7 Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

De voorzitter:

Aan de orde zijn de stemmingen. Voordat we gaan stemmen, geef ik het woord aan de heer Van Nispen namens de SP.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Ik zou graag uitstel willen vragen van de stemming over het wetsvoorstel onder punt 1 van de stemmingslijst, de stemmingen over de Wet homologatie onderhands akkoord. Wat ons betreft kan er wel gewoon gestemd worden over de amendementen bij agendapunt 1 en zeker ook over de moties bij agendapunt 2.

De voorzitter:

Ik neem aan dat daarmee wordt ingestemd. Dat is het geval. Dan gaan we dat doen. Morgen.

Dan de heer Van Raan namens de Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter. Ik zou graag de stemming over mijn motie op stuk nr. 19 (35430) willen aanhouden. Dat betreft de enige motie bij agendapunt 4.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Raan stel ik voor zijn motie (35430, nr. 19) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dan gaan we naar de stemmingen.

Naar boven