4 Vragenuur: Vragen Van Meenen

Vragen van het lid Van Meenen aan de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over zorgen van ouders en leerlingen van het VMBO Maastricht rondom de examentijd.

De voorzitter:

Dan gaan wij nu naar de vraag van de heer Van Meenen namens D66 aan de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over zorgen van ouders en leerlingen van het VMBO Maastricht rondom de examentijd. Ik heet de minister van harte welkom.

De heer Van Meenen (D66):

Dank u wel, voorzitter. Op 22 juni 2018 kwam de verschrikkelijke mededeling voor 353 leerlingen van het VMBO Maastricht. Zij dachten dat ze geslaagd waren, de vlaggen hingen al buiten, maar helaas, hun diploma ging niet door. Een enorm drama. Uiteindelijk is er veel gedaan om dat te repareren. Voor die leerlingen is het goed afgelopen. Je zou verwachten dat het daarmee klaar was, maar wat schetst onze verbazing? Als we niet opletten, gebeurt hetzelfde nog een keer. We kunnen lezen wat leerlingen en ouders nu vinden. Ik citeer: "Het blijft een drama. Ze doen hun best om het te verbeteren, maar het komt zo niet over. Niemand heeft er meer vertrouwen in. Ik heb dit jaar nog geen week gehad dat er geen uitval was. Ik wil hier zo snel mogelijk weg."

Voorzitter. Leerlingen die 100 uur les missen. Leraren die thuiszitten. Opnieuw zeventien meldingen bij de inspectie. Mijn vraag aan de minister is: kan hij ouders en leerlingen die zich voorbereiden op het eindexamen, duidelijkheid bieden en hen helpen? En hoe verloopt de herstelopdracht? Er zou een regiogesprek komen, aangekondigd in de brief van december 2018, tussen het bestuur, de VO-raad, de minister en regionale partners. Wat is er uit dat gesprek gekomen? Waarom is de Kamer hier niet van op de hoogte gebracht? Want dat was de afspraak die we vorig jaar gemaakt hebben. Hoe is het met het functioneren van het interim-bestuur?

Alle zorgen van ouders en leerlingen lijken, net als in het verleden, opnieuw te worden genegeerd. Wat houdt het verscherpt toezicht van de inspectie precies in? En wat is de stand van zaken volgens de inspectie? Wat heeft de inspectie deze keer met die zeventien meldingen gedaan? Wat doet de minister om dit naderend onheil — als het dat is; ik hoop van niet — te voorkomen? Heeft de minister niet te veel overgelaten aan het bestuur dat er nu zit? En wat gaat de minister doen voor de toekomstige leerlingen? Kan hij ons verzekeren dat hier niet hetzelfde gaat plaatsvinden als vorig jaar?

De voorzitter:

Het woord is nu aan de minister.

Minister Slob:

Voorzitter. Ik dank de heer Van Meenen voor zijn vragen over de situatie bij VMBO Maastricht, een school waar vorig jaar inderdaad een heel heftige situatie heeft plaatsgevonden. In dat opzicht is het te begrijpen dat de spanningen, nu we weer richting de eindexamens gaan, daar weer behoorlijk oplopen. Ik heb toegezegd dat ik u voor de zomer een voortgangsrapportage zou sturen waarin ook verslag zal worden gedaan van alle onderzoeken die in de afgelopen periode hebben plaatsgevonden en alle maatregelen die er zijn genomen. Die afspraak staat wat mij betreft.

Wat betreft de schoolexamens kan ik u, vooruitlopend op deze voortgangsrapportage, melden dat de inspectie in januari in het kader van het verscherpte toezicht naar de schoolexamens heeft gekeken, want wij hebben de school niet aan zijn lot overgelaten nadat alles van vorig jaar was afgehandeld. Uiteindelijk kon de conclusie zijn dat de kwaliteit van de schoolexamens op orde was en dat de schoolexamens goed zijn afgerond. Dat is fijn nieuws, ook wetende wat er vorig jaar heeft plaatsgevonden.

Met betrekking tot de lesuitval zijn er inderdaad nog steeds zorgen, want het percentage lesuitval en ziekteverzuim op deze school ligt best hoog, ook in het kader van wat men bij andere scholen onder deze LVO-vlag meemaakt. Ik wacht even het definitieve inspectierapport af, dat vrij snel zal worden afgerond, maar de school heeft aangegeven dat ze hun PTA boven de onderwijstijd hebben geprogrammeerd en dat ze wanneer er sprake was van lesuitval — bij één heel specifieke examengroep, zorg en welzijn, is een hoog aantal uren lesuitval geweest — hebben geprobeerd om de uren op andere momenten te compenseren of ervoor hebben gezorgd dat er op andere manieren, ook onder begeleiding van docenten, wel invulling wordt gegeven aan onderwijstijd. Dus de school doet binnen de zware omstandigheden waarin men verkeert wat men kan doen, en verder zal ik u nader rapporteren zodra wij de onderzoeken van de inspectie definitief in ons bezit hebben. Dat gaat vrij snel gebeuren.

De heer Van Meenen (D66):

Het is goed dat de minister voor de zomer gaat rapporteren, maar voor de zomer hebben de examens alweer plaatsgevonden. Het moet mij van het hart dat ik eigenlijk voel dat er weer eenzelfde soort verschil zit tussen aan de ene kant de waarneming van de inspectie en aan de andere kant wat ouders en leerlingen zeggen. Dat was vorig jaar ook het geval: lovende rapporten, maar ondertussen was het gewoon een puinhoop. Waar ik me zorgen over maak, en blijkbaar ook veel ouders en leerlingen, is het volgende. Het zal dit jaar misschien niet zo erg zijn als vorig jaar, maar uit de woorden van de minister hoor ik eigenlijk nog geen garantie dat wat zich vorig jaar heeft afgespeeld, niet opnieuw kan gebeuren. Die garantie zou ik van de minister willen horen. Daarnaast vraag ik me af hoe de situatie nu is op het Sophianum, waar ook een zeer zwakke afdeling was, en op al die andere scholen met die herstelopdrachten. Hoe staat het ervoor? Want het mag niet zo zijn dat hier weer een groep leerlingen de dupe is en dat we hier over een paar maanden níét de vlag kunnen uitsteken.

Minister Slob:

Juist hetgeen vorig jaar heeft plaatsgevonden heeft ons ertoe aangezet om ook dat verscherpte toezicht onverminderd voort te zetten. Ik kan u melden dat het verscherpte toezicht rond de schoolexamens heeft uitgewezen dat ze van niveau waren en dat ze goed zijn afgerond. U weet dat het daarop vorig jaar fout is gegaan. De lesuitval blijft inderdaad een aanhoudende zorg en er wordt ook op allerlei manieren aan gewerkt om ervoor te zorgen dat, op het moment dat er lesuitval is, die ook weer gecompenseerd kan worden op andere momenten of er op andere manieren begeleiding kan plaatsvinden. Dus men blijft boven de wettelijke norm van de onderwijstijd; zo is mij vanuit de school duidelijk gemaakt.

Wat de communicatie met de ouders betreft, denk ik dat er echt een verschil is met vorig jaar. Toen bleven klachten van ouders bij de inspectie hangen. We kunnen nu constateren dat de klachten die daar zijn ingediend, allemaal hebben geleid tot vervolgstappen, ook in de richting van de school. In de meeste situaties — in een enkele situatie wilden de ouders anoniem blijven — heeft dat ook tot vervolggesprekken geleid en, waar nodig, tot afspraken over de desbetreffende leerlingen.

Kunnen we dan garanties geven dat er straks helemaal niets fout gaat? Uiteraard hopen we dat alles wat er nu gedaan is, dat alle begeleiding die gegeven is, niet alleen op deze school maar ook bij die andere vestigingen waar het verscherpte toezicht geldt, zal leiden tot goede resultaten bij de examens en niet tot een herhaling van het verschrikkelijke drama dat vorig jaar heeft plaatsgevonden.

De heer Van Meenen (D66):

Het is goed dat de minister dit allemaal zegt. Dat zal hopelijk helpen, maar ik blijf zitten met het onaangename gevoel dat een flink aantal ouders en leerlingen zich op dezelfde manier zorgen lijkt te maken over de situatie, zoals die er vorig jaar ook was. Ik vraag de minister of hij bereid is om zich persoonlijk op de hoogte te stellen van de situatie op dit moment. Want als we iets hebben geleerd dan is het dat we er voorzichtig mee moeten zijn om hier, en zeker in deze casus, al te veel op de inspectie te varen. Ik zeg het maar zo hard als het is. Want ook het rapport dat vorig jaar over het handelen van de inspectie is verschenen, was niet mals. Dus heel concreet de vraag aan de minister: is hij bereid zichzelf, persoonlijk, op de hoogte te stellen van de situatie, zodat hij wel met zekerheid kan zeggen dat we de situatie van vorig jaar hier niet terugkrijgen en dat op 12 juni, als de uitslag er is, de vlaggen blijvend in top kunnen in Maastricht?

Minister Slob:

Bij het debat dat we in december nog net voor het kerstreces hebben gehad als afsluiting van alles wat er in de examenperiode daarvoor had plaatsgevonden, heb ik zelf aangegeven dat ik deze school niet los zou laten. Ik heb inmiddels met docenten gesproken. Ik heb ook met bestuurlijk verantwoordelijken gesproken. Ik had u toegezegd dat ik deze maand weer een vervolggesprek zou hebben. Dat staat voor morgen in mijn agenda genoteerd, dus uw vraag komt net een dag voordat dat gesprek plaatsvindt. Ook in dat opzicht houden we dus echt de vinger aan de pols en zorgen we, ook door het verscherpte toezicht, dat we goed kunnen blijven volgen wat er binnen deze school gebeurt, die zich natuurlijk wel even moet herstellen van een hele zware periode, maar die er alles aan doet — dat heb ik met mijn eigen ogen gezien — om het vertrouwen dat geschaad is weer te herstellen.

De heer Rudmer Heerema (VVD):

Wij zijn allemaal geschrokken van het zootje dat vorig jaar heeft plaatsgevonden bij het LVO Maastricht. Je zou denken dat het een schokeffect in de provincie Limburg teweeg gebracht zou hebben, maar de afgelopen maanden hebben we mondjesmaat gezien dat er steeds incidenten in Limburg waren met betrekking tot onderwijs. De laatste weken alleen al: een frauderende directeur in Heerlen, een opstand bij het Stella Maris in Meerssen, het opstappen van de directeur daar en nu dit nieuws weer ...

De voorzitter:

En nu de vraag.

De heer Rudmer Heerema (VVD):

... bij het VMBO Maastricht. Mijn vraag is als volgt. Er lijkt zo veel meer aan de hand te zijn in Limburg dan alleen een of twee scholen. Ik vraag mij af of de Inspectie van het Onderwijs wel zicht heeft op wat er allemaal misgaat in Limburg. Ik wil weten of de minister de kwaliteit van de Inspectie van het Onderwijs in Limburg wel kan garanderen. Gaan we niet uit van de rapporten die ze schrijven?

Minister Slob:

We hebben in december een aantal duidelijke afspraken met elkaar gemaakt, ook over hoe we in de maanden daarna, waar we nu middenin zitten, deze scholen — niet alleen VMBO Maastricht maar ook andere scholen — tegen het licht zouden houden en zouden kijken in hoeverre er aanvullende maatregelen nodig zijn. Die maatregelen en die vervolgstappen worden op dit moment uitgevoerd. Sommige zijn al afgerond, zoals ik net aangaf over het rapport over de schoolexamens bij VMBO Maastricht. Daar houden we uiteraard de vinger aan de pols. Ik zal u daarover ook informeren de komende tijd, zoals ik heb toegezegd.

De heer Kwint (SP):

Massale lesuitval, tot meer dan 100 uur. Zieke leraren. Burn-outs. Er is geen vervanging te vinden. Deze minister zegt: ik heb het gevoel dat alles gebeurt op deze school. Vorige week konden wij in de krant lezen dat LVO, de volstrekt doorgefuseerde onderwijsmoloch van bijna 35 scholen, alle leraren met een flexcontract op straat zet. Als er sprake is van meer dan 100 uren lesuitval, terwijl de scholenkoepel alle leraren met een flexcontract op straat gooit, vindt de minister dan dat alles gebeurt wat er zou moeten gebeuren?

Minister Slob:

Ik heb aangegeven dat men zich maximaal inspant om datgene te doen wat men moet doen. Als het gaat om de lesuitval en alles wat daarachter speelt: het officiële inspectierapport moet nog afgerond worden. Op basis van wat ik van de school zelf hoor, zeg ik dat die 100 uur met name betrekking heeft op zorg en welzijn, waar vervanging niet te vinden was, ook niet in de wijde omgeving van de school. Daar heeft men later wel in kunnen voorzien, dus op een later moment zijn er weer compenserende maatregelen genomen om boven de wettelijke norm van de onderwijstijd te blijven. Dat zijn geen makkelijke omstandigheden, zeg ik er gelijk bij. Deze school heeft het zwaar. De omstandigheden zijn zwaar. In dat opzicht moeten we ze in alles ondersteunen om te zorgen dat ze hun werk goed kunnen blijven doen, ook in het belang van de leerlingen.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Het blijft opmerkelijk dat we vorige week in de krant lazen dat alle leraren met een tijdelijke aanstelling op straat staan, ook omdat we weten dat het ziekteverzuim hoog is. Weet de minister of er een relatie is tussen die twee? Weet hij of het aantal tijdelijke contracten en ziekteverzuim zich tot elkaar verhouden? Zo nee, is hij bereid om daar een onderzoek naar te doen? Is hij ook bereid om specifiek met deze scholen afspraken te maken over het zo veel mogelijk in dienst proberen te houden van docenten die nu een tijdelijk contract hebben?

Minister Slob:

Ik heb aangegeven dat wij afspraken hebben gemaakt met zowel de vestiging VMBO Maastricht als de andere scholen over hoe er in de komende tijd gewerkt wordt. De inspectie houdt daar verscherpt toezicht op. Daar zal ik de Kamer ook over rapporteren zodra de rapportages zijn afgerond. Dat gaat dus vrij snel gebeuren. Ik zal daar heel specifiek, met betrekking tot deze personeelsmaatregelen, naar informeren in het overleg dat ik morgen met ze heb. Dus ik denk dat het wat te snel is om te denken dat er een een-op-eenverband is tussen het een en het ander. Maar dat er van alles rond deze school speelt, dat men in moeilijke omstandigheden zit en moet zorgen dat men het onderwijs op niveau kan houden en ook het aanbod breed kan houden, is een gegeven waar we allemaal mee bekend zijn.

De voorzitter:

Dank u wel.

Naar boven