4 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer: 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met waardeoverdracht van klein pensioen en enige andere wijzigingen inzake waardeoverdracht (Wet waardeoverdracht klein pensioen) (34765); 

  • -het voorstel van Rijkswet Bepalingen ter implementatie van Richtlijn (EU) 2015/637 van de Raad van de Europese Unie betreffende de coördinatie- en samenwerkingsmaatregelen ter vergemakkelijking van de consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers van de Unie in derde landen en tot intrekking van besluit 95/553/EG (Rijkswet consulaire bescherming EU-burgers) (34733-(R2090)). 

Op verzoek van de fractie van de Partij voor de Dieren benoem ik in de commissie voor de Werkwijze het lid Ouwehand tot lid in de bestaande vacature. 

Ik deel mee dat de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 29282-269; 32605-198; 30169-65; 21501-33-652; 21501-33-653; 21501-20-1239; 25424-365. 

Op verzoek van de indiener stel ik voor de volgende motie opnieuw aan te houden: 21501-20, nr. 1221. 

Ik stel voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 30234-166; 32043-388; 21501-02-1759; 21501-02-1777; 34775-XVII-5; 34550-XVII-45; 31985-54; 31289-353; 22112-2404; 30985-24; 34775-VII-7; 33829-19; 31415-18; 21501-02-1781; 23530-116; 29521-351; 2017Z12656; 2017Z13126; 2017Z13975; 2017Z13974; 2017Z13547; 33495-107; 2017Z13991; 31865-100; 32735-172; 34677-17; 34813-5; 31311-194; 32545-72; 31066-383; 28676-276; 28676-278; 32861-26; 32043-387; 28807-213; 29362-265; 31066-380; 31066-379; 31066-378; 33134-(R1972)-12; 22112-2399; 26991-509; 26991-491; 33189-6; 33189-7; 33189-8; 22112-2395; 26991-508; 31322-339; 33252-2; 24095-420; 34352-65; 34775-X-13. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Voortman namens GroenLinks. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter, dank u wel. Anders dan soms gedacht wordt, is de emancipatie van vrouwen in Nederland bepaald nog niet voltooid. Sterker nog, vandaag werd de ranglijst van het World Economic Forum gepresenteerd. Daaruit blijkt dat Nederland zelfs gedaald is van de 16de naar de 32ste plaats. Dat zit vooral op de factoren inkomensverschillen tussen mannen en vrouwen en verschil in politieke invloed tussen mannen en vrouwen. Dit is te belangrijk om onder te laten sneeuwen in een breed debat over de begroting. Daarom zou ik willen voorstellen om een apart debat te doen met de minister van OCW. De brief waar de heer Pechtold vanochtend om verzocht in het debat, kan dan daarbij betrokken worden. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter, Nederland op plaats 32 en Rwanda op plaats 4. Dat lijkt mij wel reden voor een debat. Ik steun. 

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

Mevrouw Voortman was mij net voor. Ik heb om hetzelfde debat gevraagd vandaag bij de regeling. Eén blik in deze Kamer laat zien waarom het heel erg nodig is om dit debat te voeren. Steun, van harte. 

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter, ik zit even rond te kijken, maar ik heb het idee dat het merendeel op dit moment dame is hier in deze Kamer. 

De voorzitter:

Nou, nou. Nee. 

De heer Bisschop (SGP):

Weliswaar niet als vaste leden. Dat geef ik toe. Ook met alle discussies over gender enzovoorts kunnen wij dit prima bij de begrotingsbehandeling betrekken of een keer bespreken als emancipatie aan de orde is of zo. Ik heb ook vraagtekens bij de kwaliteit van zo'n onderzoek. Als Rwanda op 4 staat en Nederland op 32, ja, sorry hoor, dan rijzen bij mij vraagtekens over de gebruikte methodiek. Maar ik vind dat geen aanleiding tot debat. 

De heer Rog (CDA):

Voorzitter, de minister-president heeft zojuist zijn zorg al uitgesproken maar vooral ook de toezegging gedaan om met een reflectie daarop te komen naar de Kamer. Dat lijkt mij heel verstandig. Het zijn wonderlijke uitkomsten. Ik ben zeer benieuwd naar de kabinetsreactie. Laten wij kijken of het daarna betrokken kan worden bij de begroting of bij een reeds in de procedurevergadering van de vaste commissie voor OCW aangekondigd debat. 

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):

Voorzitter, de relevantie van het aantal vrouwen in de zaal op het moment dat een vraag wordt gesteld, ontgaat mij even, maar dat terzijde. Precies zoals mijn collega al aangaf: steun voor een brief met een classificering van het onderzoek, waar je een aantal vraagtekens bij kunt zetten. Daarna kunnen wij kijken of het ook tot een debat moet leiden. 

De heer Van Meenen (D66):

Voorzitter, de minister-president heeft al een toezegging gedaan aan collega Pechtold. Dat kan in de vorm van een brief. Dat lijkt mij voldoende op dit moment. Dan kijken wij later wat wij daarmee kunnen. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, de ChristenUnie wil graag een nadere duiding, een analyse van het rapport door het kabinet, in een brief vervat. Laten wij dan kijken of wij die bij de begrotingen betrekken of bij een reeds gepland algemeen overleg. Dus geen steun voor een apart debat. 

De heer Beertema (PVV):

Voorzitter, geen apart debat. Wel bij de begroting. Graag ook een brief. Maar laten wij in die brief ook meteen de positie van de islamitische vrouw meenemen, want die heeft hier ongetwijfeld ook mee te maken. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun hoor, voor het verzoek. 

De voorzitter:

Mevrouw Voortman, u heeft geen meerderheid, maar dat heeft u al kunnen constateren. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat heb ik inderdaad kunnen constateren. Ik constateer ook dat partijen liever afwachten dan kijken wat ze zelf kunnen doen. Ik stel daarom voor dat dit onderwerp op de lijst van de dertigledendebatten komt. 

De voorzitter:

Dat zullen we doen. Verder stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven