9 Voortgang grensoverschrijdende samenwerking

Aan de orde is het VAO Voortgang grensoverschrijdende samenwerking (AO d.d. 25/04).

De voorzitter:

Hartelijk welkom aan de staatssecretaris. Ik geef mevrouw Özütok van GroenLinks het woord.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. We hebben eind april een goed algemeen overleg met elkaar gehad. De staatssecretaris heeft toegezegd dat hij op zoek gaat naar permanente financiering van grensinformatiepunten. Graag wil ik hem vragen de Kamer hierover goed aangehaakt te houden.

Ik heb twee moties. De eerste motie gaat over het belang van grensoverschrijdend openbaar vervoer.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het voor de grensregio's van belang is dat er goed openbaar vervoer is, ook over de landsgrenzen heen;

constaterende dat landsgrenzen nu nog vaak een barrière zijn als het om openbaar vervoer gaat;

constaterende dat er grensoverschrijdende buslijnen zijn die niet in reisplanners zoals 9292ov en Google Maps opgenomen zijn en reizigers in de grensregio's hierdoor deze bussen nu niet altijd goed weten te vinden en het vervoersaanbod zo niet maximaal wordt benut;

verzoekt de regering in overleg met provincies, gemeenten en vervoerders het belang van grensoverschrijdend openbaar vervoer te benadrukken;

verzoekt de regering tevens om bij provincies, gemeenten en vervoerders aan te dringen op het opnemen van grensoverschrijdend openbaar vervoer in de reisplanners,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Özütok en Van der Graaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 39 (32851).

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Mijn tweede motie gaat over het wegnemen van belemmeringen voor vakmensen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er Europese afspraken bestaan over de erkenning van hbo- en universitaire studies en diploma's;

overwegende dat er voor mbo-opleidingen en -diploma's geen Europese afspraken bestaan;

overwegende dat het juist ook voor vakmensen met een mbo-diploma en mbo-studenten gemakkelijk zou moeten zijn om net over de grens met België of Duitsland te gaan werken of stage te lopen;

verzoekt de regering in overleg met Duitsland en België te onderzoeken welke praktische belemmeringen er nu zijn voor mensen met een mbo-diploma en mbo-studenten en hoe deze weggenomen zouden kunnen worden, en de Kamer over de uitkomsten hiervan te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Özütok en Van der Graaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 40 (32851).

Dank u wel. Het woord is aan mevrouw Van der Graaf van de ChristenUnie.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Een maand geleden spraken wij over de grensoverschrijdende samenwerking. Daar bleek een grote betrokkenheid van de Kamer en van de staatssecretaris om werk te maken van het wegnemen van belemmeringen die mensen in de grensregio ervaren. Ook het regeerakkoord zet daarop in. De structurele financiering voor de grensinfopunten hebben we daar benadrukt. Ik wil de staatssecretaris graag vragen om een toelichting te geven op de vorderingen die in de tussentijd eventueel zijn gemaakt. Wij hopen nog steeds op een oplossing vóór deze zomer.

Ik dien graag twee moties in op een aantal knelpunten. De eerste gaat over de erkenning van diploma's en beroepskwalificaties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat gebrekkige erkenning van diploma's en beroepskwalificaties een van de drempels is voor grenswerkers;

overwegende dat de grensregio's (provincies, gemeenten, euregio's) in samenwerking met ITEM een roadmap aan het opstellen zijn voor kansrijke beroepen voor grensoverschrijdend werken;

verzoekt de regering de uitkomsten van deze roadmap te delen met de Kamer, structureel overleg met de grensinfopunten, euregio's, provincies, gemeenten, werkgevers, beroepsorganisaties en Duitse partners te organiseren en op korte termijn met concrete oplossingen te komen voor knelpunten in de erkenning van diploma's en beroepskwalificaties,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Graaf, Van der Molen, Den Boer, Middendorp en Özütok.

Zij krijgt nr. 41 (32851).

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Ik zou dit graag zien vóór de begrotingsbehandeling.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de samenwerking tussen brandweerkorpsen in de grensregio steeds meer van de grond komt, onder meer in Baarle-Nassau en door het project Crossfire waar de veiligheidsregio's Noord- en Oost-Gelderland en Twente aan deelnemen;

overwegende dat samenwerkende veiligheidsregio's in Nederland, Duitsland en België verschillende communicatiesystemen hanteren, waardoor snelle en directe communicatie wordt bemoeilijkt;

verzoekt de regering met een oplossing te komen voor het probleem van verschillende communicatiesystemen van Nederlandse, Duitse en Belgische hulpverleningsdiensten in de grensregio, waaronder brandweerkorpsen, en de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Graaf, Van der Molen, Den Boer, Özütok en Middendorp.

Zij krijgt nr. 42 (32851).

Dank u wel. Dan gaan we naar de heer Middendorp van de VVD.

De heer Middendorp (VVD):

Dank, voorzitter. Ik dank ook de staatssecretaris voor de antwoorden bij het AO en de toezegging een Überholspur voor leraren Duits te organiseren. Bij het AO Digitale overheid en bij het AO Grensoverschrijdende samenwerking hebben we achtereenvolgens gesproken over de digitale overheid en de mogelijkheid van een app langs de gehele Nederlandse grens. Ik dank de staatssecretaris voor zijn onderzoek naar dat laatste, want het is voor de VVD belangrijk. Hier ligt een kans om iets te doen en de digitale overheid direct in de praktijk te brengen in de grensregio's. De staatssecretaris schrijft naar aanleiding van zijn onderzoek dat de digitale infrastructuur het afgelopen jaar een van zijn belangrijkste aandachtspunten is geweest. Hij schrijft ook dat dat heeft geresulteerd in de ontwikkeling van een gezamenlijke website van de grensinformatiepunten. Hij heeft in dezen, zoals hij weet, de volledige steun van de VVD. Want als mensen in Kerkrade vanuit de bijstand aan het werk gaan in Duitsland, steunen wij alles wat daaraan bijdraagt. Maar wij zijn er ook van overtuigd dat het met een app nog beter gaat. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er in toenemende mate sprake is van een digitale overheid;

van mening dat het dagelijks leven van burgers direct kan worden verbeterd door slimme digitale toepassingen en dat daarbij de rijksoverheid een rol kan spelen door bestaande initiatieven uit te bouwen, te ondersteunen of te bundelen;

verzoekt de regering een plan te maken om de bestaande informatie over werken net over de grens, en met name de informatie op de websites van de grensinformatiepunten, via een app beschikbaar te stellen en de Kamer daarover vóór de begrotingsbehandeling dit jaar te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Middendorp. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 43 (32851).

Dank. Dan is het woord aan mevrouw Den Boer.

Mevrouw Den Boer (D66):

Voorzitter. Bijna 6 miljoen Nederlanders wonen in een grensregio, dat is een op de drie Nederlanders. Ze gaan regelmatig de grens over om te wonen, om te werken of om te winkelen. D66 zet zich graag in voor al die Nederlanders. Daarom heb ik twee moties om de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in maart 2012 een aantal Nederlandse en Duitse organisaties in de spoedzorg heeft geformuleerd wat in de EUREGIO gedaan moet worden om door middel van grensoverschrijdende samenwerking tot een hoogwaardige spoedzorg te komen;

overwegende dat het voor inwoners in grensgebieden van levensbelang is dat spoedzorg aan beide kanten zowel tijdig als kwalitatief hoogwaardig kan worden verleend;

overwegende dat sinds 2010 de organisaties in de EUREGIO reeds een reeks projecten heeft afgerond, leidend tot een duurzame opzet van een grensoverschrijdende samenwerking en het PREpare project;

verzoekt de regering om met partners in de grensregio's in gesprek te gaan om grensoverschrijdende spoedzorg structureel te borgen, waarbij ruimte wordt gelaten voor maatwerk,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Den Boer, Van der Molen en Van der Graaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 44 (32851).

Mevrouw Den Boer (D66):

En dan de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat regio's aan de binnengrenzen van de Europese Unie vaak een economisch knooppunt zijn;

overwegende dat een degelijk functionerend mobiliteitssysteem onontbeerlijk is voor regionale economische groei, arbeidsgelegenheid, onderwijs en toerisme;

overwegende dat inwoners en ondernemingen in de grensregio's betrokkenheid willen tonen bij het ontplooien en uitbreiden van de regionale infrastructuur en grensoverschrijdende verbindingen in het openbaar vervoer;

verzoekt de regering de Kamer te informeren hoe een vroegtijdige betrokkenheid van inwoners, ondernemers, het maatschappelijk middenveld en Euregioraden kan worden geborgd ten aanzien van een grensoverschrijdend mobiliteitssysteem,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Den Boer, Van der Molen en Van der Graaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 45 (32851).

Dank u wel. Dan is tot slot het woord aan de heer Van der Molen van het CDA.

De heer Van der Molen (CDA):

Voorzitter, dank u wel. Ik herhaal, om daar maar mee te beginnen, de complimenten die ik de staatssecretaris heb gemaakt tijdens het algemeen overleg voor de inzet van het kabinet, die ook uit dat overleg bleek, om echt werk te maken van die grensoverschrijdende samenwerking. Om dat verder kracht bij te zetten, dien ik samen met de ChristenUnie en D66 een motie in.

Het doel van die motie is om een mechanisme te scheppen om in een vroeg stadium al ongewenste effecten van keuzes die we hier zouden kunnen gaan maken voor de grensregio's te onderkennen, zonder daarmee ongewenste bureaucratie in het leven te roepen. Daarom stelt de motie die ik zo indien geen generieke grenseffectentoets voor bij de behandeling van wetgeving en nieuw beleid. Dat zou wellicht een te zwaar instrument kunnen zijn. Wel vraagt de motie de regering om in het reguliere voorbereidingsproces van nieuwe wet- en regelgeving bewuster aandacht te schenken aan mogelijke effecten hiervan voor grensregio's. Daarbij kan de expertise van die grensregio's zelf ook gebruikt worden. Daarom kiest de motie voor het opnemen van grenseffecten in het Integraal Afwegingskader voor beleid en regelgeving, waarin ook gevolgen voor burgers, bedrijven, overheid, ICT en milieu al zijn opgenomen. Dat is geen nieuw instrument, maar het behoort wel een aanknopingspunt te zijn wat betreft de partijen voor de coördinatie van het regeringsbeleid op het gebied van de grensoverschrijdende samenwerking, juist de taak die de staatssecretaris met verve op zich neemt. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit verschillende studies blijkt dat nationaal beleid vaak onbedoelde negatieve gevolgen heeft voor grensregio's;

constaterende dat bij de totstandkoming van nieuw beleid niet vanzelfsprekend de effecten hiervan voor grensregio's meegewogen worden;

verzoekt de regering de effecten van beleid voor grensregio's expliciet op te nemen in het Integraal Afwegingskader beleid en regelgeving (IAK),

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Molen, Van der Graaf en Den Boer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 46 (32851).

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk even naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 14.23 uur tot 14.25 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Knops:

Dank u wel, voorzitter. Mevrouw Van der Graaf vroeg zich af hoe het staat met de vorderingen rondom de financiering van de grensinformatiepunten. Ik heb eerder aangegeven, ook in afstemming met collega Van Ark, die verantwoordelijk is voor het Nederlandse deel van de financiering waar het het Rijk betreft, dat er op dit moment aan wordt gewerkt. Er is een intendant aangesteld die gaat bekijken hoe samen met de grensregio's de financiering structureel geregeld kan worden. Dat geldt dus voor de Nederlandse zijde. Ik heb in gesprekken met de Duitse collega's, en de afgelopen week ook met de premier van Vlaanderen, nogmaals het belang daarvan benadrukt. Ik heb het rapport aangeboden en er is ontzettend veel draagvlak. Ik heb er dan ook alle vertrouwen in dat wij hopelijk voor de zomer al witte rook hebben, maar ik heb in ieder geval toegezegd om voor de zomer — ik bedoel natuurlijk het zomerreces, niet de meteorologische zomer — u te informeren over de stand van zaken. Dat als antwoord op uw vraag.

Dan de motie-Özütok/Van der Graaf op stuk nr. 39, om bij provincies, gemeenten en vervoerders aan te dringen op opnemen van grensoverschrijdend vervoer in de reisplanners en in overleg met provincie, gemeenten en vervoerders het belang van reisplanners te benadrukken. Daarover kan ik het volgende zeggen. Waar het gaat om het belang van het grensoverschrijdend openbaar vervoer te benadrukken: dat doe ik al. Dat doe ik overal waar ik kom, vanaf dag een dat ik begonnen ben. In die zin is dat ondersteuning van beleid, of overbodig; in ieder geval, daar ben ik al mee bezig. Ten aanzien van het opnemen van grensoverschrijdend openbaar vervoer in reisplanners moet ik u echt doorverwijzen naar mijn collega van IenW, omdat hier ook in een concessie enzovoorts consequenties aan verbonden zijn, dus ook kosten. Ik realiseer me dat dit een van elementen kan zijn om openbaar vervoer over de grens eenvoudiger te maken, maar ik kan hier geen ondersteuning aan geven als dit niet gedekt wordt, en waar het de begroting van mijn collega betreft. Het eindoordeel is dan ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 39 krijgt het oordeel: ontraden.

Staatssecretaris Knops:

In de motie-Özütok/Van der Graaf op stuk nr. 40 wordt de regering verzocht om in overleg met Duitsland en België te onderzoeken welke praktische belemmeringen er zijn voor mensen met een mbo-diploma en voor mbo-studenten en hoe deze weggenomen kunnen worden. Dat thema is ontzettend belangrijk en is ook in het algemeen overleg aan de orde geweest. We kunnen dit niet genoeg benadrukken. Dit is een van de prioriteiten van mijn beleid ten aanzien van grensoverschrijdende samenwerking. Op dit moment gebeurt het al in Benelux-verband, ook samen met Noordrijn-Westfalen, dat daarbij is aangehaakt, waar het het hbo en het wo betreft. Het mbo zit daar nog niet bij. In die zin zou ik de motie oordeel Kamer kunnen geven. Ik zie deze ook als ondersteuning van beleid, maar dat mag niet meer tegenwoordig, dus daarom oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 40 krijgt oordeel Kamer.

Staatssecretaris Knops:

De motie-Van der Graaf c.s. op stuk nr. 41 gaat over erkenning van diploma's en beroepskwalificaties en verzoekt de regering om de uitkomsten van de roadmap van ITEM te delen met de Kamer, om structureel overleg te organiseren met de grensinformatiepunten en om op korte termijn met concrete oplossingen te komen voor knelpunten in de erkenning van diploma's en beroepskwalificaties. Vervolgens voegde mevrouw Van der Graaf er buiten de tekst om nog zoiets aan toe als "vóór de begrotingsbehandeling". Dat kan ik niet toezeggen. Als het dictum blijft zoals het is, kan ik de motie oordeel Kamer geven omdat het ook past binnen de lijn die we hebben ingezet.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Dan is mijn enige vraag wanneer de staatssecretaris verwacht dat hij dit naar de Kamer kan sturen.

Staatssecretaris Knops:

Dat kan ik u niet zo zeggen, maar ik ga er niet langer mee wachten dan nodig is. Mocht het wel voor de begrotingsbehandeling kunnen, dan zal ik dat niet nalaten. Maar dat kan ik u nu niet toezeggen.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Is het de bedoeling dat de roadmap wordt afgerond nog voor het einde van dit jaar? Ik zou wel heel graag een tijdsindicatie ontvangen, want dan kunnen we hier ook volgende stappen in zetten.

Staatssecretaris Knops:

Dat antwoord moet ik u schuldig blijven. Ik doe het zo snel mogelijk. Ik ben natuurlijk ook afhankelijk van ITEM. Zo gauw ik het heb, krijgt u het.

De voorzitter:

Daar zult u het mee moeten doen, mevrouw Van der Graaf.

De staatssecretaris gaat verder met de motie op stuk nr. 42.

Staatssecretaris Knops:

De motie-Van der Graaf c.s. op stuk nr. 42 gaat over de communicatie van brandweerkorpsen en verzoekt de regering met een oplossing te komen voor het probleem van de verschillende communicatiesystemen van Nederlandse, Duitse en Belgische hulpverleningsdiensten in de grensregio, waaronder de brandweerkorpsen, en de Kamer hierover vóór de begrotingsbehandeling te informeren. Deze motie moet ik echt ontraden omdat hier een zware financiële component aan zit. Dit gaat over forse investeringen in communicatiesystemen. Dat betekent heel simpel dat de Belgische, Duitse en Nederlandse communicatiesystemen op elkaar moeten worden aangepast door ze te vervangen dan wel door nieuwe interfaces te bouwen. Op dit moment is er geen enkel wettelijk knelpunt om op te lossen. Ja, praktisch is het af en toe behelpen. Ik weet dat het op de agenda staat en ga binnenkort met collega Grapperhaus — ik heb daarover gesproken — naar de grensregio om over dit soort thema's te praten. De motie moet ik echt ontraden vanwege de ongedekte cheque die eronder ligt. Dat wil niet zeggen dat het geen knelpunt is, want dat is het wel. Maar ik kan het op deze manier zo met deze motie niet oplossen.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Dat dit een ingewikkeld vraagstuk is, is ook bij de ChristenUnie bekend. Er ligt echt een probleem. Dat is een groot vraagstuk, dat we ook niet in de tijd moeten laten lopen. Ik snap dat het ingewikkeld is om daar een oplossing voor te verzinnen, maar deze motie bevat geen ongedekte cheque. Ik begrijp dat de staatssecretaris binnenkort op pad gaat met de minister van Justitie. Ik vraag echt met klem om dit punt te bespreken. Het gaat hier om mensenlevens en veiligheidsprotocollen spelen hierbij een rol — dat begrijp ik — maar ik vraag toch echt om hier een oplossing voor te zoeken. We kunnen niet over tien jaar nog denken: het kost zo veel geld, maar we zien het belang niet.

Staatssecretaris Knops:

Dat laatste is helemaal waar. Ik heb ook al erkend dat dit een probleem is en heb overigens gezien dat er al praktische oplossingen zijn, ook toen ik twee, drie weken geleden in de Achterhoek was. Het wordt vaak op praktische manieren opgelost, maar ik ontken niet dat er een probleem is. Om dit bij motie op te lossen, wat nu gevraagd wordt, kan ik gewoon niet toezeggen. Hier worden forse investeringen gevraagd aan beide zijden van de grens. Dat is ook een van de redenen waarom het probleem nog niet tot in perfectie is opgelost. Idealiter zou je allemaal dezelfde communicatiesystemen hebben, maar laten we heel eerlijk zijn: als dat zou betekenen dat de Belgen en de Duitsers zich zouden moeten aanpassen, zouden ze aan andere grenzen wellicht weer andere vraagstukken hebben. Voor een deel is dit een probleem dat je praktisch moet oplossen. Dat kan niet zonder extra middelen. Dat is de reden waarom ik haar moet ontraden. Ik bagatelliseer geenszins de problemen. Dat ik ook precies de reden dat ik collega Grapperhaus gevraagd heb om met mij mee te gaan. Het is zijn beleidsmatige verantwoordelijkheid; het staat niet op mijn begroting. Daarom kan ik het oordeel over deze motie niet aan de Kamer laten.

De voorzitter:

Mevrouw van der Graaf, het blijft ontraden.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Dat begrijp ik. Ergens vind ik dat teleurstellend. Recentelijk sprak ik met …

De voorzitter:

Nee, we gaan niet het debat overdoen. Ik ben streng. Uw punt is duidelijk maar de staatssecretaris blijft bij zijn oordeel. Dus ik denk dat u het daarmee moet doen.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Ik zal het daar zeker mee doen. Het punt staat op de agenda. Ik geef de staatssecretaris en de minister van Justitie mee dat ze dit punt echt moeten gaan bespreken. Ik zal me beraden op wat ik zal doen met de motie.

De voorzitter:

Ik geloof dat de boodschap is overgekomen. Dank. Dan de motie op stuk nr. 43.

Staatssecretaris Knops:

Ik zie net dat collega Grapperhaus gearriveerd is.

De voorzitter:

Dat had u niet door, maar hij zat al heel instemmend te knikken.

Staatssecretaris Knops:

Hij kan beamen wat ik zojuist gezegd heb, neem ik aan.

De voorzitter:

Ja. De motie op stuk nr. 43.

Staatssecretaris Knops:

De motie op stuk nr. 43 van de heer Middendorp gaat over informatie over de grensinformatiepunten en het werk dat ze doen. Dit heeft hij ook al eens aan de orde gesteld in een algemeen overleg over digitalisering. In de kern komt deze erop neer dat de kennis die bij de grensinformatiepunten aanwezig is ontsloten wordt, dus dat deze makkelijk bereikbaar is. Het is een sympathieke motie, waar ik wel een paar kanttekeningen bij moet plaatsen. Eén, ik ga niet over hoe die grensinformatiepunten zijn ingericht. Ze hebben hun eigen besturen en ik vind niet dat wij vanuit Den Haag moeten verordonneren met welke middelen zij die communicatie vormgeven. Het lijkt me overigens een heel interessante optie, met die apps. Ook moeten de grensinformatiepunten de financiering hiervan — er zullen ongetwijfeld kosten aan verbonden zijn — wel belangrijk vinden. Aan mij zal dat niet liggen. Dus met die kanttekeningen kan ik het oordeel over deze motie aan de Kamer laten.

De voorzitter:

Het oordeel over de motie op stuk nr. 43 is aan de Kamer.

Staatssecretaris Knops:

De motie op stuk nr. 44 van mevrouw Den Boer en anderen verzoekt de regering om met partners in de grensregio's in gesprek te gaan om grensoverschrijdende spoedzorg structureel te borgen, waarbij ruimte wordt gelaten voor maatwerk. Dat is een heel sympathieke motie, allereerst omdat zij oproept om in gesprek te gaan. Daar ben ik altijd voor. Ten tweede vind ik dat omdat zij ook ruimte laat voor maatwerk. We gaan dus niet vanuit Den Haag met deze motie bepalen hoe het allemaal moet, maar we laten ruimte voor maatwerk. Dat is ook precies wat ik ervaren heb tijdens mijn tocht langs de grensregio's, bij de verschillende veiligheidsregio's; ze doen het allemaal op hun eigen manier. Uiteraard komt dit door de verschillen tussen Duitsland en Nederland, maar ook binnen de grensregio's zijn er verschillen en dat moet ook zo blijven. Dus ik kan het oordeel over deze motie aan de Kamer laten.

De voorzitter:

Het oordeel over de motie op stuk nr. 44 is aan de Kamer. Dan de motie op stuk nr. 45 van mevrouw Den Boer.

Staatssecretaris Knops:

Die is wat ingewikkelder, want die verzoekt de regering om de Kamer te informeren hoe een vroegtijdige betrokkenheid van inwoners, ondernemers, het maatschappelijk middenveld en EUREGIO-raden kan worden geborgd ten aanzien van een grensoverschrijdend mobiliteitssysteem. Dit vind ik eigenlijk een overbodige motie. Er zijn namelijk al allerlei structuren. Concessiehouders leggen bijvoorbeeld hun plannen ter inzage — dat kunnen provincies zijn, dat kunnen gemeentes zijn, het kan zelfs ook het Rijk zijn — met alle inspraakmogelijkheden. Maar ook de democratische controle is geborgd via gemeenteraden, Staten en de Tweede Kamer. Wat we hier nog een keer doen is de mensen en het maatschappelijk middenveld — wie dat dan ook moge zijn — daar ook nog een keer rol in geven. Hier wordt echt iets gevraagd wat boven op de normale processen komt en volgens mij functioneren die prima. Zoals ik al eerder zei: ik laat niet na om dat met die regio's te bespreken. Ik heb pas geleden een voorbeeld gehad waarbij ik een provincie daarop heb aangesproken: neem nu ook in uw concessie op dat dit soort grensoverschrijdende opties worden meegenomen. Want als je het niet opneemt in je concessie, dan krijg je het ook niet. Dat zal ik blijven doen. Dat zeg ik u toe, maar ik moet deze motie ontraden, omdat zij overbodig is.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 45 wordt ontraden. Tot slot de motie op stuk nr. 46 van de heer Van der Molen.

Staatssecretaris Knops:

De motie op stuk nr. 46 verzoekt de regering de effecten van beleid voor grensregio's expliciet op te nemen in het Integraal Afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK), waarin de effecten van beleid in algemene zin getoetst worden. Daarmee zou je kunnen zeggen dat wetgeving die effecten en gevolgen heeft voor de grens ook getoetst worden. Ik denk zelf dat dat wat scherper kan, maar ik zou geen generieke grenseffectentoets of iets dergelijks willen hebben. Zo lees ik de motie ook niet. Ik denk dat we chirurgisch moeten kijken welke wetten mogelijk bepaalde onevenredige consequenties hebben voor de grensregio. Dat is dan een taak voor mij. Daar moeten we dan dieper induiken en de effecten daarvan moeten we dan nader onderzoeken. Als ik de motie zo mag lezen, dan kan ik het oordeel aan de Kamer laten.

De voorzitter:

Het oordeel over de motie op stuk nr. 46 is aan de Kamer. De heer Van der Molen.

De heer Van der Molen (CDA):

Ik reageer even op de suggestie die de staatssecretaris doet. Die past ook bij zijn opmerking in het algemeen overleg om eerst op een aantal punten te kijken hoe we hier ervaring mee zouden kunnen opdoen. Ik kan me best voorstellen dat ik dat punt, naast het kader dat ik hier noem, er gewoon als tussenstap in zet en dat we dan die afweging naar de toekomst kunnen maken. Van mijn kant doe ik de suggestie dat ik de motie op dat punt aanpas, zodat de staatssecretaris het oordeel aan de Kamer kan laten, en dat ik dan de stemming volgende week afwacht.

De voorzitter:

Ja, de motie op stuk nr. 46 wordt gewijzigd langs de lijn die de staatssecretaris heeft aangegeven en het oordeel is dan aan de Kamer. Tot slot de aanvraagster van dit debat, mevrouw Özütok.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Ik wil even terugkomen op mijn motie op stuk nr. 39. Gezien het oordeel van de staatssecretaris wil ik graag met mijn collega die over het ov gaat overleggen en de motie aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Özütok stel ik voor haar motie (32851, nr. 39) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Daarmee zijn wij aan het einde gekomen van dit debat. Ik dank de staatssecretaris voor zijn komst naar de Kamer.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors voor enkele ogenblikken. Daarna gaan we door met het debat over de staatsaansprakelijkheid van Rusland inzake MH17.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Arib

Naar boven