:

Dat weet ik ook wel, maar een sympathiek gebaar, toch? Ik begrijp de vraag wel, maar het past gewoon niet in de TVL-regeling als je niet aan de voorwaarden voldoet. Zoals de heer Van 't Wout net al zei, hebben we ook geen aparte sectorregelingen. Dat kunnen we gewoon niet uitvoeren. Dan loopt het primaire proces van de TVL en de NOW gevaar en dat vind ik een te groot risico. Wat maatschappelijke organisaties betreft weet ik dat er op lokaal niveau ondersteuning plaatsvindt en dat BZK met de gemeenten in overleg is over de financiering daarvan. Ik dacht dat het in deze brief stond, maar het zit in een apart traject. Ik weet niet hoe het daarmee staat, maar ik zal dit punt nog extra onder de aandacht brengen bij de minister van BZK. De motie moet ik in deze vorm ontraden. Het gaat echt om de vormgeving van TVL en de NOW.

De voorzitter:

Goed, dank u wel.

Minister Koolmees:

Dat was het voor mij, voorzitter. De rest is voor de minister van Financiën.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan wachten we heel even en dan krijgt de minister van Financiën het woord.

Minister Hoekstra:

Voorzitter, dank u wel. Ik werd even afgeleid door collega Koolmees. Ik heb drie moties.

De eerste is de motie op stuk nr. 17. Bij het kwartetten is die mij toebedeeld. Deze motie gaat over sport. De collega's hadden de overtuiging dat ik daar meer affiniteit mee zou hebben. Dat kan ik niet helemaal beoordelen. Ik heb er in ieder geval veel affiniteit mee en het kabinet is het overigens ook zeer eens met de inhoud van de motie. De motie op stuk nr. 17 zou ik dus graag oordeel Kamer willen geven.

Dan de motie op stuk nr. 22 van mevrouw Van Brenk. Zeer sympathiek wat erin staat. Ik zie ook het punt ten aanzien van solvabiliteit en wat misschien op een later moment nog moet, maar de motie vraagt wel om nu de steunmaatregelen te verruimen en het kabinet heeft zich nu juist in de hele eerste termijn op het standpunt gesteld dat de heel forse beweging die we nu maken afdoende zou moeten zijn. Ik moet deze motie dus helaas ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 30 van de heer Van Haga over het kwijtschelden van de boetes richting ondernemers die na 21.00 uur op straat zijn geweest om hun winkel te beschermen. Die kan ik oordeel Kamer laten. Ik moet wel zeggen dat de heer Grapperhaus, die hierover gaat, dit eigenlijk al heeft toegezegd, dus wie heel strak in de leer is, zou op de overbodigheid van de motie kunnen wijzen. Het kabinet deelt de inhoud ervan zeer. Volgens mij is minister Grapperhaus met de Kamer verbleven door nog eens te verwijzen naar zijn positieve grondhouding in dezen. Hij zal niet kijken of, maar hoe hij dit gaat regelen.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit debat. O, het is nog niet duidelijk wat de kabinetsreactie is op de motie-Van Haga/Baudet op stuk nr. 33.

Minister Hoekstra:

Voorzitter. Minister Koolmees meent dat hij de motie op stuk nr. 33 al gedaan heeft. Ik weet niet of hij zich heeft laten inspireren door de indieners, maar deze is ontraden.

De voorzitter:

Deze is echt overgeslagen, want het wordt hier heel keurig bijgehouden.

Minister Hoekstra:

Deze motie op stuk nr. 33 van de heren van Haga en Baudet gaat over het kwijtschelden van schulden.

De voorzitter:

Goed. Die is ontraden.

Minister Hoekstra:

Er zijn wel hele lange terugbetaaltermijnen voor. We hebben vaker met de Kamer besproken dat dat juist de manier is om deze problematiek te ondervangen.

De voorzitter:

Dat voor de volledigheid, zeker, meneer Koolmees.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dan wil ik alle Kamerleden, de ministers, de bodes, de stenografische dienst, de griffiers en de medewerkers van fracties bedanken. We zijn klaar met het debat. Over de moties zullen we volgende week dinsdag stemmen.

Naar boven