6 Milieuraad 5 maart 2019

Aan de orde is het VAO Milieuraad 5 maart 2019 (AO d.d. 20/02).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Milieuraad, gehouden op 5 maart 2019. Ik heet de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van harte welkom en geef mevrouw Kröger namens GroenLinks het woord.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb twee moties en twee vragen. Brussel, Parijs en Madrid hebben zich met succes verzet tegen het voornemen van de Commissie om het gesjoemel van de auto-industrie te belonen door tijdelijk hogere emissies te gedogen. Daardoor zitten zij en wij langer in de vieze lucht. De Europese Commissie heeft besloten in beroep te gaan tegen deze uitspraak. Ik wil heel graag van de staatssecretaris weten of ze dit terecht vindt. Is het mogelijk dat Nederland zich voegt in de rechtszaak aan de kant van Brussel, Parijs en Madrid, en samen strijdt voor gezonde lucht? Zo ja, zou de regering daartoe bereid zijn?

Verder heeft Nederland deze week een reprimande ontvangen uit Brussel omdat onze wetgeving met betrekking tot de MER onvoldoende is. We staan met Bulgarije en Polen in een rijtje van landen waar de wetgeving niet deugt. Kan de staatssecretaris ons hierover informeren? Wat doet ze om dit spoedig te herstellen? Wat zijn de gevolgen voor lopende processen, zoals Lelystad Airport?

Dan twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat op dit moment slechts een derde van de dossiers die verplicht zijn onder REACH op orde zijn;

overwegende dat correcte en volledige informatie over chemische stoffen cruciaal is voor vergunningverlening en handhaving en dus de veiligheid voor mens en milieu;

verzoekt de regering een concreet actieplan met de chemische industrie op te stellen voor het op orde brengen van de REACH-dossiers, en over de voortgang hiervan jaarlijks aan de Kamer te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Laçin. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 761 (21501-08).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de productie van palmolie voor het gebruik als biobrandstof een negatieve impact op klimaat en biodiversiteit heeft;

overwegende dat diverse luchtvaartmaatschappijen van plan zijn biobrandstof in te zetten als onderdeel van de mondiale CORSIA-afspraken;

constaterende dat de Europese Unie recent heeft besloten dat palmolie geen duurzame biobrandstof is;

verzoekt de regering om zich actief in te spannen palmolie als grondstof voor biokerosine voor de luchtvaart zowel Europees als internationaal uit te sluiten en de hiervoor benodigde regelgeving te ontwikkelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 762 (21501-08).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Eigenlijk had ik het aan het begin willen zeggen, maar VAO's gaan echt over onderwerpen die tijdens het algemeen overleg, zo'n commissievergadering, aan de orde zijn geweest. Dus geen nieuwe onderwerpen opvoeren, want anders beginnen we een nieuwe traditie waarop geen enkele regie meer te voeren is.

De heer Wassenberg staat al klaar namens de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ja, voorzitter, ik sta al klaar. Ik zal uw waarschuwing ter harte nemen, maar dan voor de volgende keer, want ik heb ook twee moties die te maken hebben met hele recente ontwikkelingen in de Europese Commissie.

De voorzitter:

Ja, maar ...

De heer Wassenberg (PvdD):

Maar goed, we zullen dadelijk zien hoe de staatssecretaris daarop reageert. Ik kan ze altijd aanhouden.

De voorzitter:

Dit gaat niet van uw tijd af, maar ik doe een beroep op iedereen, ook op de staatssecretaris, om niet uitgebreid stil te staan bij onderwerpen die niet tijdens het algemeen overleg zijn behandeld. Er hoort gewoon eerst een gedegen debat plaats te vinden alvorens moties worden ingediend. Dat wil ik even meegeven. Mevrouw Kröger wil daar iets op zeggen.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter, ik weet niet of deze opmerking aan mij was gericht ...

De voorzitter:

Aan iedereen.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

... maar volgens mij gaan deze twee moties allebei over onderwerpen die in mijn inbreng in het debat ter sprake zijn gekomen.

De voorzitter:

Deze opmerking is voor iedereen bedoeld. Ik kijk u allemaal aan. De heer Wassenberg.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. De vier moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie Palmolie in haar delegated act van 13 maart 2019 palmoliebiobrandstof heeft geclassificeerd als niet-duurzame biobrandstof;

constaterende dat de Raad zich nog dient uit te spreken over deze delegated act;

verzoekt de regering om verwatering van deze delegated act niet toe te staan;

verzoekt de regering voorts geen gehoor te geven aan oproepen van industriële lobby of de lobby van palmolieproducerende landen om het uitvoeringsbesluit te verwerpen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 763 (21501-08).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie in haar "delegated act" van 13 maart 2019 palmoliebrandstof heeft geclassificeerd als niet-duurzame biobrandstof;

constaterende dat binnen de EU pas vanaf 2023 het gebruik van palmoliediesel wordt afgebouwd tot nul in 2030;

overwegende dat een stijging van het gebruik van palmolie als biobrandstof tot 2023 onwenselijk is;

verzoekt de regering binnen de Milieuraad te pleiten voor een standstill van het gebruik van palmoliediesel tot 2023,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 764 (21501-08).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet vanaf 2014 heeft gewacht op een werkplan van de Europese Commissie om de blootstelling aan hormoonverstorende stoffen te minimaliseren;

constaterende dat het plan volgens het kabinet teleurstellend en onvoldoende concreet is;

verzoekt de regering om zelfstandig of in samenwerking met andere lidstaten concrete maatregelen te inventariseren om de blootstelling aan hormoonverstorende stoffen te minimaliseren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 765 (21501-08).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat volgens het RIVM luchtvervuiling in Nederland elk jaar 12.000 vroegtijdige sterfgevallen veroorzaakt;

overwegende het belang om zo spoedig mogelijk toe te werken naar de luchtkwaliteitsnormen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO);

constaterende dat biomassa's als houtstook en mestvergisting bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit;

constaterende dat het subsidiëren van deze biomassa's de WHO-normen verder uit het zicht brengt;

verzoekt de regering om de subsidie op het gebruik van biomassa die bijdraagt aan een verslechtering van de luchtkwaliteit te beëindigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 766 (21501-08).

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Ongelofelijk, precies binnen twee minuten. Het woord is aan de heer Ziengs namens de VVD.

De heer Ziengs (VVD):

Voorzitter. Ik heb mij bewust voor twee minuten ingeschreven zonder dat ik voornemens was om moties in te dienen. Kort voor het reces hebben wij een AO Milieuraad gehad. We weten dan altijd dat de Milieuraad de week daarop gehouden wordt. Tijdens de AO hebben we de uitnodiging en de agenda kunnen lezen. Daarin stond dat we op dinsdag tijdens de regeling moesten aangeven of er een VAO zou moeten worden gehouden, opdat we dat nog voor het reces konden doen. We zijn er tijdens het debat achtergekomen dat er alsnog een VAO aangevraagd werd op die woensdag. Vervolgens hebben we vastgesteld dat we het niet zouden hebben over onderwerpen waar niet echt over gedebatteerd was.

Ik constateer dat dat nu toch gebeurt in een aantal moties. In andere moties gebeurt het overigens niet. Ik stel vast dat we onszelf als commissie serieus moeten nemen. Als we een volgende keer vaststellen dat er een VAO moet worden gehouden, dan moet dat direct daarna en voorafgaand aan de Milieuraad gebeuren. Nu sturen we de staatssecretaris namelijk op pad met boodschappen die niet echt besproken of gedeeld zijn tijdens het debat.

Dat wilde ik even kwijt, voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Agnes Mulder wil een opmerking maken.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik sluit mij van harte aan bij de woorden van collega Ziengs. Ik vind het niet zo netjes, want wij hadden expliciet een afspraak gemaakt. Dan hou je je daar normaal gesproken aan.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee is dit punt helder gemaakt. We wachten even tot de staatssecretaris alle moties heeft.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de staatssecretaris het woord.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Voorzitter. Het is inderdaad nogal een bonte verzameling van vragen en moties. Sommige van die vragen hebben ook in de pers gespeeld, zijn ingediend geweest als mondelinge vraag of zijn aan de orde geweest in het AO Leefomgeving, maar niet allemaal bij het AO Milieuraad. Ik bewonder de betrokkenheid van de Kamerleden, maar het blijft toch ook belangrijk dat we de agenda met elkaar structureren zoals we hadden afgesproken. Dan kunnen wij ook voor de beste antwoorden zorgen. Ik zal dus op dit moment niet op alle moties en vragen kunnen antwoorden.

