4 Vragenuur: Vragen Van Toorenburg

Vragen van het lid Van Toorenburg aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, bij afwezigheid van de minister voor Rechtsbescherming, over hulp voor nabestaanden na een moord.

De voorzitter:

Dan geef ik tot slot het woord aan mevrouw Van Toorenburg voor haar vraag over hulp voor nabestaanden na een moord. De vraag wordt gesteld aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die ik ook welkom heet. De staatssecretaris vervangt de minister voor Rechtsbescherming.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Afgelopen vrijdag werd in Utrecht de documentaire OverLeven getoond, een aangrijpende documentaire over de nasleep van de moord op Nadia van de Ven, een 25-jarige studente die door de zoon van haar huisbaas werd vermoord. De documentaire is gemaakt door Richard Grootbod, die zes jaar lang de nabestaanden, moeder Minke en zus Lucinda, volgde. De weg die zij moesten bewandelen om ook maar enige genoegdoening te krijgen was slepend en schrijnend. In aanwezigheid van ruim 200 medewerkers van politie, justitie, Slachtofferhulp Nederland en veel nabestaanden werd over de documentaire nagepraat tijdens een congres dat werd georganiseerd door zus Lucinda.

Ik was erbij en de zorgen die daar zijn gedeeld, zijn voor mij aanleiding om hier vandaag mondelinge vragen over te stellen. Maar let wel: de zorgen van de moeder en de zus zijn voor een deel weggenomen. Er is in de tijd die inmiddels is verstreken, al wel veel bereikt op het punt van de positie van nabestaande. Maar toch ... Er zijn hele grote angsten dat een deel van wat er is bereikt, straks teniet wordt gedaan, omdat een wetsvoorstel in de maak is dat een mooie voorziening organiseert, namelijk een soort klapluik. Als een strafrechter een schadevergoeding te ingewikkeld vindt, kan hij de zaak doorsturen naar een civiele rechter, maar het lijkt erop dat de voorschotregeling, waar nabestaanden zo veel aan hebben, daarmee teniet wordt gedaan. Dan vallen de slachtoffers eigenlijk van de regen in de drup. Ik moet zeggen: dan komen ze van de regen in de drup. Daar wil ik graag een reactie op.

Deze week klonken er opnieuw heel heftige zorgen over de juridische begeleiding van slachtoffers, want dat is al een paar keer op televisie geweest. Zelfs de aanklager in de zaak heeft aangegeven dat er veel meer juridische hulp moet worden verleend. Hij pleit voor deskundige advocaten. Dat hebben wij eerder ook gedaan. Ik wil dus graag van de staatssecretaris weten hoe het met dat specifieke rechtshulppakket voor slachtoffers zit.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Dank, voorzitter. Zoals u al zei, vervang ik vandaag minister Dekker, die wegens persoonlijke omstandigheden niet aanwezig kan zijn. Het gaat mij enorm aan het hart wat de nabestaanden van Nadia hebben moeten doorstaan. Dat is verschrikkelijk. Ik kan mij heel goed voorstellen dat de langlopende juridische procedures daarnaast ook nog eens een heleboel extra leed hebben veroorzaakt. Tien jaar lang heeft het geduurd en dan nog is de oplossing eigenlijk geen oplossing waarmee je kunt zeggen dat er genoegdoening is.

Maar gelukkig kan ik ook zeggen dat de hulp aan nabestaanden inmiddels flink is verbeterd. Mevrouw Van Toorenburg refereerde daar ook aan. Het is niet meer vergelijkbaar met 2002, het jaar waarin Nadia werd vermoord. Er zijn inmiddels slachtofferadvocaten, die nabestaanden kosteloos kunnen bijstaan in het strafproces; daar kom ik straks nog even op terug. Daarnaast kan een nabestaande sinds 1 januari van dit jaar affectieschade vorderen voor immateriële schade. Daarnaast is in 2011 op initiatief van de leden Wolfsen en Teeven van deze Kamer ook nog de voorschotregeling ingevoerd. Als die wordt toegewezen en als de dader na acht maanden nog niets heeft betaald, dan krijgt het slachtoffer een voorschot van de overheid. Ik denk dat het hele complex dat er nu is, een hoop van de ellende en het leed in de zaak van Nadia had kunnen voorkomen, maar het was er toen niet.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Ik kom nu bij de vraag over het wetsvoorstel dat inmiddels in consultatie is gegaan, namelijk het wetsvoorstel Innovatiewet strafvordering. Het wetsvoorstel Innovatiewet strafvordering komt heel kort gezegd hierop neer. Nee, laat ik het anders zeggen. Tegenwoordig is het zo dat in een strafprocedure ook een civiele vordering kan worden meegenomen. Maar er zijn vaak hele complexe civiele vorderingen, bijvoorbeeld om over de hele arbeidzame periode uit te rekenen wat de kosten zijn voor iemand die blijvend invalide is geworden. Dat zijn echt ingewikkelde zaken en daar moet het strafproces niet mee belast worden. Om dat op te lossen, maar vooral ook om te voorkomen dat een slachtoffer of nabestaanden van een slachtoffer in enorm ingewikkelde civiele procedures terechtkomen die ze zelf moeten voeren — dat is heel lastig en heel ingewikkeld — wordt in de Innovatiewet strafvordering voorgesteld dat er een soort tussenvorm komt. Dat is eigenlijk een civiele procedure maar, om het zo maar te zeggen, op de slippen van de strafprocedure. Die strafprocedure heeft al plaatsgevonden, maar op de slippen daarvan is er een speciale civiele procedure waarin die moeilijke vragen beantwoord kunnen worden. Dat betekent dat het nog steeds een civiele procedure is. In het huidige systeem met de civiele procedure kan een nabestaande of een slachtoffer geen aanspraak maken op de voorschotregeling. Dat kan ook niet in het voorstel.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Hier zit dus toch wel een heel groot risico. Want wij horen ook van Slachtofferhulp Nederland dat men bang is dat sneller zal worden doorverwezen naar de bijzondere regeling die wordt georganiseerd, maar dat daarmee dus meteen de voorschotregeling komt te vervallen. Dat is schrijnend.

Maar er zijn meer punten aangekaart, ook de willekeur ten aanzien van het bepalen van smartengeld. Slachtofferhulp Nederland pleit ervoor dat eens wordt vastgelegd wat daar nou gebeurt en dat dat wordt geanalyseerd. Wat vindt de staatssecretaris daarvan? De Raad voor de rechtspraak heeft ook aangegeven daarmee te worstelen. Straks, als die er zelf uit is, wil die eigenlijk graag met Slachtofferhulp Nederland in gesprek. Ik vraag aan de staatssecretaris om daarin te bemiddelen, zodat dat samen opgaat en ze er samen uit komen.

En er is nog een heel schrijnende situatie. Want het ergste drama is als een moeder haar kind verliest door zo'n vreselijk misdrijf. Zij kan dan gewoon helemaal niet meer functioneren. Zij kan gewoon helemaal niet meer werken. Arbeidsongeschiktheid is een heel groot probleem. Dan staan ook de ouders in de kou.

Tot slot, voorzitter. Er kwam ook opnieuw naar voren dat het heel belangrijk is dat nabestaanden worden gehoord bij beslissingen over de verlenging van een tbs. We zijn eigenlijk heel erg benieuwd hoe het daarmee staat.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Er wordt gerefereerd aan een rechtshulppakket voor slachtoffers met gespecialiseerde bijstand. Er is al gratis rechtsbijstand, sowieso in het geval van ernstige zaken, namelijk ernstige geweld- en zedenzaken. Daar is gratis rechtsbijstand. Er is ook geïnvesteerd in gespecialiseerde opleidingen voor strafrechtadvocaten die juist daar verstand van hebben. Dat is inmiddels een echt specialisme geworden en daarin is ook geïnvesteerd door de overheid. In 2018 heeft er een evaluatie plaatsgevonden door het WODC. Daaruit is in ieder geval naar voren gekomen dat de toegang tot die gespecialiseerde advocaten nog lang niet altijd even goed verloopt. Daarom wordt nu gewerkt aan pilots over rechtshulppakketten.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Dan blijf ik toch bij mijn vragen. Ik wil namelijk niet dat de slachtoffers van de regen in de drup komen. De nabestaanden die eerst nog een vordering toegewezen konden krijgen bij een strafrechter, worden dan met een voorschot afgedaan. Daarna probeert de overheid het vaak bij de kale kip te halen. Als er straks veel meer zaken worden doorgeschoven naar de civiele rechter, staan er veel meer nabestaanden in de kou. Dat willen wij niet. Laat dat signaal vandaag helder zijn.

Ik heb ook gevraagd of de smartengeldregelingen kunnen worden geanalyseerd, want het is een beetje willekeur. Mevrouw Jansen van Slachtofferhulp Nederland geeft dat niet voor niets aan. Wij willen graag dat daarnaar wordt gekeken. We willen dat de Raad voor de rechtspraak samen optrekt met Slachtofferhulp Nederland. Dat is heel erg belangrijk.

