3 Vragenuur: Vragen Emiel van Dijk

Vragen van het lid Emiel van Dijk aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de toename van criminaliteit onder asielzoekers.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Emiel van Dijk namens de PVV voor zijn vraag over de toename van criminaliteit onder asielzoekers. De vraag is gericht aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

De heer Emiel van Dijk (PVV):

Dank u wel, voorzitter. De criminaliteit onder asielzoekers rijst de pan uit: bijna 5.000 misdrijven in 2019. "Het is wachten tot het echt een keer fout gaat", aldus een anonieme COA-medewerker die vanwege het door het COA gevoerde schrikbewind niet met de pers mocht praten over asielcriminaliteit. Dit gebeurt allemaal onder het voorzitterschap en onder de verantwoordelijkheid van een VVD-staatssecretaris, u weet wel, die zogenaamde partij van law and order. Deze staatssecretaris gaf na haar aantreden, ongeveer een jaar geleden, aan dat zij de overlastgevers keihard ging aanpakken. Maar wat heeft de staatssecretaris het afgelopen jaar nu helemaal gedaan? Ik kan het makkelijk voor u samenvatten, voorzitter: helemaal niets, niks, nakkes, nada. Veel verder dan een top 100-lijst van de grootste overlastgevers, het omdopen van raamambtenaren tot ketenmariniers en het blijven bieden van gratis opvang is zij helaas niet gekomen. Sterker nog, onder verantwoordelijkheid van deze staatssecretaris is de criminaliteit onder asielzoekers enkel toegenomen. Meer diefstallen, meer mishandelingen en meer levensmisdrijven.

En de oplossing is zo simpel, voorzitter. Overlast gevende asielzoekers moet je niet op een lijst zetten maar terug op het vliegtuig naar het land van herkomst, dus niet hier op kosten van de Nederlandse belastingbetaler blijven vertroetelen in asielopvang. Die moet je op water en brood de bak in gooien, net zolang totdat ze uit wanhoop zelf een ticket terug naar huis kopen of dat ze door de Dienst Terugkeer & Vertrek worden uitgezet.

De PVV komt al jaren met oplossingen voor de aanpak van dit asieltuig, maar de staatssecretaris weigert te luisteren. De PVV heeft dan ook één simpele vraag aan de staatssecretaris. Wanneer gaat zij eindelijk eens haar gezonde boerenverstand gebruiken en de grenzen sluiten voor asielzoekers, al het gespuis vastzetten en vervolgens ook daadwerkelijk criminelen en overlastgevers het land uitknikkeren? Eén vraag: wanneer?

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Voorzitter, dank. Ik ben het met de heer Emiel van Dijk eens dat het uiterst zorgelijk is dat de cijfers over overlast er niet minder op geworden zijn in 2019. Overlast in alle vormen is onacceptabel. We hadden inderdaad al signalen gekregen van burgemeesters en commissarissen van de Koning dat zij kampen met overlast in de omgeving. Om die reden heb ik vanaf het moment van mijn aantreden maatregelen genomen, waarvan we hopelijk, als het meezit, de vruchten gaan plukken. En daar zet ik op in. Er zijn drie ketenmariniers aangesteld en die zorgen ervoor dat ieder incident en iedere mate van overlast snel wordt aangepakt. Ook zorgen ze ervoor dat er veel aangiftes worden gedaan door degenen die te maken hebben met incidenten, winkeldiefstal en andere onaangename zaken. De ketenmariniers hebben ook een Top X-lijst. Op die Top X-lijst staan de 300 meest hinderlijke raddraaiers. Die worden echt op de huid gezeten door de ketenmariniers. Ik heb bovendien een htl in Hoogeveen geopend afgelopen februari, een handhaving- en toezichtlocatie. Daar heerst een heel streng regime voor de grootste overlastgevers. In gemeenten hebben burgemeesters en gemeentebesturen gebiedsverboden gemaakt. Daar geeft het COA lik op stuk. Daar wordt geen leefgeld verstrekt. Overplaatsing vindt plaats of er wordt een meldplicht opgelegd, buiten coronatijd.

Ik doe ook nog wat extra. Er komt nog een vierde ketenmarinier, omdat we zien dat de activiteiten van de ketenmariniers enorm veel succes hebben. Er komt een toolbox met maatregelen die aan gemeentes ter beschikking wordt gesteld en waaruit ze kunnen putten om te zorgen dat de overlast verminderd wordt. Ook wordt per jaar een bedrag van 1 miljoen euro ter beschikking gesteld aan de ketenmariniers om gemeentes te ondersteunen als ze vragen hebben, om maatregelen te nemen om overlast en incidenten te verminderen.

De specifieke vraag van de heer Emiel van Dijk is: wanneer ga ik de grenzen sluiten en wanneer ga ik de overlastgevers vastzetten? We leven in Europa en in Europa hebben we het vrij verkeer van personen en goederen, en ook van kapitaal. Grenzen sluiten hebben sommige landen onlangs gedaan — Nederland niet — in het kader van het coronavirus, COVID-19. U heeft zelf gezien dat dat economisch gezien ongelofelijk veel problemen oplevert, want de open grenzen die we in Europa hebben, zijn een groot goed waarvan wij allen profiteren.

Wanneer ga ik de mensen vastzetten die die overlast plegen? Als er sprake is van strafrechtelijke incidenten, dan zijn de politie en het Openbaar Ministerie aan zet. Dan wordt er hard aan gewerkt om te zorgen dat er aangifte wordt gedaan waar er overlast gepleegd wordt, en dat dit inderdaad in de handen van de politie en het Openbaar Ministerie komt. Dan kan het zijn dat iemand na een veroordeling wordt vastgezet. Dat is de weg voor crimineel handelen, maar zomaar overlastgevers vastzetten ... U moet goed opletten: in het incidentenoverzicht dat wij verstrekt hebben, zit ook het overtreden van de huisregels van het COA. Daarvoor kan ik iemand niet in de gevangenis zetten.

De heer Emiel van Dijk (PVV):

We hebben het hier over misdrijven, niet over het overtreden van de huisregels. Het ging het afgelopen jaar om 5.000 gevallen, misdrijven. Het klinkt verder allemaal leuk en aardig, maar het is weer duidelijk dat de staatssecretaris weigert om actie te ondernemen en dat ze haar pootjes weer laat hangen naar die vermaledijde EU-regelgeving die altijd roet in het eten schijnt te gooien. Anders zou de staatssecretaris het namelijk allemaal wél heel goed doen. Het is wel frappant dat de afgelopen weken kosten noch moeite werden gespaard om Marokkanen met het vliegtuig vanuit Marokko naar Nederland te halen, terwijl het, als ik u mag geloven, voor u onmogelijk is om overlast gevende Marokkanen die hier rotzooi trappen — meer dan 50% volgens uw rapportage — op het vliegtuig terug te zetten. Hoe kan dat nou?

Dus wie gelooft de VVD nog, voorzitter? Ze beloven continu dingen die ze niet waarmaken en zeggen continu dingen die ze niet menen. De staatssecretaris houdt mensen voor de gek. Ik zou eigenlijk één ding willen vragen: kunt u deze verantwoordelijkheid wel aan? Het lijkt er namelijk niet op. U faalt, keer op keer. Als blijkt dat u het niet kan, is het dan misschien niet tijd dat u het stokje overdraagt aan iemand anders die het wel kan?

Staatssecretaris Broekers-Knol:

De heer Emiel van Dijk schetst het beeld van de Marokkanen die niet naar Nederland kunnen. Dat zijn Nederlanders die ook toevallig nog een Marokkaans paspoort hebben. Dat is een complex geval, en daar is de minister van Buitenlandse Zaken druk mee bezig.

Hoezo kan ik mensen niet naar Marokko krijgen, is de vraag van de heer Emiel van Dijk. Ook daarop zeg ik dat de relatie met Marokko complex is, zoals recent maar weer eens gebleken is. Er wordt vanuit het kabinet hard gewerkt om ervoor te zorgen dat we maatregelen kunnen treffen.

De basis van de vraag van de heer Emiel van Dijk, waar het uiteindelijk om draait, is: "U faalt. Waarom stapt u niet op? Kan niet beter iemand anders dit doen?" Ik moet u zeggen dat ik me met veel inzet aan deze taak heb gewijd en nog wijd, maar dat het lastig is om in drie, zes maanden tijd te kunnen zeggen: nu heb ik het opgelost. Maar hopelijk gaan we de vruchten plukken van de maatregelen die we nemen en de manier waarop we bezig zijn met de aanpak van de overlast. Ik zet in op het gaan plukken van die vruchten. We leven in een rechtsstaat. Dat betekent dus dat we niet zomaar kunnen zeggen, terwijl daarvoor geen regels zijn: o, ik zet Pietje vast of ik zet Klaasje vast. Ik zei al: we zijn hard bezig om met de ketenmariniers, met de Top X-lijst, met de htl, met de gebiedsverboden, met het lik-op-stukbeleid, ervoor te zorgen dat we die overlast, die inderdaad onacceptabel is, kunnen indammen. We zijn hard bezig om die 300 raddraaiers zo veel mogelijk lik op stuk te kunnen geven. Dat is waar ik mee bezig ben en daar blijf ik me voor inzetten.

De heer Emiel van Dijk (PVV):

Met "hopelijk" en "misschien in de toekomst vruchten kunnen plukken van beleid" kunnen we natuurlijk helemaal niks. Dat beleid zet nu al helemaal geen zoden aan de dijk. Ik kan er met mijn hoofd niet bij. U doet niets en geeft mensen vrij spel. Ze mogen hier allemaal naartoe komen, rotzooi trappen, roven, diefstal plegen, verkrachten en noem het maar op. En wat zegt u? U zegt: ik zet ze op een top 300-lijst. Nou, gefeliciteerd; daar zullen ze van schrikken. U moet ze het land uitknikkeren. Dat is het enige wat gaat werken. Er is niemand gebaat bij "hopen op een goede afloop".

De voorzitter:

Dank u wel. Ik ga eerst naar meneer Bisschop.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Mag ik een heel korte reactie geven op het laatste wat de heer Van Dijk zei, voorzitter?

De voorzitter:

Ja, natuurlijk. Gaat uw gang.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

De heer Van Dijk zegt: ze mogen hier komen, ze mogen roven, ze mogen dit en ze mogen dat. Dat is niet het geval. Wij zijn er heel strikt op dat dat juist niet mag. Het is niet zo dat wij de deur openzetten en zeggen: kom maar fijn roven. Dat wilde ik toch wel even zeggen.

De voorzitter:

Eerst krijgt de heer Bisschop namens de SGP het woord. Daarna volgt mevrouw Van Toorenburg en dan de heer Hiddema.

De heer Bisschop (SGP):

Ik moet toch aangeven dat de heer Emiel van Dijk in mijn ogen wel een punt heeft, al is het niet zo dat ik de teksten die hij formuleert tot de mijne maak. Ik vermoed dat, als hij de kans had, hij zelfs een motie van wantrouwen bij het vragenuur zou indienen. Dat kan gelukkig protocollair niet. Maar als ik de beantwoording van de staatssecretaris hoor, krijg ik toch een beetje de indruk dat het probleem onderschat wordt. Er wordt trots gemeld dat er drie ketenmariniers zijn die 300 mensen op de huid zitten, en dat is dan alleen nog maar de top. Dat kan dus niet. Je kunt niet met drie ketenmariniers 300 boefjes op de huid zitten. En dan hebben ze ook nog eens een keer 1 miljoen beschikbaar gekregen om gemeenten te ondersteunen. Mijn vraag is kort en goed: wat heeft de staatssecretaris nog meer nodig om effectief deze ellende aan te pakken en deze boefjes gewoon op hun plaats te zetten?

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Het probleem wordt zeker niet onderschat, want elk incident is er een te veel en is echt verschrikkelijk. En voor degenen die die incidenten ondergaan, is het helemaal verschrikkelijk. De heer Bisschop heeft het over drie ketenmariniers. We hebben inmiddels besloten dat er een vierde ketenmarinier komt. Ik zie de heer Bisschop nu zijn handen in de lucht steken: wat zet het voor zoden aan de dijk? Ik kan u verzekeren dat de inzet van die ketenmariniers, de toolbox met maatregelen en de manier waarop het wordt aangepakt zoden aan de dijk zetten. Juist door die inzet wordt er samengewerkt tussen politie, Openbaar Ministerie, gemeenten, COA en IND om die overlast in te perken. Van die samenwerking hebben we al resultaten gezien in Harderwijk, in Boxmeer, in Grave. We zien die resultaten door samenwerking, door het samen aan te pakken en er ook voor te zorgen dat waar er overlast is en er zich incidenten voordoen, er aangifte wordt gedaan, het gemeld wordt. Dat werkt! Daar wordt keihard op ingezet. De vruchten kunnen wij daar langzamerhand echt van gaan plukken. Maar dat is gewoon iets wat tijd kost, en daarvoor is ook de inzet nodig van alle partijen die daarbij betrokken zijn. Die inzet is tot stand gekomen mede dankzij de inzet van de ketenmariniers, maar ook van de politie, het Openbaar Ministerie en gemeenten. Dat is bij sommige gemeenten tot stand gekomen en het wordt hoe langer hoe meer uitgerold. Dat betekent dat het werkt.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Het is eigenlijk voor de gemiddelde Nederlander niet te begrijpen wat we aan het doen zijn. Ik snap wel het dilemma waar de staatssecretaris in zit, want je kunt niet alles zomaar in één klap oplossen, ook al zou je dat graag willen. Toch zijn er misschien dingen die we wel kunnen doen. We hebben er eerder voor gepleit om ze sneller bij elkaar te zetten. Deze gasten zijn kansloos. Zij krijgen helemaal geen asiel in Nederland. Dus wanneer gaan we ze nu sneller bij elkaar zetten, in een hele sobere voorziening? En wat zijn we op dit moment aan het doen om de druk op te voeren op landen, om ervoor te zorgen dat die landen er belang bij hebben om ze terug te nemen? Ik weet dat daar overleg over is tussen de verschillende departementen, maar ik zou eigenlijk wel graag willen dat het effect daarvan zichtbaar wordt.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Ik geef mevrouw Van Toorenburg groot gelijk. Er moet druk op die landen. Daar wordt door mij samen met de minister van Buitenlandse Zaken, minister Blok, en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan gewerkt. Daar zijn we druk mee bezig.

De voorzitter:

De heer Hiddema. U moet de andere microfoon gebruiken, want die is wel schoongemaakt.

De heer Hiddema (FvD):

Daar staan we weer. Dezelfde misère met de veiligelanders. Het houdt niet op. En het debat kent een voorspelbare cadans. Alarmerende cijfers, het gaat van kwaad tot erger. De staatssecretaris, krachteloos, vlucht in verbale krachtpatserij, werkt keihard. En van de ketenmariniers, maar liefst vier, daar zullen ze van leren. We hadden er één, en het is alleen maar erger geworden. Van die ene werd door uw voorganger veel heil en zegen verwacht. Nooit meer wat van die man gehoord. Wat we nu te zien krijgen, zijn zeer alarmerende berichten, zodat de mensen in het COA er gek van worden en u simpel gezegd aankijken met de vraag: wat gaat u nou doen? We zijn vandaag geen steek wijzer geworden. Het zijn alarmerende berichten. Dat zult u toch met mij eens zijn?

De voorzitter:

De staatssecretaris.

De heer Hiddema (FvD):

En er is nu een overzicht. De vraag komt zo. Nou hoop ik maar ...

De voorzitter:

Nou, meneer Hiddema, de vraag.

De heer Hiddema (FvD):

Nou hoop ik maar dat de verontruste staatssecretaris haar verontrusting kenbaar heeft gemaakt aan bijvoorbeeld de Marokkaanse ambassadeur. Als die tenminste wel haar post opent. Dat is ook nog maar zeer de vraag.

De voorzitter:

De staatssecretaris.

De heer Hiddema (FvD):

Maar mijn vraag is deze. Nee, ik heb de hoop uitgesproken. Ik heb nu een vraag.

De voorzitter:

O, nou.

De heer Hiddema (FvD):

We zitten met 4.224 dagvaardingen. Dat zijn dus geen overtredingen van de huisregels, dat zijn dagvaardingen. Dat zijn dus verdachten die stuk voor stuk zijn aan te merken als recidivisten. Die zijn hier veilig en met één doel: grijpen wat je grijpen kunt.

De voorzitter:

Meneer Hiddema.

De heer Hiddema (FvD):

Nu wil wel eens weten, mevrouw de voorzitter, ...

De voorzitter:

Nee, meneer Hiddema.

De heer Hiddema (FvD):

Hoe vaak is er voorlopige hechtenis gevorderd in die zaken?

De voorzitter:

Dat had u ook meteen kunnen vragen, zonder een hele lange inleiding!

De heer Hiddema (FvD):

Omdat ik de staatssecretaris enthousiasmeer in de richting van een eerlijk antwoord en zij begrip krijgt voor mijn zorgen.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

De zorgen van de heer Hiddema deel ik, net zo goed als dat ik de zorgen van de andere Kamerleden deel. Dat heb ik ook tegen de heer Emiel van Dijk, de heer Bisschop en mevrouw Van Toorenburg gezegd. De cijfers in dit incidentenoverzicht zijn inderdaad zorgelijk en die overlast in alle vormen is onacceptabel. Het zijn inderdaad alarmerende berichten. Daar geef ik de heer Hiddema gelijk in. Maar tegelijkertijd moeten wij het volgende zien. Het liefste zou je hebben, en dat is ook wat de heer Emiel van Dijk naar voren heeft gebracht: doe de grenzen dicht, laat ze hier niet binnen. Maar we hebben een asielsysteem en dat betekent dat ... Wij zijn een rechtsstaat: iemand die hier om asiel komt vragen, krijgt een procedure. In die procedure wordt iemand gehuisvest in een azc. Vervolgens moeten we ervoor zorgen dat dat goed verloopt. We doen ons uiterste best om ervoor te zorgen dat dat zo goed mogelijk verloopt, dat er geen winkeldiefstallen plaatsvinden en dat inderdaad de instanties, politie, Openbaar Ministerie, gemeenten en alle andere organisaties goed samenwerken om ervoor te zorgen dat dat zo veel mogelijk wordt ingedamd. Daar wordt aan gewerkt.

De voorzitter:

Uw tweede vraag moet ook heel kort zijn, meneer Hiddema. U moet wel op het voetpedaal drukken, anders ...

De heer Hiddema (FvD):

Ik kan zo driftig worden met dit onderwerp. Ik heb de staatssecretaris gevraagd hoe vaak er in die — ik moet het even nakijken, want het is nogal wat — 4.224 dagvaardingszaken namens het OM voorlopige hechtenis is gevorderd. Ik vraag dat hierom, omdat een veiligelander in voorlopige hechtenis heel snel vrijwillig ervoor kiest het land te verlaten. Dat lukt altijd! Leest u het rapport van Van Zwol maar. Ergo, wat moet er gebeuren? Je moet ze voor de keuze stellen. Dit zijn allemaal recidivisten. "Grijp wat je kunt grijpen" is een grond voor voorlopige hechtenis. Daarom mijn vraag, die nog steeds niet is beantwoord: hoe vaak is er overgegaan tot een vordering van voorlopige hechtenis? Want die grond is er. En waarom geeft uw ministerie geen aanwijzing aan de officieren om dat altijd te doen?

De voorzitter:

Tot slot.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Die cijfers over hoe vaak voorlopige hechtenis gevorderd is, heb ik niet beschikbaar. Dat weet de heer Hiddema.

De heer Hiddema (FvD):

Grote makke.

De voorzitter:

Nee, meneer Hiddema. U bent al geweest. De staatssecretaris gaf net een antwoord.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Ik was de heer Hiddema aan het antwoorden over het incidentenoverzicht. De cijfers waarover de heer Hiddema het heeft, van hoe vaak het Openbaar Ministerie voorlopige hechtenis gevorderd heeft, staan niet in het incidentenoverzicht. En in hoeverre die cijfers boven water kunnen komen ... Laat ik dit zeggen. Ik kan laten navragen of die boven water zouden kunnen komen. Ik geef niet het antwoord dat dat kan gebeuren, maar ik ben wel bereid om te vragen of dat zou kunnen. Met een normale inspanning, hè. Ik wil niet dat we ik-weet-niet-hoelang bezig zijn om al die zaken er handmatig uit te halen.

De voorzitter:

En als u die informatie boven water heeft, gaat u die ook met de Kamer delen.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Dan deel ik die vanzelfsprekend; die hou ik niet voor mezelf.

De voorzitter:

Goed, dank u wel.

De heer Hiddema (FvD):

Die komt wel, want u werkt keihard. Dat is ...

De voorzitter:

Meneer Hiddema!

Nou, ik zag eerst de heer Emiel van Dijk. Nee? Oké. Dan geef ik het woord aan de heer Voordewind namens de ChristenUnie.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Goed dat we die cijfers krijgen, want het was inderdaad een motie van de heer Hiddema en mij die ertoe opriep om te kijken of we sneller tot een voorwaardelijke hechtenis zouden kunnen komen voor degenen die de wet overtreden.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Een voorlopige hechtenis, zult u bedoelen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Een voorlopige hechtenis, sorry. Het is dus goed dat we die cijfers hopelijk kunnen krijgen, dus dat de staatssecretaris zich daarvoor gaat inzetten. We weten dat er tussen die veiligelanders een hele grote groep zit die overlast veroorzaakt. Daarvoor hebben we aan de ene kant Hoogeveen. Aan de andere kant heeft de staatssecretaris ook het beleid ingezet om ze, zolang ze nog niet de fout in gaan, wel apart te zetten in de azc's. Kan de staatssecretaris ook aangeven of dat inmiddels gelukt is? Kunnen we ze nu apart zetten in de azc's? En kunnen we daar ook een strenger regime of een verscherpt regime op loslaten, zodat we ze goed in de gaten kunnen houden?

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Wat het COA graag zou willen, en ik met het COA, is een aparte afdeling om de overlast gevende veiligelanders, want daar hebben we het dan over, apart te zetten. Er is nog geen gemeente bereid gevonden om daar ja tegen te zeggen, maar het COA is wel bezig om daar toch iets op te vinden, om dat voor elkaar te krijgen. Maar het is niet zo dat gemeenten staan te springen van: doe mij hier maar een instelling met overlast gevende veiligelanders. Er wordt aan gewerkt om te kijken welke oplossing we dan toch kunnen vinden die zo veel mogelijk datgene bereikt wat wij graag zouden willen bereiken, namelijk die overlast gevende veiligelanders goed in het zicht houden en sobere opvang bieden, lik op stuk geven als het vervelend wordt en strenge maatregelen toepassen.

De voorzitter:

Dank u wel.

Naar boven