De vraag over de conformity factoren bij het testen van dieselvoertuigen en het verzoek om bij de Commissie erop aan te dringen dat ze niet in beroep gaat. De Commissie ís inmiddels in beroep gegaan. Dat gebeurde op 23 februari. Nederland was daar tegen. Dat hebben we ook uitgesproken, maar er was een meerderheid voor. Nederland vond de conformity factor veel te hoog, dus volgens mij trekken we hier geheel aan dezelfde kant van het touw. Nederland kan niet aan de kant van de steden meedoen aan de rechtszaak, maar inhoudelijk is duidelijk dat Nederland tegen die conformity factor is.

Dan het punt van de MER. Dat was een mondelinge vraag, maar het is niet een punt dat op de agenda van de Milieuraad stond, dus daar kan ik op dit moment geen antwoord op geven. We zullen zorgen dat er een reactie komt, want zo begrijp ik de vraag: men wil een reactie op die brief van de Commissie.

De motie op stuk nr. 761 van mevrouw Kröger en de heer Laçin wil een actieplan om de REACH-dossiers op orde te brengen. We hebben in het AO gesproken over REACH en dat maar een deel van de dossiers op orde is. We hebben daar in het AO Leefomgeving over gesproken en ook in het AO Milieuraad. Ik deel de urgentie — dat heb ik toen ook duidelijk gezegd en dat heb ik ook in Brussel gezegd — om de kwaliteit van de registratiedossiers te verbeteren. Daartoe ben ik al in overleg met de VNCI. Dat heb ik u in mijn brief van 4 maart gemeld. Ook de Europese chemische industrie, de CEFIC, neemt actie richting haar leden. Wat nieuw is in deze motie, is echt de vraag om een concreet actieplan op te stellen, samen met die partijen. Dit past goed in het kader van het streven om de Nederlandse chemische industrie de veiligste ter wereld te maken in de Safety Delta Nederland, waar we echt met al die bedrijven hard aan werken. Dus ik wil het overleg met de sector graag aangaan en het de vorm van een actieplan geven. Daarbij moet dan wel helder zijn dat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de dossiers bij de industrie zelf blijft liggen, en de verantwoordelijkheid voor de controle en naleving bij het ECHA. Dat zijn de afspraken die we hebben gemaakt. Als ik de motie zo mag interpreteren, dan laat ik het oordeel over aan de Kamer. Ik ga er dan maar van uit dat dat mag.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik zat tevreden te knikken.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Laat het daarbij, zou ik zeggen!

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik denk dat het heel erg goed is om die rollen heel duidelijk te hebben en dat de industrie nu ook aan zet is. Ik ben blij dat de staatssecretaris een concreet actieplan wil opstellen en met name ook de jaarlijkse rapportage aan de Kamer wil sturen over de voortgang.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Ja, voorzitter. Dat is prima. We trekken ook hierin aan dezelfde kant van het touw. Zoals ik ook duidelijk heb gezegd bij de bespreking, snappen wij ook allemaal dat dit niet iets is wat morgen geregeld is. Maar we vinden wel allemaal dat het die kant op moet en dus wil je ook dat er voldoende aandacht en druk achter zit om het in orde te brengen. Daar gaan we dus in het actieplan met elkaar afspraken over maken.

Dan de motie op stuk nr. 762 van mevrouw Kröger over palmolie en de luchtvaart. Die motie is bij mij ingediend, terwijl die onder het dossier van de minister valt. Bovendien is deze motie overbodig, want er zijn inmiddels al een aantal afspraken gemaakt. Als mevrouw Kröger verder in detail wil over hoe zich de reeds gemaakte afspraken verhouden tot andere afspraken in de luchtvaart, moet ik haar daarvoor echt verwijzen naar een debat met de minister over luchtvaart. Dus ik zou haar willen vragen om die motie aan te houden, want anders moet ik haar ontraden, want ik kan daar nu geen ander oordeel over geven.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik snap dat deze motie ook betrekking heeft op het dossier van de minister, alhoewel het onderwerp duurzaamheidscriteria biobrandstoffen echt RED is en dat valt onder de staatssecretaris. Vandaar dat ik die motie hier heb ingediend. We hebben daar ook over gesproken in het AO. Ik zou de motie aan willen houden tot het AO Duurzame luchtvaart. Eigenlijk wil ik de staatssecretaris dan vragen of wij een brief kunnen ontvangen als Kamer over hoe het nu zit met palmolie, RED en de relatie tot de CORSIA-duurzaamheidscriteria. Als we snappen hoe deze dingen zich allemaal tot elkaar verhouden, dan kunnen we het daar in het AO Duurzame luchtvaart verder over hebben.

De voorzitter:

Ja.

Op verzoek van mevrouw Kröger stel ik voor haar motie (21501-08, nr. 762) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

En zo'n brief lijkt me uitstekend, want soms zijn er dingen op het grensvlak. Dan is het belangrijk om dat grensvlak duidelijk te beschrijven.

Voorzitter. De heer Wassenberg heeft een aantal moties ingediend over de gedelegeerde handeling. Die is echt niet inhoudelijk besproken, dus ik wil voorstellen dat ik de Kamer een brief stuur over wat er nou in die gedelegeerde handeling is geregeld en dat ik de heer Wassenberg vraag om zijn moties op dit moment aan te houden. Ik kan hem in ieder geval geruststellen dat er geen sprake meer kan zijn van verwatering omdat het in het verdere proces een kwestie is van accepteren of laten vervallen.

De voorzitter:

Maar als u met een brief komt, dan komt er een brief. Ik kijk of de heer Wassenberg bereid is zijn motie aan te houden.

De heer Wassenberg (PvdD):

Zeker, voorzitter. Ik kijk uit naar die brief en houd die moties allebei aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Wassenberg stel ik voor zijn moties (21501-08, nrs. 763 en 764) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Dan de motie op stuk nr. 765 over de hormoonverstorende stoffen. Daar hebben we het uitgebreid over gehad. Ik heb u uitgebreid gezegd dat ik mij al inzet voor het ontwikkelen van concrete maatregelen en dat ik daar stappen voor onderneem in Brussel. Daarin staan we niet alleen. In de Milieuraad vorige week heb ik met een aantal collega's afgesproken daar gezamenlijk in op te trekken. Voor eind maart ontvangt u een reactie van de minister voor MZS en mij over de strategie voor hormoonverstorende stoffen en ook over het Belgische plan waar de heer Wassenberg een aantal keer aan heeft gerefereerd. Ik zou hem dus willen vragen om deze motie aan te houden, want anders loopt hij daarop vooruit.

De voorzitter:

Kunt u ook gelijk iets zeggen over de zesde motie, die op stuk nr. 766?

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Ja, die is echt buiten de orde van dit algemeen overleg over de Milieuraad. Ik moet hem dus vragen om ook die motie aan te houden, anders zou ik die nu ontraden.

De voorzitter:

Dus u vraagt hem eigenlijk om beide moties aan te houden, de vijfde en de zesde?

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Ja, ik verzoek hem om ze allebei aan te houden.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ik ben bereid om de motie op stuk nr. 765 aan te houden tot na de brief, want die had de staatssecretaris inderdaad toegezegd en ik wacht het antwoord af. De motie op stuk nr. 766 houd ik niet aan.

De voorzitter:

Oké, die komt dan in stemming.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Maar dan ontraad ik de motie, want die ligt ook echt op het terrein van de heer Wiebes. Die gaat namelijk over de subsidiëring van biomassa. Het is dus niet alleen buiten de orde van het AO dat met mij gevoerd wordt, maar de subsidiëring van biomassa en mestvergisting ligt bij het ministerie van EZK, dus dit ligt ook buiten mijn departement.

De voorzitter:

Helder.

Op verzoek van de heer Wassenberg stel ik voor zijn motie (21501-08, nr. 765) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Daarmee zijn we aan het eind gekomen van dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen we volgende week dinsdag stemmen. Ik dank de staatssecretaris en de Kamerleden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven