7 Sociaal Domein

Aan de orde is het VAO Sociaal Domein (AO d.d. 14/11).

De voorzitter:

Ik heet de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van harte welkom. Ik geef mevrouw Özütok namens GroenLinks het woord.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. We hebben vorige week een eerste AO Sociaal domein gehad. Dat was een heel constructief AO over het sociaal domein met deze minister van Binnenlandse Zaken. Voor GroenLinks zijn er echter toch nog wel een paar zorgpunten aanwezig. Dat betreft onder andere het feit dat we van burgers, professionals en gemeenten signalen krijgen dat er onvoldoende middelen zijn, terwijl we vanuit het kabinet andere geluiden horen. Het is voor ons als Kamer belangrijk dat we een beeld hebben dat ook echt klopt. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat via de decentralisaties in het sociaal domein geprobeerd wordt om de voorzieningen en ondersteuning zo dicht mogelijk bij de burgers te organiseren;

overwegende dat zowel burgers als professionals met enige regelmaat verdwalen in de complexiteit van de regels;

overwegende dat er zorgen zijn over de vraag of er voldoende geld beschikbaar is voor gemeenten om de gedecentraliseerde taken adequaat uit te kunnen voeren;

verzoekt de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties proactief een regierol te nemen om ervoor te zorgen dat de randvoorwaarden voor gemeenten om de gedecentraliseerde taken uit te kunnen voeren aanwezig zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Özütok. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 47 (34477).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat diverse gemeenten onvoldoende geld hebben om de taken uit het sociaal domein uit te voeren;

overwegende dat kleine gemeenten nauwelijks aanspraak kunnen maken op het Fonds tekortgemeenten;

verzoekt de regering ervoor te zorgen dat alle gemeenten die tekorten hebben in het sociaal domein aanspraak kunnen maken op extra middelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Özütok. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 48 (34477).

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Özütok. Dan geef ik nu het woord aan de heer Kerstens, namens de PvdA.

De heer Kerstens (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Ik zie terug op een prettig algemeen overleg met de minister over het sociaal domein. Ik ga een motie indienen over een onderwerp waarvan ik dacht dat de minister en ik elkaar daarover goed hadden begrepen, maar ik zag het niet terug in de toezeggingen. Vanuit het veld heb ik toch het verzoek gekregen om het nog even extra onder de aandacht van de minister te brengen en dat doe ik door middel van deze motie. De inhoud ervan zal zij vast herkennen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in het kader van de totstandkoming van een nieuw verdeelmodel voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang een zorgvuldige procedure is overeengekomen, waarvan onder meer systematische verzameling van relevante gegevens deel uitmaakt;

constaterende dat vanuit het veld wordt gemeld dat van bedoelde gegevensverzameling nog onvoldoende sprake is, hetgeen wordt ondersteund door voortgangsrapportages van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

overwegende dat voorkomen moet worden dat kwetsbare mensen die zijn aangewezen op beschermd wonen en/of maatschappelijke opvang door het prematuur vaststellen van een nieuw verdeelmodel op basis van onvolledige gegevens tussen wal en schip vallen;

verzoekt de regering, alvorens verdere stappen te zetten, met in het veld actieve organisaties in overleg te treden teneinde te bezien of en zo ja, op welke wijze dan wel in welke mate, aanpassing van het oorspronkelijk overeengekomen tijdpad om te komen tot een nieuw verdeelmodel nodig is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kerstens. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 49 (34477).

U loopt al weg, meneer Kerstens, maar de heer Van der Molen staat voor u klaar. Kom eens terug, meneer Kerstens.

De heer Van der Molen (CDA):

Namens het CDA heb ook ik in het AO juist voor deze vorm van zorg aandacht gevraagd. Ik hoor nu dat de heer Kerstens aangeeft dat er meer informatie op tafel moet komen om een zorgvuldig besluit te nemen. Dat steun ik. Maar ik hoor ook dat dan de rest van de herverdeling daar eventueel op zou moeten wachten, terwijl er ook bij de jeugdzorg grote knelpunten zijn waarvoor we ons niet heel veel uitstel meer kunnen veroorloven. Wilt u nou dat we in rap tempo een been bijtrekken, zodat iedereen op een zorgvuldige wijze de huidige planning haalt, of wilt u uitstel van de totale planning om dit mogelijk te maken? Ik weet niet of het een op het ander moet wachten.

De heer Kerstens (PvdA):

Nee, dat laatste is zeker niet het geval. Ik heb in het algemeen overleg specifiek aandacht gevraagd voor de gang van zaken rondom het verdeelmodel beschermd wonen en maatschappelijke opvang. Daar is enige onduidelijkheid over. Ik heb daar met de minister ook het een en ander over gewisseld. Volgens mij staat zij ook welwillend tegenover hetgeen ik vraag. Het is dus zeker niet de bedoeling om alle verdeelmodellen op te houden, want heel veel gemeentes zitten te wachten op helderheid daarover. Alleen, als het gaat om dit specifieke punt, dat betrekking heeft op heel kwetsbare mensen en waarover blijkbaar nog enige discussie is, denk ik dat iedereen zit te wachten op een verdeelmodel dat in een keer goed is, om het zo maar te zeggen.

De voorzitter:

Dank u wel. We wachten even tot de minister ook de laatste motie heeft.

De vergadering wordt van 14.14 uur tot 14.16 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Minister Ollongren:

Voorzitter. Dank aan de twee woordvoerders van zonet. Wij hadden inderdaad het eerste AO Sociaal domein, althans met mij, want er zijn natuurlijk tal van AO's geweest over het sociaal domein met mijn collega's.

Ik ga meteen naar de moties. In de eerste motie van mevrouw Özütok, op stuk nr. 47, lees ik dat zij van de minister van BZK vraagt een proactieve rol te spelen, de regie te voeren en de randvoorwaarden in de gaten te houden. Dat sluit heel goed aan bij hoe ik mijn taakopvatting in dit domein ook zie. Dat gaat bijvoorbeeld over het zorgen voor een goede verdeelsystematiek, over doorontwikkeling van kennis, over monitoring en over het in de gaten houden van privacy. Dat soort zaken. Dit is eigenlijk zoals ik het ook zie. Ik kom straks op de tweede motie, want die gaat wat meer over de financiën. Maar deze motie zou ik ook kunnen overnemen als mevrouw Özütok dat een goed idee vindt.

De voorzitter:

Mevrouw Özütok?

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Dat vind ik een uitermate goed idee. Dank u wel, minister.

De voorzitter:

De motie-Özütok (34477, nr. 47) is overgenomen.

Minister Ollongren:

Veel dank. Dan ben ik bij de tweede motie van mevrouw Özütok, op stuk nr. 48. Die gaat over de financiële middelen. Zoals de Kamer weet, zijn de minister van VWS en ik bezig met een onderzoek om inzicht te krijgen in de achterliggende problematiek rond de jeugdzorg waar dit vraagstuk zich voordoet. Onderdeel van onderzoek is ook een analyse naar het Fonds tekortgemeenten. Dit zijn allemaal onderzoeken die echt nodig zijn om daarna te kunnen beoordelen: één, waar het aan schort en twee, of er een financieel knelpunt is dat moet worden opgelost. Om die reden, de volgordelijkheid der dingen — in het voorjaar zullen we over de uitkomst van dat onderzoek in gesprek gaan met de gemeenten — vind ik deze motie voorbarig en eigenlijk ook te generiek geformuleerd. Dus ik ontraad deze motie.

De voorzitter:

Mevrouw Özütok?

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Ik kan meegaan in de argumentatie van de minister dat er een aantal onderzoeken lopen die ze graag wil afwachten. Ik wil uiteraard niet zodanig ineens een andere verdeelsleutel hieromtrent, maar wat ik eigenlijk met deze motie heb beoogd te bereiken, is de aandacht daarvoor. Als de minister zich daarin kan vinden, wil ik mijn motie aanhouden tot het moment dat dat onderzoek er is en vervolgens nog een keer kijken op welke wijze ik haar weer in stemming breng. Dank u wel voorzitter.

Minister Ollongren:

Dat stel ik weer erg op prijs. Dank.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Özütok stel ik voor haar motie (34477, nr. 48) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Ollongren:

De derde motie is een motie van de heer Kerstens. De reden dat ik even wilde schorsen was dat ik even heel goed wilde lezen wat er stond. Het betreft natuurlijk ook het beleidsterrein van een collega, maar wat hier staat is inderdaad denk ik wat we hebben gewisseld in het AO en wat ik ook daar heb bedoeld toe te zeggen. Dus ook voor deze motie geldt, als de heer Kerstens dat op prijs stelt, dat ik hem zou kunnen overnemen.

De voorzitter:

Als niemand bezwaar heeft tegen het overnemen van deze motie, kan deze worden overgenomen.

De motie-Kerstens (34477, nr. 49) is overgenomen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Daarmee zijn we ook aan het eind gekomen van dit VAO. Ik dank de minister en schors de vergadering voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven