8 Landbouw- en Visserijraad 11 en 12 december 2017

Aan de orde is het VSO Landbouw- en Visserijraad 11 en 12 december 2017 (21501-32, nr. 1070).

De voorzitter:

We gaan verder met het VSO Landbouw- en Visserijraad. Ik heet de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van harte welkom. Vanavond is er het debat over de begroting, maar we hebben eerst twee VAO's. Ik wilde zeggen "korte VAO's", maar dat weet je nooit van tevoren.

We beginnen gelijk met de heer Grashoff als eerste spreker. Begrijp ik het goed dat u één minuut spreektijd heeft? Als u een motie wilt indienen, moet u daar maar snel mee beginnen.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter, ik heb één minuut en mijn collega mevrouw Kröger ook.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie een mededeling naar buiten heeft gebracht over het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid, waarbij de Commissie directe inkomenssteun wil behouden en de vrijheid van lidstaten wil vergroten in besteding van middelen;

overwegende dat het vergroten van de vrijheid van lidstaten kan leiden tot een race to the bottom om zodoende concurrentievoordelen te bewerkstelligen indien er geen concrete en meetbare doelen worden gesteld op onder andere het vergroten van biodiversiteit, het sluiten van kringlopen en bijdrage aan het klimaatprobleem;

van mening dat een transitie nodig is naar een duurzaam landbouwsysteem waarbij middelen niet moeten worden ingezet als directe inkomenssteun, maar gekoppeld moeten worden aan duurzame en maatschappelijke opgaven;

verzoekt de regering in de aankomende Landbouw- en Visserijraad ervoor te pleiten om de GLB-betalingen aan de lidstaten te koppelen aan meetbare en afdwingbare doelstellingen op het gebied van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Grashoff. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1071 (21501-32).

Dank u wel. Precies binnen één minuut. Mevrouw Kröger, ook namens GroenLinks. Heeft u ook een motie? Ja, dan meteen voorlezen.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Als kersvers woordvoerder visserij dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Nederland voornemens is zich te verzetten tegen het voorstel van de Europese Commissie, dat is gebaseerd op analyses van ICES (International Council for the Exploration of the Sea), om de visserij op aal van meer dan 12 centimeter op zee en in de kustwateren het hele jaar te verbieden;

overwegende dat de toestand van de aalpopulatie kritiek is en dat Nederland zelf momenteel ook nog niet voldoet aan de doelen van het aalbeheerplan;

verzoekt de regering het voorstel van de Europese Commissie te steunen om de visserij op aal van meer dan 12 centimeter op zee en in kustwateren het hele jaar te verbieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1072 (21501-32).

Dan geef ik nu het woord aan de heer Futselaar namens de SP.

De heer Futselaar (SP):

Dank u wel, voorzitter. Ook een motie van onze kant.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er in eerdere onderhandelingen voor het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) sprake was van een EU-maximum aan door een bedrijf te ontvangen GLB-subsidie van tussen de €60.000 en €100.000;

constaterende dat in de recentere voorstellen van de Europese Commissie dit voorstel is verdwenen;

verzoekt de regering in nadere onderhandelingen over het GLB in het bijzonder de noodzaak van een maximum te ontvangen bedrag aan GLB-subsidie per bedrijf te bepleiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Futselaar. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1073 (21501-32).

Dan geef ik nu het woord aan de heer De Groot namens D66.

De heer De Groot (D66):

Dank u wel, voorzitter.

Ik heb een vraag aan de minister over het aalherstelplan. Erkent de minister dat ondanks alle inspanningen die gedaan worden vanuit het aalconvenant en het aalherstelplan de situatie voor paling nog steeds kritiek is? Dat is de eerste vraag. Als de evaluatie van de beheerplannen in 2018 geen voortgang in herstel van het aalbestand laat zien, is de minister dan bereid om de knelpunten goed in beeld te brengen en van daaruit het beheerplan verder aan te scherpen? Dat zijn mijn twee vragen. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Minister, heeft u behoefte aan een korte schorsing? Twee minuten? Oké, dan schors ik voor twee minuten.

De vergadering wordt van 16.36 uur tot 16.38 uur geschorst.

De voorzitter:

We gaan verder met het VAO. Ik geef de minister het woord.

Minister Schouten:

Voorzitter, dank u wel. Dank ook aan de Kamer, dat zij op zo'n korte termijn nog wil meedenken over de Landbouw- en Visserijraad die de komende dagen op de agenda staat.

Ten eerste de motie van de heer Grashoff, op stuk nr. 1071. Deze verzoekt de regering om ervoor te pleiten de GLB-betalingen te koppelen aan meetbare en afdwingbare doelstellingen op het gebied van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zoals de heer Grashoff mogelijk heeft gelezen in de annotatie op de Landbouw- en Visserijraad, is het de inzet van Nederland om in te zetten op de maatschappelijke doelen, dus een koppeling van het GLB aan de realisatie van maatschappelijke doelen. Tegelijkertijd is er ook nog een stukje gewoon algemene steun. Dat is eigenlijk hoe het nu is in Nederland en ook in de andere landen in het GLB. Dus wij leggen wel degelijk de koppeling met de meetbare en afdwingbare doelstellingen. Tegelijkertijd zeg ik procedureel dat we net zijn begonnen met de discussie over het GLB in zijn totaliteit. Dus om nu al allerlei definitieve uitspraken te gaan doen over hoe dat GLB vormgegeven moet worden … We hebben net, echt heel recent, het advies van de Commissie gekregen. Vervolgens gaan wij daarmee aan de slag en daarnaar kijken. We komen ongetwijfeld nog te spreken met de Kamer over het GLB. Om deze redenen zou ik deze motie dus willen ontraden.

De voorzitter:

Een korte vraag over de motie.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Ik begrijp het niet. De minister zegt "ik ben het met u eens", en vervolgens zegt ze "maar ik wil er nu niet voor gaan pleiten". Dat begrijp ik niet.

Minister Schouten:

Als de heer Grashoff mij goed heeft gehoord, zeg ik dat de motie te absoluut is gesteld. Ze zegt dat ik niets anders kan dan alleen maar de GLB-betalingen koppelen aan meetbare, afdwingbare doelstellingen op het gebied van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het kabinet heeft aangegeven dat het gaat om maatschappelijke doelstellingen. Dat kan ook breder gaan dan maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid, al zullen deze onderdelen er ook wel inzitten. Ze is dus absoluut geformuleerd. Te absoluut. Tegelijkertijd zeg ik dat ik het qua proces ook nog niet het moment vind om een dergelijke motie, die zulke definitieve uitspraken doet, hier nu al in te dienen.

De voorzitter:

Wat doet u met die motie, meneer Grashoff?

De heer Grashoff (GroenLinks):

Tja, voorzitter, ik ben best bereid om in het dictum naar "maatschappelijke doelstellingen" te gaan, maar dan zou ik toch zeggen dat ik niet anders kan horen dan dat het ondersteuning van beleid is. Ik vraag de minister niet om met de vuist op tafel te slaan, ik vraag de minister niet om deuren dicht te gooien, ik vraag haar gewoon een bepaald pleidooi te houden. Dat lijkt me nogal open geformuleerd.

Minister Schouten:

De motie is dusdanig stellig geformuleerd dat hier alleen maar ruimte kan worden gevonden om betalingen te koppelen aan, zoals wij het noemen, "maatschappelijke doelstellingen". Dat is niet de inzet van Nederland. Wij zeggen dat je een deel van het GLB zou moeten koppelen aan maatschappelijke doelstellingen, maar niet het geheel, zoals de heer Grashoff hier bepleit. Dus daarom is deze motie te stellig geformuleerd.

De voorzitter:

De volgende motie. Op stuk nr. 1072, van mevrouw Kröger.

Minister Schouten:

Ja. Die gaat over de aal. Het aalbestand staat er inderdaad niet goed voor. Ik vind het goed dat de Europese Commissie daar aandacht voor heeft. We gaan volgend jaar bekijken hoe de evaluatie is op de aalbeheerplannen, zoals die ook in Nederland gelden. Ik vind een jaarrond verbod echter te ver gaan; het is in mijn optiek onnodig en ongewenst. Onnodig, omdat het met name gaat om de bescherming van uittrekkende schieraal. Deze trekt met name in de maanden september tot en met november uit. In deze periode kent Nederland al een verbod op aalvangst. Ongewenst, omdat met een jaarrond verbod ook allerlei kleinschalige aalvissers worden benadeeld, doordat het ze de mogelijkheid ontzegt om buiten de trekperiode wel te vissen. Het aalbestand is kritisch vanwege het feit dat die schieralen worden gevist op het moment dat ze wegtrekken naar de Sargassozee. Dat kan niet in Nederland. We vinden dus dat daarmee voldoende waarborgen zijn geformuleerd. We kijken volgend jaar ook naar de evaluatie van de aalbeheerplannen. Om deze redenen ontraad ik deze motie.

De voorzitter:

Korte vraag, mevrouw Kröger. Over de motie.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Begrijp ik uit het antwoord van de minister dat zij de analyses van een wetenschappelijk instituut dat zich richt op het beschermen van onder andere de aal naast zich neerlegt, aangezien dat een verbod op vangst in heel Europa adviseert?

Minister Schouten:

Ik ben bekend met die adviezen, maar ik heb daar een andere zienswijze op omdat de kwetsbaarheid, zoals ik net al aangaf, zit in de periode dat de aal wegtrekt naar de Sargassozee. In die periode is het in Nederland ook niet mogelijk om bij de kust op aal te vissen. Wij vinden dat wij daarmee voldoende waarborgen hebben geformuleerd. Daarom ontraad ik deze motie.

De motie van de heer Futselaar op stuk nr. 1073 vraagt — even in mijn woorden — om het GLB te maximeren. Ik vind dat een sympathieke gedachte omdat je er dan ook voor zorgt dat het niet alleen terechtkomt bij bedrijven van een bepaalde schaalgrootte en dergelijke. Ik zie wel het risico dat dit ertoe kan leiden dat bijvoorbeeld bepaalde grotere bedrijven opgesplitst gaan worden en dat daar een soort van ontduiking gaat plaatsvinden. Ik ben dus bereid om hiernaar te gaan kijken, maar ik heb daar gewoon wat meer tijd voor nodig. Ik zou dus willen adviseren om deze motie op dat punt aan te houden.

De heer Futselaar (SP):

Dat klinkt als een toezegging. Daar gaan we dan ongetwijfeld op termijn bericht over krijgen. Daarmee kan ik deze motie intrekken.

De voorzitter:

Oké. Dank u wel.

Minister Schouten:

Tot slot heeft het lid De Groot gevraagd naar de kritieke stand van de aal. Ik heb net al aangegeven dat wij erkennen dat het aalbestand er inderdaad niet heel goed voor staat. En als er geen voortgang in het herstel is, willen wij dan de knelpunten van het aalherstelplan in kaart brengen en dat mogelijk ook herzien? Zoals ik heb aangegeven, vindt de evaluatie volgend jaar plaats. Dan gaan wij ook bekijken wat het effect van de aalbeheerplannen is. Als het eventueel nodig is om het herstelplan te herzien, werk ik daar graag aan mee. Dat kan ik ook toezeggen.

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik was even vergeten te melden dat de motie van de heer Futselaar wordt ingetrokken.

Aangezien de motie-Futselaar (21501-32, nr. 1073) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Daarmee zijn we aan het eind gekomen van dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Morgen zullen we over de twee moties van GroenLinks stemmen.

Naar boven