4 Vragenuur: Vragen Belhaj

Vragen van het lid Belhaj aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over musici die gratis spelen bij lunchconcerten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan Belhaj namens D66 voor haar vraag aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, die inmiddels ook in vak-K zit, over musici die gratis spelen bij lunchconcerten.

Mevrouw Belhaj (D66):

Voorzitter, dank. Ik zit nu drie jaar in de Kamer, heb verschillende woordvoeringen gedaan, ben al enige tijd Defensiewoordvoerder, maar ben ook Cultuurwoordvoerder geworden. Dit is de eerste keer dat ik daarover spreek en met plezier, aangezien ik er heel lang ook in gewerkt heb.

Maar het gaat niet over mij, het gaat over iemand anders. Ze heet namelijk Femke IJlstra. Zij kwam in actie omdat zij het zat was gratis te spelen bij lunchconcerten. Het gaat hier onder andere om lunchconcerten die gratis zijn voor bezoekers. In veel zalen, ook hele grote, krijgen musici daarvoor helemaal niets betaald. De pianostemmer, de zaalwacht en de technici daarentegen worden wel betaald, en ik zou zeggen gelukkig maar. Al snel sloten meerdere kunstenaars aan bij de actie van Femke IJlstra. Het Platform voor Freelance Musici kreeg er opeens dagelijks nieuwe leden erbij. Ze krijgt steun van collega's in het hele land. Het Platform voor Freelance Musici, dat opkomt voor de positie van zzp'ers in de muziek, krijgt dagelijks nieuwe aanmeldingen. We vernemen via Trouw dat de oprichter van het platform, Dorine Schoon, aangeeft dat de teller staat op ruim 1.300 leden. Mijn complimenten voor die musici voor het opkomen voor jezelf.

Cultuuruitoefening op professioneel niveau vraagt een professionele benadering en is geen hobby. Daarom is de Fair Practice Code er sinds 2017. Mijn vraag aan de minister is wat zij vindt van het pleidooi van Femke IJlstra en het Platform voor Freelance Musici. Deelt de minister de mening van D66 dat kunstenaars recht hebben op eerlijke betaling en dat de Fair Practice Code zo veel mogelijk toegepast zou moeten worden?

Voorzitter. Ook Kunsten '92, de vereniging voor kunst, cultuur en erfgoed, vindt dat er serieus aandacht gevraagd moet worden voor de arbeidsmarktagenda voor de culturele en de creatieve sector, inclusief de media. Mijn vraag is dan ook hoe de minister hiermee wil omgaan. Wil ze dat dit als voorwaarde wordt gesteld aan instellingen die cultuurgelden ontvangen?

Vraag vier: is de minister bereid voor de volgende cultuurperiode geld vrij te maken voor de Fair Practice Code, aangezien het geen zin heeft om het wel te bepleiten maar vervolgens niet de middelen te leveren, en dus voor een betere beloning voor de werkenden in de culturele sector?

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Van Engelshoven:

Voorzitter, dank u wel. Natuurlijk is het zo dat eerlijk werk vraagt om een eerlijke beloning, ook in de culturele sector. Het is dan eigenlijk ook niet meer dan logisch dat er betaald wordt voor optredens van professionele musici. Ik maak me de komende tijd met u ook sterk voor een betere beloning voor werkenden in de culturele sector. Dat heb ik ook in mijn beleidsbrief van vorig jaar "Cultuur in een open samenleving" zo benoemd. Een betere beloning voor werkenden in de culturele sector vraagt om een cultuuromslag van iedereen, ook van degenen die die musici inhuren bij podia.

Mevrouw Belhaj vraagt: wat gaat u daarmee doen en wat gaat u doen met de Fair Practice Code in de nieuwe cultuurperiode? Daarbij is voor mij dat eerlijke loon een heel belangrijk uitgangspunt, ook in die nieuwe periode. Daarom zal de Fair Practice Code ook subsidievoorwaarde zijn voor de rijksgesubsidieerde instellingen. Ik kom later dit voorjaar nog met mijn uitgangspuntenbrief. Daarin zult u de nadere uitwerking daarvan vinden. En uiteraard moet je dan ook boter bij de vis doen; dat begrijp ik ook en dat gaat ook geld kosten. Ook op de omvang van dat bedrag kom ik bij de uitgangspuntenbrief terug.

