2 Vragenuur: Vragen Ouwehand

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Ouwehand aan de minister voor Milieu en Wonen over de jaarwisseling.

De voorzitter:

Zoals gebruikelijk beginnen we met het mondelinge vragenuur. Vandaag beginnen we met de vraag van mevrouw Ouwehand namens de Partij voor de Dieren aan de minister voor Milieu en Wonen, die ik ook van harte welkom heet, over de jaarwisseling. Mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Gelukkig nieuwjaar, op de eerste vergaderdag van het nieuwe jaar, en welkom in het bepalende decennium, want het komende decennium komt het erop aan. We hebben de minister-president al zijn eerste persconferentie zien geven. Ook in zijn richting de allerbeste wensen voor het nieuwe jaar. Dat was goed en slecht nieuws.

Het slechte nieuws is dat het kabinet nog niet heel erg besluitwaardig is, in dit decennium waarin het er wel op aan gaat komen. Maar het goede nieuws is dat het taboe er nu echt wel van af is, met de vuurwerkgewoonte die we in Nederland kennen, dat burgers zelf munitie mogen kopen en het zelf mogen afsteken met oud en nieuw. Het kabinet heeft aangekondigd naar een inperking van vuurwerk te kijken en daar is alle reden toe. 1.300 slachtoffers, waarvan de helft omstanders, mensen die gewoon hun buren gelukkig nieuwjaar gingen wensen en eindigden op de spoedeisende hulp. 55% van die slachtoffers kwam door siervuurwerk, 81% van de gewonden viel door legaal vuurwerk.

Dus de vraag aan het kabinet is: waarom zo aarzelend? Waar is het wachten op? Waar blijft de definitieve klap op de vuurpijl? Ook siervuurwerk is gevaarlijk. Hulpverleners, politieagenten, brandweermensen, burgemeesters, oogartsen, ziekenhuizen, longpatiënten, ze smeken het kabinet om nu de keuze te maken voor een volledig verbod op consumentenvuurwerk. Waar wacht het kabinet op?

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

Dank u wel, voorzitter. Laat ook ik beginnen met u allemaal een gelukkig nieuwjaar te wensen. Het is toch wel een eer om hier bij de eerste mondelinge vraag van een nieuw decennium in uw Kamer te mogen staan. Ik hoop dat het voor u allemaal een heel mooi jaar wordt.

Mevrouw Ouwehand zegt: goed dat het taboe eraf is. We hebben ook allemaal geconstateerd dat er geen dalende trend is, die we met elkaar graag hadden willen zien, in de letselcijfers rondom oud en nieuw en in de incidenten tegenover hulpverleners. We vinden dat allemaal onacceptabel en het is heel goed dat we met elkaar kijken wat er nog meer nodig is. Dat is ook steeds de lijn van het kabinet geweest. Het moet een veilige en fijne jaarwisseling zijn voor iedereen en als het nodig is nemen we daartoe meer stappen.

Daarom gaan we ook nu opnieuw kijken. Mevrouw Ouwehand noemt een aantal cijfers. Die laten ook zien dat het niet heel eenduidig één soort vuurwerk is dat zorgt voor dat letsel en voor die overlast. Zij geeft aan dat 81% komt door legaal vuurwerk. Dat betekent dat 20% komt door illegaal vuurwerk, wat eigenlijk maar een heel klein aandeel is in het totale gebruik van het vuurwerk. Slechts 1% zorgt voor 20% van het letsel. Dat betekent dus dat we een aantal dingen moeten doen.

We moeten de handhaving versterken, ook op het illegale vuurwerk, want dat zorgt nog steeds voor disproportioneel veel letsel. Dat is echt gevaarlijk, laat ik dat nogmaals zeggen. Daarnaast moeten we natuurlijk heel goed kijken naar wat er dan binnen dat siervuurwerk, binnen dat andere vuurwerk, moet gebeuren.

Daar gaan we als kabinet over overleggen. We gaan zorgen dat we snel met een brief komen. Februari is daarvoor genoemd. Het moet ook uitvoerbaar en handhaafbaar zijn. Daar willen we met de politie en met gemeenten ook over overleggen. De OVV is een belangrijke leidraad daarbij. Dus absoluut, de daadkracht waar mevrouw Ouwehand tussen de regels om vraagt zult u ook zien.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dank aan de minister voor haar eerste antwoorden op mijn vragen. De roep is natuurlijk niet nieuw. Ik ben blij dat het kabinet nu eindelijk ook erkent dat het risico waarmee hulpverleners in de nieuwjaarsnacht worden opgezadeld, onverantwoord is. De politie heeft afgelopen jaar aan de bel getrokken en gezegd: we kunnen eigenlijk al die handhavingstaken niet aan, waaronder die tijdens oud en nieuw. Daarop heeft het kabinet gezegd: ja, nou ja, mensen mogen wel munitie kopen, maar dan moeten ze het gewoon niet naar de politie gooien. Maar dat gebeurt dus wel. Dus zou bescherming van onze hulpverleners prioriteit één moeten zijn en komt er ook meer budget bij voor de politie om te handhaven.

De zorgen die bij de Partij voor de Dieren leven, gaan erover dat het kabinet wel heel ruim aan het zoeken is naar allerlei uitzonderingen. Ik hoor deze minister namelijk niet praten over de natuur- en milieueffecten. Ik hoor haar niet spreken over de longpatiënten. Dat zijn iedere nieuwjaarsnacht 600.000 mensen, die niet naar buiten kunnen om hun familie of hun buren een gelukkig nieuwjaar te wensen, vanwege die grote hoeveelheden stikstof die het gevolg zijn van het afsteken van vuurwerk. Dat is niet alleen maar knalvuurwerk of een vuurpijl. Waarom houdt het kabinet het op dit moment zo beperkt? Is er verschil in de gezondheids- en milieueffecten tussen knal- en siervuurwerk? Als dat verschil er niet is, waarom zegt deze minister dan niet nu al: daar gaan we heel nadrukkelijk naar kijken? Waarom zegt ze niet: we spreken ook met natuurorganisaties, we spreken met oogartsen — die terecht zeggen: veilig vuurwerk bestaat helemaal niet — we spreken met het Longfonds om te kijken hoe we ook deze mensen kunnen beschermen en we spreken met dierenbeschermers en de Vogelbescherming, omdat ook dieren enorm veel last hebben van die uit de hand gelopen gewoonte om ieder jaar zo veel vuurwerk af te laten steken door burgers?

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

Mevrouw Ouwehand zegt terecht: die roep is niet nieuw. Dit kabinet heeft ook de afgelopen jaren steeds stappen gezet om te komen tot een veiligere en fijne jaarwisseling voor iedereen, want dat is — dat hoor ik ook mevrouw Ouwehand niet tegenspreken — wat we willen. Het moet ook echt veilig zijn voor al die hulpverleners in de nieuwjaarsnacht. Ze vraagt terecht handhaving. Komt daar extra aandacht voor? Ja, daar moeten we echt extra op inzetten. Die handhaving is ontzettend belangrijk. We moeten ook dat onderdeel echt versterken.

Daarnaast vraagt zij eigenlijk: wordt er breed gesproken met allerlei verschillende partijen over het definiëren van wat de volgende stap moet zijn? We zijn met allerlei partijen in gesprek, ook met de vuurwerkbranche zelf, overigens. Al die gesprekken lopen en dat is ook waarom we nog even tot het krokusreces in februari de tijd nemen om die gesprekken af te ronden om tot een goede definitie te komen. Wat we verder willen gaan beperken, moet immers ook handhaafbaar en uitvoerbaar zijn. Overigens is de minister van JenV bezig met een taskforce geweld tegen hulpverleners, want of het nou door vuurwerk komt of door iets anders: geweld tegen hulpverleners is gewoon onacceptabel. Naast vuurwerk moeten we in de breedte kijken naar dat geweld tegen hulpverleners. Die mensen moeten veilig hun werk kunnen doen, wat ze doen voor ons allemaal.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Zeker, daar ben ik het zeer mee eens, maar het scheelt natuurlijk wel of mensen wel of niet munitie mogen kopen, want dat is wat vuurwerk is. De minister zegt: er wordt breed gesproken met partijen. Maar ze zegt niet nadrukkelijk dat de partijen waarover we al van de minister-president hadden gehoord en waarover we hier ook vandaag van haar weer horen — gemeenten en politie — worden uitgebreid met natuurorganisaties, met het Longfonds, met de oogartsen, met ziekenhuizen, met brandweermensen, die allemaal zeggen: het allerbeste idee is een totaalverbod op consumentenvuurwerk. Dat is eigenlijk al verboden, alleen maken we drie dagen per jaar een uitzondering. Dat zou ook voor de handhaving wel zo makkelijk zijn. Dus kan de minister beloven dat zij namens het kabinet ook met deze organisaties gesprekken gaat voeren? De Partij voor de Dieren zal een voorstel doen, samen met GroenLinks, om ook de Kamer zich goed te laten informeren middels een hoorzitting. Wat ons betreft: kiezen voor duidelijkheid, eenduidige handhaving, een verbod op al het consumentenvuurwerk.

