6 Herdenking de heer Van der Spek

Aan de orde is de herdenking naar aanleiding van het overlijden van A.G. (Fred) van der Spek, oud-fractievoorzitter PSP.

De voorzitter:

Aan de orde is de herdenking van Fred van der Spek. Hij zat van 1967 tot 1986 in de Tweede Kamer voor de Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP) waarvan de laatste acht jaar als fractievoorzitter. Ik wil zijn familie graag van harte welkom heten: zijn dochter Eva met haar man en de kleinkinderen en zijn zoon David met zijn partner. Ik heet ook de minister-president, Mark Rutte, van harte welkom.

Ik verzoek iedereen in de zaal en op de publieke tribune om, voor zover dat mogelijk is, te gaan staan.

In de tijd dat Van der Spek in de Kamer zat, was de PSP voor volledige, eenzijdige ontwapening. De partij zag in het socialisme een alternatief voor de bestaande kapitalistische samenleving. En die omslag moest op een democratische, geweldloze manier worden bereikt. Deze drieslag maakte de partij, te midden van de andere linkse partijen in die tijd, uniek en Van der Spek was de verpersoonlijking ervan. Hij was een man die vierkant achter zijn idealen stond: gedreven, principieel, standvastig. Tekenend is zijn uitspraak op de verkiezingsavond van 1977, toen Van der Spek niet herkozen dreigde te worden: "Mijn zetel wankelt, maar ik wankel niet."

Toen Van der Spek in de Kamer kwam, woedde de oorlog in Vietnam en waren Portugal en Griekenland dictaturen en tegelijkertijd NAVO-lid. De Koude Oorlog draaide op volle toeren en de ongelijkheid in de wereld nam toe. Dat was voor Van der Spek voldoende reden om zijn baan als leraar natuur- en scheikunde te verruilen voor de politiek. Het was de tijd van de "grote verhalen" in het Nederlandse parlement. Met name de linkse partijen zagen de Tweede Kamer in die naoorlogse periode niet alleen als marktplaats voor belangen, maar ook als een podium om hun ideeën over een betere samenleving uit te dragen. En dat gold zeker voor Van der Spek. Zijn idealen schemerden door als hij het woord nam op zijn favoriete dossiers buitenlandse zaken, ontwikkelingssamenwerking en defensie.

Van der Spek was een gevreesd en gerespecteerd debater en hij sprak op het scherpst van de snede. In een debat over atoomrakketten in de jaren tachtig noemde hij de Amerikaanse president een "oorlogsmaniak", maar dat mocht niet van Kamervoorzitter Dolman. Toen maakte Van der Spek er het Engelse woord "warmonger" van. "Want", zei hij, "dat komt uit Shakespeare". "Oorlogsstoker", zei toen Dolman. Waarop Van der Spek antwoordde: "Dat laat ik graag voor uw rekening". Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns en hij maakten een buiging naar elkaar als Van der Spek naar voren kwam om te interrumperen. Hij bereidde zijn optredens en amendementen nauwgezet voor.

Van der Spek was inhoudelijk een hardliner, maar zacht op de relatie. Volgens collega's, van de PvdA tot de VVD, kon je enorm met hem lachen. Hij was een gangmaker die onverwachts goed schuine moppen kon tappen om de sfeer erin te brengen. Hij kon ook goed samenwerken. Maar als het om zijn idealen ging, was hij een man van staal. "Over principes sluit je geen compromissen", zei hij zelf. Toen het maatschappelijke tij veranderde, linkse partijen hun uitgangspunten wilden moderniseren en plannen maakten om te gaan samenwerken, was het voor Van der Spek afgelopen. De vorming van GroenLinks betekende zijn definitieve afscheid van zijn partij en later van de politiek.

Wij eren Van der Spek denk ik nog het meest als we proberen zijn politieke invloed op de samenleving onder woorden te brengen. Daarom sta ik tot slot even stil bij de bijzondere dag van 21 november 1981, de dag waarop Van der Spek, met zijn gezin, diep geroerd in de erker stond van hun woning in Amsterdam-Zuid en rijen mensen langs zag lopen richting het Museumplein. Het was de ochtend van de eerste grote vredesdemonstatie in Nederland, die 400.000 mensen op de been bracht. Een moment van tranen, op een dag vol hoop. Toen Van der Spek sprak op het Museumplein werd hij als volgt aangekondigd: "Als er iemand vandaag recht van spreken heeft, dan is het wel Van der Spek."

We herdenken Van der Spek als een gedreven en gedegen Kamerlid, een scherp debater, die zijn leven in dienst stelde van het algemeen belang. Een overtuigd socialist en pacifist en een standvastig optimist die bleef geloven in een betere maatschappij.

Dan geef ik nu het woord aan de minister-president.

Minister Rutte:

Mevrouw de voorzitter. In een periode waarin velen in de Nederlandse politiek het woord "principe" met een hoofdletter P schreven, was er één man die dit begrip bij voorkeur helemaal in kapitalen schreef. Die man was Fred van der Spek. Natuurlijk, wie politicus wordt, heeft overtuigingen. Dat is van alle tijden. Maar standvastiger, idealistischer en vasthoudender dan Fred van der Spek zijn er in onze parlementaire geschiedenis maar weinig. Hij is een leven lang trouw gebleven aan zichzelf en alles waar hij voor stond. Dat waren bepaald geen kleine idealen. Nog in 2004, op 80-jarige leeftijd, zei hij: "Ik sta onverminderd achter de beginselen van socialisatie en pacificatie en ik geloof in de haalbaarheid daarvan." Dat laat aan duidelijkheid niets te wensen over, en dat paste bij hem: geen twijfel maar overtuiging. Fred van der Spek wist niet eens wat het was om met meel in de mond te praten. Voor tegenstanders kon hij hard zijn, zeker in die gepolariseerde jaren zeventig. Tegen de legendarische Bibeb vertelde hij ooit dat mensen over hem zeiden dat iemand met zo'n scherpe tong eigenlijk geen pacifist kon zijn. Hij gaf blijk van zelfkennis op dit punt toen hij zei: "Ik sla niemand dood, maar ik ben vaak dodelijk sarcastisch."

Van der Spek was al actief in de landelijke politiek toen ik nog geboren moest worden, en velen van jullie ook. Maar zijn politieke hoogtepunt en dat van zijn partij moeten we inderdaad situeren — u citeerde dat prachtig zojuist, voorzitter — rond die grote kernwapendemonstraties aan het begin van de jaren tachtig. Ik was toen zelf een jaar of 16 en, dat zal u niet verbazen, geen aanhanger van de PSP. Tegelijkertijd herinner ik me de enorme uitstraling en energie van Fred van der Spek. Hij was een man van het heilig vuur. Daar kon ik toen en nu nog steeds alleen maar groot respect voor opbrengen.

Bovendien was er ook een andere, meer goedlachse en zelfrelativerende kant. Fred van der Spek hield ervan om tegenstanders in een debat met een kwinkslag op het verkeerde been te zetten. Hij vertelde op latere leeftijd met smaak hoe hij zijn politieke vrienden ter linkerzijde op de kast kon krijgen door in de Kamer grappen te maken met Hans Wiegel, die hem overigens ook vaak thuisbracht na late debatten. Een onverwacht koppel, maar Wiegel herinnert zich die ritjes nog goed. In zijn woorden: "In de auto kletsten we honderduit en hadden we veel pret."

Mevrouw de voorzitter. Die twee kanten, het principiële en de zelfrelativering, komen misschien nog wel het mooist samen in de typering die Fred van der Spek in 2003 desgevraagd zelf gaf van zijn politieke leven. "Dat je gelijk kunt hebben zonder het te krijgen", zei hij. Met zijn overlijden verliest Nederland een idealist van de oude stempel. We herdenken Fred van der Spek met diep respect. Zijn familie en andere nabestaanden wens ik veel kracht toe bij de verwerking van dit grote verlies.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik verzoek de aanwezigen een moment van stilte in acht te nemen.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De voorzitter:

Dank u wel. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken, zodat u in de gelegenheid bent de familieleden te condoleren.

De vergadering wordt van 15.17 uur tot 15.24 uur geschorst.

Naar boven