6 RBZ/Handel en WTO

Aan de orde is het VAO RBZ/Handel en WTO (AO d.d. 6/12).

De voorzitter:

Ik heet de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van harte welkom. Aan de orde is het VAO RBZ/Handel en WTO. Ik geef mevrouw Diks namens de fractie van GroenLinks het woord.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Wat ziet u er feestelijk uit!

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Ja, dat hoor ik de hele dag al! En het wordt uiteraard nog feestelijker als mijn moties worden aangenomen. Ik zal er voortaan rekening mee houden.

Voorzitter. Ik heb drie moties. Ik denk dat we vanochtend heel uitgebreid in het AO van alles en nog wat met elkaar hebben besproken, zodat ik denk dat een verdere entree van deze moties voor de collega's niet noodzakelijk is en voor de minister hopelijk ook niet.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet heeft aangegeven minder noodzaak te zien om in de mandaten voor EU-handelsakkoorden met Australië en Nieuw-Zeeland afspraken te maken over investeringsbescherming gelet op de functionerende rechtssystemen van deze landen;

overwegende dat Japan tevens over een goed functionerend rechtssysteem beschikt en ongelijkheid in mogelijkheden tot geschillenbeslechting van investeerders en andere partijen onwenselijk is;

verzoekt de regering zich in te spannen om te voorkomen dat een vorm van investeringsbescherming wordt opgenomen in het definitieve handelsakkoord tussen EU en Japan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Diks. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1797 (21501-02).

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Voorzitter. Mijn tweede motie luidt als volgt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie een voorstel heeft gedaan om onderhandelingen te beginnen met Australië en Nieuw-Zeeland over nieuwe handelsverdragen;

constaterende dat het kabinet minder de noodzaak ziet om in de mandaten voor EU-handelsakkoorden met Australië en Nieuw-Zeeland afspraken te maken over investeringsbescherming gelet op de functionerende rechtssystemen van deze landen;

overwegende dat ongelijkheid in mogelijkheden tot geschillenbeslechting van investeerders en andere partijen onwenselijk is;

verzoekt de regering zich in te spannen om te voorkomen dat vormen van investeringsbescherming onderdeel worden van het definitieve onderhandelingsmandaat voor verdragen tussen de EU en Australië en Nieuw-Zeeland en de Kamer bij Voorjaarsnota te informeren over de resultaten van deze inspanning,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Diks. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1798 (21501-02).

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Voorzitter. In verband met de tijd zal ik nog even een constatering weglaten bij de derde motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat afspraken gemaakt dienen te worden om in internationaal verband handelsverstorende landbouwsteun te beperken en dat de mate waarin dit ruimte laat voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU daaraan ondergeschikt dient te zijn;

verzoekt de regering de inspanning om op de elfde ministeriële conferentie tot afspraken te komen over de beperking van handelsverstorende binnenlandse landbouwsteun zonder productiebeperking onvoorwaardelijk te steunen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Diks. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1799 (21501-02).

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Van Weerdenburg namens de PVV.

Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):

Voorzitter, dank. Twee dagen geleden kondigde dit kabinet aan dat het haast gaat maken met de afschaffing van de Wet raadgevend referendum. Vanmorgen gaf de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking toe dat dit naar alle waarschijnlijkheid tot gevolg heeft dat het CETA-verdrag niet meer referendabel is, vanwege het simpele feit dat de Referendumwet al afgeschaft zal zijn tegen de tijd dat het CETA-verdrag eindelijk in behandeling komt in deze Kamer. En dat terwijl er al meer dan 200.000 handtekeningen zijn gezet die verzoeken om een referendum over CETA. Twee weken geleden sprak de minister mooie woorden over hoe draagvlak onder de bevolking voor haar beleid van belang was en over het verbeteren van de informatievoorziening naar de burger toe. Nu blijkt dat het niet de bedoeling is dat de burger écht wat te zeggen heeft. Twee weken geleden ging het over OS-beleid, maar vandaag geeft de minister exact hetzelfde antwoord op het terrein van handelsbeleid. Inspraak van burgers? Daar is de stembus voor. De verkiezingen zijn geweest en daar is dit kabinet uitgekomen, aldus minister Kaag vanmorgen. De boodschap is helder: beste burger, u mag van deze D66-minister de komende vier jaar uw mond houden. De PVV vindt dat onverteerbaar en daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de afschaffing van het raadgevend referendum niet zal bijdragen aan de verkleining van de kloof tussen burger en politiek;