Ik wil ook graag weten hoe het zit met de beslissing over tbs. En ik wil graag weten, want daar heb ik ook nog geen antwoord op gekregen, of er nu gekeken wordt naar een mogelijkheid om ook arbeidsongeschiktheid vergoed te krijgen in de meest dramatische situaties.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Voorzitter. De smartengeldregeling is natuurlijk altijd een beslissing op maat van de rechter, afgezien van de affectieschade. Er staan vaste bedragen voor affectieschade in het Besluit vergoeding affectieschade. Dat is maximaal €20.000 in geval van overlijden of zwaar, blijvend letsel door een misdrijf. Ik moet erop wijzen dat met name het toekennen van smartengeld buiten de affectieschade om maatwerk is. Het hangt af van het slachtoffer. Het hangt af van degene die het smartengeld vraagt. Die beslissing is aan de rechter. Dat de Raad voor de rechtspraak daarover in contact treedt met Slachtofferhulp, lijkt me ongelofelijk verstandig. Dat moeten ze zeker doen. Ik moet wel zeggen dat ik vind dat wij als overheid, het ministerie van Veiligheid en Justitie, ons niet moeten gaan mengen in het toekennen van smartengeld; dat is een maatwerkzaak voor de individuele rechter of rechtbank. Dat is één.

De tweede vraag is mij even ontschoten.

De voorzitter:

U mag die herhalen, mevrouw Van Toorenburg.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik wilde weten hoe het zit met de situatie dat nabestaanden hun stem kunnen laten horen bij een verlenging van de tbs.

Ik merk toch aan de staatssecretaris dat zij niet mijn probleem begrijpt dat het te snel wordt doorgeschoven naar rechters waardoor de voorschotregeling uiteindelijk komt te vervallen.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Het wetsvoorstel voor de voorschotregeling is in consultatie gegaan en die consultatie is inmiddels afgerond. Dit betekent dat alles wat daaruit is gekomen, wordt gebruikt om te bekijken hoe de regeling het beste kan zijn, welk resultaat het heeft opgeleverd. Dat kan zijn dat het moet leiden tot enige aanpassingen. Misschien moet de wet enigszins worden aangepast of niet. Vervolgens komt het in de ministerraad, dan komt er een advies van de Raad van State en dan komt het weer terug in de ministerraad. Dan pas gaat het naar de Tweede Kamer, maar dat hoef ik mevrouw Van Toorenburg niet uit te leggen. De consultatie is er niet voor niets. Die is er juist om al die geluiden goed op te vangen en juist om te weten wat er leeft op dit terrein.

De voorzitter:

Dank u wel. Dank u wel, mevrouw Van Toorenburg. De heer Van Nispen namens de SP.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Wij moeten recht doen aan de positie van slachtoffers en nabestaanden. De overheid moet er voor je zijn als je haar nodig hebt. Dat is natuurlijk bij uitstek bij nabestaanden en slachtoffers het geval. Die voorschotregeling is voor veel mensen heel erg belangrijk. Ik ben het volledig eens met het CDA als zij zegt dat die positie wel eens zou kunnen verslechteren als gevolg van het wetsvoorstel. Dan staan slachtoffers er dus alleen voor. Nu kan de overheid mensen helpen bij het voorschieten van zo'n schadevergoeding. Anders moeten zij zelf achter die kale kip aan en dat is natuurlijk een heel erg slecht idee.

Ik begrijp het procedurele antwoord van de staatssecretaris wel. Zij zegt: het gaat nu naar de ministerraad en we gaan het allemaal bekijken. Ik wil eigenlijk afspreken dat wij niet teruggaan in de tijd, namelijk een beperking van die voorschotregeling. Kunnen wij nog voor het algemeen overleg Slachtofferbeleid, een commissiedebat met de minister hierover, een brief ontvangen waarin hij toezegt dat de overheid blijft staan, dat mensen kunnen blijven rekenen op de overheid als zij dat nodig hebben en dat de voorschotregeling dus van toepassing blijft?

Staatssecretaris Broekers-Knol:

De voorschotregeling zoals die nu bestaat, blijft van toepassing. Dat is klip-en-klaar. Ik heb het nu over de Innovatiewet strafvordering en de civiele procedure die daarin wordt voorgesteld op de slippen van een strafproces. Alleen in die civiele procedure in een complexe zaak wordt de voorschotregeling niet toegepast. Maar het is een civiele procedure. Als een slachtoffer of een nabestaande nu een civiele procedure voert, heeft hij evenveel rechten als in het voorstel dat hier ligt.

De voorzitter:

De vraag was of de Kamer voor het algemeen overleg wordt geïnformeerd.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Ik probeer even het antwoord te geven.

De voorzitter:

Op een niet-gestelde vraag?

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Die vraag is ook gesteld, impliciet. Ook in dat geval kan degene die de civiele procedure voert, geen beroep doen op de voorschotregeling. Dus uiteindelijk gaat degene die de procedure voert, er enorm op vooruit. De rechtsbijstand is voor niks, de procedure is voor niks enzovoort. Het is dus een procedure die het slachtoffer en/of de nabestaande ...

De voorzitter:

En nu het antwoord.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Er wordt gevraagd om een brief. Ik denk dat minister Dekker daar geen bezwaar tegen zal hebben. Er is op 27 november een AO Slachtofferhulp en hij zal dan ongetwijfeld bereid zijn antwoord te geven.

Ik was mevrouw Van Toorenburg nog een antwoord over de tbs verschuldigd. Dat wetsvoorstel gaat op korte termijn naar de Tweede Kamer.

De voorzitter:

Goed, dan is dat ook helder. De heer Van Wijngaarden namens de VVD.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Dank u, voorzitter. De familie van Nadia van de Ven heeft eigenlijk twee drama's meegemaakt. Eerst natuurlijk het onbeschrijflijke drama van het verlies van hun naaste, hun kind, en daarna nog eens een keer zo'n eindeloze procedure. Ik wil het kabinet vragen om in de brief die zojuist is toegezegd, ook mee te nemen wat nu de ambitie van het kabinet is om de doorlooptijden ook in de civiele procedures te verkorten. Ik begrijp heel goed dat die procedures complex zijn en dat het soms lang kan duren, maar dan nog vind ik wel dat wij als wetgever de plicht hebben om te kijken hoe we kunnen helpen om het korter te maken.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Dat is een lastige zaak, omdat er vele procedures gevoerd moeten worden en het niet mogelijk is om te zeggen: procedure A geven we voorrang op procedure B, want geval A lijkt tragischer dan geval B. Er is gewoon een agenda voor de rechterlijke macht, bij welke rechtbank of welk gerechtshof dan ook. Er wordt keihard aan gewerkt om te zorgen dat doorlooptijden zo kort mogelijk zijn, maar dat is niet altijd eenvoudig, want zaken kunnen enorm complex zijn.

De voorzitter:

En dat wordt ook meegenomen in die brief, neem ik aan. Dat was ook de vraag.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Ik zal het voorleggen aan minister Dekker.

De voorzitter:

De heer Van Wijngaarden voor nog een vraag.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

De VVD pleit er ook voor om Slachtofferhulp Nederland erbij te betrekken, zoals ook is gezegd door mevrouw Van Toorenburg. Dank voor de toezeggingen van de staatssecretaris zojuist. Waar het uiteindelijk om gaat — volgens mij zijn we het daarover eens — is dat de nabestaanden sneller hun geld krijgen en dus minder lang daarop hoeven te wachten. Dus laat dat dan ook terugkomen in die brief. Dat is mijn verzoek.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Ik wil nog even iets corrigeren ten opzichte van de heer Van Wijngaarden. Wat betreft de doorlooptijden heb ik gezegd dat ik het voor zal leggen aan minister. Ik heb niet gezegd dat dit in het antwoord in diezelfde brief terechtkomt.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik wil de staatssecretaris vragen nog iets voor te leggen aan de minister. Het is namelijk toch wel heel erg bijzonder dat een zusje en een moeder zo'n strijd hebben kunnen voeren. Ik weet dat de minister vaker in gesprek gaat met nabestaanden. Mijn indringende verzoek is om ook intensief met hen in gesprek te gaan over de dingen waar zij tegen aan zijn gelopen en waar zij verbetermogelijkheden zien. Ik denk dat wij hun recht doen met zo veel krachtige signalen die zij hebben gegeven, om met ze om de tafel te gaan.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Ik denk dat het inderdaad heel goed is om te horen van de familie van Nadia, hoe tragisch dat ook is, waar ze tegen opgelopen zijn en wat voor zaken ze hebben meegemaakt, want daar kan de minister alleen maar zijn voordeel mee doen.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we ook aan het eind gekomen van het vragenuur. Ik schors de vergadering tot drie uur. Dan gaan we vervolgens de heer Smals van de VVD beëdigen en daarna gaan we stemmen.

De vergadering wordt van 14.54 uur tot 15.00 uur geschorst.

Naar boven