Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | nr. 28, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | nr. 28, item 4 |
Vragen van het lid Hijink aan de minister voor Medische Zorg en Sport over de stijging van gemeenteverzekeringen.
De voorzitter:
Dan geef ik nu het woord aan de heer Hijink namens de SP voor zijn vraag over de stijging van gemeenteverzekeringen. De vraag wordt gesteld aan de minister voor Medische Zorg, die ik van harte welkom heet. De heer Hijink.
De heer Hijink (SP):
Dank u wel, voorzitter. De stijgende zorgkosten zijn voor heel veel mensen een steeds groter probleem. We hebben het eigen risico van €385 per persoon. We hebben de zorgpremie, die ieder jaar opnieuw omhooggaat. Heel veel mensen komen door deze hoge kosten in de problemen.
Nu hebben honderdduizenden mensen een gemeentepolis. Een gemeentepolis wil zeggen dat jij via je gemeente een zorgverzekering hebt afgesloten. Dan krijg je korting van de verzekeraar. Vaak doet de gemeente ook nog een bijdrage. Dankzij die gemeentepolis kunnen mensen de zorgkosten beter betalen. Maar nu is er een probleem: de korting verdwijnt voor een deel en ook hebben gemeenten bezuinigd op het geld dat zij extra toeleggen. Dit betekent dat heel veel mensen die zo'n polis hebben tot wel €100 per jaar moeten inleveren. Bij de NOS hebben we kunnen zien wat dat betekent. Dat betekent gewoon dat mensen moeten gaan kiezen tussen het betalen van hun rekeningen voor de zorg of het televisieabonnement of hun telefoonabonnement. Voor ons is dat onacceptabel. Ik wil van de minister weten wat hij gaat doen om deze mensen tegemoet te komen.
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Bruins:
Voorzitter, dank u wel. Allereerst was de korting die werd gegeven en waarover de spreker rept, vaak een korting die voorafgegaan werd door een opslag door de zorgverzekeraar. Dat vind ik geen goede korting. Daarom heb ik die zogeheten collectiviteitskorting willen verlagen van 10% naar 5%. Want ik vind dat, als een zorgverzekeraar een korting aanbiedt, die een relatie moet houden met de inkoop. Als je goed inkoopt, dan moet de verzekerde, de burger, daarvan profiteren. Dat moet niet gaan via een opslag en dan een korting.
Ook weet de heer Hijink dat, als hij vraagt wat het kabinet doet, wij voor komend jaar de zorgtoeslag weer verhogen. Daar zit ook nog een zeker koopkrachteffect in. Dat is één punt. Aan de andere kant werken wij bij voortduring aan het matigen van de groei van de zorgkosten, onder meer via hoofdlijnenakkoorden — excuus voor het jargonwoord — en de aandacht voor de geneesmiddelenprijzen. Daarnaast is er natuurlijk ook een rol voor de gemeenten weggelegd.
De heer Hijink (SP):
De minister geeft helemaal geen antwoord op mijn vraag. Ik vroeg hem wat hij gaat doen om deze mensen, die nu tot €100 per jaar meer gaan betalen voor hun zorgverzekering, tegemoet te komen. De minister wijst nu naar de gemeenten, en de gemeenten wijzen weer naar deze minister. De wethouder in Rotterdam zegt: de minister moet nu leveren. En wat zegt de minister? "De gemeente moet het maar gaan oplossen." Maar wat schieten deze mensen daarmee op? Hoe komen zij aan het geld om hun zorg te kunnen betalen?
En ik begrijp het wel, want het is iedere keer hetzelfde. Iedere keer als wij hier met deze minister of met andere partijen over de zorgkosten praten, dan lijkt het allemaal wel mee te vallen. Als je zelf een inkomen hebt van meer dan een ton of als je in het wachtgeld zwemt, is het misschien ook makkelijk praten over die €100 die je per jaar extra moet gaan betalen. Maar deze mensen staan voor de keuze of zij nog televisie kunnen kijken of zij nog kunnen bellen of dat ze nog een zorgverzekering hebben. Ik vind dat deze minister niet naar de gemeenten moet wijzen, maar dat hij zelf nu met voorstellen moet komen om deze mensen tegemoet te komen. Ik vraag hem: wat gaat hij doen?
Minister Bruins:
Ik zou inderdaad niet willen zeggen dat het makkelijk is om de jaarlijkse groei van de zorgkosten op te vangen, voor niemand niet, voor mensen met een kleine beurs specifiek niet. Daarom heb ik een punt gemaakt van de verhoging van de zorgtoeslag voor komend jaar. Daarom heb ik een punt gemaakt van het feit dat wij in Nederland een prachtig, mooi, breed zorgverzekeringspakket hebben en dat het het vechten waard is om te zorgen dat dat goede zorg voor een redelijke prijs blijft. Daarnaast is de gemeentepolis inderdaad een polis die door de gemeente wordt gesloten met de zorgverzekeraar. Ik vind dan ook dat de gemeente, bijvoorbeeld via de bijzondere bijstand, via een specifieke regeling of via een gemeentelijke collectiviteit, ook zelf een aandeel heeft in dit vraagstuk.
De heer Hijink (SP):
Wij zouden deze ellende niet hebben als wij ervoor zouden kiezen om het systeem op een andere manier in te richten. We hebben nu een oerwoud aan verschillende polissen, tientallen verzekeraars en honderden verschillende keuzeopties binnen allerlei polissen. Mensen worden er horendol van, zien door de bomen het bos niet meer en betalen uiteindelijk meer voor de zorg, omdat ze er niet meer via de gemeente terechtkunnen.
Waarom gaat de minister niet mee in het voorstel dat de SP onlangs nog heeft gedaan? Wij hebben onlangs nog het volgende voorgesteld. Zet een streep door al die polissen, zet een streep door al die verzekeraars en kies voor één duidelijke verzekering waar iedereen verzekerd is, waar alle medisch noodzakelijke zorg binnen valt, de tandarts dus ook, de fysiotherapie dus ook. Als we die rekening gezamenlijk zouden betalen via de belastingen, dan gaat driekwart van de Nederlanders erop vooruit; driekwart is dan beter af. Het is overzichtelijker, duidelijker en eerlijker. Ik wil van de minister weleens weten waarom hij daar niet voor kiest. Waarom maakt hij het zo extreem ingewikkeld en krijgen mensen ook nog eens niet de zorg die ze eigenlijk wel nodig hebben?
Minister Bruins:
In de vraag van de heer Hijink treft mij het woord "kiezen". Dat is precies wat ik voorsta: dat er wat te kiezen valt in de zorgverzekering. Daarom spreek ik zorgverzekeraars erop aan dat informatie duidelijk zichtbaar moet zijn op hun websites en in hun contracten. Want alleen dan kunnen wij allemaal goed begrijpen wat er in ons verzekerd pakket zit. Daarom dring ik daarop aan en wil ik niet toewerken naar een ander systeem.
De heer Hijink (SP):
Mensen zitten helemaal niet te wachten op de vrijheid om te kunnen kiezen tussen tientallen verschillende polissen van tientallen verschillende verzekeraars, waarbij je op 50 A4'tjes in de kleine lettertjes moet gaan uitzoeken of er ergens een verschil zit. Niemand zit daarop te wachten. Mensen willen keuzevrijheid ten aanzien van de arts, de zorgverlener. Ze willen bij die arts of zorgverlener terechtkunnen, waar ze vertrouwen in hebben en waar ze een band mee hebben. Dat is keuzevrijheid in de zorg. Dat is waar deze minister voor zou moeten kiezen. Maar wat de VVD en de regering de afgelopen jaren hebben gedaan is een zorgstelsel optuigen met een torenhoog eigen risico en met extreem veel polissen en verzekeraars, waar niemand nog wat van kan begrijpen, terwijl het zo veel simpeler kan.
Ik vraag het de minister dus nog een keer: kies voor een duidelijker stelsel, zet een streep door die verzekeraars en zorg ervoor dat iedereen verzekerd is van alle zorg die hij nodig heeft en we het eerlijk gaan betalen, dat wil zeggen: via de belastingen en niet via al die ingewikkelde constructies die de regering tot nu toe in stand houdt.
Minister Bruins:
Die route sta ik niet voor. Het eigen risico is voor een aantal jaren bevroren; de heer Hijink weet dat. De duidelijkheid van de polis is een thema waar we een- en andermaal over spreken, niet alleen in de Kamer maar ook in mijn overleg met de zorgverzekeraars. Ik vind inderdaad dat u en ik, en heel Nederland, niet 50 pagina's kleine lettertjes moeten doorlezen, maar dat men in ieder geval de hoofdlijnen van de polis overzichtelijk en makkelijk tot zich moet kunnen nemen. Op die manier wordt ook de startpagina van zorgverzekeraars ingericht. Dat is een afspraak die we met de zorgverzekeraars hebben gemaakt, en daar spreek ik ze ook op aan.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Hijink.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dat gemeenten een zorgverzekering afsluiten voor minima, is zeer te prijzen. Maar uit onderzoek weten we ook dat gemeenten hierbij breed zorg inkopen, een basispakket en een aanvullend pakket, en dat heel veel minima dus eigenlijk meer betalen dan ze feitelijk nodig hebben, omdat het pakket te uitgebreid is. Een aantal gemeenten, bijvoorbeeld in Drenthe, zijn overgestapt op een zorgverzekering op maat, zodat voor iedereen die dat nodig heeft niet dat hele brede pakket wordt geleverd, waar ze eigenlijk een beetje te veel voor betalen, maar er gewoon heel specifiek voor mensen in specifieke situaties zorg wordt ingekocht. Dat is wat de gemeente doet voor de minima. Is de minister bereid om dit model breed onder de aandacht te brengen via de VNG in zijn contacten met gemeenten, zodat minima niet méér betalen dan nodig is voor de zorgverzekering?
Minister Bruins:
Mevrouw Dik-Faber spreekt in haar inleidende opmerking inderdaad een waar woord. Uit gegevens van de VoorzieningenWijzer blijkt ook dat de gemeentepolis voor slechts 40% van de minima de beste keuze is, dus voor de meerderheid eigenlijk niet. Daarom kiezen minima ook vaker voor een andere polis. Dat begrijp ik heel goed. Dat idee van een zorgverzekering op maat ken ik niet, maar ik wil hier benadrukken dat het een afspraak is tussen de verzekeraar en de gemeente. De ervaring leert dat verzekeraars onderling heel goed naar elkaar kijken en dat gemeenten dat ook doen. Dus ik denk eigenlijk dat het idee dat mevrouw Dik-Faber noemt, namelijk kennisnemen van deze ontwikkeling, in het veld al aan de gang is.
Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):
Vandaag nog luidden huisartsen de noodklok; het stond op de voorpagina van de Volkskrant. Zij maken zich grote zorgen om kwetsbare patiënten. Het zijn precies deze kwetsbare patiënten die profijt kunnen hebben van de samenwerking tussen gemeenten en de zorgverzekeraar. De heer Hijink vroeg terecht aan de minister om daar een actieve bijdrage aan te leveren, zodat die polis voor iedereen betaalbaar blijft. We zien nu ook een aantal gemeenten waar helemaal geen gemeentepolis meer wordt aangeboden. In die gemeenten komt die samenwerking tussen welzijn en zorg, waarvan de minister zegt dat die belangrijk is, niet tot stand. Wat ik de minister wil vragen is: is hij bereid om met de zorgverzekeraars af te spreken dat in iedere regio de grootste zorgverzekeraar ervoor garant staat dat in iedere gemeente een gemeentepolis wordt afgesloten?
Minister Bruins:
Ook die route wil ik niet op. De spreker weet dat wij de verschillende collectiviteiten die er in de markt bestaan, waaronder gemeentepolissen, onderwerpen aan een monitor, zodat we inzicht kunnen krijgen in de werking en het gebruik van de verschillende collectiviteiten. Daarover wil ik de Kamer in het voorjaar van 2020 informeren. Dat is de eerste informatiebehoefte die ik heb en die ik met de Kamer wil delen en bespreken.
Mevrouw Van den Berg (CDA):
We hebben nog een apart overleg over de hele risicoverevening, dus hoe de kosten tussen de verzekeraars onderling worden verdeeld. Samen met meneer Geleijnse van 50PLUS heb ik tijdens het zorgverzekeringsdebat een motie ingediend met het verzoek dat de minister in zijn monitor specifiek aandacht geeft aan de gemeentepolissen. Dan gaat het om aantallen en de vraag welke gemeentes dat doen. Is de minister bereid om die monitor uit te breiden, zodat we ook zicht krijgen op de prijs van die polissen en de manier waarop de schadelast en de financiering van de polissen geregeld zijn? We horen dat met name daarmee problemen zijn.
Minister Bruins:
Ik ben bezig met het traject van het aanbesteden van de monitor. Ik ga kijken of ik de vraag van mevrouw Van den Berg daarin kan meenemen. Als dat enigszins mogelijk is, denk ik dat het goed is om die informatie te berde te brengen, zodat we daar ons voordeel mee kunnen doen.
De heer Van Gerven (SP):
Het Nationaal Zorgfonds met premieheffing naar draagkracht gaat er komen. Dat is een toekomstvoorspelling, dus dat gaan we in de toekomst zien. Maar nu concreet: wat vindt de minister van het feit dat men in Leiden €180 meer betaalt voor die minimale polis en in Utrecht €40 minder? Die grote verschillen, is dat nou de keuzevrijheid die de minister voorstaat? Zouden de verzekeraars, die bulken van het geld, hierop niet moeten worden aangesproken? 9 miljard aan reserves! Dan moet het toch mogelijk zijn om een goede polis voor iedereen tegen eenzelfde prijs te realiseren?
Minister Bruins:
Een goede polis voor een redelijke prijs is precies wat wij elk jaar met elkaar beleven. De zorgkosten zijn hoog. Het is duur, daar moeten we niet te gemakkelijk over praten. Dat de zorgkosten ook de komende jaren weer stijgen, is een fact of life, denk ik. Daar zullen we rekening mee moeten houden. Daar moeten we voor niemand makkelijk over doen, niet voor mensen met een grote beurs maar zeker ook niet voor mensen met een kleine beurs. Als een gemeente een contract sluit met een zorgverzekeraar, dan kan het zo zijn dat de afspraken van de ene gemeente ten opzichte van de andere gemeente verschillen. Daar is niet een algemene landelijke oplossing voor te bedenken als individuele gemeenten met individuele zorgverzekeraars afspraken maken.
De voorzitter:
Tweede vraag, de heer Van Gerven.
De heer Van Gerven (SP):
Ik vroeg of die verschillen acceptabel waren. Voor een minimaal inkomen €180 meer in de ene gemeente ...
De voorzitter:
Ik moet u even onderbreken.
De heer Van Gerven (SP):
... en €40 minder in de andere.
De voorzitter:
Meneer Van Gerven, ik moet u onderbreken, want er zijn al twee vragen gesteld door de SP, begrijp ik. Ik heb daar niet goed op gelet. U blijft staan, hè? Het is aan de minister om te bepalen of hij wil antwoorden of niet.
Minister Bruins:
Graag, voorzitter. Ik vind dat de gemeente verschillende instrumenten in handen heeft voor het voeren van beleid voor mensen met een kleine beurs. Dat kan via de bijzondere bijstand, dat kan via specifieke regelingen, dat kan via het aanbieden van een keuzehulp zoals zo'n voorzieningenwijzer waar ik over sprak en dat kan via een gemeentepolis. Alleen maar focussen op die ene gemeentepolis ... Dat is een instrument in het minimabeleid, maar het is niet hét minimabeleid van een gemeente.
De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit vragenuur. Ik schors de vergadering tot 15.00 uur. Daarna gaan we stemmen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20192020-28-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.