25 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Dan is nu aan de orde de regeling van werkzaamheden.

Aangezien alle ingeschreven sprekers zich hebben teruggetrokken, stel ik voor het VAO Vreemdelingen- en asielbeleid van de agenda af te voeren.

Ik stel aan de Kamer voor de Eerste Kamer te laten weten dat de heer Raemakers de plaats zal innemen van de heer Van Meenen bij de verdediging van het Voorstel van wet tot wijziging van de Wet kinderopvang teneinde te bevorderen dat ouders kunnen kiezen tussen kindercentra die wel of niet kinderen toelaten die niet deelnemen aan het rijksvaccinatieprogramma (35049) en dat de heer Van Meenen het voorstel mede zal verdedigen.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 35415-8; 31066-557; 35300-XII-47; 29398-765; 35200-VII-15; 28286-1083; 28286-1082.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het VSO Binnenvaart en maritiem (31409, nr. 278), met als eerste spreker mevrouw Van der Graaf namens de ChristenUnie;

  • -het VAO Ggz, maatschappelijke opvang, suïcidepreventie, met als eerste spreker mevrouw Van den Berg namens het CDA;

  • -het VAO Eurogroep/Ecofin-Raad, met als eerste spreker mevrouw Leijten namens de SP;

  • -het VSO Circulaire economie (32852, nr. 119), met als eerste spreker mevrouw Kröger namens GroenLinks.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Azarkan namens DENK.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. Het is chaos bij het Haga Lyceum. Dat hebben we ook in het vragenuurtje met elkaar besproken. We hebben ook kunnen constateren dat er bij de bejegening vanuit het ministerie, maar ook vanuit de lokale bestuurders, sprake is van institutionele vooringenomenheid. Het wordt tijd dat er duidelijkheid komt en dat we op korte termijn het debat dat gepland staat, eerder gaan voeren. Vandaar het verzoek om dat debat snel in te plannen, zodat er duidelijkheid komt voor de ouders en voor de kinderen, en om het debat ook te houden met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De voorzitter:

Dus het gaat erom dat het debat eerder wordt gepland. Begrijp ik dat goed?

De heer Azarkan (DENK):

Het verzoek is om het debat inderdaad eerder te houden en dan niet alleen met de minister ...

De voorzitter:

En wanneer?

De heer Azarkan (DENK):

Mijn verzoek is om dat in ieder geval voor het zomerreces te houden.

De voorzitter:

Dus binnen vier weken. Oké. Dan ga ik naar de heer Bisschop en dan mevrouw Bergkamp.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Dat het daar een bestuurlijke chaos is, is wel duidelijk. Dat hebben we daarstraks ook aan de orde gehad. Het is prima om daar het debat over te hebben voor de zomer. Wat mij betreft is het voldoende als de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs daarbij aanwezig is.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Voorzitter. Geen steun voor beide verzoeken.

De voorzitter:

Wacht heel even, meneer Van Raan. Het duurt ietsje langer omdat de microfoon schoongemaakt moet worden. De heer Van Raan en daarna mevrouw Van Toorenburg.

De heer Van Raan (PvdD):

Ik probeerde het met losse handen te doen, voorzitter. Steun voor het verzoek.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Geen steun voor beide verzoeken. En nogmaals zeg ik — ik zeg dat hier al bijna veertien jaar — dat het kabinet over zijn eigen afvaardiging gaat, niet wij.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Voorzitter. Geen steun. Ik begrijp dat het hoger beroep nog onder de rechter is, dus geen steun.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik kan me daarbij aansluiten. Geen steun.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (GKVK):

Voorzitter. Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

U heeft geen ... O, mevrouw Karabulut nog.

De heer Azarkan (DENK):

We zijn er nog niet.

De voorzitter:

Nee, aan déze kant, mevrouw Karabulut.

Mevrouw Karabulut (SP):

Excusez-moi, voorzitter. Steun voor beide verzoeken. Ik denk dat het een eer is voor kabinetsleden om uitgenodigd te worden om hier in deze zaal te komen debatteren met de Nederlandse volksvertegenwoordiging.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Steun.

Mevrouw Agema (PVV):

Geen steun.

De voorzitter:

Meneer Azarkan, u heeft geen steun.

De heer Azarkan (DENK):

Jammer. Toch dank aan de collega's die hun steun hebben uitgesproken.

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Kuiken namens de PvdA.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. In de afgelopen weken hebben we veel gehoord over racisme. We hebben demonstraties gezien. We hebben gesproken over institutioneel racisme. Ik denk dat het goed is om op korte termijn, het liefst voor het reces, ook hier in het parlement het debat te voeren, en dan wel met de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie en Veiligheid. Ik doe dit verzoek mede namens de collega's van D66 en GroenLinks.

De voorzitter:

De heer Wilders namens de PVV. Nee? Mevrouw Karabulut, u krijgt eerst het woord.

Mevrouw Karabulut (SP):

Dat is heel eerlijk van de heer Wilders. Dank u wel, voorzitter. Dank aan de heer Wilders. Steun voor dit debat. Nadat duizenden mensen niet alleen in Nederland maar wereldwijd de straat zijn opgegaan voor gelijkwaardigheid en tegen racisme, voelde de minister-president zich gedwongen om zich uit te spreken over het institutioneel racisme, maar ook over dat het systemisch is. Ik zou graag willen dat de minister-president ook wordt uitgenodigd, want het mag niet alleen bij woorden blijven; we verwachten nu ook daden.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Ik denk dat er meer sprake is van institutionele discriminatie ten aanzien van de autochtone bevolking. Los daarvan heeft de heer Asscher gezegd dat hij het chefsache vond. Ik vind het dan raar dat de heer Asscher hier niet staat. Prima als we het debat houden, maar dan wel met de minister-president en wat mij betreft ook met de heer Asscher en de andere collega's.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Dat vind ik ook goed.

De voorzitter:

Oké. Dat reken ik dus gewoon als steun. Mevrouw Sazias namens 50PLUS en dan mevrouw Tellegen namens de VVD.

Mevrouw Sazias (50PLUS):

Steun.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Zeker steun voor het debat. Het kabinet gaat over zijn eigen afvaardiging.

De heer Van Raan (PvdD):

Steun voor beide verzoeken.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Het onderwerp is belangrijk genoeg, dus steun voor het debat. Ik zeg niet nogmaals wie er mag komen.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Eerlijk gezegd zou ik dit het liefst combineren met een overleg of een debat over discriminatie zoals we dat regelmatig hebben. Wij verzetten ons niet tegen een apart debat daarover. Over de afvaardiging besluit het kabinet wat ons betreft zelf.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. Wat DENK betreft is het vijf voor twaalf. Mensen ervaren de ongelijkheid en de pijn. Het wordt tijd dat we dat echt met daden gaan aanpakken. Van harte steun voor het voorstel. Wat mij betreft ook het verzoek om geen vier maar zes minuten spreektijd te hanteren.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, van de ChristenUnie zeker steun voor dit verzoek.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (GKVK):

Voorzitter, steun voor beide verzoeken.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Kuiken, u heeft een meerderheid.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Hartstikke fijn dat er steun is voor dit belangrijke onderwerp. Ik doe dit ook graag met de minister-president. Dan komt natuurlijk de heer Asscher hier, dus laten we dat onderling met elkaar bespreken en dan ook het verzoek doorgeleiden.

Mag ik blijven staan voor mijn tweede verzoek?

De voorzitter:

Ja, hoor.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Dat doe ik namens mijn collega, mevrouw Ploumen. Het gaat over een artikel waarin duidelijk gezegd wordt: nu de corona er was, is veel zorg opgeschoven en dat had als bijkomend voordeel dat er ook onnodige zorg verdween. De oproep is dan ook: laten we niet teruggaan naar het nieuwe normaal, maar naar het verstandige nieuwe normaal. Daar zou ik graag een debat over aan willen vragen.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Voorzitter. Mijn collega Raemakers heeft eerder een debat aangevraagd over overbodige zorg, het debat met nr. 42. Het lijkt me het meest efficiënt, kijkend naar de hoeveelheid debatten, om dit onderwerp daar ook bij te voegen.

De voorzitter:

Dus geen apart debat, hè, mevrouw Bergkamp? Ja.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik ben met een andere boodschap op pad gestuurd, namelijk dat er al een debat staat op 25 juni, waarbij dit kan worden betrokken.

De voorzitter:

Oké. Dat is in de commissie, een algemeen overleg.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Geen steun. Het onderwerp is belangrijk genoeg, maar er staan hierover al andere debatten gepland die eerder op de rol staan.

Mevrouw Agema (PVV):

We gaan dit inderdaad bij het hele grote notaoverleg van 25 juni betrekken.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik ga u helpen, voorzitter. Ik zie dat de commissie dat graag wil. Dan gaan we het op die manier doen. Ik geef dat door aan mijn collega Ploumen.

De voorzitter:

Hartstikke fijn, dank u wel. Dan wachten we heel even totdat het spreekgestoelte is schoongemaakt.

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Bergkamp namens D66.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Dank u wel, voorzitter. Er zijn grove fouten gemaakt in het onderzoek naar afstand en adoptie in Nederland. Minister Dekker, de minister voor Rechtsbescherming, heeft dit ook erkend. Ik heb contact gehad met een aantal belanghebbenden. Zij zijn verdrietig, maar ook vooral onzeker over de toekomst van dit onderzoek. Daarom zou ik graag een interpellatiedebat willen aanvragen, mede namens mevrouw Van Toorenburg van het CDA. Gezien het onderwerp wil ik vragen om het debat nog voor het zomerreces in te plannen. En aan het kabinet wil ik vragen om verder geen onherroepelijke besluiten te nemen, bijvoorbeeld als het gaat over het vernietigen van de verslagen op het ministerie, totdat we het interpellatiedebat gehad hebben.

De voorzitter:

Ik zit even te kijken, want voor een interpellatiedebat hebben jullie met CDA en D66 al 30 zetels. Dus dan is dat ... Maar dan gaat het erom dat het voor de zomer moet worden gepland.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Ja, voor de zomer en geen onomkeerbare stappen, dus niet het vernietigen van de verslagen op het ministerie.

De voorzitter:

Ik weet niet wie eerst was. Mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

U concludeert net dat ik hier zinloos sta. Ik zou geen interpellatiedebat steunen, maar een gewoon meerderheidsdebat, nog voor het reces te houden.

De voorzitter:

Oké. Nee, bij een interpellatiedebat is het 30. Daarom zei ik dat.

Mevrouw Sazias (50PLUS):

Voorzitter. Steun voor het debat, voor het verzoek. Geen steun voor dat het nog voor het zomerreces moet. En wel weer steun dat er geen onomkeerbare stappen genomen worden.

De voorzitter:

Oké.

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Ik wil het verzoek graag steunen. Ik zie ook dat de agenda vrij snel volloopt. Is het misschien een idee dat we in ieder geval een brief vragen van het kabinet voor het einde van deze week, zodat het kan garanderen dat er geen onomkeerbare stappen worden gezet voordat wij het debat hebben kunnen voeren? Dat geeft misschien ook wat lucht en ruimte, ook om het debat zorgvuldig te doen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Die suggestie is zinvol. Die steun ik. Maar ook steun voor het verzoek. Een interpellatiedebat duurt wel wat korter, dus dan kan het ook voor de zomer.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Voorzitter, steun ook namens mijn fractie. Mijn voorkeur gaat ook gewoon uit naar een meerderheidsdebat.

De heer Krol (GKVK):

Ik weet van nabij dat het heel hard nodig is. Dus steun en ook inderdaad zo snel mogelijk.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Voorzitter. Ik zie eigenlijk als ik mijn knopen tel dat er zelfs sprake is van een meerderheidsdebat. Dus ik kijk ook even naar mijn collega met wie ik het debat heb aangevraagd. Dan zou mijn voorkeur natuurlijk ook uitgaan naar een meerderheidsdebat. Het lijkt me heel goed om deze week een brief te vragen van het kabinet waarin staat: geen onomkeerbare stappen, dus geen verslagen vernietigen. En dan kijken we naar de planning, maar dat is aan u.

De voorzitter:

Voor de zomer. Is iedereen het daarmee eens? Nou, dan is dat ook geconcludeerd. Dank u wel.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Dank u wel, en dank aan de collega's.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Dan is nu het woord aan de heer Krol.

De heer Krol (GKVK):

Mevrouw de voorzitter. In de Volkskrant stond: de staatssecretaris zette de Kamer op het verkeerde been over de nieuwe locatie van de marinierskazerne. Nu weet ik dat er aanstaande donderdag een notaoverleg is over vastgoed, maar dit is zo'n ernstige zaak — het gaat om het vertrouwen in de staatssecretaris en de informatie aan de Kamer — dat ik een verzoek doe om een debat.

De voorzitter:

Ik zie mevrouw Kuiken van de PvdA. Dan mevrouw Van Toorenburg. Dan mevrouw Karabulut en dan de heer Bisschop.

Laat ik daarmee beginnen.

Mevrouw Kuiken.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Steun, voorzitter.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

De heer Krol gaf het zelf al aan. Er staat een debat aanstaande donderdag. Volgens mij is dat het snelst. Dus geen steun.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Donderdag gaan we het sowieso bespreken. Ik zou de heer Krol wel willen steunen, maar ik vrees dat er geen meerderheid voor is. Maar ik zou via u, voorzitter, willen verzoeken om de vier minuten die ik donderdag heb voor iets van acht of tien agendapunten in het notaoverleg ...

De voorzitter:

Maar daar ga ik niet over.

Mevrouw Karabulut (SP):

Nou ja, misschien dat u mij wel kunt helpen. Ik weet dat u zeer invloedrijk bent, voorzitter.

De voorzitter:

Echt waar?

Mevrouw Karabulut (SP):

Ik wil graag dat we dan in ieder geval uitbreiding van de spreektijd krijgen. Maar dus steun voor de heer Krol. Zo niet, graag uitbreiding spreektijd. Zegt het voort.

De heer Bisschop (SGP):

Wat ons betreft toevoegen aan het notaoverleg aanstaande donderdag.

De heer Öztürk (DENK):

Steun voor het verzoek, maar ook steun, mocht het niet lukken, aan het verzoek van mevrouw Karabulut om de spreektijden van het notaoverleg te verruimen.

De voorzitter:

Het is echt ... Nou ja, mevrouw Tellegen, dan de heer Van der Lee en dan mevrouw Bergkamp.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Er staat donderdag een notaoverleg gepland. Dus daar kan het aan worden toegevoegd.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik wil het verzoek gewoon steunen en eigenlijk toch een andere bewindspersoon erbij vragen.

De voorzitter:

O, om het makkelijk te maken.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ja. De minister van Defensie blijkt ook best wel betrokken te zijn geweest bij het dossier en daar hebben we eigenlijk wel wat vragen bij. Dus met dat aanvullende verzoek van harte steun.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Voorzitter. Geen steun voor een debataanvraag, maar betrekken bij het notaoverleg van donderdag. Ik sluit me wel aan bij het verzoek van mevrouw Karabulut om te kijken of de spreektijd wat uitgebreid kan worden.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Mijn fractie wil dit graag betrekken bij het notaoverleg.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun.

De voorzitter:

Nee, meneer Krol, u heeft geen meerderheid.

De heer Krol (GKVK):

Nee, dat had ik in de gaten, maar ik kijk toch naar u, want ik heb gehoord dat u grote invloed heeft. Dus je weet maar nooit of het met die spreektijd gaat lukken.

De voorzitter:

Er worden mij allemaal dingen toegedicht waar ik ... Nou goed, gaat u verder.

De heer Krol (GKVK):

Ik heb nog een tweede verzoek. In het AD lazen we: "Gewetenloze bende maakt bejaarden miljoenen afhandig". Het gaat om oplichting van bejaarden. Het gaat om extra kwetsbaren. Om die reden zou ik daar toch graag hier een debat over willen voeren.

De voorzitter:

Ja. Dan heb ik mevrouw Van Toorenburg, mevrouw Bergkamp, de heer Öztürk en mevrouw Agema.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter, steun. Wel nog een aanvullende vraag. Wij hebben hier al een paar keer aandacht aan besteed bij de minister van Justitie. Hij is bezig met een plan en met een aantal afspraken met banken, omdat die hier ook een belangrijke rol in kunnen spelen. Ik zou dan eigenlijk wel graag die brieven over wat de uitkomst van het overleg is met de banken erbij willen betrekken.

De heer Krol (GKVK):

Helder.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Voorzitter, steun voor het verzoek. Het is een ernstige situatie. Ik sluit me aan bij de aanvullende opmerking van mevrouw Van Toorenburg.

De heer Öztürk (DENK):

Steun namens DENK.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun.

De voorzitter:

Steunt iedereen dit verzoek? Ja. Dan is dat ook geconcludeerd.

De heer Krol (GKVK):

Makkelijk. Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Dan geef ik nu het woord aan de heer De Graaf namens de PVV.

De heer De Graaf (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Uit de Nieuwe Rotterdamse Courant van eergisteren, dacht ik, konden we vernemen dat onderzoeksbureau NTA heeft geopenbaard dat de Hazimibeweging — dat is een afsplitsing van IS; het blijft allemaal gewoon de perfecte uitvoering van hoe de islam in elkaar zit — toch zeker 100 leden in Nederland heeft en dat die niet op de radar staan, of te weinig of onvoldoende op de radar te zien zijn, van al die ogen en oren die de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in Nederland heeft georganiseerd als het gaat om het detecteren van neigingen tot jihad en ander vormen van terrorisme.

De voorzitter:

En u wilt een debat?

De heer De Graaf (PVV):

Nu wil ik een debat, niet met de minister die ik noemde, maar met de minister van Justitie en Veiligheid, omdat die uiteindelijk over de veiligheid gaat. Ik denk dat deze nieuwe ontwikkeling genoeg zaken in zich heeft die een apart debat daarover noodzakelijk maken.

De voorzitter:

Mevrouw Karabulut namens de SP. Dan mevrouw Tellegen, de heer Bisschop en mevrouw Van Toorenburg.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Het is een zeer zorgelijke ontwikkeling. Als je denkt dat het niet erger kan, komt er nog iets ergers dan IS; het is bijna onvoorstelbaar. Wij hebben hierover schriftelijke vragen gesteld. Ik zou willen verzoeken een brief te vragen waarin ook die schriftelijke vragen worden beantwoord, zodat we dit snel kunnen behandelen bij het AO over terrorisme.

De voorzitter:

Dus geen steun voor een apart debat.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Eens met het verzoek van mevrouw Karabulut. Geen steun voor dit debat, want er staat een AO over terrorisme gepland.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. De lijn die mevrouw Karabulut voorstelt, lijkt mij uitstekend. Geen steun voor dit verzoek.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter, geen steun, omdat we inderdaad al een debat op de agenda hebben staan. We willen graag daarvóór wel de antwoorden op de schriftelijke vragen die we samen met de VVD hebben gesteld. Dus als die schriftelijke vragen zijn beantwoord, kunnen we in het debat dat al staat hierover spreken.

De voorzitter:

Mevrouw Bergkamp van D66. En dan mevrouw Dik-Faber.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Voorzitter, geen steun voor het debat. Ik sluit me aan bij de woorden van mevrouw Karabulut van de SP.

De voorzitter:

Mevrouw Dik-Faber. En dan de heer Van der Lee.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, ik kan me aansluiten bij de woorden van mevrouw Bergkamp.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Mede namens de PvdA sluit ik me aan bij de SP.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid, meneer De Graaf.

De heer De Graaf (PVV):

Helaas, dan gaan we daarop wachten. Misschien kan de minister via deze weg, door iets door te geleiden naar het kabinet, ertoe opgeroepen worden om voor dat debat dan alvast met de stofkam door de islamitische samenleving in Nederland te gaan om te kijken of deze mensen kunnen worden opgespoord.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Mevrouw Karabulut namens de SP.

Mevrouw Karabulut (SP):

Dank u wel, voorzitter. Ik zou graag allereerst een vooraankondiging van een VAO RBZ willen doen, deze week te plannen, inclusief stemmingen.

De voorzitter:

Heeft iedereen dat gehoord? Nou, dan gaan we daar rekening mee houden. Gaat u verder.

Mevrouw Karabulut (SP):

Dank u wel, voorzitter. Een tweede verzoek, namens mevrouw Leijten. Dat gaat over de hele toeslagenaffaire, waarbij de regering is gevraagd om een aantal interne notities die in een tijdlijn staan genoemd, aan de Kamer te doen toekomen. Dat is niet gebeurd. Twee daarvan zijn dringend nodig voor een debat dat morgen zal plaatsvinden. Zal ik ze noemen, voorzitter? De ene is op 5 november 2019 gestuurd aan de staatssecretaris van Financiën en gaat over opzet/grove schuld. De andere is de notitie aan de staatssecretaris en de minister over de analyse van klachten van de heer Niessen van 22 november 2019. Natuurlijk moeten deze stukken voor het debat naar de Kamer, maar het liefst vandaag nog.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dank u wel, mevrouw Karabulut.

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Dik-Faber namens de ChristenUnie.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Morgen hebben we hier een debat met de minister van LNV over corona en nertsenfokkerijen. Daarbij is ook de minister van VWS aanwezig. Mijn voorstel is om bij dit debat ook te spreken over de situatie van corona in slachthuizen en de medewerkers ervan die corona hebben en daar onder specifieke omstandigheden moeten werken. Dat onderwerp zou ik dus willen toevoegen aan het debat dat we morgen hebben. Ik zou daar dan ook graag de staatssecretaris van Sociale Zaken bij willen uitnodigen en als het nodig is de spreektijd enigszins willen uitbreiden.

De voorzitter:

Dan hebben we VWS en LNV met daarbij de vraag om ook Sociale Zaken en Werkgelegenheid daarvoor uit te nodigen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ja, het debat dat morgen gehouden wordt is al met de minister van LNV en de minister van VWS. Mijn voorstel zou zijn om de staatssecretaris van SZW daar ook voor uit te nodigen en het dus ook over de slachthuizen te hebben.

De voorzitter:

Ja, dan ga ik naar mevrouw Tellegen namens de VVD.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Dat wordt wel veel, maar ook hier geldt dat het kabinet uiteindelijk over zijn eigen afvaardiging gaat. Het verzoek van mevrouw Dik-Faber voor meer spreektijd begrijp ik, maar ik weet ook dat er morgen een heel belangrijk ander debat gepland staat, namelijk over de toeslagen. Dan zou het misschien met een minuut kunnen worden uitgebreid. Ik weet niet wat u voorstelt, maar ik sta niet meteen te springen met het oog op de rest van de agenda. Dus ik weet niet wat het voorstel dan is.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik kijk ook met een schuin oog naar de voorzitter, in haar wijsheid, maar wellicht zou het met een minuut kunnen worden uitgebreid; dat zou al heel mooi zijn.

De voorzitter:

Een minuut, ja. Het gaat over het samenvoegen van twee onderwerpen én over het uitbreiden van de spreektijd. Nou, de spreektijd hebben we nu afgesproken: vijf minuten in plaats van vier minuten. Dan hoeven jullie daar niets meer over te zeggen.

De heer Van Raan (PvdD):

Steun, voorzitter.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

De samenvoeging is prima.

De voorzitter:

Is iedereen het ermee eens? Ja? O, mevrouw Karabulut. Ik dacht al ...

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Dat dan weer niet. Ik denk dat het twee belangrijke onderwerpen zijn, die je niet kunt en zou moeten samenvoegen. Geen steun dus.

De voorzitter:

Dan heeft u een meerderheid en vijf minuten spreektijd, mevrouw Dik-Faber. Dat was 'm. Dank u wel.

Dan mevrouw Van Toorenburg. Het mag bij de interruptiemicrofoon. U wilt uitstel van een VSO?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Wij willen graag uitstel van het VSO over het datalek.

De voorzitter:

Daar heeft niemand bezwaar tegen? Dan wordt dit onderwerp uitgesteld.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de regeling van werkzaamheden. Dank jullie wel.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven