4 Vragenuur: Vragen Van Nispen

Vragen van het lid Van Nispen aan de minister van Justitie en Veiligheid over het bericht "Cybercorps in het nauw".

De voorzitter:

Ik ga nu naar de vraag van de heer Van Nispen namens de SP aan de minister van Justitie en Veiligheid, die ik ook van harte welkom heet, over de capaciteit bij de politie ter bestrijding van cybercriminaliteit. Het woord is aan de heer Van Nispen namens de SP.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Nog geen twee jaar geleden bleek uit een sterkte-zwakteanalyse van de opsporing dat de politie te maken heeft met een enorm kwaliteitsprobleem bij de recherche. Klassiek opgeleide agenten worstelen met de digitaliserende samenleving, waar criminelen over middelen beschikken om van afstand hun slag te slaan, zo staat in het rapport. De minister beloofde beterschap, we zouden hiermee aan de slag gaan. Maar wat blijkt nu? Er is veel te weinig geld voor de opleiding van agenten. Dat blijkt uit interne documenten van de politie waar De Telegraaf gisteren uitgebreid over publiceerde. Voor de noodzakelijke opleidingen voor digitale opsporing is helemaal geen geld beschikbaar, nul komma nul euro. Ik snap werkelijk niet hoe dit kan. Waarom laat de minister het gebeuren dat er niet wordt geïnvesteerd in deskundigheid en vaardigheden van onze politieagenten? Iedereen snapt toch het belang van bijvoorbeeld digitale opsporing? Denk aan de bestrijding van kinderporno op het internet. Maar voor vrijwel alle grote misdaadzaken heb je digitaal specialisten nodig, bijvoorbeeld om een smartphone uit te lezen, om wachtwoorden te kraken of om verwijderde bestanden terug te zetten. Wat betekent dit voor de kwaliteit van de opsporing straks? Lopen we hiermee geen grote risico's?

Ik heb eigenlijk maar één vraag aan de minister: gaat hij vandaag toezeggen dat het geld voor de digitale opsporing, voor de opleidingen bij de politie, beschikbaar komt?

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Grapperhaus:

Dank u, voorzitter. Het is een beetje als vroeger met die televisieserie Columbo: ik ga meteen aan het begin het plot verklappen. Ja, er komt geld beschikbaar voor cyber. Dat is er ook al. Ik heb misschien meteen al de spanning uit mijn betoog gehaald, maar u wilt het mij vergeven als ik toch nog wat verder praat, naar aanleiding van dat bericht waarover de heer Van Nispen het heeft. Overigens wil ik vooruit opmerken dat ik de toewijding van de heer Van Nispen om ervoor te zorgen dat de politie die specialistische opleiding heeft, waardeer en zelf ook onderschrijf. Ik vind het ook van groot belang.

Maar laat ik met de deur in huis vallen: het bericht is niet volledig en nogal prematuur. Het gaat om een conceptmemo dat deel uitmaakt van de lopende, jaarlijks terugkerende besluitvorming om te komen tot besteding van middelen. De politie heeft zelf al in een reactie laten weten dat wat in dit memo staat, wat de politie betreft alleen over het budget voor externe opleidingen gaat. Het grootste deel van het budget voor ontwikkelen en opleiden gaat, zoals u weet, naar de Politieacademie. Dat wordt besteed aan de basispolitieopleidingen, maar wel degelijk ook aan vakspecialistisch vervolgonderwijs. Daar zitten ook dingen bij als digitale opsporing en digitale dossiervorming. Uiteraard moeten er ook keuzes worden gemaakt als het gaat om capaciteit en budget. Maar de suggestie dat cyber geen cruciaal onderwerp is? Ik wil de heer Van Nispen echt geruststellen. Ik hoop althans dat ik dat ga doen als ik het volgende zeg. Ieder jaar gaat er voor cyber 13,8 miljoen als bijzondere bijdrage naar de politie. Met de Miljoenennota van 2018 is er structureel 6 miljoen aanvullend gereserveerd. Dat zijn 39 fte. In de Voorjaarsnota 2017 is al eerder 1,5 miljoen extra vrijgemaakt voor cyber. Het aantal digitale specialisten binnen de politieorganisatie is de afgelopen jaren ook duidelijk toegenomen. Die specialisten hebben ook de noodzakelijke opleidingen gevolgd. Die ontwikkeling zetten we voort. Zoals u weet, is in het coalitieakkoord bepaald dat de politie structureel 267 miljoen euro extra zou gaan krijgen voor een aantal zaken. Ik heb de eerste 100 miljoen voor dit jaar al vrijgespeeld. Ik heb uw Kamer laten weten dat daarin ook geld zit voor onder meer ICT en ICT-experts. Me dunkt dus dat er echt het nodige aan wordt gedaan ...

De voorzitter:

Oké, dank u wel.

Minister Grapperhaus:

Nogmaals, ik hoop dat de heer Van Nispen daaruit afleidt dat het mijn prioriteit ook heeft.

De heer Van Nispen (SP):

Ik ben nog niet helemaal gerustgesteld. De minister kan hier zeggen dat het prioriteit heeft, maar ik ben eigenlijk bang dat de minister nu een paar potjes geld door elkaar haalt. De aanpak van cybercrime is natuurlijk niet hetzelfde als digitale opsporing. Bij cybercrime gaat het om ingewikkelde zaken zoals heel ingewikkelde hacks en het omzeilen van beveiligingen. Bij digitale opsporing gaat het over allerlei grootschalige misdaadzaken. Het gaat dan ook over ingewikkelde fraudezaken en de bestrijding van kinderporno. Zedenrechercheurs zitten op die zaken en zij roepen dan de hulp van een digitaal specialist in. Juist voor die opleidingen is er voor dit jaar geen geld.

Ik heb het bestedingsplan hier voor me: voor digitale opsporing is 6,7 miljoen euro nodig, maar er wordt nul euro toegekend. Maar dat is niet het enige. Neem de rijopleidingen van politieagenten: daarvoor wordt nul euro toegekend. Neem het afpakken van misdaadgeld. We zeggen allemaal dat misdaad niet mag lonen en dat we criminelen moeten plukken, maar er wordt nul euro toegekend voor de opleidingen van de politie. Denk aan eerste hulp door de politie, bijvoorbeeld die reanimatiecursussen. Daarvoor wordt ook nul euro toegekend. Vandaag was er een bericht op Omroep West met de titel Politieagenten krijgen al jaren niet of nauwelijks EHBO-trainingen. Dat gaat dus ook om levensreddende handelingen zoals reanimatie.

Er zijn dus grote problemen. De minister kan hier volgens mij niet zeggen "ja, maar we hebben toch allerlei potjes geld", want als je dat doet, verdeel je de schaarste. Die potjes geld zijn er ook om extra agenten aan te stellen. Volgens mij kun je die potjes geld nu niet gaan gebruiken om hier een toezegging te doen op een vraag die ik niet had gesteld, want voor cybercrime is er geld, maar voor digitale opsporing dus niet. Dus nogmaals de vraag aan de minister: kan hij toezeggen dat de opleidingen die ik niet noemde ook voor dit jaar geregeld worden? Kan de minister dat garanderen?

Minister Grapperhaus:

Het stuk papier dat de heer Van Nispen heeft, heb ik niet. Maar als dat een print is van het stuk waar het krantenbericht over ging, dan moet ik daarvan zeggen dat dat geen vastgesteld bestedingsplan is. Dat is een discussiestuk en dat gaat, nogmaals, over externe inhuur onder andere als het gaat om die digitale opsporing. Wat de EHBO betreft heeft de politie vandaag in een bericht ruiterlijk gezegd: luister eens, daar moeten we scherper aan de wind zeilen; dat moeten we meer landelijk aanpakken. Ik denk dat daaruit ook blijkt dat de politie zich kritiek aantrekt wanneer daar gewoon een serieuze feitelijke basis voor is. U mag mij er ook echt op aanspreken, mocht u merken dat dit niet zo is.

Ten slotte wil ik nog het volgende zeggen. Ik heb nogal een spreektekst gehad. Op een gegeven moment werd er ook gezegd "fijn, het is mooi geweest", en terecht. In mijn spreektekst heb ik toch duidelijk gemaakt dat er wel degelijk wordt geïnvesteerd in digitale opsporing en dat het aantal digitale specialisten toeneemt. Ik hoop dus echt dat ik de heer Van Nispen alsnog toch een beetje over die drempel heen krijg. En even dit terzijde, het feit dat er bijvoorbeeld in de bestrijding van cybercrime geïnvesteerd wordt, betekent in zichzelf al dat er ook in het specialisme geïnvesteerd wordt, want je kan moeilijk naar een computerscherm gaan zitten staren en zeggen: daar is kennelijk cybercrime, maar ik weet niet hoe het werkt. Via u, voorzitter, wil ik toch tegen de heer Van Nispen, die ik niet anders ken dan als iemand die hier kritisch en terecht op wijst, zeggen dat er wel degelijk in de digitale opleiding wordt geïnvesteerd.

De heer Van Nispen (SP):

Ik wil deze minister best het voordeel van de twijfel geven. Als hij hier vandaag belooft dat we gaan investeren in de digitale opsporing, dan wil ik hem geloven en ga ik hem kritisch volgen. Maar het is niet hetzelfde als het geld voor de Politieacademie. De minister kan het hier ook niet wegzetten zo van "ja, het is maar extern ingehuurd, dus dat maakt niet zo heel veel uit". Ik heb meerdere signalen uit de praktijk, vanaf de werkvloer gekregen van agenten die zeggen: wij zijn bezorgd. De minister weet dat die zorgen er zijn. Die zorgen zijn hem bekend. Als de minister zegt dat hij het stuk niet kent, mag hij het zo van mij hebben. Ik wil graag dat de minister zegt dat deze specialisten voor de toekomst gewaarborgd zijn, ongeacht of het intern of extern is. Dit geldt niet alleen voor de digitale opsporing, maar ook voor de rijvaardigheid, de eerste hulp door de politie en het afpakken van misdaadgeld. Je kunt niet te weinig investeren in de opleidingen, want als je dat doet en je de vaardigheden van de agenten niet op peil houdt, loop je grote risico's voor de toekomst. Nogmaals, de minister krijgt het voordeel van de twijfel. Ik hoop niet dat we hier na afloop concluderen dat er verschillende potjes geld door elkaar zijn gehaald. Ook het potje waar het hier over gaat, bestaat uit 22 miljoen. Maar er was een overvraag van 20 miljoen. Er zijn dus heel veel extra opleidingen nodig, die allemaal niet zijn toegekend. Ik wil nogmaals van de minister horen dat hij zegt dat dit potje geld blijkbaar te klein is, dat we niet de schaarste gaan lopen verdelen en dat die opleidingen allemaal verzekerd zijn. Daar ga ik de minister dan aan houden.

Minister Grapperhaus:

Ik wil toch echt nog een serieuze poging wagen richting de heer Van Nispen. Zowel in het basispolitieonderwijs als in het vakspecialistische onderwijs wordt onderwijs aangeboden op het gebied van digitale vaardigheden en daarnaast op het gebied van cyber. Daarover heb ik gezegd dat dit nog extra digitale vaardigheden impliceert. Daarnaast verzorgen andere externe partijen opleidingen. Daarover gaat het conceptmemo, het discussiestuk waar u naar verwijst, tenzij u een ander stuk heeft, maar dat ken ik helemaal niet. Nogmaals, ik ben op dit moment met de korpschef en de gezagen in gesprek om te kijken hoe we die extra gelden, waarvan een deel aan ICT en ICT-opleidingen is opgegaan, verder inzetten. Ik zal zeker uw gedachten daarin meenemen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Nispen.

Mevrouw Helder namens de PVV.

Mevrouw Helder (PVV):

Ik heb de minister horen zeggen dat er ieder jaar 13,8 miljoen structureel beschikbaar is voor ICT. Ik heb hem horen zeggen dat dit gelijkstaat aan 39 fte. We kennen allemaal de reclame met de tekst "Ben je expert in IT? Maak er politiewerk van." Die wervingsdoelstelling is 2.500 ICT'ers. Er zit toch wel enigszins een gat tussen 39 fte en de wervingsdoelstelling. Kan de minister daar misschien nader licht op werpen? Ofwel: is die doelstelling wel financieel haalbaar?

Minister Grapperhaus:

Ik moet u eerlijk bekennen, mevrouw de voorzitter, dat mevrouw Helder mij in het kennishart treft. Ik zou echt moeten nagaan wat de wervingsdoelstelling is. Die ken ik niet, maar ik ben best bereid om die voor u na te gaan en daar in een brief op terug te komen.

De voorzitter:

Is schriftelijk een optie, mevrouw Helder?

Mevrouw Helder (PVV):

Ja.

De voorzitter:

Dan krijgen we de informatie van de minister per brief.

Mevrouw Helder (PVV):

Mag dat misschien voor het AO op 15 maart, als dat haalbaar is?

Minister Grapperhaus:

Is er op 15 maart een AO? Ook dat weet ik niet precies, maar ik zorg dat u de brief voor 15 maart heeft.

De voorzitter:

Een AO is een debat in commissieverband.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Ik wil concreter ingaan op één specifieke cursus. Die gaat over het helpen van agenten om crimineel geld af te pakken. We weten dat de cijfers naar beneden zijn bijgesteld, dus we verwachten minder crimineel geld af te pakken dan aanvankelijk de verwachting was. Klopt het dat er cursussen zijn die behulpzaam zijn voor agenten om meer werk te kunnen maken van het afpakken van crimineel geld? Zo ja, kan de minister verzekeren dat daar in ieder geval in geïnvesteerd gaat worden? Het lijkt mij dat die kosten er snel uit gehaald worden.

Minister Grapperhaus:

Laat ik weer hetzelfde noemen als daarnet. Ik vertel nu maar meteen dat we zeker nog steeds investeren in opleidingen die rechercheurs en politieagenten helpen bij het afpakken van crimineel geld. Dat is één ding. Een ander ding is dat u het heeft over een afname van het daarvoor begrote bedrag. Dat heeft mogelijkerwijs te maken met het feit dat er in 2017 sprake is geweest van bijzonder hoge baten bij de afneming. U weet dat we de begroting daar niet op moeten instellen. Ik vermoed dat dat de oorzaak is.

De voorzitter:

Dank u wel.

Naar boven