6 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Dan is nu aan de orde de regeling van werkzaamheden. 

Ik stel voor toestemming te verlenen tot het houden van een wetgevingsoverleg met stenografisch verslag van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op maandag 13 november van 19.00 uur tot 21.00 uur over de begroting voor 2018. 

Aangezien voor de volgende stukken de termijnen zijn verstreken, stel ik voor deze voor kennisgeving aan te nemen: 34775-XVI-5; 27858-398; 32043-377 en 34472-8. 

Ik stel voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 31524-332; 34511-18; 31288-591; 34550-VIII-148; 34775-VIII-4; 31490-228; 31571-29; 29544-793; 34550-V-84; 31789-92; 31789-91; 32013-146; 34775-XVI-4; 2017Z12390; 2017Z11396; 34550-VIII-147; 34550-XVI-147; 22112-2387; 22112-2386; 31936-393; 29665-239; 32813-150; 29665-237; 31936-389; 31936-388; 31936-396; 31936-395; 31936-390; 31936-394; 29665-238; 23987-188; 32757-144; 33340-11; 33340-10; 26234-202; 26234-203; 34352-71; 34775-X-9; 34775-X-8 en 34775-X-7. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Nispen namens de SP. 

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Nog geen drie maanden geleden antwoordde de minister van Veiligheid en Justitie op Kamervragen van de SP dat de politie genoeg mensen heeft bij de forensische opsporing om zware zaken op te pakken. Maar vandaag kopte De Telegraaf met: Forensisch speurwerk in het nauw, CSI-politie analyseert chaos bij eigen dienst. Er zou een vertrouwelijk rapport zijn, getiteld Inzetbaarheid forensische opsporing 2017, waarin het gaat over grote problemen, zoals krepeersterkte en zware onderbezetting tot wel 30%. Dit zijn alarmerende signalen omdat het gaat over het oplossen van ernstige misdrijven. Hierover wil ik een debat met de minister van Veiligheid en Justitie, maar voordat we dat debat gaan voeren moet er volgens mij ook een brief komen. Ik wil in ieder geval ook het rapport hebben want als dat rapport af is, kan het ook naar de Kamer worden gestuurd. Volgens mij moeten in die brief in ieder geval de volgende twee vragen worden beantwoord. Waarom heeft de minister eerder de problemen ontkend in antwoord op de Kamervragen en hoelang is dat rapport er al, dus sinds wanneer weet de minister hiervan? 

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter, geen steun voor de verzoeken. Wel steun voor een brief maar die wil ik dan heel graag betrekken bij de evaluatie van de Politiewet omdat die er wat mijn fractie betreft gewoon bijhoort. Wat betreft het vertrouwelijk rapport: ik heb begrepen dat het een intern rapport is. De Kamer moet zo veel mogelijk informatie hebben, maar ik wil ook voorkomen dat interne rapporten straks met meel in de mond worden opgesteld waar wij en de politie dan verder niets aan hebben. Dus geen steun, wel een brief die we dan graag willen betrekken bij de evaluatie van de Politiewet. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik had het niet beter kunnen zeggen. Ik sluit mij volledig aan bij mevrouw Helder. 

De heer Krol (50PLUS):

Graag meer informatie en één groot debat over alles wat er bij de politie speelt, dus niet een afzonderlijk debat. 

De voorzitter:

Dus geen steun. 

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Steun voor het verzoek om een brief en daarna kunnen we kijken welke kant het uit moet. 

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter, het voorstel van mevrouw Helder van de PVV ondersteun ik van harte. 

De heer Van Oosten (VVD):

Ik volg mevrouw Helder. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dat geldt ook voor de ChristenUnie. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Wij ook. 

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter, volgens mij kunnen sommige problemen niet zo lang wachten, maar laat ik dan in ieder geval zeggen dat ik graag de brief, waarvoor wel steun is, uiterlijk aanstaande maandag zou willen ontvangen. Als het rapport niet openbaar gemaakt kan worden, dan wil ik dat de minister in zijn brief uiterlijk aanstaande maandag aangeeft waarom dat volgens hem niet zou kunnen en wil ik dat hij in ieder geval de vragen beantwoordt die ik net heb geformuleerd. 

De voorzitter:

Dan stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Harbers namens de VVD. 

De heer Harbers (VVD):

Voorzitter. De vorige week heeft de Kamer besloten om de Financiële Beschouwingen uit te stellen tot na het debat over de regeringsverklaring. De volgende week staan al de eerste begrotingsbehandelingen gepland. Ik doe vandaag het voorstel om de begrotingsbehandelingen die gepland zijn uit te stellen tot na de Financiële Beschouwingen en het debat over de regeringsverklaring. Ik kan mij voorstellen dat fracties daar negatief over denken, maar ik zeg op voorhand dat we goed moeten kijken hoe we in het vervolg van het proces voldoende tijd met elkaar kunnen vinden om die begrotingen te behandelen en dat we moeten kijken of er ook aan de achterkant nog wat ruimte is, want begrotingen verdienen een goede en voldoende behandeling. Maar ik probeer ook te voorkomen dat we in de komende weken een soort van, in mijn eigen woorden, zombiedebatten krijgen waarin de regering voortdurend bij alle vragen van de Kamer verwijst naar een volgend kabinet, want dat lijkt mij voor de kwaliteit van het debat ook niet goed. Dan kunnen we beter met een missionair kabinet die begrotingen behandelen. 

De heer Van Raak (SP):

Dit is zo veel onzin. Het zijn begrotingen van die minister, met echt geld, met echte plannen voor volgend jaar. Gisteren was er een procedurevergadering Wonen. Volgens mij was er toen een ruime meerderheid voor om de begrotingsbehandeling gewoon te houden, dus wat er zich sinds gisteren in de krochten van het gebouw allemaal heeft afgespeeld, weet ik niet. Koninkrijksrelaties; ik zou geen reden kunnen bedenken waarom we die begrotingsbehandeling niet volgende week zouden kunnen houden. We hebben begrotingen, met echt geld en echte plannen. Als we die nu niet gaan behandelen, terwijl er straks met sinterklaas wel over gestemd moet worden, hebben we gewoon geen tijd meer om die zaken te behandelen, dus we hebben niets aan dit uitstelgedrag. Ik zou zeggen: ga lekker onderhandelen met z'n allen en we horen het wel wanneer jullie eruit zijn, maar ondertussen moet de Tweede Kamer gewoon haar werk kunnen doen. 

De heer Krol (50PLUS):

Mevrouw de voorzitter, ik begrijp wel wat meneer Harbers zegt, maar we hebben nog niet eens een datum en we moeten echt meer dan voldoende tijd hebben voor de begrotingsbehandelingen. De begrotingen moeten netjes door de Eerste en Tweede Kamer gaan. Dat geeft meneer Harbers ook wel aan, maar zolang we geen datum hebben, kan ik dit onmogelijk steunen. 

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter, het voorstel van collega Harbers heeft een zekere ratio, maar zou in de praktijk uitstel voor onbepaalde tijd betekenen. Ik vrees dat er inderdaad problemen komen met de discussies en de debatten als die pas plaatsvinden nadat de regering is aangetreden. Volgens mij moet er dus voor het herfstreces al het een en ander plaatsvinden. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter, steun voor het voorstel van de heer Harbers. Ik interpreteer dat als volgt: deze week en volgende week behandelen we geen begrotingen. Vlak na het reces bekijken we dat opnieuw. We gaan het niet verder uitstellen dan dat, op dit moment. Er is een grote bereidheid van mijn kant om na de regeringsverklaring, feitelijk de dag erop, de Algemene Financiële Beschouwingen te houden. Dan hebben we ook een logische volgorde. Het zou namelijk best zo kunnen zijn dat de nieuwe regering een aantal voorstellen doet. Als de oppositie die voorstellen wil terugdraaien over de begrotingen heen — dat is gewoon een optie — dan kan zij dat doen bij de Algemene Financiële Beschouwingen. Anders krijgen we een wat rommelig proces. Het ongemak van mijn collega's deel ik, maar hier is echt de volle bereidheid om ervoor te zorgen dat er een volledige begrotingsbehandeling op fatsoenlijke manier plaatsvindt. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter, daar sluit ik me bij aan, ook wat betreft het ongemak. Dat begrijp ik heel erg goed. D66 staat voor een goede, integrale behandeling van de begrotingen, maar laten we die dan ook in de goede volgorde doen, met echt alle plannen op tafel. Natuurlijk zullen we er met de collega's en ook graag met u, voorzitter, alles aan doen om in die volgorde op een zorgvuldige manier al die begrotingen te kunnen behandelen. Want de zorgen van de collega's hierover snap ik, maar ik steun het verzoek van de heer Harbers. 

De heer Nijboer (PvdA):

We hebben met het eigen risico gezien dat, als we met stoom en kokend water wetgeving moeten behandelen, dit de kwaliteit van de wetgeving en het debat niet ten goede komt. Tegelijkertijd wil de PvdA wel graag de hele begroting behandelen en het niet dubbel doen. Ik steun dus het verzoek van de heer Harbers, maar met de opmerking erbij dat het wel nodig is dat er dan volgende week een regeerakkoord ligt. Anders kunnen we de begrotingen nooit meer op tijd behandelen, want de Eerste Kamer zal dat ook nog zorgvuldig willen doen. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter, ik kan me uit 2006 nog herinneren dat we toen in januari de begroting van Volksgezondheid hebben behandeld. Er zit dus altijd wat speling in. Natuurlijk moet de Eerste Kamer ook de mogelijkheid en de tijd krijgen om de begrotingswetten te behandelen, maar volgens mij doen we de Kamer meer recht door volledige begrotingen te behandelen dan halve begrotingen, dus ik steun het voorstel. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter, de PVV steunt het voorstel niet, want het is niet onze fout dat het allemaal zo lang moet duren. De heer Harbers zegt nu: uiterlijk volgende week. Maar voor hetzelfde geld duurt het weer een maand en dan hebben we volgend jaar geen begroting. Dus ik zeg: vraag aan informateur Zalm op welke begrotingshoofdstukken niet wordt geïntervenieerd in de coalitieonderhandelingen. Dan kunnen we die vast behandelen. Dat scheelt weer een hoop tijd. 

De heer Snels (GroenLinks):

Voorzitter, mijn fractie heeft er een grote voorkeur voor om eerst de Politieke Beschouwingen te doen, dan de Financiële Beschouwingen en dan de begrotingsbehandelingen, dus steun voor het verzoek. Maar daarbij gaan we er wel van uit dat er volgende week een regeerakkoord is, want anders zouden we hier opnieuw moeten kijken naar het schema. Wij zien graag dat er aandacht is voor voldoende ruimte voor de begrotingsbehandelingen. 

De heer Azarkan (DENK):

Geen steun voor het verzoek. 

De voorzitter:

Even kijken. Er is brede steun voor het verzoek, meneer Harbers. 

De heer Harbers (VVD):

Ja, voorzitter. Ik ben het ermee eens, en dat gaf ik ook al aan, dat we ons erop moeten beraden dat we meer dan voldoende tijd nemen voor de begrotingsbehandelingen, en te zijner tijd ook moeten kijken welke mogelijkheden daar procedureel voor zijn in de regels. Want daarover ben ik het met iedereen eens: we moeten de begrotingen fatsoenlijk en degelijk behandelen. 

De heer Van Raak (SP):

Ik constateer toch dat een substantieel deel van de oppositie hier grote problemen mee heeft. Laat dat maar even opgeschreven zijn. Hoe gaan we dat doen met die Europese regels? Ik heb die niet bedacht en voor mij had het niet gehoeven, maar we moeten met sinterklaas gaan stemmen. Het zal toch niet zo zijn dat we nu al die begrotingen van het programma halen en dat we hier straks tot diep in de nacht met een hamerende voorzitter — die ook op tijd klaar wil zijn — een beetje halve bak die begrotingen moeten gaan behandelen? Dat lijkt me geen begaanbare weg. Ik heb het probleem niet veroorzaakt, dus ze zien maar, maar ik hoop dat de voorzitter er toch ook rekening mee houdt dat we straks elke begroting heel serieus gaan behandelen en geen vluggertjes gaan doen. 

De voorzitter:

Die boodschap deel ik, want ik vind ook dat de behandeling van de begrotingen zorgvuldig moet gebeuren. Ik vind niet dat de nieuwe Kamer een halfjaar moet wachten en dan op het laatste moment alles moet afraffelen. Ik wil dus het voorstel doen om in overleg met het Presidium een voorstel te doen over hoe wij die begrotingen gaan behandelen, zodat daar ook tijd voor wordt ingeruimd. Of dat van Brussel mag of niet moeten we nog zien, maar het is wel belangrijk dat de nieuwe Kamer de ruimte krijgt om op een goede en fatsoenlijke manier de begrotingen te behandelen. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven