8 Telecomraad 4 december 2017

Aan de orde is het VAO Telecomraad 4 december 2017 (AO d.d. 29/11).

Voorzitter: Martin Bosma

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Telecomraad. De 29ste was uw AO, begrijp ik. Een hartelijk woord van welkom, ook aan de staatssecretaris. Fijn dat u bij ons bent. Wij hebben vier sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste spreker is de heer Paternotte. Hij heeft zoals iedereen twee minuten spreektijd. Het woord is aan hem.

De heer Paternotte (D66):

Dank u wel, mijnheer de voorzitter. In het volgende decennium zijn wij nergens zonder 5G. Het is de absolute voorwaarde voor de innovaties van de komende tien jaar: de zelfrijdende auto, drones en het internet der dingen. En Nederland, de snelst groeiende economie van Europa, kan niet anders dan daarin vooroplopen. De Europese Commissie heeft een actieplan hiervoor neergelegd en terecht, want de uitrol van 4G in Europa was veel te traag. In 2015, twee jaar geleden, had driekwart van de Amerikanen 4G en slechts een kwart van de Europeanen. Zo'n trage uitrol kunnen wij ons niet nog een keer veroorloven.

In het actieplan is de ambitie opgenomen dat alle lidstaten volgend jaar hun 5G-steden bekendmaken. Dat zijn de steden die al in 2020 5G live hebben. De Commissie gaat ervan uit dat landen voor 2018 hun steden bekendmaken. Tot nu toe wilde Nederland geen steden noemen en niet meedoen met deze ambitie. Wat ons betreft moeten wij dat juist wel doen. Wij hopen de nieuwe staatssecretaris daarbij aan onze zijde te vinden. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de uitrol van communicatienetwerken met zeer grote capaciteit noodzakelijk is om het groeipotentieel van de digitale economie maximaal te benutten;

overwegende dat steeds meer bedrijven en industrieën op gigabitconnectiviteit moeten kunnen rekenen voor het toekomstbestendig maken en houden van hun bedrijfsmodellen;

overwegende dat er een Europese doelstelling is om 5G-connectiviteit als commerciële dienst aan te kunnen bieden in ten minste één stad per lidstaat in 2020;

overwegende dat Nederland een van de Europese koplopers op het gebied van connectiviteit is en dat moet blijven;

constaterende dat de EU verwacht dat elke lidstaat eind 2018 een 5G-stad heeft aangewezen;

constaterende dat er vanuit hoogtechnische steden als Enschede en Eindhoven ook interesse bestaat;

verzoekt de regering om alle geïnteresseerde potentiële 5G-steden te stimuleren en te ondersteunen zodat er één of meerdere Nederlandse 5G-steden zijn in 2020,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Paternotte, Weverling, Bruins, Van der Lee en Van den Berg.

Zij krijgt nr. 676 (21501-33).

In uw tekst stond "verzoekt de staatssecretaris". Meestal zeggen wij "verzoekt de regering".

De heer Paternotte (D66):

Dat is veranderd.

De voorzitter:

Dat is veranderd. Dat geeft verder niks. De heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Vanuit onze constructieve rol van oppositie ben ik heel blij met de goede samenwerking met de vrienden van de coalitie op dit dossier. Dan heb ik het vooral over de uitrol van 5G. Ik sta dan ook met veel plezier onder de motie van de heer Paternotte. Straks zal de heer Weverling ook een motie indienen die ik van harte ondersteun. Dat heeft ermee te maken dat wij Kamerbreed graag zien dat er flink tempo wordt gemaakt met die uitrol. Dat is belangrijk voor onze economie, voor onze concurrentiekracht, maar ook voor de enorme transitie waar wij voor staan als het gaat om de aanpak van klimaatverandering en de energietransitie. Dat wil ik toch speciaal benadrukken. 73 miljoen ton CO2 zouden wij in Nederland kunnen besparen met optimaal gebruik van digitale toepassingen. Ook om die reden zou ik graag vaart willen zien en steun ik beide moties.

Ik wil nog één ander punt maken. Daar hebben wij vanochtend in het algemeen overleg ook over gesproken. Ik wil toch nog de oproep doen aan de staatssecretaris om even na te denken over de alleingang van Nederland en België op het artikel over de aanpak van duopolies. Is het wel zo verstandig om daarmee door te gaan? Is het niet beter om toch de door het Europees Parlement aangedragen oplossing te volgen, al was het maar om snelheid te krijgen in dit dossier en daarmee duidelijkheid te bieden voor grote investeerders die straks het kapitaal moeten leveren om die uitrol in heel Europa tot stand te brengen? Ik hoop dat u mijn oproep meeneemt naar de Raad straks in Brussel. Dank u wel.

De voorzitter:

En "u" is de staatssecretaris, denk ik.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Dat is inderdaad via u de staatssecretaris.

De voorzitter:

Heel goed. Mevrouw Van den Berg van het CDA.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter, dank u wel. Meneer Van der Lee heeft net heel correct het belang van de digitale ontwikkelingen aangegeven. Dat is ook de reden waarom het CDA zowel de motie van meneer Weverling als van meneer Paternotte onderschrijft. De digitale ontwikkeling moet voorgaan, maar het is ook belangrijk om de burger te kunnen beschermen bij het gebruik.

In dat geval willen wij graag nog een vraag stellen over de verordening voor e-privacy. Wij ondersteunen die verordening van harte. Natuurlijk is het belangrijk dat de eindgebruiker toestemming moet geven voordat bepaalde gegevens verwerkt kunnen worden. Anderzijds willen wij ook benadrukken dat de bedrijven die al die mooie, nieuwe, innovatieve en gebruiksvriendelijke applicaties maken, die applicaties verder moeten kunnen verbeteren en ontwikkelen en ook weer nieuwe applicaties moeten kunnen maken. Dat kunnen ze niet als ze die gegevens niet kunnen hebben.

De staatssecretaris wil vasthouden aan een limitatieve lijst van uitzonderingen als het gaat om de vraag welke gegevens bedrijven kunnen gebruiken. Hoe wil de staatssecretaris borgen dat aan de ene kant die bedrijven hun werk kunnen blijven doen en dat aan de andere kant de eindgebruiker beschermd blijft en dus toestemming moet geven?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Weverling van de fractie van de VVD.

De heer Weverling (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Hartelijk dank dat de staatssecretaris vanmorgen in het algemeen overleg zo helder was in haar beantwoording en dat er zo veel eensgezindheid is tussen de partijen, zoals de heer Van der Lee al zei. Ook de staatssecretaris onderschrijft dat.

Het is wat de VVD betreft belangrijk dat er snel duidelijkheid komt over de vervolgstappen, zodat de markt zich kan gaan voorbereiden op de vanochtend besproken veilingen en de investeringen die hierbij horen. Een van de belangrijkste dingen die we moeten weten, is wanneer welke veiling plaats zal vinden. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de uitrol van 5G alsmede de veiling van diverse megahertzbanden van groot belang is voor de connectiviteit in Nederland;

overwegende dat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat het belang en de rol van de markt bij deze uitrol en veilingen groot acht;

overwegende dat diverse landen reeds bezig zijn met de veilingen van diverse megahertzbanden en daarmee met de uitrol van 5G;

overwegende dat Nederland zijn leiderspositie op het gebied van hoogwaardige connectiviteit niet mag verliezen;

verzoekt de regering de Kamer inzicht te geven in de beoogde data voor veilingmomenten van zowel de 700, 2.100 als de 3.500 megahertzbanden en de onderlinge samenhang tussen die beoogde veilingmomenten;

verzoekt de regering tevens dit overzicht uiterlijk voor de Voorjaarsnota 2018 aan de Kamer toe te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Weverling, Paternotte, Van der Lee en Van den Berg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 677 (21501-33).

De voorzitter:

Dank u wel. Tot zover de termijn van de Kamer. Er zijn twee moties ingediend.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Keijzer:

Dank u, voorzitter. Ik ga in op de moties. De motie op stuk nr. 676 van de leden Paternotte, Weverling, Bruins, Van der Lee en Van den Berg gaat over potentiële 5G-steden. We hebben vanmorgen uitgebreid met elkaar gedeeld dat vooropstaat dat 5G zeer belangrijk is; het is van het grootste belang dat dit ook uitgerold wordt. Verschillende steden en gebieden zijn met projecten rond de specifieke connectiviteit bezig. Amsterdam wil bijvoorbeeld als speelstad voor het EK 2020 5G-toepassingen rond de Amsterdam Arena mogelijk maken. In de Rotterdamse haven zijn diverse bedrijven bezig met specifieke mobiele oplossingen en wordt er nagedacht over een veilig netwerk voor het bedrijfsleven. Ook Schiphol is hiermee bezig. In steden als Eindhoven en Enschede wordt er gewerkt aan de technologie achter 5G en in het kader van 5Groningen wordt er geëxperimenteerd met diverse toepassingen. Ik ondersteun dat ook.

Het is dan ook mijn verwachting dat de modernste techniek in 2020 in meerdere steden beschikbaar zal zijn, maar ook in andere gebieden zoals de haven en het buitengebied. Mijn rol is om de juiste randvoorwaarden op orde te hebben, zoals de beschikbaarheid van voldoende spectrum en een beleidskader ten behoeve van de investeringszekerheid. Het is goed om hier te zeggen dat het plan van de Europese Commissie niet zozeer ziet op het aanwijzen van steden als wel het identificeren daarvan. Daarom breid ik ook de landelijke frequentieveiling in het najaar van 2019 voor en werk ik aan het beschikbaar stellen van andere, nog hogere frequentiebanden, zoals de 3,5GHz en de 26GHz. Ik ondersteun hiermee al de verschillende steden in mogelijke toepassingen van 5G. Het stimuleren, zoal in de motie verwoord, vat ik dan ook in het verlengde van het actieplan op als ondersteuning van beleid. Ik laat het oordeel over de motie daarom aan de Kamer.

De voorzitter:

Meneer Paternotte, één vraag. Gaat uw gang.

De heer Paternotte (D66):

Tot nu toe was het zo — dat stond ook in Telecompaper — dat het ministerie geen stad wilde noemen die 5G-stad kon zijn in 2020. Mijn vraag is of u dat hiermee dan wel gaat doen volgend jaar. U noemt het "identificeren". Ook vraag ik u om bij de Telecomraad met uw Duitse collega te bespreken op welke manier de Duitse overheid Berlijn ondersteunt bij die ambitie, omdat zij volgend jaar Berlijn gaat noemen als de 5G-stad van dat land.

Staatssecretaris Keijzer:

Het stimuleren zoals in de motie verwoord, vat ik op een zodanige manier op dat ik een gesprek zal aangaan over de mogelijkheden en dat ik zal bezien of er belemmeringen zijn die weggenomen kunnen worden. Daarvoor moet ik uiteraard ook in gesprek met de genoemde steden en andere steden die zich daarvoor nog melden. Maar ik heb wat moeite met "aanwijzen van een stad". Sowieso moet ik dan gaan kiezen, en alle steden zijn mij uiteraard even lief. Dus ik denk dat het veel beter zou zijn, en dat voldoet ook aan hetgeen de heer Paternotte nastreeft, om te kijken waar we steden die dat willen kunnen stimuleren en dat we daarover het gesprek met ze aangaan in plaats van dat wij er een soort wedren van maken en een stad aanwijzen. Ik denk dat ik daarmee het initiatief van de steden en de wil van de steden om dit te doen, tekort zou doen.

De voorzitter:

Prima, de motie op stuk nr. 677.

De heer Paternotte (D66):

Mag ik nog wat vragen?

De voorzitter:

Nee.

De heer Paternotte (D66):

Een correctie dan?

De voorzitter:

Als het een opmerking van orde is, bij dezen. Maar dan moet het wel een opmerking van orde zijn.

De heer Paternotte (D66):

Niet per se van orde, maar het is in ieder geval zo dat niemand het woord "aanwijzen" heeft gebruikt. Het gaat er wel om dat de stad die het dan wordt in 2020 ook 5G live heeft in de hele stad en niet alleen in een deel van de stad bij een stadion of de haven.

De voorzitter:

Prima.

Staatssecretaris Keijzer:

De tweede motie, op stuk nr. 677, zoals ook door u aan de orde gesteld, is van de leden Weverling, Paternotte en Van der Lee. Deze motie is in lijn met de toezegging die ik tijdens het AO heb gedaan, namelijk dat ik deze informatie in de Nota Mobiele Communicatie zal opnemen en aan de Kamer zal toesturen. De Nota Mobiele Communicatie vormt het beleidskader waarbinnen ik in ieder geval de 700, 1.400 en 2.100MHz en 3,5GHz-banden ga uitgeven. Excuus voor alle techniek, maar dat is nou eenmaal het onderwerp. Het concept van de Nota Mobiele Communicatie is begin dit jaar openbaar geconsulteerd via het internet en is daar ook nog in te zien. In de definitieve nota zal ik zo veel mogelijk duidelijkheid geven over het tijdstip waarop die banden beschikbaar komen en over de voorwaarden waaronder dit gebeurt. De veiling van 700, 1.400 en 2.100MHz-banden zal in 2019 plaatsvinden. In de Nota Mobiele Communicatie zal ik specifiek voor de 3,5GHz-band de Kamer inzicht geven in het huidige gebruik en de afwegingen die rond die band moeten worden gemaakt. Zoals in de voortgangsbrief voor de nota van 3 juli 2017 aan uw Kamer is beschreven, rond ik de nota af zodra het advies dat ik aan de ACM heb gevraagd, is afgerond. De ACM heeft recent een concept van haar advies geconsulteerd, maar is nog bezig met de afronding. Tenzij de ACM haar advies niet voor de Voorjaarsnota heeft afgerond, kunt u het gevraagde overzicht dus op de door u gevraagde termijn verwachten. Daarmee laat ik het oordeel over deze motie aan de Kamer.

De voorzitter:

Dank u wel.

Staatssecretaris Keijzer:

Dan was er nog een vraag van mevrouw Van den Berg. Zij vroeg hoe ik een goede band borg tussen innovatie en bescherming in het kader van e-privacy. In de woorden van mevrouw Van den Berg beluister ik de zorg dat het voor het bedrijfsleven op een gegeven moment zo ingewikkeld gaat worden, dat het innovatie in de weg staat. Hier speelt dus eigenlijk een tegenstelling tussen het belang van het bedrijfsleven en de bescherming van privacy, terwijl tegelijkertijd innovatie ook in het belang van de consument kan zijn. Het is echter wel zo dat in de EU-privacyverordening het belang van privacy vooropstaat, omdat je nooit van tevoren weet wat voor zaken er op randapparatuur staan. Je zult daar dus beschermend in moeten zijn waar dat absoluut nodig is. Daar waar innovatieverbeteringen aan de orde zijn, kunnen mensen daar natuurlijk altijd goedkeuring voor geven. Ook wordt het in deze plannen mogelijk gemaakt dat dat in de toekomst makkelijker wordt.

Daarmee kom ik aan het einde van mijn beantwoording, voorzitter.

De voorzitter:

En daarmee komen wij aan het eind van dit debat. Fijn dat u bij ons aanwezig was.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Aanstaande dinsdag, nee, morgen stemmen wij over de beide moties. Ik schors tot de klok van 19.00 uur. Dan gaan we door met de begroting Infrastructuur en Water.

De vergadering wordt van 18.27 uur tot 19.07 uur geschorst.

Naar boven