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

Ik denk dat het heel belangrijk is dat we alle aspecten goed meewegen, dus we zullen zeker breed gesprekken voeren.

De voorzitter:

Dank u wel. Dank u wel, mevrouw Ouwehand. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Den Boer namens D66.

Mevrouw Den Boer (D66):

De gang van zaken bij de jaarwisseling was uiteraard onacceptabel. D66 sluit zich graag aan bij die woorden. Er zijn hier partijen die een totaalverbod willen, zoals GroenLinks en de Partij voor de Dieren, en er zijn ook partijen die niet willen bewegen, zoals de VVD. D66 zet zich op de lijn: laten we de impasse doorbreken. Dat is belangrijk. De tijd is er rijp voor dat een Kamermeerderheid zich schaart achter de aanbeveling inzake het verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Daar is een breed draagvlak voor in de samenleving. Ik zou zeggen: kabinet, waar wacht u nog op? Ik doe hierbij de oproep om het gewoon te regelen voor de volgende jaarwisseling.

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

Ik hoor twee aspecten in deze oproep. Neem het advies van de OVV als leidraad. Volgens mij heeft de minister-president dat letterlijk gezegd in zijn persconferentie. Daarnaast is oproep om te kijken of er maatregelen genomen kunnen worden die de komende jaarwisseling al effect hebben. Dat is zeker de manier waarop het kabinet naar deze problematiek kijkt, op alle twee de punten.

De heer Bisschop (SGP):

Ik hoor de minister zeggen dat nu bekeken wordt welke stappen gezet worden. Ik denk dat ik haar kan helpen door haar erop te wijzen dat voor het kerstreces een motie-Bisschop/Van der Staaij/Wassenberg is aangenomen om stappen te zetten om in ieder geval vuurwerk tot en met de categorie F2 te verbieden. Dat kan de minister helpen om snel vorderingen te maken. Dat is overigens geheel in lijn met wat collega Den Boer zojuist naar voren heeft gebracht over het advies van de veiligheidsinstelling. Is de minister het met mij eens dat er snel stappen gezet kunnen worden?

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

Ik kijk echt naar stappen die snel gezet kunnen worden. We begrijpen de wens heel goed dat maatregelen de komende jaarwisseling al effect moeten kunnen hebben. Bij de ene stap is dat makkelijker dan bij de andere stap. Dat kan medebepalend zijn in de afbakening. Er is ook een motie van de heer Van Dam aangenomen om naar het vuurwerk te kijken dat vanwege de zwaarte extra letsel veroorzaakt. Door dit alles heen moeten we ervoor zorgen dat we straks een pakket maken dat ook handhaafbaar en uitvoerbaar is. Daarbij nemen we uiteraard beide aangenomen moties mee in de brief die naar de Kamer komt.

De heer Klaver (GroenLinks):

Als ik de reactie van de minister hoor lijkt het of we met een soort tekentafelwerkelijkheid bezig zijn. Ik ben deze oudjaarsnacht met de politie mee geweest. Je ziet dan waar hulpverleners mee te maken krijgen, het vuurwerk dat ze naar zich toegeworpen krijgen. Ze kunnen hun werk bijna niet doen. Maar toch gaan ze door om onze samenleving veilig te houden. Er wordt verwezen naar een OVV-rapport uit 2017. Er wordt aangegeven hoe moeilijk het is. We weten al jaren wat voor ellende er met oud en nieuw gebeurt. Kan het kabinet hier vandaag beloven dat bij de volgende jaarwisseling er een vuurwerkverbod is?

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

De OVV heeft juist heel nadrukkelijk naar deze problematiek gekeken, juist omdat die al jaren speelt en juist omdat het al jaren onacceptabel is wat er gebeurt. Er is een advies uit naar voren gekomen met een aantal aanbevelingen waarvan een heel aantal eigenlijk al meteen door het kabinet zijn geïmplementeerd. Het kabinet gaat serieus kijken naar de vraag om een verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen. Dat OVV-rapport nemen we echt als leidraad. Die oproep is heel goed gehoord, ook de oproep van de politie. We moeten zorgen dat het een pakket wordt dat ook voor de politie handhaafbaar en uitvoerbaar is. Ik deel de urgentie die de heer Klaver schetst. Ik denk dat heel veel mensen in Nederland die hebben gevoeld. Dat is ook waarom het kabinet heeft gezegd dat er nog meer nodig is. Daar gaan we naar kijken. Er is een brief toegezegd voor februari. Mevrouw Ouwehand vroeg of we met al die partijen in gesprek gaan. Daarom gebeurt dat niet vandaag, maar komen we met een brief.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik zou zeggen: skip het gesprek. Ga met de politie praten. Ga vragen wat zij nodig hebben. Kom met actie. Daadkracht willen we nu zien. We moeten nu tot maatregelen overgaan. Tot slot daarom één vraag voor de minister. Ik heb gesproken met de politie, de mensen die straks moeten handhaven. Is de minister het met mij eens dat hoe meer uitzonderingen we op een vuurwerkverbod maken, des te moeilijker de handhaving is?

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

De heer Klaver zegt aan de ene kant: skip het gesprek. Aan de andere kant zegt hij: ga in gesprek met de politie. Dat is wat lastig te verenigen. Ik deel met hem het belang van het gesprek met de politie. Zij staan daar 's nachts in de vuurlinie. Zij moeten aangeven wat voor hen handhaafbaar is. Zij hebben duidelijke signalen afgegeven. Die zijn voor het kabinet echt leidraad bij de te nemen maatregelen. Zij staan daar en zij weten waarmee zij het meest geholpen zijn. Daarom is hun advies ontzettend belangrijk voor het kabinet bij het nemen van besluiten.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

De ChristenUnie is heel blij dat het kabinet na deze jaarwisseling waarin er meer incidenten zijn geweest, meer geweld tegen hulpverleners, waarin hulpverleners met vuurwerk zijn bekogeld en waarin zelfs mensen het leven hebben gelaten, heeft gezegd dat het zo niet langer kan. We moeten verdere stappen zetten. Vorig jaar was het kabinet nog niet zover om de aanbevelingen van de OVV te nemen, maar gelukkig lijkt dat dit jaar wel te gebeuren. Dat omarmt de ChristenUnie heel graag.

Het kabinet heeft in de brief aan de Kamer geschreven erover te willen nadenken hoe de vuurwerktraditie of jaarwisselingstraditie voor de langere termijn behouden kan blijven, waarbij het een feestelijk evenement blijft. Ik vraag de minister of zij bereid is om met het kabinet de suggestie van de ChristenUnie mee te nemen en erover na te denken om in die traditie van samenbinding, van verbinding met elkaar in de buurt en de wijk, een algeheel vuurwerkverbod voor consumenten op te nemen, waarbij wijkverenigingen en buurtverenigingen of nog op te richten vuurwerkclubs ...

De voorzitter:

De minister.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

... alsnog vuurwerk af kunnen steken om met elkaar een feestelijke jaarwisseling te beleven.

De voorzitter:

Mevrouw Van der Graaf: een nieuw jaar, ik dacht misschien een nieuwe manier van interrumperen, maar dat ...

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

Het moet een mooi en veilig feest zijn. Dat is het uitgangspunt. Ik hoor mevrouw Van der Graaf duidelijk zeggen dat de veiligheid versterkt moet worden — dat vindt het kabinet ook — en ik neem de suggestie van de ChristenUnie graag mee. Daarop zullen we terugkomen in de brief.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik heb de minister nog geen antwoord horen geven op de vraag of er dan verschil zou zitten tussen knal- en siervuurwerk als het gaat om de gezondheids- en milieueffecten. Is zij bereid te erkennen dat dat verschil eigenlijk niet bestaat? Het kabinet wil vooral kijken naar de veiligheid. Dat is een legitieme reden. Is zij dan ook bereid te erkennen dat die hele F2-categorie, waar dus zowel knal- als siervuurwerk in zit, bestaat omdat de veiligheidsrisico's van al dat vuurwerk in die categorie hetzelfde zijn en je daar dus eigenlijk geen uitzonderingen op kunt maken als het je om de veiligheid gaat?

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

De veiligheid wordt aan de ene kant natuurlijk bepaald door de intrinsieke kwaliteit van vuurwerk — de hoeveelheid kruit die erin zit — maar aan de andere kant ook door hoe dat vuurwerk gebruikt wordt of misbruikt kan worden. Dat zijn allemaal elementen die uiteindelijk de veiligheid bepalen; veiligheid kent meerdere aspecten. Dat je goed moet kijken naar de letselcijfers van de verschillende soorten en dat het soms best moeilijk is om onderscheid te maken, daar geven de cijfers mevrouw Ouwehand gelijk in. Maar de veiligheid voor de hulpverleners in die nacht wordt ook bepaald door de manier waarop dat vuurwerk gebruikt wordt. Daar geeft de politie weer hele duidelijke signalen over. Dat zullen we uiteindelijk allemaal meewegen in de pakketten.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Daar geeft de politie inderdaad signalen over, maar dat was ook niet voor het eerst, zolang je munitie aan burgers blijft verkopen. Ik wijs erop dat die hele F2-categorie, waar ook siervuurwerk in zit, ook gevaarlijk is. Als je mensen met munitie in hun zak de nieuwjaarsnacht in stuurt, kunt je erop wachten dat mensen bekogeld worden. Dus als het kabinet het meent — en ik hoop van harte dat de veiligheid vooropstaat — dan hoop ik ook dat ze denken aan longpatiënten en dan hoop ik dat er voor het komende nieuwjaar een volledig vuurwerkverbod van dit kabinet komt, en anders komen we met een eigen wetsvoorstel.

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

Daar neem ik kennis van.

De heer Van Raak (SP):

Agenten, brandweer, ambulancepersoneel: wij vragen deze mensen om ons te beschermen, maar dan moeten wij ons hulpverleners ook beschermen. Ik denk dat de tijd van praten voorbij is, en dat er een wet moet komen. Ik denk dat er grote overeenstemming is in deze Kamer dat gevaarlijk vuurwerk verboden moet worden. De onderzoekers vinden dat, de politie vindt dat, zelfs de branche vindt dat. Wat let de minister nou om met een wet te komen? Want er wordt vaak gesproken over vuurwerk ná oudjaar, maar ik zou graag zien dat we dat nu regelen voor het nieuwe nieuwjaar. Dus de minister zegt nu dat er een brief komt. Dat is prima, maar komt er ook een wet en komt er op tijd een wet, zodat de Tweede Kamer en de Eerste Kamer die kunnen aannemen en we kunnen proberen om onze hulpverleners met oudjaar de veiligheid te bieden die ze verdienen?

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

Volgens mij zijn de heer Van Raak en ik het eens over het wat, namelijk dat de veiligheid echt veel beter moet. Terecht noemt hij als hulpverleners naast politie ook de brandweer en de ambulancemedewerkers. Al die mensen zijn er voor ons, zij doen ontzettend belangrijk werk en zij moeten dat veilig kunnen doen. Het is ook aan ons om ervoor te zorgen dat we daar ook dit jaar weer een belangrijke stap in maken. Komt er een wet? Er is al een wet. Het makkelijkste en snelste is natuurlijk om binnen de bestaande wettelijke kaders aanpassingen te doen, want dan heb je de meeste kans dat je bij de komende jaarwisseling al het effect kunt zien. Dus als het niet nodig is om een aparte wet te maken en we het kunnen regelen binnen de wettelijke kaders die we al hebben, dan heeft dat de voorkeur vanwege de snelheid. Maar wettelijke borging zal natuurlijk nodig zijn.

De heer Van Dam (CDA):

Wij hebben dit vanmorgen uitgebreid in de fractie besproken. Wij zullen met interesse kijken naar de voorstellen waar het kabinet mee komt. Als die voorstellen inhouden dat er een verbod komt op knalvuurwerk en op vuurpijlen zullen wij daar niet tegen zijn. Maar wij hopen in die brief meer dan dat aan te treffen, want als we alleen dat verbod doorvoeren, verandert er geen klap bij de jaarwisseling. Dan staan we hier volgend jaar weer. We moeten in Nederland überhaupt op een andere manier met feestvieren in de openbare ruimte omgaan. Het is gewoon pure hufterigheid die hier tot uitdrukking komt. De anarchie in die nacht en de kennelijke ontremming van heel veel mensen die denken dat alles kan: dat is het diepere probleem. Wij verwachten dat het kabinet dat probleem ook raakt in de voorstellen.

En het tweede probleem ...

De voorzitter:

Nou ...

De heer Van Dam (CDA):

Dan rond ik af, voorzitter.

De voorzitter:

Oké.

De heer Van Dam (CDA):

Het tweede probleem is de handhaving. Ook dat zal in die brief — en daar hebben wij concrete beelden bij, die ik op een later moment zal delen — naar voren moeten komen.

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

Ik bevestig heel graag aan de heer Van Dam dat dat ontzettend belangrijke elementen zijn. Dat probeerde ik net ook al aan te geven richting mevrouw Ouwehand. Los van de hoeveelheid kruit in een stuk vuurwerk is ook echt de vraag hoe ermee wordt omgegaan. Wat wordt er in de praktijk mee gedaan? Dat is uiteindelijk bepalend voor hoe gevaarlijk het vuurwerk ook voor de hulpverleners is. De handhaving moet beter. Nogmaals, de minister van JenV is ook bezig met een taskforce geweld tegen hulpverleners. We zullen graag in de brief ook op de aspecten terugkomen die de heer Van Dam aansnijdt, want het zal een totaalaanpak moeten zijn waarmee we met elkaar — mensen hebben daar zelf natuurlijk een heel belangrijke rol in — als overheid de jaarwisseling veiliger maken voor iedereen.

De voorzitter:

De heer Van Dam, een tweede vraag.

De heer Van Dam (CDA):

In de visie van mijn fractie gaat het niet zozeer om de pijlen, maar gaat het veel meer om de pillen en om de alcohol en überhaupt om wat mensen zich veroorloven. Dat is niet alleen met oud en nieuw het geval. Dat is ook met voetbal en op andere momenten met demonstraties het geval. Het komt voor dat als mensen gewoon demonstreren, allerlei anderen zich daartussen voegen. Dat is het diepere probleem. Daar moeten we mee aan de slag en daarom hechten we er enorm aan dat bij deze begrijpelijke maatregel dat aspect ook meegenomen wordt.

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

Ja, het moet een breder pakket zijn.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Afrondend zou ik nog een hele specifieke vraag willen stellen om het nog even heel precies te maken. De minister zegt toe dat er in februari een brief komt. Ze wil tot een wetswijziging komen omdat een aantal zaken daadwerkelijk verboden moeten worden, zoals ook het CDA nu aangeeft als het gaat over knalvuurwerk en sierpijlen. Ik zou graag willen weten hoe we geïnformeerd worden over wat de verschillende hulpverleners vinden van wat er wel of niet handhaafbaar is, zodat het ook transparant is. Ik wil uiteindelijk geen politiek oordeel; ik wil een inhoudelijk oordeel, omdat dat de enige manier is waarop we er daadwerkelijk voor kunnen zorgen dat oud en nieuw volgend jaar weer een feest voor iedereen is.

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

Ik ben het heel erg met mevrouw Kuiken eens en ik dank haar ook voor de manier waarop ze dit inbrengt. Juist de hulpverlenende instanties, degenen die in de vuurlinie staan, kunnen ons heel goed aangeven waar zij echt behoefte aan hebben en waar zij de meeste risico's ervaren. We zullen in de brief daarop ingaan, zodat ook voor de Kamer transparant is hoe die verschillende adviezen zijn meegenomen.

De voorzitter:

Dank u wel.

Naar boven