2 Vragenuur: Vragen Arno Rutte

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Arno Rutte aan de minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat AMBER Alert dreigt te verdwijnen.

De voorzitter:

Aan de orde zijn de mondelinge vragen. We beginnen met de vragen van de heer Arno Rutte namens de VVD-fractie aan de minister over het bericht dat AMBER Alert dreigt te verdwijnen. Gaat uw gang.

De heer Arno Rutte (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Op 4 december van dit jaar werd Abdullah Mazmahor, een 15-jarige dove, autistische en verstandelijk beperkte jongen, teruggevonden in een tuinhuisje in Schiedam. Dat was voor een zeer groot deel en wellicht zelfs volledig te danken aan een AMBER Alert dat de dag ervoor was uitgegaan. Vanaf dat moment kregen direct 3 miljoen Nederlanders een melding op hun telefoon. Via een oneindige hoeveelheid andere media, van RTL Nieuws tot en met vele onlinemediakanalen en de schermen van NU.nl die overal in het land hangen en die het AMBER Alert indringend brachten, kwam het bericht bij maar liefst 12 miljoen Nederlanders. Met, zoals in 92% van de gevallen, ook deze keer een positieve uitslag. Je zou kunnen zeggen: AMBER Alert redt kinderlevens.

Voorzitter. AMBER Alert is zeer succesvol. Het werkt feilloos, kent een enorme burgerparticipatie en een enorm bereik. En dat tegen zeer lage kosten, omdat de vele deelnemende bedrijven vanuit hun maatschappelijke betrokkenheid gratis meewerken aan dit initiatief. Je zou denken: dat wordt gekoesterd en met steun van het ministerie in stand gehouden. Maar daar is ernstige twijfel over. AMBER Alert, zo hoorden wij bij RTL Nieuws, dreigt te verdwijnen omdat de politie het zelf zou willen gaan doen en daarvoor een aanbesteding heeft uitgeschreven. Dat leidt bij de VVD tot heel grote zorgen. Daarom heb ik de volgende vragen voor de minister.

1. Is de minister ook zo enthousiast over het enorme succes van AMBER Alert?

2. Klopt het dat de politie een aanbestedingsprocedure is gestart om zelf een voorziening alert kindvermissing op te zetten en, zo ja, waarom?

3. Op basis van welke informatie denkt de minister dat een door de politie zelf gerealiseerde voorziening alert kindervermissing net zo succesvol en betaalbaar kan zijn als AMBER Alert? Kan hij daarbij ook ingaan op het enorme mediabereik dat momenteel kosteloos ter beschikking van AMBER Alert staat?

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Grapperhaus:

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Laat ik beginnen zoals ik straks ook eindig: ik wil garanderen dat wij de komende jaren doorgaan met AMBER Alert. Ik wil ook nog zeggen dat ik als persoon en ook als minister — voor zover die twee niet samenvallen — zeer enthousiast ben over AMBER Alert. Jaarlijks raken duizenden kinderen in Nederland vermist. Gelukkig wordt het overgrote deel van hen snel weer teruggevonden. Maar wanneer de politie vreest dat het leven van een vermist kind gevaar loopt, zal het OM besluiten om AMBER Alert in te zetten. Dat gebeurt in de regel een aantal keren per jaar. Juist daarin ligt de kracht van AMBER Alert: het onmiddellijk en allesomvattend inschakelen van publiek en media om zo alles in het werk te stellen om het ontvoerde of in levensgevaar verkerend kind terug te vinden. AMBER Alert brengt informatie over vermiste of ontvoerde kinderen razendsnel onder de aandacht van burgers en bedrijven via reclameschermen, social media, snelwegborden, websites. De dienst heeft zich de afgelopen jaren bewezen en zal dat in de toekomst ook doen. Ik wil hier hardop zeggen dat elke suggestie die in de richting gaat dat we met AMBER Alert zouden gaan stoppen, ongefundeerd is.

Wat speelt er? In 2011 is een contract afgesloten met Netpresenter, het bedrijf dat AMBER Alert op het internet faciliteert. De overheid is op enig moment verplicht om zo'n overeenkomst, zo'n dienst, aan te besteden. Dat is nou eenmaal de wettelijke verplichting, en dat geldt dus ook voor de functionaliteit van AMBER Alert. Het gaat om een fors bedrag van 1,1 miljoen euro dat met het contract is gemoeid. Een aantal jaren geleden is al tegen Netpresenter gezegd: we moeten helaas nu wel de richting op van een verplichte aanbesteding. Die aanbesteding vindt plaats en zal in de zomer van 2018 rond zijn. Ik wil u uitdrukkelijk zeggen dat ik niet iets kan zeggen over de lopende aanbestedingsprocedure. Daar ben ik zelf ook niet bij betrokken. En terecht, zo hoort het ook. Ik wil, voordat ik zo uw andere twee vragen beantwoord, nog eens benadrukken wat ik aan het begin al zei. Ik kan u garanderen dat we de komende jaren echt doorgaan met AMBER Alert, dit belangrijke middel. U mag mij in de Kamer straks bevragen over de uitkomst van de aanbesteding, want die moet AMBER Alert op hetzelfde niveau continueren.

Klopt het dus dat er een aanbesteding is opgestart? Ja. Klopt het dat de politie het zelf gaat doen? Nee.

De heer Arno Rutte (VVD):

Het is in ieder geval heel goed nieuws dat de minister klip-en-klaar aangeeft dat de dienstverlening van AMBER Alert gecontinueerd gaat worden, dat er niet iemand is die zegt "we gaan het zelf doen", want die dreiging kwam wel tot mij. Dat neemt niet weg dat het punt dat er wordt aanbesteed, voor heel veel onrust zorgt bij de AMBER Alert-organisatie. Er wordt gevraagd of dat aanbesteden wel echt noodzakelijk is. Moet dat nou echt? We hebben het over een subsidierelatie. Dit soort subsidierelaties, zo zegt ook hoogleraar professor Van den Brink van de Universiteit Maastricht, mogen wel degelijk gecontinueerd worden door de overheid. Als je dat nou weet, als je weet dat de dienstverlening op dit moment in orde is, dat die goed werkt en dat mensen daar enthousiast over zijn, dat 92% van de gevallen goed wordt opgelost en 12 miljoen mensen worden bereikt, is het dan verstandig om te werken met een aanbesteding? Zou je dan niet beter de subsidierelatie kunnen continueren? Als het toch aanbesteed moet worden, kan de minister dan toezeggen dat de mensen die op dit moment AMBER Alert vormgeven, tegen relatief lage kosten, omdat ontzettend veel partijen voor niets meedoen, een kans krijgen bij deze aanbesteding?

Minister Grapperhaus:

Nogmaals, uitgangspunt is: we gaan door met AMBER Alert, en ook op dit kwaliteitsniveau. Dus daar gaan we geen concessies aan doen. Dat is één. Twee: er is een wettelijke verplichting om hier aan te besteden, omdat het overgrote deel gewoon een commerciële, contractuele dienst is. Ik heb daar net ook al het een en ander over gezegd. En drie: ik kan mij niet uitlaten over de aanbestedingsprocedure. Die loopt gewoon volgens wettelijke voorschriften. Daar ga ik me niet inhoudelijk mee bemoeien, want dan ga ik de regels van het aanbestedingsspel vervalsen en dan zou je juist een averechts effect kunnen krijgen.

De voorzitter:

Tot slot, de heer Arno Rutte.

De heer Arno Rutte (VVD):

Ja voorzitter, tot slot. Ik begrijp heel goed dat bij een aanbesteding de minister niet precies alle voorwaarden hier op tafel kan leggen, omdat hij dan inderdaad de spelregels verstoort. Maar kan de minister dan in ieder geval duidelijkheid verschaffen of de aanbesteding dusdanig is ingericht dat de mensen die nu al elf jaar met heel veel succes AMBER Alert vormgeven, een kans krijgen in deze aanbesteding, dat ze in ieder geval mee kunnen doen?

Minister Grapperhaus:

Zonder meer. Iedereen mag aan die aanbesteding meedoen. Laat daar geen misverstand over bestaan. Ik zei het misschien iets te sober, maar dit gebeurt helemaal volgens de regels, zodat we straks ook een goede partij krijgen. Dat kan iedere partij zijn. U merkt, ik druk me heel neutraal uit. Iedereen, ook een partij die het nu doet of een variant daarop, mag daaraan meedoen.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Rutte. Mevrouw Buitenweg namens GroenLinks.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Allereerst vind ik het enorm heuglijk om te zien dat de VVD bedenkingen heeft bij de aanbesteding. Die heeft ze niet bij de aanbesteding van de tbs, maar blijkbaar wel bij het aanbesteden van AMBER Alert. Dat vind ik een goede ontwikkeling en daar feliciteer ik de VVD mee. Ik wil de minister vragen of hij bij de aanbesteding ook de mogelijkheid meeneemt dat een groter aantal gevallen onder het AMBER Alert valt, inclusief de jongvolwassenen. Daar hebben collega Kuiken en ik samen vragen over gesteld. De vorige minister had gezegd dat hij ging kijken of ook jongvolwassenen hieronder zouden kunnen vallen.

Minister Grapperhaus:

Twee dingen. Ik vrees dat ik nog steeds het refrein moet uitspreken dat ik me niet inhoudelijk ga uitlaten over de aanbestedingscondities, want dat werkt alleen maar verkeerd in het aanbestedingsproces. Wat ik via u wel tegen mevrouw Buitenweg wil zeggen, is dat door de politie — want die gaat erover — wel degelijk wordt bekeken hoe we AMBER Alert vanuit het huidige tijdsgewricht en met de ontwikkelingen die we nu hebben, nog beter kunnen laten werken. Als ik net heb gegarandeerd dat we er ten minste op het huidige kwaliteitsniveau mee doorgaan, hoort u daar ook al in dat dat heel duidelijk het streven is. De definitieve invulling van hoe AMBER Alert wordt verbeterd, ook ten aanzien van wie je meeneemt, is uiteindelijk aan de politie, maar u mag mij daarop bevragen, zeker als dit achter de rug is.

De heer Groothuizen (D66):

AMBER Alert is inderdaad een belangrijk instrument. Het is goed dat de minister aangeeft dat hij garandeert dat de functionaliteit in stand blijft bij die aanbesteding, maar om het heel precies te maken: betekent dit dat de minister zegt dat, als een ander bedrijf die aanbesteding wint, hij ervoor zorgt dat AMBER Alert pas uit de lucht gaat als hij zeker weet dat dat andere concept ook in de praktijk net zo goed werkt als AMBER Alert? Mag ik hem zo begrijpen?

Minister Grapperhaus:

Ik denk dat u dat zo mag begrijpen, ja. Ik wil dit heel erg als een hypothetische situatie benoemen, want anders gaan u en ik ons toch weer in het proces begeven. Maar behalve het punt dat dit hypothetisch moet worden gezien, zeg ik ja.

De heer Krol (50PLUS):

Eigenlijk is alle ongerustheid al door de minister weggenomen, waarvoor ik hem ten zeerste dank, maar zijn eerste zin triggerde mij, want in zijn eerste zin zei dat hij dat er weleens een verschil zou kunnen ontstaan tussen de persoon en de minister. Zou hij daar iets meer over willen vertellen?

Minister Grapperhaus:

Ik meen juist gezegd te hebben dat de persoon en de minister volgens mij één en dezelfde zijn.

De voorzitter:

De tweede, aanvullende vraag.

De heer Krol (50PLUS):

Maar de minister zei daarbij: "niet altijd". Dat interesseert mij.

Minister Grapperhaus:

Dat kan hooguit een "feestdagelijke" schizofrenie zijn geweest, maar ik denk toch echt dat ik samenval met de persoon die ik ben.

De heer Van Dam (CDA):

Nu we het toch over schizofrenie hebben: zou de minister in de benadering van dit AMBER-aspect duidelijk het onderscheid willen blijven maken tussen de initiatiefnemers, die dit heel goede initiatief ooit hebben genomen en die daarbij betrokken zijn, en de commerciële partijen die dit AMBER Alert hosten en in de lucht houden? Ik denk dat dat voor de discussie heel goed zou zijn. Zou hij dat willen toezeggen?

Minister Grapperhaus:

Ik heb ook geen personen met naam genoemd en ik vind ook niet dat dat zo zou moeten zijn als zij hier niet aanwezig zijn. Ik heb u erop gewezen dat er een commercieel contract is en dat moet nu eenmaal aanbesteed worden. Ik sta ervoor dat die aanbesteding door de politie — niet onder mijn controle; ik zou haast willen zeggen: niet onder mijn sturing — op een correcte, faire wijze gebeurt.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik ben niet gerust, want aanbesteden betekent daadwerkelijk het killen van het AMBER Alert, zoals het nu bestaat. Ik zou graag een brief van de minister willen over hoe het verdere proces eruit komt te zien en met name welke rol Burgernet hier mogelijk in gaat vervullen.

Minister Grapperhaus:

Ik had hier vrij forse spreekteksten staan over het feit dat de suggestie dat het om zeep wordt geholpen, ongefundeerd is, maar ik dacht dat het nu niet de stemming was om daar zo over te praten. Nu ga ik dat toch maar doen. Het is helemaal nergens op gebaseerd dat het gekild wordt; dat is één. Twee: ik heb aan het begin en aan het eind van mijn eerste termijn gezegd dat ik garandeer dat we doorgaan met AMBER Alert. Verder heb ik in het midden van de tekst — misschien was het op twee derde — heel duidelijk gezegd: "ten minste op het niveau dat we nu hebben". In antwoord op het lid Buitenweg heb ik aangegeven dat de politie uiteraard een state-of-the-artaanbesteding gaat doen en dus niet gaat kijken hoe het was toen we er in 2007 mee begonnen. Nee, de politie kijkt naar nu. Ik werp de suggestie over killen dus als niet-feitelijk van mij af.

De voorzitter:

De tweede, aanvullende vraag.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

De irritaties laat ik feitelijk van mij afglijden, maar ik wil gewoon een simpele vraag beantwoord hebben. Ik heb gevraagd om een brief met de nu spelende relatie tussen de aanbesteding en Burgernet. Daar zou ik graag een antwoord op willen.

Minister Grapperhaus:

Kijk, of in die aanbesteding in het kader van de verbetering nog andere zaken zouden kunnen worden betrokken, laat ik weer geheel aan de politie. Laat duidelijk zijn dat er wat dat betreft geen ergernis is bij mij. Ik wil alleen heel erg benadrukken dat we er op minstens het huidige kwaliteitsniveau mee doorgaan. Ik heb ook gezegd dat ik er als minister en als persoon zelf ook heel erg achter sta. Ik weet niet wat ik dan nog meer kan zeggen om termen als "killen" uit de wereld te helpen.

De voorzitter:

De vraag was of er een brief naar de Kamer kan komen over dit onderwerp.

Minister Grapperhaus:

Nou ja, natuurlijk, mevrouw de voorzitter. Als u vindt dat wat ik hier gezegd heb nog een keer schriftelijk moet worden bevestigd, dan ben ik daar voor het lid Kuiken zeker bereid toe. Wat de zin ervan is, weet ik niet.

De voorzitter:

Goed. Dank u wel.

Naar boven