6 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 15 juli 2015 te Addis Abeba tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Zambia tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (Trb. 2015, 113 en Trb. 2016, 47) (34503). 

Op verzoek van het lid Van Nispen stel ik voor zijn motie op stuk 28638, nr. 154 opnieuw aan te houden. 

Ik stel voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 26150-162; 32670-118; 34295-20; 27625-406; 25883-294; 28089-46; 28089-48; 34775-X-5; 34550-X-87; 34550-X-77; 34550-X-61; 31288-596; 29689-861; 29689-846; 23686-26; 26991-488; 26991-489; 26991-486; 26991-487; 34550-XII-82; 21109-229; 21501-33-662; 21501-33-664; 33411-8; 30952-285. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Ik geef nu het woord aan mevrouw Leijten namens de SP. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Op 31 mei kwam de Europese Commissie met haar voorstellen, haar reflectiepaper over de toekomst van de Economische en Monetaire Unie. Het lid Tony van Dijck van de PVV vroeg een debat aan, en dat steunden wij allemaal. Wij vroegen om een snelle reactie van het kabinet, omdat we dan als Kamer hoorzittingen konden gaan houden en met deskundigen konden gaan spreken. Nou hebben wij ons werk gedaan. Wij hebben al met deskundigen gesproken en we hebben al een hoorzitting gehouden, maar we hebben nog altijd geen kabinetsstandpunt. Aankomende dagen is er een Europese top waarop wordt gesproken over een top in december waarop besluitvorming plaatsvindt over de toekomst van de EMU. Nou wil het kabinet pas in december met zijn standpunt komen. Dat kan allemaal niet zo samen. 

De voorzitter:

Dus? 

Mevrouw Leijten (SP):

Dus ik wil vragen om het verzoek van de Kamer om een debat te houden, in te willigen, te plannen en dan van het kabinet te vragen of het daarvoor met een reactie kan komen. Als dat het kabinet niet lukt, doen wij het dan maar als Kamer. We kunnen dit niet laten passeren, want dan hebben we geen uitoefening meer van onze controlerende taak. 

De voorzitter:

Dus het gaat erom dat het debat snel wordt ingepland. Maar dan geef ik eerst de heer Tony van Dijck het woord, omdat hij de aanvrager is van het debat. Ik ben benieuwd wat hij daarvan vindt. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter, ik vind het prima, ook dat er snel een kabinetsreactie komt op deze verdiepingsslag, want het begint een eigen leven te leiden. Alle leiders in Europa hebben het over verdieping en het kan niet diep genoeg gaan. Dus wat mij betreft zo snel mogelijk een debat. 

De heer Harbers (VVD):

Voorzitter, nu nog geen steun voor dit verzoek. Ik breng in herinnering dat we in de afgelopen procedurevergadering juist met elkaar hebben afgesproken om een kabinetsreactie te vragen die voor 1 november naar de Kamer moet, zodat we kort na 1 november dat debat kunnen inplannen. Dat lijkt me meer dan op tijd voor de eurotop die half december plaatsvindt. Ik zou dus graag daaraan willen vasthouden. Als we het voor 1 november hebben, kan daarna het debat worden ingepland. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter, ook geen steun. Ik sluit mij aan bij de heer Harbers. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter, steun voor de essentie van het verzoek van mevrouw Leijten. Dat is namelijk wat mij betreft dat we voldoende tijd hebben om te discussiëren met het kabinet. Maar ik zou ook graag met het nieuwe kabinet hierover spreken. 

Mevrouw Leijten (SP):

Ja, maar ja, we weten nog niet … 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Eigenlijk zou ik het verzoek willen doen om zo snel mogelijk na de vorming van het nieuwe kabinet dat standpunt over Europa te hebben en dat we dan het debat kunnen voeren. 

De heer Snels (GroenLinks):

Ik deel het ongemak van mevrouw Leijten. Het liefst zou ik dit debat ook voeren met het nieuwe kabinet. We gaan er zo meteen bij de regeling verder over praten. Ik word een beetje ongemakkelijk bij de informatie die wij van de informateur krijgen. Dit is een planningsdebat. Wij moeten erover spreken, er gebeurt van alles maar we kunnen het niet en we krijgen geen informatie van de informateur. 

De voorzitter:

Dus? Steunt u het verzoek? 

De heer Snels (GroenLinks):

Ik steun het verzoek, maar liefst wel met een nieuw kabinet. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Ik zou het debat zo snel mogelijk na 1 november met een nieuwe regering willen voeren. Echter, ik snap ook de vraag van mevrouw Leijten, want er vindt een informele top plaats in oktober. Als het goed is hebben we daar over twee weken een debat over hier in de Kamer. Wellicht kan de huidige regering nog een brief sturen over de positie die zij op dit moment in de informele onderhandelingen inneemt, want ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat er daar behoorlijk over de toekomst van de euro gesproken zal worden. 

De voorzitter:

Maar steunt u nou het verzoek wel of niet? 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik volg de lijn van de heer Harbers, dus zo snel mogelijk na 1 november. 

De voorzitter:

De heer Azarkan van DENK. 

De heer Azarkan (DENK):

Ja, voorzitter, wij maken onze eigen afwegingen in tegenstelling tot het CDA. Steun voor het verzoek van de SP. 

De voorzitter:

Er is geen meerderheid om het debat voor 1 november te houden, mevrouw Leijten. 

Mevrouw Leijten (SP):

Nee. Nou, dan houden we het zo snel mogelijk na 1 november. Ik wil dan wel zeggen dat we het debat wel door laten gaan. Want een nieuwe regering, een kabinetsappreciatie, allemaal tot je dienst, maar de trein in Europa dendert voort. Dus als het kabinet uitblijft, zijn wij met missie en kunnen we het wel doen. Dat lijkt me dan wel de afspraak die we maken. Dan zou ik mee willen gaan met het verzoek van het CDA om aan de huidige bewindspersonen te vragen met wie ze overleg hebben over deze toekomst en over de top en welke posities worden ingenomen. Geef ons maar eens even op papier wat er dan, als er nog geen officiële kabinetsreactie is, wel namens de Nederlandse bevolking in Europa onderhandeld wordt. 

De voorzitter:

De heer Harbers. 

De heer Harbers (VVD):

Om mevrouw Leijten gerust te stellen: het besluit dat we namen in de procedurevergadering — voor 1 november een kabinetsreactie — is wat mij betreft onafhankelijk van de vraag welk kabinet er dan zit. 

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dank u wel. De heer Harbers, namens de VVD. 

De heer Harbers (VVD):

Voorzitter. Voor volgende week staan in het schema de Algemene Financiële Beschouwingen gepland. Dat is een beetje de start van de begrotingsbehandelingen. Nou lijkt het mij raadzamer om die Algemene Financiële Beschouwingen uit te stellen tot het logische moment na de Algemene Politieke Beschouwingen c.q. het debat over de regeringsverklaring, zodat het een beter inhoudelijk debat wordt waarin we meteen ook over de financiële voornemens van een nieuwe regering kunnen debatteren. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik begrijp het verzoek, maar ik vind het zo ontzettend ongemakkelijk dat aan de Nederlandse bevolking bij monde van de Koning de troonrede is voorgelezen en dat daarna de Miljoenennota is aangeboden, terwijl wij daar vervolgens niets mee doen. Dan zegt de Koning: ja, heel veel mensen voelen niet dat het beter wordt, dat de economische crisis voorbij is. Dan is het aan deze Kamer om daar wat aan te doen. Dan moeten we een debat voeren met een demissionair kabinet. Ik snap dat het ongemakkelijk is, maar wat ik ongemakkelijk vind ... 

De voorzitter:

Dus u steunt het niet. 

Mevrouw Leijten (SP):

... is dat wij niet spreken over de begroting. Dus nee, ik steun het niet. 

De voorzitter:

De heer Snels, GroenLinks. 

De heer Snels (GroenLinks):

Ik steun het verzoek van de heer Harbers, maar met hetzelfde ongemak als mevrouw Leijten. We hebben een kort briefje van de informateur gehad, waar niks in staat. Dus dat maakt het ons moeilijk om te plannen: de Financiële Beschouwingen, de begrotingsbehandeling. Ik zou wel willen vragen of de informateur een brief kan sturen waarin hij iets meer inzicht geeft in de planning rond de totstandkoming van het regeerakkoord, zodat we inderdaad de Financiële Beschouwingen en de begrotingsbehandelingen kunnen plannen. 

De voorzitter:

Dus u doet ook een verzoek, via de heer Harbers, aan de informateur? 

De heer Snels (GroenLinks):

Zeker. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ja, voorzitter, ik steun het niet. Want we praten over de begroting 2018, die gewoon moet doorgaan. We kunnen hier wel alles blijven uitstellen omdat die vier coalitiepartijen er niet uitkomen. Dat is al zes maanden aan de gang. Laten we gewoon de Financiële Beschouwingen hebben over de begroting 2018. Na het regeerakkoord kunnen we altijd nog als financieel specialisten een debat houden over de komende vier jaar, de Startnota. Dus nu gewoon door laten gaan. 

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter, ook geen steun voor het uitstel. Het wordt tijd dat de formerende partijen misschien iets meer het landsbelang gaan dienen en gaan zorgen dat wij gewoon op tijd onze Financiële Beschouwingen kunnen houden. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter, steun voor het verzoek. Het is een heel belangrijk onderwerp, de begroting van volgend jaar, en het debat daarover wil je dan ook graag inhoudelijk kunnen voeren met de plannen van het nieuwe kabinet. Ik deel de wens van iedereen dat dat er snel is. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Ik begrijp het ongemak van mijn collega's hier. Ik snap ook dat we ervoor moeten zorgen dat dat debat zo snel mogelijk wel gehouden kan worden. Toch steun ik het verzoek van de heer Harbers. Dat heeft ook een inhoudelijke reden: de Algemene Financiële Beschouwingen zijn het laatste moment waarbij we over begrotingen heen amenderen. Zolang het niet 100% vaststaat, vind ik dat we het aan onze stand verplicht zijn om dat zo snel mogelijk na het debat over de regeringsverklaring in te plannen. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter, ik zou het het liefst niet steunen, want het is beter om het debat zo snel mogelijk te houden, maar de omstandigheden zijn dusdanig dat het weinig zinvol is om het debat volgende week te houden. We kunnen volgens mij niet anders dan wachten, dus steun voor het verzoek. 

De heer Bruins (ChristenUnie):

De huidige formerende partijen zijn pas twee maanden aan het praten en stralen uit dat ze nu met een paar weken klaar zouden moeten zijn. Ik denk dan ook dat het heel verstandig is wat de heer Harbers hier voorstelt, namelijk om de Financiële Beschouwingen iets uit te stellen. 

De heer Krol (50PLUS):

Ook bij mij is er heel veel ongemak. Mijn steun heeft de heer Harbers niet nodig. Die wil ik dan ook om die reden niet geven, hoewel ik er ook geen bezwaar tegen heb. Ik heb wel het verzoek aan u, voorzitter, om er dan voor te zorgen dat alle debatten daarna wel voldoende tijd krijgen. 

De voorzitter:

Jullie zijn allemaal heel begripvol naar elkaar, heb ik begrepen. U heeft een meerderheid, mijnheer Harbers, voor het uitstellen van de Financiële Beschouwingen. Mijnheer Snels, heeft u een vraag voor de heer Harbers? 

De heer Snels (GroenLinks):

Ik heb verzocht om een brief van de informateur. Ik ontvang die graag voor 17.00 uur vandaag. 

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, nee, naar de informateur. Ik moet ook even wennen. 

Het woord is nu aan mevrouw Leijten namens de SP. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Aangezien er volgende week tijd op de agenda is — er is namelijk een groot debat uitgevallen — wil ik het verzoek doen om een debat te houden met de informateur over hoe we om moeten gaan met het begrotingsproces en hoe verder. We kunnen dat niet met elkaar doen, want dat is net door een meerderheid geblokkeerd. We horen sinds de korte formatievakantie die eindigde in augustus, eigenlijk al een permanente spin dat ze er nu toch "bijna uit zijn, bijna uit zijn, maar moeilijk, moeilijk". Ik wil eigenlijk wel met de informateur van gedachten wisselen hoe dit zich verhoudt met vier partijen die formeren en negen andere politieke partijen hier in de Kamer die daardoor niets kunnen doen of niets kunnen entameren. Mijn verzoek is dus om een debat met de informateur te voeren over de voortgang van de formatie. 

De heer Snels (GroenLinks):

We kennen de heer Zalm nog uit vak-K, lachend naar de Kamer, terwijl hij zei: deze motie voeren wij niet uit. In dit geval is de heer Zalm in dienst van de Tweede Kamer. Ik zou graag een debat willen met de informateur, ook over de informatievoorziening aan de Tweede Kamer. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik zie daar niets in, want het gaat alleen maar langer duren als we de heer Zalm een dag wegtrekken bij de onderhandelingen. Laat hem nu snel voortgang maken. Ik stem wel in met het verzoek om een brief, waarin hij deze problematiek uiteenzet. 

De heer Harbers (VVD):

Het gebeurt niet zo vaak, maar nu ben ik het eens met de heer Van Dijck. Ik ben ook niet voor een debat op dit moment. We hebben zojuist om een brief gevraagd. Een debat volgt vanzelf op het moment dat de informateur gereed is met zijn werkzaamheden. 

De heer Krol (50PLUS):

Ik ben er helemaal niet zo zeker van dat de vertraging komt door de heer Zalm. Het zou best wel eens aan die vier partijen kunnen liggen. Vandaar dat ik het wel heel graag van de heer Zalm zou willen horen. 

De heer Azarkan (DENK):

Ik sluit me graag aan bij mijn voorganger. Ik steun het verzoek. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik snap opnieuw het ongemak en het verzoek om een debat. Het lijkt mij echter weinig zinvol om dat volgende week te doen. Het lijkt me wel iets om mee te nemen op het moment dat het eindverslag van de informateur klaar is. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Er is net al om een brief gevraagd door de heer Snels van GroenLinks. Verder geldt wat mij betreft dat als er zorgen zijn, die altijd kunnen worden aangekaart door mevrouw Leijten in het debat over het verslag van de informateur. 

Mevrouw Leijten (SP):

Ik vraag dit om het volgende. We hebben bij het verzoek om iets te doen aan het eigen risico, omdat daar een meerderheid voor is in de Kamer, telkens te horen gekregen: wacht maar af, wacht maar af. We weten wat voor inzet er is gepleegd door de Kamer, de Kamerleden, maar ook door het ministerie van VWS om een noodwet te maken en die op één dag aangenomen te krijgen in twee Kamers, omdat het niet anders kon. Ik weet niet of we niet nog meer van dat soort dingen gaan krijgen. En kunnen wij straks nog iets doen aan de koopkracht? 

De voorzitter:

Helder, mevrouw Leijten. 

Mevrouw Leijten (SP):

Dus daarom het verzoek. Ik vind het echt heel spijtig dat het hier geblokkeerd wordt, maar we zullen het vast op een andere manier nog wel geagendeerd krijgen. 

De voorzitter:

Dan stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Nee, naar de informateur. Daarmee zijn we aan het eind gekomen van de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven