3 Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 3 december 2020 en Behandelvoorbehoud EU-richtlijn minimumlonen

Aan de orde is het VAO Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 3 december 2020 en Behandelvoorbehoud EU-richtlijn minimumlonen (AO d.d. 1/12).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 3 december 2020 en Behandelvoorbehoud EU-richtlijn minimumlonen. Ik geef de heer Stoffer als eerste spreker het woord. De spreektijden zijn twee minuten, maar dat weet de heer Stoffer. Goedemorgen, meneer Stoffer.

De heer Stoffer (SGP):

Goedemorgen, voorzitter. Fijn dat we de minister hier weer helemaal tip en top zien. Laat ik hem gelijk maar verrassen met twee prachtige moties. Die krijgt hij wat mij betreft cadeau. Zij luiden als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering Raadsonderhandelingen zal gaan voeren over de invoering en inhoud van een EU-richtlijn over minimumlonen;

overwegende dat het onwenselijk is dat de Europese Unie zich door middel van een bindende richtlijn mengt in de arbeidsmarkt en het loonbeleid van de lidstaten;

verzoekt de regering niet akkoord te gaan met een richtlijn over minimumlonen in de Europese Unie en hooguit voor een Raadsaanbeveling te gaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Stoffer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 587 (21501-31).

De heer Stoffer (SGP):

De volgende motie, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het Europees Verdrag is vastgelegd dat de Europese Unie niet bevoegd is met betrekking tot (de hoogte van) lonen van de lidstaten;

overwegende dat de hoogte van het minimumloon dus een nationale bevoegdheid is en moet blijven;

spreekt uit dat de EU geen richtlijnen uit dient te vaardigen op terreinen waar de EU niet bevoegd is, omdat dit in strijd is met het beginsel van subsidiariteit,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Stoffer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 588 (21501-31).

Dank u wel, meneer Stoffer. Ik geef het woord aan de heer De Jong namens de PVV.

De heer De Jong (PVV):

Voorzitter, hartelijk dank. Zoals u weet, vindt de PVV dat de Europese Commissie en de Europese Unie zich helemaal niet moeten bemoeien met zaken als ons sociaal beleid, ons arbeidsmarktbeleid, onze pensioenen of noemt u het maar op. Daar zou Nederland zelf over moeten gaan. Dit is een nationale bevoegdheid en de Europese Commissie heeft zich daar totaal niet mee te bemoeien. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering zich actief te verzetten tegen EU-bemoeienis met ons sociaal beleid en de voortdurende stroom van bindende voorstellen en richtlijnen uit Brussel op het gebied van sociale zekerheid en arbeidsmarktbeleid niet te implementeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Jong en Maeijer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 589 (21501-31).

De heer De Jong (PVV):

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer De Jong. Dan geef ik nu het woord aan de heer Gijs van Dijk namens de Partij van de Arbeid.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Goedemorgen. Ik zei gisterenavond tijdens het algemeen overleg dat er een nieuwe wind waait in Europa. Volgens mij komt dat omdat daar hele goede mensen zitten. Ik noem er een aantal: Frans Timmermans, Agnes Jongerius. Dat betekent dat Europa meer naar de mensen kijkt en minder naar de bedrijven. En ik merkte gisteravond ook het enthousiasme in de Kamer. Ik wil dat enthousiasme graag verder bevorderen door de volgende twee moties in te dienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese richtlijn minimumlonen landen aanspoort om de minimumlonen te verhogen;

constaterende dat deze richtlijn tevens de positie van vakbonden die cao's afsluiten versterkt;

verzoekt de regering de criteria voor de Europese minimumlonen te verhogen naar 60% van het mediane en 50% van het gemiddelde bruto-inkomen;

verzoekt de regering tevens om het streefcijfer van werknemers die onder een cao dienen te vallen te verhogen naar 90%,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gijs van Dijk en Smeulders. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 590 (21501-31).

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

En om dat enthousiasme helemaal te onderstrepen, dien ik nog de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat veel werkenden in Europa niet goed rond kunnen komen;

spreekt uit dat Europese landen het eigen minimumloon verhogen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gijs van Dijk en Smeulders. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 591 (21501-31).

Goedemorgen, meneer Van Weyenberg.

De heer Van Weyenberg (D66):

Goedemorgen, voorzitter. Goed u te zien. Ik vroeg me even het volgende af. Het streven moet 60% van het mediane loon zijn. Dat ken ik en dat is geloof ik €14. In de plannen van de Partij van de Arbeid die ik deze week zag, komt de heer Van Dijk nog niet in de buurt van dat bedrag. Het is slechts een vriendelijke suggestie.

De voorzitter:

Oké ...

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Oei, dat lijkt bijna een sneer, voorzitter. Maar ik ken de heer Van Weyenberg. Hij zou dat nooit ...

De voorzitter:

Nee, dat doet de heer Van Weyenberg nooit.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Ik zou de heer Van Weyenberg aanraden om nog eens goed naar ons verkiezingsprogramma te kijken. Het staat er wel in, maar we nemen daar wel de tijd voor, want we willen natuurlijk niet dat er banen worden vernietigd enzovoort.

Mevrouw Palland (CDA):

Volgens mij is een van de doelstellingen van de richtlijnen ook het verkleinen van de verschillen binnen Europa. Denkt de heer Van Dijk dat dit voorstel vanuit Europa daaraan bijdraagt? En meer specifiek: denkt hij ook dat het voorstel dat hij in zijn motie doet daaraan bijdraagt?

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Jazeker.

Mevrouw Palland (CDA):

Nou, wij hebben daar ook eens een berekening op losgelaten. Het voorstel om een 60%-mediaan te hanteren betekent dat het wml in Nederland met €378 omhoog zou moeten en in bijvoorbeeld Roemenië met €37. Wij zitten al relatief aan de hoge kant. Wij voeren hier in Nederland zelf de discussie of we het willen verhogen ja of nee. Daar lijkt een breed draagvlak voor te zijn. Daar hebben we Brussel eigenlijk helemaal niet voor nodig. Bovendien zet het ons nog verder op afstand van Roemenië. Hoe kijkt u daar tegenaan?

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Wij kijken breder dan alleen naar het verhogen van de lonen in Nederland. Het geldt ook voor landen als Roemenië, maar mevrouw Palland zei gisteren in het algemeen overleg ook al dat het minimumloon daar echt een stuk lager is dan hier. We zetten er wel op in — dat is ook de inzet van het Europees Parlement — dat ook in landen als Roemenië sprake is van een verhoging, zij het dat het niet de bedragen zijn die we in Nederland zien. Dat lijkt me alleen maar goed.

De voorzitter:

Nee, mevrouw Palland, het is mooi geweest.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Ja, is het mooi geweest?

De voorzitter:

Ja, dat vind ik wel. Jullie hebben elkaar uitvoerig gesproken in het algemeen overleg, begrijp ik. Ik kijk even naar de minister. Heeft hij intussen alle moties ontvangen? Dan is nu het woord aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Minister Koolmees:

Dank u wel, mevrouw de voorzitter, en goedemorgen aan u allen. Excuus dat ik gisterenavond niet bij het algemeen overleg kon zijn. Veel dank aan de staatssecretaris voor het overnemen van die taak. Ik was in de Eerste Kamer de inburgeringswet aan het behandelen, die met algemene stemmen is aangenomen. Dus ik heb een goede nacht gehad, dank u. Je leert toch elke keer weer wat hè. Je leert bij zo'n VAO bijvoorbeeld dat de PvdA helemaal niet naar €14 per uur wil. Dat is toch interessant om te horen, maar dat is uitlokking. Maar hij hapt niet, de heer Gijs van Dijk.

Ik begin met de motie van de heer Stoffer. Het voorstel van de Commissie is inderdaad om een richtlijn te introduceren. Een Raadsaanbeveling was naar het oordeel van het kabinet een geschikter instrument geweest, zoals ook is toegelicht in het fiche. Zie de toelichting bij "ons standpunt". Tegelijkertijd is het wel positief dat het voorstel voor een richtlijn ruimte biedt aan de lidstaten om deze zelf in te vullen. Het is een ruime richtlijn, om het zo te zeggen. We hebben al eerder kenbaar gemaakt dat wij een Raadsaanbeveling een geschikter instrument hadden gevonden en dat zullen we blijven doen, ook naar de toekomst toe. Maar ik wil er wel bij zeggen dat er nu een voorstel voor een richtlijn ligt dat het uitgangspunt vormt voor de onderhandelingen. Dat ding ligt er nu. Het is door het Duitse voorzitterschap ook geagendeerd voor bespreking. Zoals ik in mijn visiestuk ook heb aangegeven — hoe gaat Nederland zich opstellen wat betreft sociaal beleid in Europa? — vind ik het belangrijk om mee te praten over de inhoud. Dat was overigens een verzoek van de heer Wiersma twee jaar geleden. Als we ons te snel aan de zijlijn positioneren, is het risico dat we niet mee kunnen praten over de inhoud om zo het voorstel beter te maken en meer in lijn te brengen met de Nederlandse positie. Het is eerder gebeurd dat we onszelf buiten de discussie plaatsten en dat vind ik gewoon onverstandig. Dat vind ik tactisch gezien onverstandig van Nederland om te doen. Dat is ook vanwege het krachtenveld. Als je ziet hoe andere, ook grotere lidstaten in deze discussie staan, vind ik dat onverstandig. Nogmaals, je plaatst je daarmee buiten de discussie. Ik begrijp het inhoudelijke punt van de heer Stoffer, maar toch wil ik de motie ontraden, omdat ik het tactisch gezien niet verstandig vind, zoals ook is toegelicht in het fiche. De motie op stuk nr. 587 wil ik dus ontraden.

De motie op stuk nr. 588 is een "spreekt uit", en daar mag ik nooit een oordeel over geven.

De voorzitter:

Dat klopt.

Minister Koolmees:

Ik wil daar heel veel over zeggen, maar dat zal ik maar niet doen.

De voorzitter:

Nee, doe maar niet.

Minister Koolmees:

Nee, doe maar niet, nee.

Dan de heer De Jong en de motie op stuk nr. 589. Ook dit is in strijd met ons visiestuk over hoe wij in Europa willen acteren op het sociaal beleid. Er is Europees sociaal beleid, zeker als het gaat over grensoverschrijdend verkeer, als het gaat over Europese mobiliteit. Of denk aan de Europese Arbeidsautoriteit, waarmee we uitbuiting willen tegengaan. Er is dus Europees sociaal beleid en daar moeten we over meepraten. Het zou niet verstandig zijn om ons daaraan te onttrekken. Ik ontraad dus de motie op stuk nr. 589.

De motie op stuk nr. 590 vind ik ook geen verstandige motie, los van de politieke discussie in Nederland. Mevrouw Palland zei terecht dat heel veel partijen in hun verkiezingsprogramma hebben opgenomen dat zij iets vinden van het minimumloon en de hoogte daarvan. Ook in relatie tot de toeslagen en de inkomensondersteuning in Nederland hebben we er juist voor gepleit om dit soort percentages niet vast te leggen. Het Nederlandse minimumloon is relatief hoog als je het in euro's bekijkt vergeleken met andere lidstaten, maar het is niet 60%. Zo'n 60% leidt echt tot verstoring. De heer Gijs van Dijk zei dat zelf ook in een interruptiedebatje met de heer Van Weyenberg. Dat zou op korte termijn te veel ten koste gaan van de werkgelegenheid. Dat vind ik echt een onverstandige lijn, los van het feit dat ik in de verkiezingsprogramma's van veel partijen een lijn heb gezien over een verhoging van het minimumloon. Ik heb overigens één programma iets beter gelezen dan andere programma's omdat ik het zelf geschreven heb. Maar deze motie ontraad ik.

De motie op stuk nr. 591 is een spreekt-uitmotie. Daar mag ik weer niks over zeggen.

De voorzitter:

Dat lijkt me prima. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit VAO. Ik dank de minister en de Kamerleden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Vanmiddag zullen we over de ingediende moties stemmen.

De vergadering wordt van 10.28 uur tot 10.32 uur geschorst.

Naar boven