U noemde ook de Arbeidsmarktagenda. Dit gaat natuurlijk over een bredere agenda dan alleen de Fair Practice Code. Wij ondersteunen de sector bij het verder uitwerken van die Arbeidsmarktagenda zoals die onder andere is opgesteld door Kunsten '92. We zijn ook met de regiegroep in gesprek over de verdere uitwerking daarvan.

Ondertussen zitten we niet stil. U weet ook dat ik naar aanleiding van de eerdere motie van mevrouw Ellemeet en mevrouw Bergkamp er in ieder geval voor heb gezorgd dat er ook voor de jaren 2019 en 2020 extra middelen beschikbaar komen voor musici die spelen in de ensembles. Daarnaast is er voor zzp'ers die spelen bij de orkesten de remplaçanten-cao. Die is onlangs vernieuwd. Ik vind dat orkesten zich aan die cao moeten houden. Dus ook als je een zzp'er inhuurt ter vervanging, verdient hij betaald te worden volgens die cao.

Tot slot het Platform voor Freelance Musici. Daar gaat het eigenlijk in het artikel in Trouw om. Het is mooi dat oprichtster Dorine Schoon en Femke IJlstra zo veel navolging en steun krijgen. En momenteel ben ik naar aanleiding van de motie-Ellemeet/Asscher bezig met een verkenning naar de behoefte aan nieuwe collectieve afspraken in de verschillende deelsectoren in de cultuur, en zijn we aan het kijken of we met aparte OCW-wetgeving moeten komen voor mogelijkheden voor collectief onderhandelen voor zzp'ers in de cultuursector.

De voorzitter:

Het spijt me, minister, uw spreektijd is om. Het woord is aan mevrouw Belhaj.

Mevrouw Belhaj (D66):

Voorzitter. Ik zie de positieve toon in het betoog en de beantwoording van de minister zitten, maar het zit natuurlijk uiteindelijk wel in het bewijs dat straks geleverd zal worden. Want D66 vindt die toegankelijkheid van cultuur belangrijk, maar er is geen cultuur zonder kunstenaars. Zij verdienen een eerlijk loon voor het werk dat zij doen. Grote zalen gebruiken het argument dat het een eer is voor muzikanten om te spelen op een mooi podium en voor een volle zaal. Maar volgens D66 is dat een kulargument. Muzikanten verdienen het respect om als professional betaald en benaderd te worden. Want met een grote eer kun je geen huur betalen en geen boodschappen doen. Muzikanten moeten niet het sluitstuk zijn van de begroting, maar het pronkstuk. Het is dan ook goed om te horen wat de minister daaraan gaat doen, maar ik vind ook dat dit de plek moet zijn voor alle grote podia om hun mensen gewoon fatsoenlijk te betalen.

Voorzitter. Resten mij nog maar twee vragen aan de minister. Zij geeft aan dat zij de middelen wil vrijmaken en wil bekijken of er wettelijke mogelijkheden nodig zijn voor het afdwingen van het creëren van een cao. Mijn vraag is dan nog wel hoe we ermee omgaan dat in verschillende gemeentes wellicht die Fair Practice Code niet als voorwaarde wordt gesteld? Nou vind ik niet dat we dat vanuit de Tweede Kamer moeten opdringen, maar het lijkt me wel heel logisch als de minister het gesprek daarover met de gemeentes zou willen aangaan. Mijn vraag is dan ook: is de minister bereid om dat te doen?

En tot slot nog de volgende belangrijke vraag. Er zijn natuurlijk duizenden professionele muzikanten in dit land. Nu is er een actie opgekomen, na alle aandacht van verschillende politieke partijen waar de minister aan refereert. Maar is zij ook nog bereid om eens in gesprek te gaan met het Platform voor Freelance Musici, om eens te horen hoe men dit daar zelf allemaal ervaart en ziet?

Minister Van Engelshoven:

Op die laatste vraag is het antwoord volmondig ja, en die gesprekken vinden al plaats. Het is natuurlijk een beetje vreemd als grote podia zeggen: musici moeten het een eer vinden om hier te mogen spelen. Ik zou omgekeerd willen zeggen: de podia moeten het ook een eer vinden dat we goede professionele musici hebben die daar willen spelen. Dus dat is geen argument. Bovendien worden die grote podia maar ook de kleinere podia vaak gesubsidieerd door gemeenten. Ze krijgen ook subsidie om publiek te bereiken. Dat betekent dus ook dat je die subsidie ook kunt besteden aan het eerlijk betalen van die muzikanten.

Overigens ga ik inderdaad met gemeenten in gesprek over de vraag of zij, net zoals ik, de Fair Practice Code willen hanteren als uitgangspunt bij hun subsidie. Dat gesprek zal voordat de uitgangspuntenbrief naar de Kamer komt, plaatsvinden op 20 mei aanstaande. Ik hoop u bij de uitgangspuntenbrief te kunnen rapporteren over wat er uit dat gesprek gekomen is.

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Belhaj (D66):

Voorzitter, dat was het.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Belhaj.

De heer Asscher (PvdA):

Een gratis lunch bestaat niet, in ieder geval niet voor de musici die gratis moeten spelen. Het is niet acceptabel dat het cliché van de creperende kunstenaar wordt misbruikt om goed opgeleide mensen die goed werk doen, gratis te laten werken. Ik ben blij met alle intenties, maar de vraag is deze. De behoefte hoeft niet meer te worden onderzocht. Mensen hebben gewoon recht op goed loon, dus ik vraag de minister om in de gesprekken die zij nu voert, af te spreken dat musici voortaan betaald worden voor hun werk en de Kamer daar voor de zomer over te informeren.

Minister Van Engelshoven:

Volgens mij heb ik zojuist toegelicht langs welke lijnen ik ervoor wil zorgen dat musici inderdaad ook echt eerlijk betaald worden voor het werk dat zij verrichten, via de cao, mogelijk via nieuwe wetgeving, maar ook via de subsidievoorwaarden. Dat hele pakket van hoe we dat vormgeven, krijgt u terug in de uitgangspuntenbrief, die nog voor de zomer naar de Kamer zal komen. Ik denk dat dat de toezegging op uw vraag is.

De heer Kwint (SP):

Dit gaat niet alleen om je houden aan de cao's. Dit gaat ook over macht. Als zelfstandige heb je vaak niet de macht om zelf die omstandigheden te verbeteren. Dat is waarom zelfstandige kunstenaars bijvoorbeeld vragen om collectieve onderhandelingsruimte. Op 23 juni 2016 — dat is meer dan 700 dagen geleden — dienden Kamerleden Monasch van de Partij van de Arbeid en Van Dijk van de SP het voorstel in om die ruimte te gaan creëren. Mevrouw Ellemeet van GroenLinks en de heer Asscher van de PvdA hebben daar daarna ook om gevraagd. Wat is nu het probleem? Waarom gebeurt dit nog altijd niet? En waarom zegt de minister nu dat ze het draagvlak voor eventuele verruiming van wetgeving aan het onderzoeken is? Hier moeten toch gewoon strengere regels voor komen?

Minister Van Engelshoven:

Ik heb niet gezegd dat ik het draagvlak daarvoor aan het verkennen ben. Ik ben aan het kijken hoe wij die wetgeving kunnen vormgeven. Maar u begrijpt ook wel dat je collectief onderhandelen binnen een van de sectoren van OCW ook moet doen in samenhang met de gesprekken die op dit moment bij de collega van Sociale Zaken plaatsvinden en dat wij daar ook gesprekken over voeren met de Autoriteit Consument & Markt. Maar wij werken op dit moment concreet aan wetgeving. Ik hoop uw Kamer zo snel mogelijk te laten weten of ik die wetgeving ook bij de Kamer kan indienen.

De voorzitter:

Wat is "zo snel mogelijk"?

Minister Van Engelshoven:

Zo snel mogelijk. Kijk, wij weten hier allemaal dat het hele zzp-dossier best ingewikkeld is. Daar zit samenhang in. Ik ben daarvoor ook afhankelijk van anderen. Ik kan daar op dit moment geen concrete datum aan hangen. Zo snel ik dat wel weet, hoort u dat van mij.

De voorzitter:

Ook geen indicatie richting de Kamer? Voor het zomerreces 2019 of ... ?

Minister Van Engelshoven:

Voorzitter, ik kan dat op dit moment niet. Ik wil ook geen valse verwachtingen wekken. Het is best een complex dossier. Ik heb de intentie tot die wetgeving te komen, maar u weet net zo goed als ik dat dat samenhangt met andere dossiers, die best complex zijn. Dus pint u mij niet vast op een datum. Er wordt hard aan gewerkt.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Kwint (SP):

700 dagen.

De voorzitter:

Nee, u mag echt niet, meneer Kwint. De heer Van Nispen heeft al een vraag opgesnoept.

Naar boven