overwegende dat er inmiddels ruim 200.000 handtekeningen zijn gezet vóór een referendum over het TTIP- en het CETA-verdrag;

constaterende dat dit kabinet haast wil maken met de afschaffing van het raadgevend referendum en daartoe een spoedprocedure heeft aangevraagd bij de Raad van State;

constaterende dat de Raad van State nog geen advies heeft uitgebracht over het CETA-verdrag;

verzoekt de regering erop toe te zien dat het CETA-verdrag referendabel zal blijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Weerdenburg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1800 (21501-02).

Ik wacht even tot de laatste motie gekopieerd en rondgestuurd is. Dank u wel, u mag gaan zitten, mevrouw Van Weerdenburg.

Is er behoefte aan een korte schorsing? Twee minuten, hoor ik.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Minister Kaag:

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik zal ze een voor een kort afhandelen. De motie-Diks op stuk nr. 1797 moet ik ontraden. Investeringsbescherming is opgenomen in het onderhandelingsmandaat. Deze motie zou ertoe leiden dat we dat mandaat moeten openbreken, waarbij we de deur openzetten voor de vele andere wensen, ook van andere lidstaten en dat zou alleen de onderhandelingen nog verder kunnen vertragen. Indien investeringsbescherming onderdeel wordt van het akkoord, dan zal dat conform de EU-inzet voor een Investment Court System moeten zijn. Een akkoord met het oudere systeem ISDS is voor dit kabinet niet langer acceptabel.

Mevrouw de voorzitter, mag ik door naar de tweede motie?

De voorzitter:

Ja natuurlijk.

Minister Kaag:

Dan de motie op stuk nr. 1798. Het kabinet ontraadt ook deze motie. Wij vinden het niet noodzakelijk om afspraken over investeringsbescherming te maken met Australië en Nieuw-Zeeland. Tegelijkertijd zal het kabinet het mandaat voor de onderhandelingen niet blokkeren als daar afspraken over investeringsbescherming inzitten. Australië en Nieuw-Zeeland zullen dan wel de EU-inzet voor een Investment Court System moeten accepteren, met dezelfde aantekening dat een akkoord voor het ISDS niet langer acceptabel is voor het kabinet.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Toch even nog bij interruptie. Het is volgens mij van tweeën één. Of u vindt het van belang dat er een geschillenbeslechtingsmechanisme is dat ook rechterlijk wordt geregeld, of u vindt het niet. Dus als u zegt …

De voorzitter:

Als de minister zegt.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Wat ik nu merk is dat het op twee benen hinkelt. Hoe is die uitdrukking ook alweer?

De voorzitter:

Op twee gedachten hinkt. Ik heb vandaag heel veel van dit soort versprekingen gehoord. Ik schrijf ze allemaal op. De minister.

Minister Kaag:

Ik denk dat het een het ander niet uit zal sluiten. Zoals we besproken hebben in het AO, heeft de EU een voorstel gedaan om het EU-only te behandelen. Dat is sinds de uitspraak van het Hof in de Singapore-casus. Het is altijd een optie om investeringsbescherming erbij te doen. Wij achten dit hier niet noodzakelijk aangezien in Australië en Nieuw-Zeeland de wetgeving en de investeringsbescherming goed zijn geregeld. In dit geval is het dus niet nodig. Wij ontraden deze motie dan ook.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Diks.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Ik begrijp heel goed dat u haar ontraad, maar ik vraag u om u in te spannen om ervoor te zorgen dat deze vraag eigenlijk helemaal niet op tafel hoeft te komen, zeker in de verdragen met Australië en Nieuw-Zeeland. Dat u daar op zichzelf van mening over verschilt, daar kan ik mij nog bij iets voorstellen, maar u kunt zich er wel voor inspannen om bij nieuwe handelsverdragen dat geschillenbeslechtingsmechanisme niet ter tafel te krijgen.

Minister Kaag:

Ik denk dat dit een andere kwestie is, want het is meer een principiële inzet om nooit geschillenbeslechting of investeringsbescherming in akkoorden op te nemen. Dat is een heel andere inzet en het is, zoals we in het AO ook hebben besproken, in veel landen juist wél van belang. Daarom hebben we vaak gemengde akkoorden. Het moet dus nog steeds van land tot land worden bekeken. We hebben ook de kwestie Canada besproken. Bij een aantal landen is er helderheid en duidelijkheid over de werkbaarheid en toegankelijkheid van het rechtssysteem, maar bij andere landen zijn er heel veel vraagtekens. Uiteindelijk gaat het om investeringsbescherming, investeerdersbescherming en dus ook om toegang tot het recht, maar het hangt van het akkoord zelf af en van het land waarmee we onderhandelen.

De voorzitter:

Gaat u verder, met de motie op stuk nr. 1799.

Minister Kaag:

De motie-Diks op stuk nr. 1799 gaat over een beperking van de handelsverstorende landbouwsteun. Ik dank mevrouw Diks voor die motie. Ik kan me goed vinden in de lijn van de motie. Zoals is aangegeven, is Nederland een voorstander van een ambitieus resultaat als het gaat om het aanpakken van handelsverstorende landbouwsteun en die in de amber box te beperken. Ik uit alleen mijn zorg over het woord "onvoorwaardelijk". We moeten natuurlijk altijd blijven kijken naar het resultaat dat voorligt. Als ik de motie zo mag interpreteren dat we positief en constructief kijken naar iedere uitkomst, dan kan ik haar overnemen.

De voorzitter:

Mevrouw Diks, zonder de discussie opnieuw te voeren.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Dat is jammer, deze beperking. U vraagt: mag ik de motie zo interpreteren dat ik op de conferentie positief en constructief kijk? Ik denk dat u naar heel veel voorstellen positief en constructief zult kijken. Dat onvoorwaardelijke zat erin, dat u zich er druk over zou maken …

De voorzitter:

Dat de minister zich druk zou maken.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Ja, dat de minister zich druk zou maken om dat voor elkaar te krijgen. Als u zegt: ik zou het wel een beetje willen steunen, maar niet onvoorwaardelijk, dan wankelt dat een beetje.

Minister Kaag:

Ik wil dan graag een voorstel doen. Onvoorwaardelijk is voor tweeërlei uitleg vatbaar. Het kan namelijk betekenen dat alles wat eruit komt, onvoorwaardelijk wordt gesteund. Dat doe ik niet. Beter is te zeggen: steunen op onvoorwaardelijke wijze. Dat is dan de manier waarop ik steun. De manier waarop het gebeurt, zal met veel inspanning zijn, maar niet alles wat er voorligt, zal onvoorwaardelijk worden gesteund. Dat is wat anders. Dat gaat om het wat, maar hier heb ik het over het hoe. De wijze waarop is onvoorwaardelijk, maar het is geen onvoorwaardelijke steun aan de uitkomst.

De voorzitter:

En u kunt zich in die uitleg vinden?

Minister Kaag:

Ik denk dat ik de intentie van mevrouw Diks dan heb begrepen.

Mevrouw Becker (VVD):

Om te kunnen bepalen of wij ermee kunnen leven als de motie wordt overgenomen of dat we een stemming willen, zou ik de minister het volgende willen vragen. Er wordt hier eenzijdig gesproken over de amber box, terwijl de inzet is om ook te kijken naar de opkoopprogramma's in de ontwikkelingslanden en om daar afspraken over te maken in een totaalpakket. Als GroenLinks hiermee zou bedoelen dat de EU hoe dan ook haar eigen steun moet gaan afbouwen, onvoorwaardelijk, ongeacht wat de anderen doen, dan … Ik begrijp dat dit niet zo is, maar ik wou dat voor de Handelingen nog even bevestigd hebben door de minister.

Minister Kaag:

Ik ben het daarmee eens. Ik ben ingegaan op de inzet. Zoals ik al zei, kan ik het alleen maar voorwaardelijk steunen — om bij de woorden "voorwaardelijk" en "onvoorwaardelijk" te blijven — als het duidelijk is dat we inderdaad nog steeds elk resultaat positief en constructief beoordelen op de merites van wat er dan wordt onderhandeld. Er zit dus een caveat bij. Er zit een beperkende clausule bij. Misschien mag ik voorstellen dat er nog even gekeken wordt naar de tekst? Ik moet ook nog even zeker weten of mevrouw Becker inderdaad ook akkoord is met een eventuele wijziging.

De voorzitter:

Nee, mevrouw Diks is de indiener.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

U hebt volgens mij aangegeven hoe u de motie interpreteert.

De voorzitter:

Hoe de minister …

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Daar kan ik mee leven, dus ik heb geen probleem met deze motie.

De voorzitter:

Nee, nee, we gaan elkaar nu niet via de interruptie bevragen, want dat debat is al geweest. De vraag is of u bereid bent om die wijziging door te voeren. Dan is het ook duidelijk dat de motie zo wordt herschreven dat iedereen hetzelfde daaronder verstaat. Dat is het verzoek. Dat kan voor morgen, want morgen gaan we stemmen.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Dan stel ik voor dat we er gewoon nog even naar kijken, want volgens mij bedoelen we nu echt even allemaal hetzelfde.

De voorzitter:

Maar om misverstanden te voorkomen, is het voorstel om de motie daar toch op aan te passen.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Ik pak dit nog even op, ja.

De voorzitter:

Dat is dan afgesproken. Om het ingewikkelder te maken, geef ik nu het woord aan de heer Amhaouch.

De heer Amhaouch (CDA):

Ja, om het ingewikkelder te maken en om alle misverstanden weg te nemen, willen wij toch voorstellen om deze motie, ook al is die aangepast, in stemming te brengen.

De voorzitter:

Dat gaat ook gebeuren, want niemand heeft gezegd dat de motie overgenomen wordt, althans niet dat ik weet. Of heb ik niet opgelet?

De heer Amhaouch (CDA):

Dat zou ik dan graag willen horen van de minister.

Minister Kaag:

Ik heb gezegd dat ik de motie zou kunnen overnemen als er een aanpassing is. Die vraag is gesteld, dus misschien ben ik de oorzaak van de mogelijke verwarring, maar ik kan dan in ieder geval ook voor verheldering of opheldering zorgen. Het woord "onvoorwaardelijk" is niet voldoende. Als "onvoorwaardelijk" daar op deze manier in blijft staan, dan ontraad ik de motie. Als "onvoorwaardelijk" wordt aangepast gebaseerd op het gesprek, op de discussie, dan kan de motie wat de regering betreft worden overgenomen.

De heer Amhaouch (CDA):

Ik zou de motie graag onvoorwaardelijk in stemming willen brengen.

De voorzitter:

Ik denk dat het moeilijk is om een motie over te nemen als die nog niet is gewijzigd. Ik stel dus voor om de motie gewoon in stemming te laten komen.

Dan komen we bij de laatste motie. Dat is de motie op stuk nr. 1800 van mevrouw Van Weerdenburg.

Minister Kaag:

Deze motie ontraad ik. De wet is de wet, ook voor CETA. Als het CETA-voorstel klaar is om te worden ingediend, dan dienen we het in. Tegelijkertijd loopt natuurlijk de intrekking van het raadplegend referendum, maar de wettelijke goedkeuringsprocedure van dat moment zal geldig zijn. Ik ontraad deze motie daarom, met daarbij de extra kanttekening dat wij allen de burger zeer serieus nemen. We zullen daar altijd naar werken, maar dit is de wet en dat is belangrijk.

Dank u.

De voorzitter:

Daarmee zijn we aan het einde van dit VAO gekomen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Morgen zullen we over de ingediende moties stemmen. Ik dank de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven