3 Eindverslag van de informateur

Aan de orde is het debat over het eindverslag van de informateur (34700, nr. 34). 

De voorzitter:

Aan de orde is het debat over het eindverslag van de informateur en ik heet de heer Zalm in vak-K van harte welkom. Voor dit debat is een spreektijd van vijf minuten per fractie afgesproken en de sprekersvolgorde is naar grootte. Ik geef als eerste het woord aan de heer Rutte namens de VVD-fractie. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Goedemorgen voorzitter, dank. Ja, het is zover. Er is een regeerakkoord, kan ik u melden. Het is een akkoord waar ik enthousiast over ben, een akkoord waarbij de gewone, normale Nederlander er echt op vooruitgaat. Het is een coalitie, zoals u weet, met vier zeer verschillende partijen, waar de SP niet bij zit. En die krijgt nu het woord. Althans, ik neem aan dat dat uw bedoeling is. 

De heer Roemer (SP):

Ik hoor het de heer Rutte nu al een paar dagen zeggen. Kan hij eens een omschrijving geven van wat een gewone, normale Nederlander is, wie daarbij hoort en wie daar niet bij hoort? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Dat is voor mij iedereen die een positieve bijdrage aan het land wil leveren. Dat is iedereen die aan het werk is, 's morgens vroeg opstaat en zijn best doet. Dat zijn de mensen die door omstandigheden dat nu niet kunnen, maar dat wel zouden willen. Dat zijn de mensen die in het verleden hard gewerkt hebben en nu terecht verdienen hun genieten van hun welverdiende rust. Dat zijn, met andere woorden, al die mensen die iets van hun leven willen maken. 

De heer Roemer (SP):

Heel veel mensen kijken vooral naar de omstandigheden waarin zij moeten leven en kijken of zij er dan op vooruitgaan. De wereld is namelijk meer dan alleen maar koopkrachtplaatjes. Laat ik een paar voorbeelden noemen. Degene die jarenlang voor een huurwoning op een fatsoenlijk betaalbare woning zit te wachten maar niet aan de beurt komt en ziet dat dit kabinet daar niets aan doet, is dat ook een gewone, normale Nederlander? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ik zei het al: voor mij is de gewone, normale Nederlander iedereen die iets van zijn leven wil maken, iedereen die een positieve bijdrage aan het land wil leveren. Dat kunnen mensen zijn die inmiddels gepensioneerd zijn en hard hebben gewerkt, dat kunnen mensen zijn die door omstandigheden niet kunnen werken. Ik heb eerder gezegd, toen ik lijsttrekker van mijn partij wilde worden, dat daarbij ook hoort de bijstandsmoeder die uit die situatie weg wil en weer aan de slag wil komen. Achter al die mensen sta ik. Voor al die mensen knok ik. Dat zijn de gewone, normale Nederlanders waar dit kabinet voor aantreedt. 

De heer Roemer (SP):

Mooie woorden en de praktijk zijn toch twee verschillende dingen. Laat ik dan maar gewoon meteen concluderen: de mensen in de bijstand gaan er de komende jaren gewoon op achteruit. De €2.000 die zij de komende jaren ... Wat er nog staat, wordt niet weggehaald. Zij gaan erop achteruit. De gewone, normale Nederlander zou er bij Rutte op vooruitgegaan zijn. Dus iemand in de bijstand is volgens de VVD, volgens Rutte, geen normale Nederlander. De Wajonger wordt gewoon gekort op zijn uitkering, en is dus volgens de VVD, volgens Rutte, geen normale Nederlander. Die mevrouw De Wit die gisterenavond bij Nieuwsuur zat, 's morgens in een stoel wordt gezet en hoopt dat er 's avonds iemand is om haar weer in bed te leggen gaat er niet op vooruit, en is dus geen gewone, normale Nederlander volgens de heer Rutte. Het is wel heel typerend wat de VVD een gewone, normale Nederlander vindt. Dat is blijkbaar de aandeelhouder. Die krijgen de cadeautjes. De grote bedrijven, die stonden vooraan in de rij. Maar de meest kwetsbaren in de samenleving worden in de steek gelaten. Dat zijn blijkbaar de onrendabelen bij de VVD. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ja, voorzitter, het is natuurlijk mooi om een soort spreektekst in de vorm van een debat te doen, maar het helpt toch ook — zou ik tegen de heer Roemer willen zeggen — als wij naar elkaars reacties luisteren. En waarom zeg ik dat? Omdat ik het oprecht met hem oneens ben. Dat is niet dit regeerakkoord. Dus als dat zijn aanval is, valt hij een verkeerd kabinet aan. Dat kabinet treedt hier niet aan. Wat wij met dit kabinet willen, wat wij met deze coalitie van vier partijen willen, is juist dat de mensen in dit land die in de afgelopen jaren in de crisis hebben gemerkt dat het slechter ging, dat de werkloosheid toenam, dat inkomens terugliepen en dat er bezuinigd moest worden op belangrijke overheidsvoorzieningen, de komende jaren merken dat het daadwerkelijk beter gaat met Nederland, dat wij kunnen investeren in belangrijke zaken als onze veiligheid, ons onderwijs, onze zorg, en dat de inkomens verbeteren. Wij zien dat alle inkomensgroepen, ook de mensen in een uitkering, de komende jaren erop vooruitgaan en dat er een extra koopkrachtstijging is. Maar het allerbelangrijkste wat je kunt doen, zeg ik tegen de heer Roemer, om de situatie van iemand die in een uitkering zit te verbeteren, behalve de koopkracht nu wat laten stijgen, is ervoor zorgen dat die aan de slag kan komen, dat er banen bijkomen. Dit is ook een programma dat zorgt voor extra economische groei. Dat betekent uiteindelijk ook extra werkgelegenheid. Dat is precies de reden waarom het belangrijk is dat Nederland ook voor bedrijven aantrekkelijk blijft, omdat daar die banen zitten. In het midden- en kleinbedrijf, in het middenbedrijf, in de grote bedrijven, zodat de mensen waarvoor de heer Roemer knokt, en waar ik voor knok, uiteindelijk ook aan de slag komen. 

De heer Roemer (SP):

Een groot kulverhaal om een heleboel mist op te werpen. De meest kwetsbaren worden aan alle kanten gepakt met dit verhaal. Mensen in de uitkeringen gaan er de komende jaren gewoon op achteruit. De bezuiniging die er al stond, wordt niet weggehaald. Wajongers gaan van 75% naar 70%. Ze krijgen geen schijn van kans maar worden wel geraakt in hun portemonnee. Mensen die langer thuis willen blijven wonen, zien dat de hulp in de wijk, de verpleegkundige in de thuiszorg, wordt wegbezuinigd. Allemaal mensen die dit kabinet in de steek laat. Dan kun je wel mooie verhalen houden, dat er banen bij zouden moeten komen. Die mevrouw Van Dijk van 93 hoeft geen baan. Die mevrouw Van Dijk wil fatsoenlijke verpleegkundigen in de wijk en niet dat die worden wegbezuinigd. Die gewone, normale Nederlander wordt veelal door dit komende kabinet gepakt. Ik zou een beetje zuiniger zijn op uw woorden. Kom er gewoon eerlijk voor uit waar dit kabinet voor staat, voor de aandeelhouders en voor het grootkapitaal. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Voorzitter. Dit is echt van die platte retoriek waar de heer Roemer blijkbaar nu in gaat grossieren. Dat moet hij vooral zelf weten, maar laat ik nou eens het probleem bespreken van de wijkverpleging. Want wat is daar nu het echte probleem? Dat is eigenlijk tweeledig. In de eerste plaats dat te weinig mensen op dit moment kiezen voor een baan in de zorg en ten tweede dat er te veel bureaucratie is. Wat zouden we nu met elkaar moeten doen om ervoor te zorgen dat meer mensen in Nederland gaan kiezen voor een baan in de zorg, of het nou de wijkverpleging is of de langdurige zorg, zodat mensen die dadelijk aangewezen zijn op die liefderijke zorg die zorg ook daadwerkelijk krijgen? Daarvoor is nodig dat we met elkaar met een beetje respect praten over dat vak. Mijnheer Roemer, als ik u af en toe hoor praten over de gezondheidszorg in Nederland, dan snap ik dat veel mensen in het land denken: in die sector wil ik niet werken. Volgens mij is het onze gezamenlijke dure plicht om ervoor te zorgen dat ze dat wel willen. 

De voorzitter:

Laatste opmerking op dit punt, mijnheer Roemer, want er staan nog meer collega's die graag wat willen vragen. 

De heer Roemer (SP):

Ik kan niet ontkennen dat deze premier, mijnheer Rutte hier in dezen, wel heel veel lef heeft. Dankzij zijn beleid zijn er 80.000 banen in de zorg verdwenen. U heeft ze allemaal weggejaagd. De salarissen van mensen in de thuiszorg zijn om te janken. Ze moeten elke keer maar proberen om daar iets van over te houden en moeten gaan strijden. U jaagt ze allemaal de WW in of naar ander werk toe. En dan de thuiszorg en de wijkverpleegkundige; de komende tijd staan daar bezuinigingen op. U jaagt ze allemaal weg. En dan durft u hier te zeggen wat een prachtig vak het is. Schaam u, mijnheer Rutte! 

De heer Mark Rutte (VVD):

Voorzitter. Als je kijkt hoeveel mensen er zijn in de zorg: er was van de week ook weer een onderzoek. De komende jaren hebben we te maken met tienduizenden mensen in de zorg. Wat moeten we dus bereiken met elkaar? Dat mensen er ook willen werken. Daarnaast — dat was mijn tweede punt — moeten we ervoor zorgen dat de bureaucratie daar afneemt. Dat is een van de redenen waarom wij in dit regeerakkoord een van de meest bizarre woorden hebben staan: de term "schrapsessies". Dat is eigenlijk een bijzondere term voor iets heel normaals, namelijk dat je mensen uit de uitvoering, in dit geval verpleegkundigen, vraagt om te laten zien waar die bureaucratie kan teruglopen. Niet alleen landelijk, vanuit de ministeries, maar ook in de instellingen zelf. 

De heer Wilders (PVV):

Heel veel mensen die nu thuis kijken, die gewone mensen van de heer Rutte, voelen zich opnieuw door hem belazerd. U kunt hier staan lachen, u kunt hier grappen staan maken, maar heel veel mensen die nu tv kijken en die u horen praten, voelen zich opnieuw door u belazerd. Ze zien aan de ene kant dat ze een belastingverlaging krijgen en aan de andere kant zien ze dat ze een belastingverhoging krijgen, dat ze meer voor hun boodschappen moeten gaan betalen, meer voor hun schoenmaker, hun fietsenmaker, noem maar op. Ze zien een VVD die zegt "we gaan meer dan 1 miljard extra geven aan ontwikkelingshulp", terwijl die wijkverpleegkundige wordt wegbezuinigd, terwijl de ziekenhuiszorg naar de haaien gaat. Maar misschien nog wel het allerbelangrijkste, ze vertrouwen mijnheer Rutte niet meer. Want de heer Rutte was degene die zei: handen af van de hypotheekrenteaftrek. Die zei, na de vorige keer toen ze voor het eerst ingrepen in de hypotheekrenteaftrek: hier blijft het bij. En wat doet hij nu? Hij gaat die mensen allemaal hun hypotheekrenteaftrek opnieuw afpakken. Hij gaat de mensen die hun huis hebben afgelost, die hun lening hebben afgelost, die hun hypotheek hebben afgelost, daarop een boete geven. Ziet u dan niet, meneer Rutte, dat u de mensen hebt belazerd en dat uw motto "vertrouwen" weg is als het om u gaat? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Voorzitter, laat ik maar meteen proberen de verschillende elementen langs te lopen. Eerst de btw. Als het zo zou zijn dat wij de btw verhogen, punt, dan zou ik me aansluiten bij het protest van wat ik gisteren even grappend "de drie vrienden op links" heb genoemd, die bezig zijn om het kabinet steeds aan te vallen. Dan zou ik me aansluiten bij deze seizoenkaarthouders. Maar dat doe ik niet, want die btw-verhoging gaat volledig terug in lagere lasten. Niet alleen dat: er is meer lastenverlichting, zodat werkend Nederland het ook de komende jaren in zijn portemonnee gaat voelen. Ik denk dat dat goed is. Als je iets meer vraagt aan consumptie en veel minder doet op het terrein van de lasten op het inkomen, zodat je daadwerkelijk meer overhoudt in je portemonnee, dan is dat goed nieuws. Dan de hypotheekrenteaftrek. We versnellen de afbouw, maar dat gaat volledig terug in het eigenwoningforfait. Het is dus geen lastenverzwaring voor de huizenbezitters. Dat geld gaat helemaal terug in het eigenwoningforfait. 

De heer Wilders (PVV):

Geen woord over dat miljard extra naar ontwikkelingshulp, dat de Nederlanders niet krijgen, maar ik wil het eerst even hebben over de hypotheekrenteaftrek waarop de heer Rutte inging. Politiek gaat over vertrouwen en het vertrouwen in meneer Rutte is weg bij veel Nederlanders. Hoe komt dat nou? Laat ik één citaat geven van de heer Rutte, iets wat hij deze maand vijf jaar geleden zei over de maatregelen van het vorige kabinet inzake de hypotheekrenteaftrekbeperking. Toen al was er de leugen van Rutte: zeggen dat we het niet doen, maar het toch doen. De heer Rutte zei toen, en ik citeer: "Dit is het. Dit gaan we de komende 30 jaar doen. U kunt nu uw besluiten gaan nemen op basis van dit fiscale gegeven." Dat is wat meneer Rutte zei. Hij zei: "30 jaar lang zullen we niets anders doen dan dat halve procent afbouw per jaar van de hypotheekrenteaftrek". En: "Mensen, daar kunt u op vertrouwen. Neem uw besluiten over het kopen van het huis of het aflossen van uw huis, zodat u dadelijk steeds minder hoeft te betalen voor dat eigenwoningforfait." Dat is het punt, daar heeft u ze voor de gek gehouden. Het gaat niet om al die maatregelen alleen. Het gaat om het vertrouwen in de persoon Rutte. U bent, meneer Rutte, een politieke oplichter! 

De heer Mark Rutte (VVD):

Dan moet je wel het hele verhaal vertellen, zeg ik tegen de heer Wilders. Dit is het halve verhaal. Dit is het verhaal dat we doen op het gebied van de beperking van de hypotheekrenteaftrek. Maar het hele verhaal is dat we teruggaan naar een stelsel met twee schijven, waardoor het mogelijk is om werkend Nederland een zeer forse lastenverlichting te geven — de heer Wilders had ooit een periode in zijn politieke leven dat hij dat ook belangrijk vond — en waarbij we de versnelling van de afbouw van de hypotheekrenteaftrek helemaal teruggeven in het eigenwoningforfait. 

Nu naar de ontwikkelingssamenwerking. Wat doen we daar? In de eerste plaats het volgende. Wat we in het verleden naar voren hebben gehaald en de uitgaven uit de toekomst vanwege de enorm oplopende asieldruk: die fout herstellen we. Ten tweede geven we in deze periode eenmalig een extra bedrag uit. Waarom, meneer Wilders? Om zaken waar u, dacht ik, ook voor knokt, namelijk hoe we voorkomen dat kansarme migranten naar Europa komen. Hoe kunnen we dat tegengaan? Dat doe je door de grondoorzaken van migratie weg te nemen. Dat doe je door, waar dat mogelijk is, afspraken te maken met landen in de regio om ervoor te zorgen dat daar zo veel mogelijk opvang kan plaatsvinden. Dat gaan we met deze coalitie doen. Daarom vind ik die uitgaven verdedigbaar. Als je structureel kijkt naar de ontwikkelingssamenwerking, dan komen we weer uit op het pad waarop we zaten, namelijk 0,7% minus de 1,3 miljard. 

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter, over al die zaken zullen we bij de Algemene Beschouwingen nog uitgebreid met de heer Rutte spreken. Deze interruptie gaat over vertrouwen. Het gaat niet alleen maar om de dossiers, het gaat om vertrouwen. Meneer Rutte, u heeft vijf jaar geleden in de Kamer gezegd: "Dit gaan we de komende 30 jaar doen. U kunt nu besluiten gaan nemen: het kopen van een huis, het sluiten van een hypotheek, het aflossen van de hypotheekschuld met de Wet Hillen in het achterhoofd. U kunt nu besluiten gaan nemen op basis van dit fiscale gegeven." Dus u had eerst, vijf, zes jaar geleden, in uw verkiezingsprogramma staan: handen af van de hypotheekrenteaftrek. Toen ging u dat toch doen: vertrouwensbreuk 1 met de kiezer. U ging het toch doen, met een half procent per jaar. Toen zei u tegen de kiezer dat we dat 30 jaar zouden doen. Los maar af, dat is goed voor je, koop maar een huis en neem een hypotheek: vertrouwensbreuk 2. Nu zegt u: we gaan dat niet doen, we gaan het, hup, in drie stappen doen, fors. U zegt dat u de Wet Hillen, waardoor mensen een voordeel hebben als ze snel afbetalen, iets wat ook door u wordt gestimuleerd, in 30 jaar gaat afbouwen. Wie gelooft u nog? Dat zei u eerst ook over de hypotheek maar dat gaat nu in stappen van drie keer. Mensen vertrouwen u niet meer. Nogmaals voorzitter, het is triest. We krijgen dadelijk een premier die door veel mensen wordt gewantrouwd. Voor de derde keer een premier die gewoon een platte politieke oplichter is. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Wat je moet doen in de politiek, zo zeg ik tegen de heer Wilders, is verantwoordelijkheid nemen. Dat is cruciaal voor vertrouwen. Je moet niet weglopen als het moeilijk wordt. De heer Wilders en ik hebben dat debat vaker gevoerd. Als je verantwoordelijkheid neemt, ben je ook bereid tot besturen. Ik vind, en het kabinet gaat daarvoor ook zorgen in de komende drieënhalf jaar, dat als het beter gaat met Nederland, mensen dat ook in hun portemonnee moeten voelen. Als wij maatregelen nemen op het gebied van de hypotheekrenteaftrek, en dat zullen we ook doen, dan gaat die versnelde afbouw terug naar het eigenwoningforfait. We hebben in 2014 tegen mensen gezegd: wij vragen jullie om je hypotheek volledig af te lossen. De VVD is een partij van financiële degelijkheid, en dat geldt ook voor de andere partijen in deze coalitie. Je moet oppassen dat je nu dingen die nodig zijn niet doet terwijl ze in de toekomst een enorme slag zijn voor de begroting. Je moet daar wel heel veel tijd voor nemen, en dat doen wij dus ook. Ik vind dat zeer verdedigbare maatregelen. Stonden ze in het VVD-verkiezingsprogramma? Nee, mijnheer Wilders, daar heeft u volkomen gelijk in, dat stonden ze niet. Is het dan pijnlijk als je dingen moet doen? Ja, dat is pijnlijk. Maar is het te verdedigen in de totale plaat die er ligt, met een forse lastenverlichting? Ja. Nogmaals, dit soort afwegingen, keuzes maken in schaarste, is besturen. Dat is verantwoordelijkheid nemen. Dat is mensen om het vertrouwen vragen om de verantwoordelijkheid waar te maken. Daar zou u ook eens een keer iets aan kunnen gaan doen. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. De coalitiepartijen hebben het over de gewone, normale Nederlander. Ik wil daar toch nog wel iets over vragen. Dat impliceert namelijk dat de coalitiepartijen ook zien dat er ongewone, abnormale Nederlanders zijn. Ik wil heel graag weten welke groepen ze daarmee bedoelen. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Nou, voorzitter, nee. Ik zie geen abnormale Nederlanders. Ik hoop dat heel veel mensen gekke en leuke dingen doen en binnen de wet hun initiatieven najagen en hun energie uiten. Het hoort ook bij gewoon, normaal Nederland dat we met elkaar ook een beetje die dingen doen en onze talenten najagen. Daar laat dit land heel veel ruimte voor. Dit kabinet wil aantreden voor de mensen die in de afgelopen jaren de prijs van de crisis hebben betaald en voor de mensen die zich oprecht zorgen maken over een aantal ontwikkelingen in onze samenleving waarvan zij zeggen: ziet de politiek die ontwikkelingen wel en hoe kunnen we die ontwikkelingen keren? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we aan de ene kant de asielzoekers binnenlaten die echt aangewezen zijn op onze opvang en tegelijkertijd de mensen die daar geen recht op hebben niet eindeloos in procedure houden? Hoe kun je er vervolgens voor zorgen dat mensen, als zij mogen blijven, zo snel mogelijk in deze samenleving integreren en de taal leren? Die balans willen we, om op die manier een antwoord te geven op de vraag van de mensen die de crisis hebben betaald en de mensen die zich echt, oprecht en begrijpelijk zorgen maken over heel veel zaken. Die mensen, die nu soms hun politieke heil zoeken bij de vorige spreker, wil dit kabinet aanspreken. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ik ben het helemaal eens met de heer Rutte dat we heel veel ongewone mensen nodig hebben, omdat we grote uitdagingen het hoofd moeten bieden. Dan hebben we ongewone ideeën nodig. We hebben abnormale gedachten nodig om te kijken hoe we uit deze crisis komen, met name als het gaat om de klimaatverandering. Het rare is dat dit kabinet zich kennelijk blijft focussen op de normale, gewone Nederlander die een bepaalde hoeveelheid geld in zijn portemonnee heeft zitten, die Nederland daardoor groter kan maken en economisch kan laten groeien. We zouden toch een veel bredere focus moeten hebben, los van cijfers en geld, om die grote uitdagingen aan te bieden? Ik vind die beperking van de normale, gewone Nederlander zeer conservatief. Ik verbaas mij er ook over dat een progressieve partij als D66 met dat soort spruitjesmentaliteit dit regeerakkoord heeft geschreven. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Dat zal ik u uitleggen. Uw analyse klopt niet. Als uw betoog zou kloppen, had D66, en overigens ook de VVD en de ChristenUnie, dit akkoord niet getekend. Maar dat betoog klopt niet. Ja, natuurlijk, de mensen hebben de crisis gevoeld in de afgelopen jaren. De werkloosheid is opgelopen. Die loopt gelukkig heel erg terug nu. Mensen hebben het in de portemonnee gevoeld. Mensen hebben de onzekerheid gevoeld. Mensen zien ook dat er extra investeringen nodig zijn, in defensie, politie, onderwijs. Dat doen we en ik denk dat dat heel waardevol is. Nu heeft u volkomen gelijk: er is meer dan geld alleen. Ik heb het vaak aan de heer Klaver uitgelegd: ja, geld is belangrijk maar er is meer dan geld alleen. En dus gaat dit kabinet de komende jaren ook inzetten op bijvoorbeeld migratie op een verstandige manier in goede banen leiden en ervoor zorgen dat de kernwaarden van onze samenleving — de gelijkwaardigheid van man en vrouw, van homo en hetero, van blank en zwart, de democratische rechtsstaat — weer in het onderwijs verankerd worden, dat er weer over gepraat wordt en dat mensen die van buiten komen zich ook realiseren in wat voor samenleving zij aankomen. Ook dat zijn belangrijke voornemens die dit kabinet heeft. En dat is niet conservatief. Dat is progressief, dat is liberaal en het is ook confessionele politiek. Het is het bij elkaar brengen van deze verschillende partijen in een gemeenschappelijke agenda. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

De heer Rutte heeft dus kennelijk een definitie van wat een gewone, normale Nederlander is. Dan moet je dus voldoen aan die conservatieve ideeën over wanneer je bijdraagt aan een samenleving en wanneer niet. Dat is een zeer beperkte manier van kijken. Dat hebben we helemaal niet nodig op dit moment. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Dat is niet wat ik betoog. Als mevrouw Thieme dat in mijn betoog hoort, dan wil ik het in een paar zinnen nog een keer schetsen. Voor mij is de gewone, normale Nederlander — ik heb het vaker gezegd — iedereen die iets van z'n leven wil maken. Ik wil niet dat die mensen gewoon doen, maar het zijn gewone, normale Nederlanders omdat het mensen zijn die ambitie hebben, die voor hun gezin, voor zichzelf en voor hun toekomst het beste willen bereiken. Als ze in omstandigheden zitten waarin dat niet kan, hebben zij het schild voor de zwakkeren, de overheid, soms nodig. Dan staan we er ook voor deze groep mensen. Het gaat dus om iedereen die van goede wil is. Dat is niet alleen een geldkwestie. Dat is ook een kwestie van hoe wij als politici kijken naar de samenleving, waar we zelf deel van zijn, lid van zijn en aan deelnemen. Het gaat dus om oprechte zorgen die bij mensen leven. We hebben het ook in de vorige verkiezingscampagne gezien. Nu zijn er twintig zetels voor de PVV en zoveel zetels voor andere partijen die uiteindelijk geen verantwoordelijkheid willen nemen. Dan kun je zeggen: die mensen hebben ongelijk door op die mensen te stemmen. Of je kunt zeggen: nee, het is heel anders; we gaan met deze mensen in gesprek want de zorgen die de mensen hebben, nemen wij zeer, zeer serieus. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Het is wel heel bijzonder dat u zegt dat u met de mensen in gesprek wil gaan, want dit kabinet wil gewoon het referendum af gaan schaffen, waardoor het wantrouwen in de politiek alleen nog maar groter wordt, omdat mensen vanuit hun gewone positie graag willen meepraten over het beleid en willen aangeven wanneer iets niet door kan gaan. Maar ook dat wil het kabinet niet horen. Dus als het gaat om het referendum en het willen luisteren naar mensen, omarmt dit kabinet eigenlijk als enige het afluisteren van mensen en niet echt zozeer het luisteren naar mensen. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Over het referendum kun je heel verschillend denken, maar het is niet zo dat mensen of politici die een minder groot voorstander van het referendum zijn, geen voorstander van democratie zijn. Dit gaat om het leerstuk van de directe democratie of de representatieve democratie. Laat ik voor mezelf spreken, want ook in deze coalitie wordt daar natuurlijk verschillend over gedacht. Maar uiteindelijk ben ik zelf een politicus die gelooft in de representatieve democratie, waarbij we hier in de Tweede Kamer uit een veelheid aan argumenten en vraagstukken afwegingen maken, die zich zelden lenen voor een ja of nee. Ook hier is een debat zelden ja of nee. Uiteindelijk ja, maar na een langdurige discussie die je met elkaar voert, met vertegenwoordigers van de Nederlandse bevolking. Dus ik ben een groot voorstander van de representatieve democratie. Dat is niet dat je voor minder democratie bent. Het zorgt er wel voor dat de mensen die ons ingehuurd hebben, niet ieder ogenblik door ons weer wordt gevraagd: wat vindt u er eigenlijk van? Daar hadden ze ons immers voor ingehuurd. 

De voorzitter:

De heer Wilders, een punt van orde, dacht ik. 

De heer Wilders (PVV):

Nou ja, een punt van orde ... 

De voorzitter:

Ja, want de heer Asscher is aan de beurt. 

De heer Wilders (PVV):

Ja, maar meneer Asscher vindt het volgens mij goed dat ik één zinnetje hierover zeg. 

De voorzitter:

Is dat zo? 

De heer Asscher (PvdA):

Als het één zin is! 

De voorzitter:

Eén zin, oké. De heer Wilders. 

De heer Wilders (PVV):

Met een paar komma's. 

(Hilariteit) 

De heer Wilders (PVV):

Ik hoorde premier Rutte net even in een bijzinnetje zeggen "en partijen als de PVV die hun verantwoordelijkheid niet wilden nemen". Ik dacht: het moet toch niet veel gekker worden. Als er één partij is die niet alleen de verkiezingen heeft gewonnen maar ook dolgraag aan de onderhandelingstafel had willen zitten, dan is het de PVV wel. Wie is nou de partij geweest die de democratie een schop heeft gegeven, onze kiezer een klap in het gezicht heeft gegeven en heeft gezegd: je hebt wel gewonnen en je hebt wel twintig zetels, maar je mag van ons niet meedoen? Degene die de democratie om zeep heeft geholpen, dat bent ú, niet wij. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Het is prachtig als een partij zegt: ik wil deelnemen aan de regering. Dat heeft de heer Wilders inderdaad gezegd, dat klopt. Gewoon toegegeven, daar heeft hij absoluut gelijk in. Maar dan is vervolgens wel de vraag met wat voor standpunten en wat voor soort opvattingen zo'n partij aan tafel komt. Als een partij dan hele bevolkingsgroepen wegzet, op geen enkele manier bereid is te komen tot reële oplossingen voor de problemen van vandaag en alles zoekt in platte retoriek, dan moet zo'n partij die zegt "ik wil regeren" niet verbaasd zijn als dan vervolgens de conclusie is: die partij wil helemaal niet regeren, die wil vooral worden afgewezen. De heer Wilders is wat dat betreft een beetje een vrouw die eigenlijk helemaal niet bemind wil worden en zich daarom zo onaantrekkelijk mogelijk voordoet. 

(Hilariteit) 

De voorzitter:

Hoe weet u dat, van vrouwen? 

De heer Mark Rutte (VVD):

En als hij dat een persoonlijke aanval vindt, voorzitter, heeft hij volkomen gelijk! 

(Hilariteit) 

De heer Wilders (PVV):

Zeker. Alleen ja, wie zegt het? Heel Nederland weet nog niet eens of de heer Rutte ooit een vrouw heeft gehad! 

(Hilariteit) 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ja, o, o, o, o. Ook waar, ja. Dat ze dat niet weten! 

(Hilariteit) 

De voorzitter:

De heer Asscher. 

De heer Asscher (PvdA):

Voorzitter, dank u wel. 

De voorzitter:

De overgang wordt nu een beetje groot. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Terug naar de inhoud! 

De heer Asscher (PvdA):

Ik wil eigenlijk beginnen met iets positiefs. Ik wil de heer Rutte toch feliciteren. Hij heeft een regeerakkoord gesloten. Het heet Vertrouwen in de toekomst. Dat is een prestatie. Dat hebben we gezien. Het is wel opmerkelijk dat hij de enige is die er zelf ook vertrouwen in heeft en het wil gaan uitvoeren. Alle andere onderhandelaars blijven hier namelijk toekijken hoe hij dit bouwwerk werkelijkheid gaat maken. Nu de vraag, voorzitter. 

De voorzitter:

Niet op de heer Pechtold reageren, mijnheer Asscher. 

De heer Asscher (PvdA):

Op Pechtold niet reageren is het advies. Ik begrijp het. Voorzitter, de vraag, want er zit wel degelijk een ideologische keuze in het regeerakkoord die niet nodig is. De lastenverlichting voor de aandeelhouders, de verlaging van de winstbelasting, is veel groter dan zelfs in het VVD-verkiezingsprogramma stond. De omvang van het cadeau, dat trouwens geen baan oplevert volgens de berekeningen — voordat de heer Rutte met dat argument komt — is gigantisch. Daar staat tegenover dat we er met z'n allen voor betalen. Inderdaad, in de dagelijkse boodschappen, maar ook de mensen in de wijkverpleging gaan daarvoor betalen. Wat dat betreft vond ik het heel vals om te gaan praten over schrapsessies, terwijl de enige schrapsessie is dat er 100 miljoen, in deze goede tijd, terwijl het niet nodig is, wordt bezuinigd op die wijkverpleegkundige. Dan moet je niet zeggen: ze willen er niet werken vanwege de bureaucratie. Ja ook, maar dat komt omdat er te weinig zijn. Die vrouwen, meestal, fietsen van hot naar her naar patiënten. De meeste ouderen wonen thuis en zijn ervan afhankelijk. U kiest ervoor, mijnheer Rutte, om daarop te gaan bezuinigen. U kiest ervoor om te bezuinigen op mensen met een arbeidsongeschiktheid, op mensen die juist veel kwetsbaarder zijn. Als dat moet, dan moet je daar een heel goede reden voor hebben. De reden kan niet zijn iemand die staat te lachen in een boardroom omdat hij dit cadeau van deze coalitie krijgt. 

We hebben gewacht op het regeerakkoord. Het ligt er: 56 dichtgetikte velletjes. De vraag is deze. Valt er iets aan te wijzigen? Valt er te praten over een verbetering? Valt er te praten, juist voor die wijkverpleegkundige, over bijvoorbeeld het schrappen van die 100 miljoen? Wij zouden er meer in willen investeren. Wij hebben dat in ons verkiezingsprogramma staan. Geld kan hier niet het probleem zijn, dus het gaat om de politieke wil. Het is een vraag aan de leider van de VVD: geen makkelijke praatjes over schrapsessies en bureaucratie, geld is er nodig. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ik moet een paar vragen beantwoorden die besloten liggen in het betoog van de heer Asscher. Ten eerste: op zijn finale vraag is het antwoord uiteraard ja. Dit kabinet gaat het gesprek aan, niet alleen met de eigen fracties, maar met de hele Tweede Kamer. Als er goede ideeën zijn, zullen we proberen om met elkaar tot overeenstemming te komen. Dus uiteraard is het antwoord: ja, wij staan open voor goede ideeën en goede discussies. Dan onderliggend: er zitten twee verkeerde aannames in het betoog van de heer Asscher die ik wil rechtzetten. In de eerste plaats de btw-verhoging. Laat ik die even pakken. Hij noemde haar niet direct, maar indirect wel. Die btw-verhoging gaat helemaal terug in de inkomstenbelasting en er gaat nog veel meer naar verlaging van de inkomstenbelasting. Het bedrijfsleven heeft te maken met een afschaffing van de dividendbelasting en een verlaging van de vennootschapsbelasting. Maar daar staat tegenover dat de bedrijven in Nederland de komende jaren heel veel te maken krijgen met de vergroening. Dat gaat de bedrijven ook heel veel geld kosten aan extra lasten om Nederland qua milieu en klimaat de komende jaren in de pas met Parijs te laten lopen en ervoor te zorgen dat wij ook een land zijn waar de innovatie op gang komt vanwege de klimaatverandering en alle innovatiekracht die daarvoor nodig is. Dat kost de bedrijven geld en dat gaat dus ook terug in een verlaging van belastingen. Het is dus niet zo dat deze coalitie netto heel forse lastenverlichtingen geeft aan het bedrijfsleven. Dat blijkt ook uit de doorrekeningen. Dat doen we niet. 

De heer Asscher (PvdA):

Dit klopt niet. Het is niet zo dat die aandeelhouder, die Chinese, Amerikaanse of Russische belegger, die dit cadeau van 1,4 miljard euro krijgt van de heer Rutte, zo'n last heeft van die vergroeningsmaatregelen. Dat is niet waar. Het is ook niet zo dat díé gaat betalen voor de boodschappen. Nee, dat gaan de gewone gezinnen betalen. Die zien dat alles duurder wordt. Wij weten dat dat harder aankomt bij lage inkomens. En het gaat naar de enige groep die helemaal niet zielig is: aandeelhouders, grote beleggers en hedge funds. Dus het is een politieke keuze. Die cadeaus zijn uitgedeeld. Die kurk gaat niet meer terug op de champagnefles die daar heeft geknald, maar dan moet je ook waarmaken wat daarvoor gezegd werd. Het gaat niet om in theorie goede ideeën. Het gaat nu om een heel concrete suggestie, die belangrijk is, want er is echt zorg bij de wijkverpleegkundige dat daar nu 100 miljoen wordt weggehaald. Gelukkig is er geld voor de verpleeghuiszorg, maar de meeste ouderen wonen thuis en zijn afhankelijk van wijkverpleging. Dan moeten wij nu niet zeggen dat wij daar in het algemeen over willen praten. Ik heb een concreet voorstel. Ik heb daar ook dekking voor als dat de vervolgvraag zou zijn. De aflosboete is aangepast na het drukken van het regeerakkoord. Deze raakt mensen heel direct: ouderen die afhankelijk zijn van de wijkverpleging en de wijkverpleegkundigen zelf. Laten wij vandaag die 100 miljoen schrappen, in plaats van een heel verhaal te houden over het bedrijfsleven et cetera. Nee, als er een groep is die het nodig heeft, zijn dat ouderen, uitkeringsgerechtigden en wijkverpleegkundigen. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Wat de heer Asscher hier doet, is dingen met elkaar combineren. Ik snap dat retorisch, maar het klopt niet. 

De heer Asscher (PvdA):

Dingen met elkaar combineren is ons werk. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Zeker, als ze kloppen. Alleen, laat ik uitleggen waarom het oprecht niet klopt. Wat wij doen met het nieuwe kabinet is heel fors inzetten om in Nederland de klimaattransitie de komende jaren nu ook echt waar te maken. Dat vraag heel veel innovatie. 

De heer Asscher (PvdA):

Dit is dingen met elkaar combineren; ik had het over de wijkverpleegkundigen. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Laat mij dit even afmaken. Ik ga proberen u van repliek te dienen. Uiteindelijk zal de conclusie zijn dat wij met elkaar de komende tijd het gesprek moeten voeren over welke plannen kunnen worden verbeterd met steun van de oppositie. Daar staan wij natuurlijk voor open, dus die algemene vraag beantwoord ik met ja. Maar er zit een betoog onder waar ik het oprecht niet mee eens ben. Wat wij doen is het bedrijfsleven ook fors laten betalen voor de nodige vergroening. Daar gaat het bedrijfsleven veel van merken. Vervolgens willen wij, nu wij uit de crisis komen en extra banen nodig hebben, dat het voor het bedrijfsleven aantrekkelijk blijft om in Nederland te ondernemen. Hoe doe je dat? Door die vele vergroeningsmaatregelen ook weer terug te geven aan datzelfde bedrijfsleven. Per saldo blijft er zelfs een kleine lastenverzwaring over voor het bedrijfsleven. Waar is dat voor nodig? De heer Asscher heeft het over Chinezen, of ik weet niet precies wat hij zei, maar het gaat erom dat wij in Nederland meer hoofdkantoren willen. Wij willen meer solide bedrijven naar Nederland halen. Wij willen dat goede bedrijven in Nederland blijven. Dat zijn kleine bedrijven, middelgrote bedrijven en grote bedrijven. Ook die grote bedrijven zorgen voor veel banen in de toeleveringsbedrijven: het midden- en kleinbedrijf. Uiteindelijk verdienen wij het geld niet hier in de Kamer; dat weet de heer Asscher, dat weet ik. Wij verdienen het geld niet als overheid. De belastingopbrengst komt er uiteindelijk omdat mensen in het bedrijfsleven risico's nemen, daar succes in hebben en winst maken. Daardoor kunnen wij dit mooie land heel welvarend houden. Dit kabinet wil ervoor zorgen dat die banen er ook in de toekomst blijven. Dat is wat wij doen. Daarmee probeer ik even uw combinatie van Chinezen en ik weet allemaal niet wat, te ontgiften. Dat klopt echt niet. 

De voorzitter:

Tot slot op dit punt, mijnheer Asscher. 

De heer Asscher (PvdA):

De conclusie is heel duidelijk: er wordt 4,5 miljard aan de grote bedrijven en aandeelhouders gegeven. Dat is een politieke keuze. Die keuze wordt in een tijd van begrotingsoverschotten betaald door wijkverpleegkundigen en via de dagelijkse boodschappen. Dan kun je niet weglopen met het algemene verhaal dat dat nodig is voor de banen, want het levert geen baan op. Het levert geen baan op in de berekeningen die het kabinet in wording zelf heeft opgestuurd. Dus het is een politieke keuze. Ik vind het niet uitlegbaar dat je na zo veel jaren crisis, die wij met z'n allen hebben gevoeld, nu er eindelijk ruimte is, niet investeert in wat echt belangrijk is voor de samenleving, zoals een fijne woning, goede zorg voor iedereen en een vaste baan, maar investeert in abstracte hoofdkantoren, boardrooms en buitenlandse beleggers. Dat is een politieke keuze die de VVD maar moet uitleggen. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Hier moeten wij met elkaar het hele verhaal blijven vertellen. Het hele verhaal is: ja, het is waar dat de belastingen bij het bedrijfsleven omlaaggaan. Maar als je het hele verhaal wilt vertellen, moet je laten zien dat er op andere punten ook heel grote lastenverzwaringen zijn omdat het bedrijfsleven in belangrijke mate ook de prijs moet betalen van het feit dat wij ons land groener gaan maken de komende jaren. Dat is ook niet erg. Het bedrijfsleven snapt dat, maar dan is het ook logisch dat je op andere plekken de lasten verlicht. Op die manier zorg je ervoor dat die banen hier blijven. 

Tegelijkertijd gaan we — ook dat hebben we afgesproken in het regeerakkoord — bronheffingen doen op de belastingvoordelen voor brievenbus-bv's, voor verkeerde types trustkantoren. We gaan er dus ook daadwerkelijk voor zorgen dat we de komende jaren met het goede soort banen wat je hier wilt hebben van serieuze bedrijven, zoals ooit grote bedrijven hier ontstaan zijn, zoals trotse middelgrote bedrijven ontstaan zijn, heel veel kleinere bedrijven hier ontstaan zijn, verder gaan. Daarom willen we ook af van het verkeerd soort ondernemerschap, bijvoorbeeld brievenbus-bv's. Daar maken we dus daadwerkelijke keuzes. Per saldo is het niet zo dat we 4,5 miljard teruggeven, per saldo is het zo dat er nog steeds een kleine lastenverzwaring staat voor het bedrijfsleven. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Dit nieuwe kabinet en meneer Rutte kiezen ervoor om boodschappen duurder te maken, het museumbezoek, boeken, kranten, zeg maar het dagelijkse leven. Aan de andere kant worden belastingen voor het bedrijfsleven inderdaad keihard verlaagd. Dan komt de heer Rutte hier aan met: er wordt ook vergroend in die belastingen en dat moet je teruggeven. 800 miljoen, mevrouw de voorzitter, 800 miljoen worden de belastingen vergroend voor de grote bedrijven. En er wordt 4,5 miljard teruggegeven in de vorm van een lagere vennootschapsbelasting en het helemaal schrappen van de dividendbelasting. Ik heb eigenlijk een hele eenvoudige vraag. Waarom kiest het kabinet ervoor, in deze tijd, dat we geld over hebben, om toch nog de btw te verhogen voor burgers? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Als het daarbij zou blijven, zou ik me onmiddellijk aansluiten, heb ik al gezegd, bij het initiatief wat ik gisteren de drie linkse collega's zag nemen. Maar dat is niet het verhaal. Want het verhaal is dat wij die btw verhogen om het vervolgens volledig terug te geven in lagere inkomstenbelasting. En daarbovenop gaat de inkomstenbelasting nog verder omlaag. Sterker nog: we zijn in staat om de komende jaren de mensen in hun portemonnee een forse koopkrachtstijging te bezorgen. Daarbij is een verschuiving van consumptie naar inkomen, dus een verschuiving van wat je in de winkel koopt naar inderdaad het daadwerkelijk verlagen van de inkomstenbelasting, er eentje die rechtstreeks komt uit het leerboek van GroenLinks. Dus ik had de heer Klaver op dit punt tenminste hier wat enthousiaster verwacht. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Nadat we zolang met elkaar aan tafel hebben gezeten, had ik toch ingeschat dat de heer Rutte mij beter had gekend. Want als hij het heeft over consuminderen, wat ik heel bijzonder vind voor een VVD'er, dan heeft GroenLinks dat nooit bedoeld met minder museumbezoek of minder boeken lezen of minder groente en fruit kopen. Dat heeft helemaal niets te maken met het verduurzamen van je economie. Nu dit kabinet zegt er voor de gewone mensen te zijn en er na de enorme economische crisis voor te willen zorgen dat iedereen profiteert, moet je keuzes maken in schaarse; dat is de grote vraag. Dan is een keuze die dit kabinet maakt om de btw voor gewone mensen te verhogen en tegelijkertijd enorme Vpb-kortingen te geven en de dividendbelasting helemaal te schrappen. Dat is een belasting die niet eens ten goede komt aan Nederlandse bedrijven, maar aan buitenlandse bedrijven. En als ik dan onderaan de streep van al uw plannen kijk, levert het ook niet eens extra werkgelegenheid op. Daarom snap ik niet dat je, als je als kabinet zegt er te zijn voor de gewone Nederlander, voor al die mensen die in de crisis zo hard hebben gewerkt om dit land er weer bovenop te krijgen, hun boodschappen toch weer duurder maakt. Het betoog van de minister-president is op dit punt niet geloofwaardig. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ja, de heer Klaver verbreedt het nu weer enorm, ook naar de bedrijven. Maar dat klopt niet. Wat wij doen ... 

De heer Klaver (GroenLinks):

Het klopt wel! 

De heer Mark Rutte (VVD):

... is inderdaad de btw verhogen. Dat klopt. En als het daarbij zou blijven — ik heb het een paar keer gezegd — dan snap ik ook de kritiek. Maar wat is erop tegen, nu we uit de crisis komen, nu we in staat zijn om sowieso lastenverlichting te geven aan Nederland, die lastenverlichting nog een stuk groter te laten zijn door daarnaast een schuif aan te brengen tussen belasting op consumptie naar belasting op arbeid verminderen? Dat is een beweging waar alle economen in Nederland, alle deskundigen al jaren van zeggen: die zou verstandig zijn, dat is goed voor de economie. Je ziet ook dat door dit kabinet de economische groei verder wordt aangewakkerd. Dat heeft het Centraal Planbureau ook laten zien. De economische groei zal verder toenemen door dit kabinet. Dus dat beleid is verstandig. Zou je het laten bij een lastenverzwaring, ja, dat zou misschien nog te verklaren zijn in een crisis, maar dat doen we niet. Het leidt uiteindelijk tot een lastenverlichting, zelfs een veel forsere lastenverlichting dan de verhoging van de btw-tarieven. Dus ik zit echt even te zoeken waar ik de heer Klaver nou ben kwijtgeraakt. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik vind het tamelijk ongelooflijk dat u zegt: ja, juist nu het beter gaat kunnen we de btw eigenlijk wel verhogen en de boodschappen duurder maken, want mensen krijgen lagere belastingen. Er is een totale zak met geld die je als nieuw kabinet te besteden hebt. Dat is waar deze minister-president het over heeft gehad, dit is waar Mark Rutte het over heeft: we moeten keuzes maken in schaarste. En ik constateer dat er wordt gekozen om lasten op arbeid verder te verlichten, de btw wordt verhoogd en boodschappen duurder worden gemaakt. Tegelijkertijd krijgen grote multinationals miljarden toegeschoven. De minister-president zegt dan: dat doen we, want we pakken bijvoorbeeld ook de belastingontwijking aan. O ja, wat was het ook alweer met die belastingontwijking? Dat gaat om grote multinationals die eigenlijk te weinig bijdragen aan al onze collectieve voorzieningen. Het is heel goed dat ze dat wel gaan doen, maar dat is niet het idee van: we pakken het met de ene hand en met de andere hand geven we het weer terug aan die grote multinationals. Dit kabinet realiseert niet meer werkgelegenheid. Dit kabinet maakt boodschappen van mensen duurder. Op deze manier ben je geen kabinet voor gewone mensen. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Wat wij doen, is de favoriete band van Gert-Jan Segers voortaan weer zijn fiscale heil laten zoeken in Ierland. We willen af van dat type brievenbus-bv's. We willen wel goede kwaliteit van banen in Nederland hebben en halen. Op dit moment liggen er enorme kansen, ook in de wereld, vanwege de grote ontwikkelingen — kijk naar het Verenigd Koninkrijk en elders — om heel veel extra werkgelegenheid in Nederland te krijgen en heel veel goede werkgelegenheid in Nederland te behouden. Dat is heel erg goed voor het midden- en kleinbedrijf, dat kan toeleveren aan al die ondernemingen en al die kantoren. Dat zijn keuzes die we maken. Per saldo zie je dat het bedrijfsleven in Nederland, de vrije sector, niet te maken heeft met lastenverlichting maar met een kleine lastenverzwaring. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Dit is precies het verschil tussen de VVD en GroenLinks. Zij willen hoofdkantoren naar Nederland halen, zij zetten in op de grote multinationals. Die btw-verhoging gaat kappers raken, gaat de groenteboer raken, gaat al die zelfstandigen raken, zoals de fietsenmakers. Dat is juist wat we niet moeten willen. De werkgelegenheid in Nederland komt van het midden- en kleinbedrijf en dat wordt hard geraakt door deze maatregel. Dus stop met te kijken naar dat grootbedrijf, wat de VVD altijd doet — ze willen al die mooie banken uit Londen naar Amsterdam halen — en focus je eens op Nederlandse bedrijven die echt iets toevoegen aan onze economie. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Dit zou waar zijn als het bij de btw-verhoging zou blijven. Dan zou mijn kapper terecht kunnen zeggen: wat doe je nou? Maar vervolgens zorgen we ervoor dat die helemaal teruggaat naar de portemonnee van de mensen. Daarbovenop is er nog veel meer lastenverlichting die terechtkomt in de portemonnee van de mensen. Dat op zichzelf is heel erg goed voor ons midden- en kleinbedrijf. Dus per saldo hebben mensen meer te besteden. In die stijgende koopkrachtplaatjes zit die btw-verhoging ook. Die zit daar gewoon helemaal in. En nog steeds gaat de koopkracht er de komende jaren zeer fors op vooruit. Voor een heel gemiddeld gezin met 6%. Dat zijn enorme koopkrachtstijgingen. Daar gaat het midden- en kleinbedrijf van profiteren. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Mevrouw de voorzitter. Ik zal de verleiding weerstaan om mijn eigen inbreng in de vorm van een interruptie te gieten. Ik wil de heer Rutte wel complimenteren met het feit dat het gelukt is om met heel verschillende partijen een ambitieus regeerakkoord vast te stellen. Complimenten daarvoor. 

Een belangrijke vraag voor dit debat — die is net ook door de heer Asscher gesteld — is welke ruimte er nog is voor veranderingen. Er zijn net twee punten naar voren gekomen waar heel veel gewone, normale Nederlanders, waar de heer Rutte veel over spreekt, moeite mee hebben. Dat zijn de aflosboete en de vraag of er wel genoeg geld gaat naar de mensen die niet naar een verpleeghuis gaan, maar zorg thuis willen krijgen. Welke ruimte is er om op zulke punten tot verandering te komen, als daar in de Kamer constructieve voorstellen voor zijn? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ik wil nu niet op concrete dossiers ingaan. Dit is het debat voor het aanstellen van een formateur. We hebben over twee weken het debat over de regeringsverklaring. Dat lijkt mij veel meer de plek om in deze mate van detail op zaken in te gaan. Ik ga de vraag dan ook algemener beantwoorden. Dat algemene antwoord is: ja. Alexander Pechtold zei in de aanloop naar dit kabinet al dat dit een kabinet moet zijn dat links en rechts verbindt, dat contact zoekt met andere partijen en dat, als er goede ideeën leven bij andere partijen, zal proberen die in het eigen beleid te verwerken. Dat is politiek ook aantrekkelijk, want dan hebben we meer steun dan de 76 zetels. Ik ga nu niet voor concrete dossiers daarnaar kijken. Dat lijkt mij meer iets voor de regeringsverklaring en misschien nog wel veel meer voor daarna als we praten over de concrete plannen die het kabinet gaat indienen. Dat zal eerst nog allemaal moeten gebeuren. Het is nu nog een regeerakkoord en geen wetstekst. Dat moet allemaal nog worden omgezet in concrete maatregelen. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Daar ben ik het helemaal mee eens. Dat was ook niet de strekking van mijn vraag. Ik wil wel nog wat meer horen over onderwerpen waar soms lang over gesteggeld is. Wat betreft die aflosboete zie je een voetnoot staan in het eindverslag dat op het laatste moment van 20 jaar 30 jaar is gemaakt. Zijn er niet heel veel punten waarvan ook de heer Rutte zegt: daar zijn we met vier partijen zo lang mee bezig geweest, daar zit eigenlijk geen muziek meer in? Zijn ook dat soort onderdelen van het akkoord nog bespreekbaar? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ik wil niet de 60 pagina's doorlopen en dan mijn inschatting geven. Ik ben ook maar een van de vier samenstellende partijen van deze coalitie. Ik zal niet mijn inschatting geven vanuit mijn politieke kleur waar dat wel of niet kan. Volgens mij is voor dit debat het constructieve antwoord dat hier een coalitie aantreedt dat zich realiseert dat er meer wijsheid is dan alleen bij de coalitiepartijen, dat er ook wijsheid zit bij andere partijen en dat je daarom altijd het debat moet zoeken met andere partijen om te kijken hoe je voorstellen kunt verbeteren. Daar zullen we de komende maanden en jaren aan werken. Daar heb ik volgens mij wel enige reputatie in opgebouwd in de afgelopen vijf jaar. 

De heer Krol (50PLUS):

Ik ben blij dat de heer Rutte zegt dat hij ook wil luisteren naar de zorgen die er leven bij de oppositiepartijen. Een van mijn grote zorgen is de volgende, en ik hoop dat de heer Rutte met mij mee wil denken. Hij moet toch begrijpen dat iemand die in een restaurant een portie oesters bestelt, of iemand die een volle boodschappenmand haalt bij Albert Heijn, in verhouding veel minder last heeft van die btw-verhoging dan de mensen die hun karige boodschappen moeten doen bij de Lidl en de Aldi? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Daarom verlagen we de inkomstenbelasting ook heel fors en geven we die btw-verhoging helemaal terug. Dat is een keuze die wij maken. Het is een verschuiving van consumptie naar arbeid. En niet alleen dat; er gaat zelfs nog veel meer lastenverlichting komen. 

De heer Krol (50PLUS):

Ik hoop dat u mij het woord geeft, mevrouw de voorzitter, en dat ik ook mag reageren. 

De voorzitter:

Ja hoor, mijnheer Krol. 

De heer Krol (50PLUS):

Ik hoop dat ik mag zeggen dat er natuurlijk ook een grote groep is die geen inkomen uit arbeid heeft, maar in het verleden geprobeerd heeft om met AOW en het opbouwen van een klein pensioentje ook nog een leuke oudere dag te hebben. Dat zijn de mensen die in verhouding het meest last hebben van uw maatregelen, mijnheer Rutte. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Daarom kiest dit kabinet ervoor om de AOW te blijven koppelen aan de lonen, anders dan 50PLUS, dat hem alleen aan de prijzen wil koppelen. Dat betekent dat voor een gehuwde AOW'er het verschil tussen dit aantredende kabinet en 50PLUS €350 per jaar is. Dat hebben ze bij ons meer dan bij u. 

De heer Krol (50PLUS):

Even een correctie ... 

De heer Mark Rutte (VVD):

U moet uw partij voortaan echt 50MIN gaan noemen, hoor, want 50PLUS is het niet. 

De heer Krol (50PLUS):

Even een correctie: 50PLUS koppelt de AOW niet alleen aan de prijzen, zoals u zegt. Dat is niet zo. Dat fabeltje is de wereld in geholpen. Sommige mensen zijn daar heel goed in geweest. Maar het is niet waar. Het staat niet in ons verkiezingsprogramma. Wij zijn daar absoluut geen voorstander van. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Dan ben ik de draad echt helemaal kwijt, want ik heb u toch echt horen zeggen dat u de AOW aan de prijzen ging koppelen en niet meer aan de lonen. Dat maakt echt €350 verschil, in vier jaar tijd. 

De voorzitter:

Mijnheer Klaver, u bent net geweest! 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ja, sorry, ik heb een korte vraag aan mijnheer Rutte. 

De voorzitter:

Een heel korte vraag. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ja, echt een hele korte vraag. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ik blijf hier gewoon de hele dag staan. Ik wil er dadelijk wel een kopje koffie bij. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik kijk er nu al naar uit. 

De voorzitter:

De heer Kuzu was eigenlijk aan de beurt, tenzij hij u voor wil laten gaan. Ik zie dat hij dat goedvindt. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Het is echt een hele korte vraag. De heer Rutte had het zojuist over de koopkrachtplaatjes. Hij zei dat de btw-verhoging daar gewoon in zit. Nou ja, de inflatie zit erin, en daar wordt de btw ook in meegenomen. Maar om echt een goed beeld te krijgen van wat dit voor huishoudens betekent, zou ik het wel een heel goed idee vinden als het Nibud daar ook naar zou kijken. Ik vroeg me af of de heer Rutte bereid is om het Nibud die vraag te stellen, als hij er zo zeker van is hoe goed dit kabinet voor een gezin is. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Volgens mij kan ik daar nu geen ja op zeggen, want ik sta hier als VVD-fractievoorzitter. Dat is dan een vraag aan de Kamer. Als de Kamer dat wil uitvragen, is dat goed. Maar ik sta hier niet voor het kabinet, dus ik kan daar nu niet in formele zin op antwoorden. Als de heer Klaver vanuit de Kamer het initiatief wil nemen om het Nibud die vraag te stellen, dan steun ik dat. Maar ik kan dat nu niet toezeggen vanuit de regering. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik snap de rolverwarring, maar u staat daar als fractievoorzitter, en dat is ook hoe ik ernaar vraag. Zou u als fractievoorzitter van de VVD zo'n verzoek kunnen steunen? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Dat lijkt me heel goed, maar dan moet de Kamer dat verzoek doen. 

De voorzitter:

Mijnheer Asscher, ook u bent net geweest! 

De heer Asscher (PvdA):

Ik wil dat laatste punt even afmaken. 

De voorzitter:

Ik kijk even naar de heer Kuzu. 

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, ook dat vind ik goed. 

De voorzitter:

Nou, kijk eens aan. 

De heer Asscher (PvdA):

Dank je wel. De heer Rutte praat hier steeds in abstracto. Hij zegt: ja, dan moeten die partijen bij elkaar komen en daar moeten we dan een keer over spreken. We zijn hier nu met z'n allen bij elkaar. De heer Rutte zegt dat je geen dingen moet gaan combineren. Dat is wat we hier doen. We voeren debat over het regeerakkoord. Jesse Klaver vraagt: zullen we het Nibud ernaar laten kijken? U zegt: dat is een goed idee. Dan hebben we dus al bijna een Kamermeerderheid. Niks mitsen en maren; we kunnen hier vandaag in dit huis van de democratie afspraken maken over wat we willen. Dat geldt voor die Nibud-berekening, en ook — dat was het andere — voor de vraag van Kees van der Staaij. Zijn vraag was helemaal niet: kan ik vandaag geld hebben? Hij vroeg: bent u bereid om de bezuiniging van 100 miljoen op de wijkverpleegkunde te schrappen in ruil voor ietsje minder cadeau als het gaat om dividendbelasting? Dat is een concrete vraag, en geen algemene. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ik heb die vraag drie keer beantwoord. Ik denk dat we dan echt in herhaling vallen. 

De heer Asscher (PvdA):

U heeft hem nul keer beantwoord. Is het ja of is het nee? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ik heb hem drie keer beantwoord. Om te beginnen heb ik tegen de heer Asscher gezegd dat de feiten niet kloppen. Ten tweede combineert hij dingen die niet met elkaar te combineren zijn. Het klopt gewoon niet wat hij zegt. Ik heb toen gezegd: ja, het kabinet staat open voor verandering in algemene zin. Laten we het debat nou voeren op de inhoud, en verstandig. Want wat hij nu combineert, is retorisch allemaal heel leuk, maar het klopt gewoon niet. Dat is echt een onzinverhaal. 

De heer Asscher (PvdA):

In de stukken die vandaag besproken worden en die de heer Rutte naar ons toe heeft gestuurd, staat: 100 miljoen bezuinigen op de wijkverpleging. Zo concreet is het. Zo makkelijk is het ook. Hij kan mijn vraag makkelijk met nee beantwoorden, maar die helderheid is hij ons en daarachter ook de wijkverpleegkundigen, die zich zorgen maken, verschuldigd. Is hij bereid namens de VVD mee te werken aan het schrappen van de bezuiniging op de wijkverpleegkundigen? Zo eenvoudig is het: 100 miljoen in een tijd van overvloed. Ja of nee? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Het nieuwe kabinet gaat het beleid voortzetten dat het vorige kabinet met de Partij van de Arbeid heeft gevoerd, namelijk akkoorden sluiten met de zorg om de kostenstijging onder controle te houden. Daar gaat niet minder geld naartoe, maar we houden de kostenstijging onder controle. Dat gaan we de komende jaren doen. 

De heer Asscher (PvdA):

Er gaat wél minder geld naartoe. 

De voorzitter:

Echt tot slot, want er staan nog meer mensen die graag willen interrumperen. 

De heer Asscher (PvdA):

Excuses aan de collega's, maar de vraag is echt zo eenvoudig als ik hem stel: is Mark Rutte namens de VVD bereid om de 100 miljoen — wij wilden investeren; wij wilden veel meer — die hij in de goede tijd wil bezuinigen op de wijkverpleegkundigen ten koste van ouderen en ten koste van werknemers die zich het vuur echt uit de sloffen lopen voor die oudere patiënten, vandaag te schrappen in ruil voor iets minder cadeau aan de aandeelhouders? Ja of nee? 

De heer Mark Rutte (VVD):

De heer Asscher heeft dit nu een paar keer gezegd. Hij combineert nu dingen uit het regeerakkoord die niet te combineren zijn. De keuze zoals de heer Asscher die hier voorlegt, is niet de keuze die de coalitie heeft gemaakt. Dit klopt gewoon simpelweg niet. Daarom zeg ik tegen hem: die plannen gaan allemaal worden uitgewerkt en we gaan door met wat we ook met de Partij van de Arbeid hebben gedaan, in de vorige periode. 

De heer Asscher (PvdA):

Dit plan moet niet worden uitgewerkt. Dit moet niet gebeuren. 

De heer Mark Rutte (VVD):

We gaan door met wat we ook in de vorige periode hebben gedaan: sluiten van hoofdlijnenakkoorden met de zorg om ervoor te zorgen dat we in Nederland, waar we 90 miljard aan de zorg uitgeven en een fantastische gezondheidszorg hebben die we ook voor de toekomst willen behouden, op de een of andere manier die kostenstijging enigszins onder controle houden, op een verstandige manier, zonder dat dat ten koste gaat van de mensen, want dat willen we natuurlijk helemaal niet. Dat wil de heer Asscher niet en dat wil deze coalitie niet. Je gaat niet bezuinigen op de kwetsbaarsten, maar hij combineert nu dingen die niet kloppen. Maar zijn algemene vraag snap ik: staat deze coalitie open voor goede ideeën uit de Kamer? Het antwoord is ja. 

De heer Asscher (PvdA):

Ik constateer dat u niet alleen mij geen antwoord geeft maar ook die wijkverpleegkundigen. Dat vind ik respectloos. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Dat is gewoon echt niet waar, mijnheer Asscher. 

De voorzitter:

Ik wil toch even ... 

De heer Roemer (SP):

Een punt van orde, alstublieft. 

De voorzitter:

O, u hebt een punt van orde. Ik wilde eigenlijk ... 

De heer Kuzu (DENK):

De heer Roemer heeft dit netjes aan mij gevraagd. Ook dat vind ik goed, voorzitter. 

De voorzitter:

U blijft daar staan en iedereen toestemming geven, maar ik dacht dat ik daarover ging. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Mag ik dan koffie? 

De voorzitter:

De heer Roemer. 

De heer Roemer (SP):

Ik heb een punt van orde. De heer Asscher stelde net voor om via u aan het Nibud te vragen om een onderzoek te doen en om dat voor het debat van over twee weken naar de Kamer te sturen. Volgens mij hoeven we daarmee niet te wachten en hoeven we daar geen moties voor in te dienen. Als ook de VVD daarvoor is, is daar gewoon een meerderheid voor. Mijn punt van orde is dus om dat verzoek via u te doen, zodat het zo snel mogelijk naar het Nibud kan. Dan kan het Nibud direct aan de slag. 

De voorzitter:

Ik weet niet of hier bezwaar tegen is. Ik kijk eerst naar de heer Rutte. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ik sta hier niet als premier. Ik kan hier dus geen opdracht aan het Nibud geven. Het spijt me. Dat zullen we echt als Kamer moeten doen. 

De voorzitter:

Het wordt een procedureel discussiepunt. 

De heer Roemer (SP):

Voor de helderheid: ik vraag dus een meerderheid van de Kamer om via de voorzitter het verzoek aan het Nibud te doen en om dat onderzoek zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Dit verbaast me, want volgens mij maakt het Nibud al die berekeningen automatisch, iedere keer als wij met plannen komen. Ik neem dus aan dat het Nibud daar zelf mee komt. 

De voorzitter:

Ik zie dat niemand hier bezwaar tegen heeft. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Dit is toch standaard? De heer Roemer doet nu iets heel stoers, maar het is standaard dat het Nibud die berekeningen maakt. Hij heeft iets heel spannends ontdekt, denkt hij nou, maar volgens mij is dit standaard en hoeven we dit niet eens te vragen. Maar prima, dan gaan we het nog een keer vragen. 

De voorzitter:

Goed. De heer Kuzu. 

De heer Mark Rutte (VVD):

De heer Kuzu; die stond er al zo lang. 

De heer Kuzu (DENK):

Ja, ik stond hier al een tijdje. Laten we het hebben over de reputatie van Rutte. Alle valide argumenten die nu van de oppositie komen, worden afgeschilderd als "het klopt niet", maar als we kijken naar de reputatie van Rutte, kennen we hem als minister-president natuurlijk wat langer dan vandaag, al zeven jaar lang. In het eerste kabinet-Rutte heeft hij samen met het CDA en met gedoogsteun van Wilders heel veel pestmaatregelen doorgevoerd voor mensen met een migrantenachtergrond. In het tweede kabinet-Rutte zei hij "pleur op" tegen een groep Nederlanders. Hij zei: "Mo, vecht je maar in." Dat getuigt niet van inclusiviteit. Ik vroeg me af hoe de heer Rutte in het kabinet-Rutte III omgaat met het thema inclusiviteit en of hij de premier wil zijn van alle Nederlanders. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ik ben al 50 jaar wie ik ben. Wij leven in een land dat openstaat voor mensen die hier een positieve bijdrage willen leveren en die zich ook willen vergewissen van wat voor land wij zijn en van wat onze basale waarden zijn. Ik heb ze genoemd: de gelijkwaardigheid van man, vrouw, homo, hetero, blank en zwart en onze democratische rechtsstaat. Daar staan wij voor open en dat vind ik een grote waarde. Ik vind het ook goed en belangrijk dat wij bereid zijn om ons aandeel te nemen in het opvangen van mensen die echt op de vlucht zijn voor oorlog en geweld. Maar dan moeten we ook hard zijn voor mensen die daarvoor niet in aanmerking komen. En we moeten volstrekt helder zijn naar mensen die onze democratische rechtsstaat willen schaden, die bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid proberen te blokkeren. Dat vind ik al 50 jaar. Wij leven in een land waarin dat kan, maar waarin we met elkaar ook duidelijk moeten zijn. Dat zal deze coalitie ook willen. Dat ziet u ook helemaal terug in het regeerakkoord. 

De heer Kuzu (DENK):

Ik zie dat niet helemaal terug. Ik zie wel dat er een aantal maatregelen worden genomen. Ik zie wel dat er wordt gedacht in bepaalde frames wanneer het gaat over het thema inclusiviteit. Dan hebben we het inderdaad over dit soort onderwerpen. Mijn concrete vraag was de volgende. We hebben uitspraken van de minister-president uit het verleden gehoord. Het ging over "rot op", "pleur op", "tuig van de richel" en "Mo, vecht je maar in". De punten die u maakt, zijn valide; daar staan wij ook helemaal voor. Ik vind het overigens ook opmerkelijk dat elke keer als wij hier staan, VVD-bewindspersonen de traditie hebben om dit soort opmerkingen te maken. Maar dat even daargelaten. Wat verstaat u onder het thema inclusiviteit? Hoe gaat u als minister-president ervoor zorgen dat u de minister-president van alle Nederlanders wordt? Hoort daar bijvoorbeeld ook bij, zoals ik las in het regeerakkoord, dat toekomstige generaties hun dubbele nationaliteit moeten afzweren? Die mensen zijn nog niet geboren. Twijfelt u meteen aan hun loyaliteit, nog voor ze geboren zijn? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Nee, helemaal niet. O, nee. 

De heer Kuzu (DENK):

Zijn mensen die in de wieg liggen, volgens u nog niet voldoende geïntegreerd? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Nee, dat is het zeker niet. Het heeft voor mij ook heel weinig te maken met loyaliteit of met inclusiviteit. Het heeft ermee te maken dat de coalitie die aantreedt, het van belang vindt om te zeggen: "Ja, er is in een aantal gevallen binnen de wet die Nederland heeft de mogelijkheid van een dubbele nationaliteit. Die zien we op dit moment ook. Tegelijkertijd vinden we het waardevol om de volgende generatie wel degelijk een keuze te laten maken en expliciet te laten kiezen. We gaan kijken of dat kan." Dat heeft niets te maken met mensen buitensluiten, met exclusiviteit en met wat u net allemaal zei over "Mo, vecht je maar in". U praat over frames, maar dit wordt dan ook weer geframed. Mijn opmerking was de volgende, en volgens mij gaat dat u bevallen. Het waren kinderen die slachtoffer zijn van discriminatie. Ik heb tegen die kinderen gezegd: "Ik vind dat een van de verschrikkelijkste dingen die in onze samenleving voorkomen. Als minister-president sta ik achter jullie en zal ik er alles aan doen om discriminatie te bestrijden. We hebben daar wetgeving en meldpunten voor. We zullen mensen die het doen, ook hard aanpakken. Maar als het je toch overkomt, ga dan alsjeblieft, alsjeblieft niet in een hoekje boos zitten te zijn, maar knok door. Dan kun je in dit land ook Kamervoorzitter worden, of burgemeester van Rotterdam. Ook dat is mogelijk." 

De heer Kuzu (DENK):

Ik laat de VVD nu even uitklappen. Er zijn inderdaad goede voorbeelden. Maar helaas zijn er ook — de heer Rutte weet dat ook — heel veel mensen die het niet kunnen maken, die die kansen niet krijgen. Dat heeft niet alleen te maken met doorvechten en invechten. Dat heeft ook te maken met allerlei maatregelen die wij nemen. We zijn al 30 jaar lang maatregelen aan het doorvoeren over bewustwording, maar we nemen eigenlijk geen enkele maatregel om het probleem daadwerkelijk op te lossen. Daar hebben we in het verleden ook heel veel debatten over gevoerd. Ik moet, kijkend naar het regeerakkoord, helaas tot mijn treurnis constateren dat er opnieuw aan dit belangrijke thema, waardoor de tweedeling in de samenleving groeit, heel weinig gedaan gaat worden, waardoor we over twee, drie, vier jaar waarschijnlijk geen millimeter zijn opgeschoten. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Het tegendeel is waar. Echt, het tegendeel is waar. Deze coalitie heeft de ambitie om aan iedereen die in dit land een positieve bijdrage levert en onze basale waarden onderschrijft, een prachttoekomst in dit land te bieden. Daarom willen we dat er meer banen komen. Daarom willen we dat we ook in het onderwijs duidelijk zijn over wat voor land we zijn en willen we jongeren ook onze geschiedenis bijbrengen. Er is weleens lacherig gedaan over het Wilhelmus, maar het is onze geschiedenis en we zijn trots op dat volkslied. Het is dus ook mooi dat we dat in het onderwijs met elkaar gaan leren en dat we jongeren vragen om naar het Rijksmuseum te gaan. Dat zijn heel belangrijke zaken, juist om ook daardoor ervoor te zorgen dat jonge mensen in deze samenleving hun plek kunnen krijgen. 

De voorzitter:

Tot slot. 

De heer Kuzu (DENK):

Het koloniale verleden en het slavernijverleden zijn ook onze geschiedenis ... 

De heer Mark Rutte (VVD):

Zeker! 

De heer Kuzu (DENK):

... maar de VVD stemde afgelopen week nog tegen een voorstel om daarvoor formeel excuses aan te bieden. Maar eigenlijk is de cirkel nu rond. Ik begon mijn interruptie met: Rutte heeft een reputatie. Aan die reputatie kan ik toevoegen dat elk punt waarmee de oppositie komt, wordt afgedaan met "het klopt niet". Het klopt wél. Ik wil het over twee, drie of misschien vier jaar nog eens met u proberen, maar we zullen geen millimeter opgeschoten zijn. 

De voorzitter:

Mevrouw Thieme, ook voor u geldt dat u een korte vraag moet stellen, want u bent al geweest. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Informateur Zalm heeft de opdracht gekregen om te kijken naar een akkoord waarvoor zo veel mogelijk steun is in de Kamer. Maar wat betreft de algemene verhoging van de btw kunnen we wel concluderen dat er geen steun is voor die maatregel, behalve bij de coalitiepartijen. Ik wil heel graag van de heer Rutte weten hoe hij daarnaar kijkt. Hij en zijn drie partners zijn eigenlijk als enigen voor deze algemene verhoging van de btw, terwijl de opdracht was om een akkoord te schrijven dat op brede steun kon rekenen in het parlement. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Het is nog erger, want ik denk dat 150 Kamerleden tegen de verhoging van de btw zouden zijn als het daarbij zou blijven. Dan zijn we er allemaal tegen. Als je uit een crisis komt, ga je niet de btw verhogen en het daarbij laten. Wat wij doen is dat helemaal teruggeven aan mensen die werken, boven op de verdere lastenverlichting die werkenden krijgen. Ik zou mevrouw Thieme willen voorstellen om dat debat de komende tijd te voeren. Ik ben ervan overtuigd dat Nederland dit uiteindelijk ook zal steunen en zal zeggen: oké, we betalen wat meer voor de boodschappen, maar we krijgen fors meer te besteden in onze portemonnee. Dat komt niet alleen door die verlaging maar ook door de verdere lastenverlichtingen. Dat verhaal zullen de mensen accepteren, denk ik. Dat heb ik gisteravond ook gemerkt toen ik op een bijeenkomst in het land was, en dat was een openbare bijeenkomst, niet met alleen maar VVD'ers. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Op dit moment is het een verhaal dat niet geloofd wordt door de oppositiepartijen, dus daar gaan we later nog over debatteren. De heer Rutte heeft ook gezegd dat hij en de coalitiepartijen ervoor open staan om te kijken naar aanpassingen van het regeerakkoord. Is het geen enorme gemiste kans als je de algemene btw-verhoging niet gebruikt om te differentiëren? Voor duurzame en gezonde producten, zoals groente en fruit, kun je juist een btw-verlaging voorstellen. Voor wat onduurzaam is, zoals vlees en zuivel, kunnen we de btw juist gaan verhogen. Dan krijg je positieve gedragsverandering bij mensen. Dan ben je bezig met ontgroenen. Pardon, juist met het groener maken van de samenleving. Dit kabinet is aan het ontgroenen, vandaar dat ik even in de war was. We maken de samenleving daarmee dus groener en veel eerlijker, want dan weet je waarvoor je kunt kiezen als consument. Gezonde producten worden goedkoper, ongezonde producten worden duurder. Staat de heer Rutte daarvoor open? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Mijn partij niet. Wij zijn er als VVD niet zo voor om via het belastingstelsel in belangrijke mate dit type gedragseffecten, die je trouwens ook nog ter discussie kunt stellen, door te voeren. Dat is een politieke opvatting, die de VVD heeft tegenover de Partij voor de Dieren. Dat zijn verschillende politieke opvattingen. Maar op de algemene vraag van mevrouw Thieme of deze coalitie ervoor openstaat om links en rechts verbindend te bezien of de in wijsheid op papier gezette plannen op punten verbeterd kunnen worden, is het antwoord in algemene zin ja. Dat debat moeten we voeren per onderwerp op basis van alle feiten. Dat is precies wat we doen. Als het frame is "de btw gaat omhoog, punt", dan ben ik er ook tegen. Maar het verhaal is dat de btw-verhoging geheel teruggaat naar de burger. 

De heer Baudet (FvD):

Ja, de btw gaat omhoog en de bedoeling is dat de inkomstenbelasting omlaaggaat, maar wel pas in 2021. Waarom pas zo laat? Men zegt dat het technisch niet kan vanwege de Belastingdienst, maar verhoog dan ook de btw later. Waarom doet de heer Rutte dat niet? 

De heer Mark Rutte (VVD):

We doen alles stap voor stap over de volgende periode, zodat wat we binnenhalen ook teruggaat naar de burger. Dat zullen we inderdaad in heel nauw overleg met de Belastingdienst doen, zodat het uitvoeringstechnisch ook allemaal kan. 

De heer Baudet (FvD):

Ik snap het. Dus dat is de betekenis van "vertrouwen in de toekomst". Dat moet ook wel, want pas in de toekomst krijgen we mogelijkerwijs iets terug van wat we nu eerst moeten betalen. Is de heer Rutte vergeten dat we de hogere btw hebben verhoogd als tijdelijke crisismaatregel? Die wordt nog steeds niet verlaagd. Hoe kan de heer Rutte dit verkopen aan zijn achterban? 

De heer Mark Rutte (VVD):

De heer Baudet heeft het echt verkeerd. We hebben in 2012 vanwege de crisis extra belastingen moeten doorvoeren om het land uit de crisis te krijgen en te voorkomen dat wij ook in een financiële staatscrisis terecht zouden komen. Daar hoorde de verhoging van het hoogste btw-tarief bij. 

De heer Baudet (FvD):

En nu zijn we uit de crisis. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Dat is heel wat anders. Wat we nou doen is geld teruggeven. Nu is het mogelijk om geld terug te geven. Dan is het verstandig om dat via de inkomstenbelasting te doen. Je zou inderdaad het toptarief van de btw of het laagste btw-tarief kunnen verlagen. Je kunt van alles doen, maar wij maken een andere keuze. Wij zorgen ervoor dat mensen via de belasting, via hun loonstrookje het geld terugkrijgen nu er ruimte is om dat te doen. Daar zitten economisch de grootste voordelen. Mensen kunnen zelf die keuzes maken. Daarom is er per saldo een zeer, zeer, zeer forse lastenverlichting van vele miljarden in de komende vier jaar; vele miljarden bovenop de btw-verhoging die ook teruggaat. Het is een mooi verhaal, meneer Baudet. Steun het nou! 

De heer Baudet (FvD):

Ha, ha, maar waarom pas in 2021 als de heer Rutte al lang en breed in Brussel zit? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ja, nou krijgen we dát weer. Nou moet ik hier weer gaan zeggen dat dat niet zo is, want dat is niet zo. Ik vind dat ook weer zo flauw. We gaan het stapje voor stapje doen. We zorgen ervoor dat de btw-verhoging teruggaat naar de burger, dat we dat allemaal zo veel mogelijk gelijk laten oplopen en dat het voor de Belastingdienst uitvoerbaar is. Uiteraard! 

De heer Baudet (FvD):

Wij zijn niet overtuigd. Ik heb nog een tweede vraag. Waarom staat er in het regeerakkoord niets over de NPO? Die krijgt nog steeds 3 miljoen per dag. Waarom wordt dat niet gehalveerd? Er gaat ongeveer 1 miljard per jaar naar de NPO. Maak daar bijvoorbeeld 500 miljoen van en geef alle mensen €30 korting op hun eigen risico in de zorg. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Er gaat echt geen miljard naar de NPO, hoor. Dat is veel minder. En wat doen wij de komende tijd? Dit kabinet vindt het belangrijk dat er een sterke publieke omroep blijft, ook omdat de publieke omroep bijdraagt aan onze grote nationale evenementen, aan het Oranjegevoel, de zaken waar wij als Nederland bij elkaar via de televisie genieten van wat er in het land gebeurt. De NPO moet aandacht kunnen blijven besteden aan grote evenementen en zaken die van groot staatsbelang zijn. We investeren heel specifiek ook in onderzoeksjournalistiek, omdat het van belang is dat ook de onderzoeksjournalistiek in Nederland verder versterkt wordt de komende tijd. Wij gaan maatregelen nemen om de regionale omroep en de publieke omroep ook op het lokale niveau te versterken. Volgens mij is dat een mooi pakket. Op het vlak van het eigen risico nemen wij verstandige maatregelen die ook in het programma staan. 

De voorzitter:

Afrondend op dit onderwerp. 

De heer Baudet (FvD):

Dus de premier vindt het belangrijker dat er programma's worden uitgezonden waar niemand meer naar kijkt dan dat mensen geld overhouden door minder te betalen aan hun zorg? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Het mooie van retoriek is dat je uit een begroting van 270 miljard een paar posten kunt halen waar misschien niet heel Nederland achter staat en dat je kunt zeggen: als je dat niet meer doet, kun je dat en dat wel doen. Kijk, politiek is keuzes maken. Je kunt toch niet zeggen: we gaan de hele publieke omroep in Nederland kapotmaken om daarmee het eigen risico te verlagen? Dat is toch een onzinnig voorstel? 

De heer Baudet (FvD):

Nou, dat weet ik zo net nog niet, mevrouw de voorzitter. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ik heb nog een spreektekst trouwens. Ik wilde al weglopen, want ik was dat bijna vergeten. 

De voorzitter:

Ja, want u bent bijna een uur geïnterrumpeerd, maar u heeft nog bijna vijf minuten. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ja, ik heb al 24 seconden gepraat. 

De voorzitter:

Gaat u verder. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Maar ik zal niet de volle vijf minuten gebruiken. Want het voordeel van alle interrupties is — en dat was natuurlijk het doel van de Kamer — dat ik daardoor een groot deel van mijn spreektekst al in het kader van interrupties zou brengen. Dus ik laat nu even onvermeld dat er natuurlijk meer is dan de koopkrachtplaatjes. En ik ga dus ook niet praten over het belang dat er geld beschikbaar komt voor liefdevolle zorg voor onze ouderen. Ik ga het nu verder ook niet hebben over het investeren in en opleiden van onze kinderen. Ik heb het er ook niet over dat er meer geld komt om onze straten en buurten veilig te maken en daarmee Nederland veilig en stabiel te houden en dat we de komende jaren heel veel investeren in onze wegen en ons spoor. We gaan aan de slag om ervoor te zorgen dat de volgende generaties ook op hun oude dag nog een goed pensioen hebben. Ik laat nu, vanwege de tijd, onbesproken dat we ervoor zorgen dat we de volgende vluchtelingenstromen ook hier in Nederland in de komende jaren op een fatsoenlijke manier onder controle willen houden en dat we dit land het land willen laten zijn waar je terecht kunt, als je echt op de vlucht bent voor oorlog en geweld. Ik laat onbesproken dat we de integratie van mensen verder gaan aanpakken, zodat mensen zo snel mogelijk een positieve bijdrage gaan leveren aan deze samenleving. Tot slot moet ik ook onvermeld laten dat we hard gaan werken aan een duurzame samenleving waar ook onze kinderen en kleinkinderen gezond kunnen opgroeien. 

Voorzitter. Ik zei al eerder bij de presentatie — ik zie dat er een interruptie is, maar misschien mag ik deze tekst kort afmaken in het kader van tijdsmanagement — dat dit een ambitieus en evenwichtig akkoord is. Ik heb er zelf ontzettend veel zin in om met de nieuwe ministersploeg aan de slag te gaan en om met deze vier partijen een coalitie te vormen. Ik wil hier eindigen door dank uit te spreken aan de heer Zalm, Gerrit Zalm — zo weten wij inmiddels — die de afgelopen maanden als informateur heel goed werk heeft gedaan. Hij heeft veel technische opmerkingen gemaakt die soms ook een iets meer inhoudelijk karakter hadden, maar daardoor de formatie ook de goede kant konden opduwen. Ik wil in hem ook zijn twee voorgangers bedanken, Herman Tjeenk Willink en Edith Schippers, die daarvoor ook zo hard hebben gewerkt. 

Nu deze formatiefase is afgerond, deze fase van de informatie, wil ik ook de ondersteuning bedanken. Dat zijn heel goede mensen. Ze zijn op dit moment gefirewalld — zo heet dat in goed Nederlands — van Algemene Zaken, maar ik ben blij dat ze op enig moment allemaal weer terugkomen naar Algemene Zaken en dat ik ook in die hoedanigheid met hen mag werken. Ik heb ze in de afgelopen maanden onder bloed en zweet keihard zien werken om dit regeerakkoord helpen tot stand te brengen. 

Ik wil ook mijn collega's van CDA, D66 en de ChristenUnie bedanken, de fractievoorzitters en de collega-onderhandelaars, met wie we in de afgelopen maanden heel hard hebben gewerkt. Ik ben blij dat ik ze nu even wat minder ga zien, niet omdat ik hen niet leuk vind, maar omdat dat betekent dat we blijkbaar andere dingen gaan doen, namelijk dit akkoord omzetten in de praktijk. We gaan nu aan de slag met een nieuw kabinet. Nu er zo'n duidelijk eindverslag ligt van de informateur, met een helder advies, zal ik dadelijk, als u mij dat toestaat, voorzitter, in de tweede termijn een motie indienen strekkende tot aanstelling van een formateur. 

De voorzitter:

Dat is inderdaad in de tweede termijn. Ik dacht dat dit een mooie afsluiting was, maar de heer Asscher wil wat vragen. 

De heer Asscher (PvdA):

Ik las dat er afspraken zijn gemaakt over de abortuspil, maar dat die buiten het regeerakkoord zijn gehouden. Klopt dat? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Nee, dat zegt me helemaal niks. 

De heer Asscher (PvdA):

Er zijn dus geen afspraken gemaakt over andere onderwerpen, zoals de abortuspil. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Nee. 

De heer Asscher (PvdA):

Zijn er afspraken gemaakt of is er gepraat over vacatures, over de invulling van posten, over dat soort onderwerpen? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Daar zijn geen afspraken over gemaakt. 

De voorzitter:

De heer Pechtold maakt een opmerking in de zaal, maar die hebben de burgers niet gehoord, mijnheer Pechtold. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Als de heer Asscher wil solliciteren naar een bepaalde post, als ervaren politicus, zullen we daar welwillend naar kijken. 

De heer Asscher (PvdA):

Ik wil de komende jaren deze plek gebruiken, maar de vraag is wel heel serieus. In de pers verscheen dat er afspraken zijn gemaakt — deze werden toegeschreven aan de ChristenUnie — over het niet toelaten tot het pakket of het niet door de huisarts kunnen laten verstrekken van de abortuspil. Deze afspraak zou bewust buiten het regeerakkoord om zijn gemaakt. Ik ben blij met het antwoord, want ik vind het belangrijk om hier heel duidelijk van Mark Rutte te horen dat er geen andere afspraken, geheime afspraken of side letters zijn: dit is het. 

De heer Mark Rutte (VVD):

De afspraak die is gemaakt, zit ook in het regeerakkoord, namelijk dat we deze tere en maatschappelijk gevoelige onderwerpen steeds langs drie discussielijnen zullen bespreken, als coalitie en met de Kamer. Waar staat de medische wetenschap? Wat is de stand van het politieke debat erover? Welke input is er inmiddels geleverd door de samenleving? Aan de hand van deze drie prisma's, zoals we ze genoemd hebben, zullen we steeds deze moeilijke tere onderwerpen bespreken. Ik wijs de Kamer erop dat ook in het verleden gevoelige discussies over abortus, euthanasie en het homohuwelijk nooit overnight zijn afgesloten. Die hebben altijd veel tijd gekost. 

De heer Asscher (PvdA):

Dat vind ik ook een integere benadering ervan. Dat betekent dus het volgende. Als de Kamer zover is om bijvoorbeeld modern meerouderschap mogelijk te maken, een onderwerp waar al heel veel onderzoek naar gedaan is, is er dus geen afspraak dat dit kabinet dit niet mogelijk maakt of dat er geen stemming over wordt gehouden. Die afspraak bestaat niet? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Over het meerouderschap staan wel afspraken in het regeerakkoord. Die gaan verder dan de heer Asscher hier suggereert. Hij vroeg net naar een aantal medisch-ethische onderwerpen. Daarover hebben we afgesproken dat we iedere keer aan de hand van de drie prisma's, de drie discussielijnen in het regeerakkoord, als coalitie het debat zullen voeren en vervolgens ook met de Kamer. 

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Wilders namens de PVV. 

De heer Wilders (PVV):

Mevrouw de voorzitter. 209 dagen, zeven maanden, heeft het geduurd. Dat is inderdaad hoelang het duurt als je een kabinet vormt zonder de tweede partij van Nederland. Dat is hoelang het duurt als je de democratie aan de kant zet, opzijschuift, en de verkiezingsuitslag negeert. Dat is hoelang het duurt als je de 1,5 miljoen Nederlanders die op de PVV hebben gestemd een klap in hun gezicht en een trap na geeft. 

Voorzitter. Het uitsluiten van de PVV en haar bijna 1,5 miljoen kiezers is de belangrijkste reden dat deze formatie zolang heeft geduurd. Maar de tijd van wijn drinken en Netflix kijken op kantoor is voor de VVD-Kamerleden nu eindelijk voorbij. Ze kunnen vanaf vandaag roffelen voor een nieuwe grote leider. Want het is er dan eindelijk: het regeerakkoord van het kabinet-Pechtold I. Die naam zegt alles: een soort genderneutraal kabinet, zonder ballen, zonder vrouwelijke charme, precies zoals de heer Pechtold dus. Een kabinet zonder ziel en zonder visie, met maar één motto: Nederlanders belazeren. Het is namelijk pure volksverlakkerij. 

De heer Pechtold (D66):

"De vrouwelijke charmes ..." Ik moest gelijk denken aan het probleem dat mij deze week te binnen schoot, kijkende naar de heer Wilders en de heer Baudet, maar met name naar u, mijnheer Wilders, die wat langer bij de kapper zit: ga snel, ga snel voor dat laatste spoelinkje, want uw vrouwelijke charmes kunnen er alleen maar door verbeteren. En ik ben zo blij dat u in uw interrupties tot nu toe een veel mildere toon aanslaat. Ik zie uit naar de samenwerking. 

De heer Wilders (PVV):

Ergens is dat volgens mij een grap, maar ik ga maar door met mijn spreektekst. 

Ik zei het al: een kabinet zonder ziel en zonder visie, met maar één motto, Nederland belazeren, volksverlakkerij. Mensen hebben de crisis betaald de afgelopen jaren. Ze hebben bakken met bezuinigingen en lastenverzwaringen over zich heen gekregen en willen nu niets liever dan fors profiteren van de economische groei. 

Ze worden, mevrouw de voorzitter, afgescheept. Afgescheept met een schamel procentje per jaar aan extra koopkracht, na jaren van stilstand en achteruitgang. Hogere btw, verlaging van de hypotheekrenteaftrek, het afschaffen van de Wet Hillen, bed, bad en brood voor illegalen, een vliegtaks, hogere tabaksaccijnzen, het kinderpardon dat blijft bestaan, het energieverbruik dat zwaarder wordt belast, meer vluchtelingen die zullen worden uitgenodigd en nog meer geld voor ontwikkelingshulp in Afrika, maar wel korten op onze wijkverpleging en de ziekenhuiszorg. Dat zijn de keuzes van Rutte III. 

Dit regeerakkoord is daarmee nog erger dan dat van het vorige kabinet. Niks huurverlaging, niks schrappen van het eigen risico, niks lagere zorgpremie of lagere energielasten. Niks waar al die mensen die nu thuis televisie kijken en die de crisis hebben betaald de afgelopen ook echt substantieel wat aan hebben. De belastingverlagingen die wel worden voorgesteld, zijn grotendeels een sigaar uit eigen doos, want wat heb je aan een verlaging van de inkomstenbelasting als je extra btw moet betalen? Wat heb je aan een lager eigenwoningforfait als de hypotheekrenteaftrek eraan gaat? Wat heb je aan een lagere elektriciteitsrekening als de totale energierekening fors omhooggaat? 

Mevrouw de voorzitter. Het is één grote babbeltruc. Het is alsof iemand je aan de voordeur met een vlotte babbel gratis pakketjes komt brengen terwijl ondertussen via de achterdeur de helft uit je huis wordt gejat. De methode-Rutte dus. Wat een fopspeen, wat een bedrog, wat een totale mislukking is Rutte III nu al voordat ze zijn begonnen. 

Wie denkt dat er minder immigranten en minder asielzoekers naar Nederland komen, heeft het ook mis. Onze grenzen blijven gewoon wagenwijd openstaan. Europa barst van de jihadisten en teruggekeerde Syriëgangers. Ze kunnen allemaal ongecontroleerd onze grens over, Nederland in. Heel Afrika weet dadelijk ook dat het in Nederland altijd prijs is. Of je krijgt een verblijfsvergunning, of je krijgt als illegaal bed, bad en brood, of je komt in aanmerking voor een pardonregeling, die immers gewoon blijft bestaan. Altijd kassa. Aantrekkelijker kan bijna niet. 

En dan, mevrouw de voorzitter, het woord "islam". Het woord "islam" komt niet één keer voor in het hele regeerakkoord. U hoort het goed: niet één keer. De grootste bedreiging van het hele Westen wordt genegeerd, onder het tapijt geschoven, weggemoffeld. Bij deze vier heren kan niemand vertrouwen in de toekomst hebben. Dat is levensgevaarlijk, en daarmee een gevaar voor Nederland. 

Mevrouw de voorzitter. Het nieuwe kabinet-Rutte III weigert dus te doen wat nodig is om de toekomst van ons land veilig te stellen. Het weigert om mensen in Nederland echte lastenverlichting zonder tegelijk lastenverzwaringen te geven. Het is weer een kabinet dat aan alles en iedereen denkt, behalve aan de Nederlanders. 

De heer Kuzu (DENK):

Het klopt dat het woord "islam" er niet in voorkomt. Het woord "haatprediker" komt er wel in voor, dus ik zou tegen de heer Wilders willen zeggen: pas maar op. 

De heer Wilders (PVV):

Nou goed, het is toch fijn dat u genoemd wordt in het stuk. 

Voorzitter. Mijn advies aan de vier partijen: begin er niet aan, want dit wordt helemaal niets. Een groot deel van Nederland heeft nu al geen vertrouwen meer in jullie. Begin er niet aan, en als jullie dat toch doen, zal de PVV als grootste oppositiepartij iedere dag het beleid te vuur en te zwaard bestrijden. 

Dank u wel. 

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Haersma Buma namens het CDA. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Het is alweer meer dan een halfjaar geleden dat Nederland naar de stembus ging, 15 maart. Ik denk dat er weinigen geweest zijn die op 16 maart wakker werden met de gedachte dat er wel snel een nieuw kabinet gevormd zou worden. Ik denk zelfs dat er mensen waren die dachten dat het helemaal niet zou kunnen lukken. Maar het is wel gelukt. Maandenlang is er onderhandeld tussen vier partijen en de afgelopen week hebben wij een coalitieakkoord kunnen presenteren. Vier partijen met totaal uiteenlopende visies begonnen maar met een sterke gezamenlijke ambitie. En dat is dus gelukt. Een akkoord met steun van de fracties van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Ik moet toegeven dat ik in die tijd op moeilijke dagen weleens aan de Lotto heb moeten denken: hij kan zomaar vallen. Maar het is niet gebeurd, de onderhandelingen zijn geslaagd. Met dank aan de collega-onderhandelaars maar zeker ook met dank aan informateur Gerrit Zalm. Zonder zijn vastbesloten en overtuigende manier van voorzitten als informateur zou dit regeerakkoord — zo simpel is het — nooit tot stand zijn gekomen. Hetzelfde geldt — ik wil dat graag hier zeggen — voor de ambtenaren en de medewerkers die betrokken zijn geweest en tal van anderen die de onderhandelaars hebben ondersteund en in dit proces hebben bijgestaan. Zonder hun intensieve bijdrage was het niet gelukt om tot een akkoord te komen. Als ik een punt mag noemen waarin ik het oneens ben met de inbreng van Mark Rutte eerder, dan is dat dat hij graag ziet dat de ambtenaren weer snel teruggaan naar Algemene Zaken. Ik zou zeggen: laten we ze liever in de Kamer houden. 

Ik heb het al eerder gezegd: ik ben trots op het bereikte resultaat en we gaan wanneer de regeringsverklaring is afgelegd, veel dieper in op wat er is afgesproken. Nu gaat het vooral om het markeren van het einde van de fase van de informatie en het doorgaan naar de volgende fase, de formatie. Want we zijn er nog niet. Van belang is voor het CDA dat dit regeerakkoord door een sterke bewindspersonenploeg gaat worden uitgevoerd. Daar zal de komende weken aan worden gewerkt. Daarom zal ik — Mark Rutte heeft het al aangekondigd — de motie die door de VVD zal worden ingediend, ondersteunen, waarbij het wel van belang is dat die nog concreter is dan de vorige, want als er net als bij de heer Zalm slechts de heer Rutte staat, zou het zomaar ineens kunnen zijn dat een andere collega uit de Tweede Kamer als formateur gaat optreden. Maar wanneer er een motie wordt ingediend die vraagt om de heer Mark Rutte aan te wijzen als formateur, dan zal het CDA die van harte ondersteunen bij de tweede termijn. 

Ik dank u wel. 

De voorzitter:

Ik dank de heer Buma. De heer Asscher heeft nog een vraag. 

De heer Asscher (PvdA):

Voorzitter, dank. Ik begrijp dat de heer Buma van plan is een beetje afstand te houden tot het kabinet en in ieder geval in ons midden zal blijven in de Kamer. Betekent dat ook dat hij bereid is de voorstellen zoals ze er nu liggen, te verbeteren? 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Laat ik heel precies daarin zijn. Dat is een terechte vraag en ik moet zeggen dat volgens mij een kabinet dat 76 zetels heeft ter steun, altijd in gesprek zal moeten blijven met de oppositie. Natuurlijk is het zo dat wij het regeerakkoord hebben gesloten. Dus als wij in gesprek gaan, dan zal dat zijn met de vier uitgangspunten van het regeerakkoord, maar er zit heel veel in dit regeerakkoord wat uitwerking behoeft en misschien wel verbetering kan krijgen. Graag. Ik heb de heer Asscher deze week ook goed beluisterd. Zo heeft hij gezegd: wat we niet goed vinden respecteer ik maar daar zijn we tegen. Maar ik heb hem ook horen zeggen: wat we goed vinden, kunnen we steunen. Ik hoor sommigen in deze Kamer die al zeggen: laat dat hele kabinet niet beginnen. Maar als het zo is dat we de komende vier jaar met de oppositie in gesprek kunnen gaan en we datgene wat u beter wilt, wellicht kunnen verbeteren — dat zal niet altijd kunnen — dan denk ik dat de Tweede Kamer ook voor Nederland een ontzettend belangrijke functie kan vervullen. En daar hoort uw oproep bij. 

De heer Asscher (PvdA):

Komt dat even goed uit, wij praten hier met elkaar. Dus dit is een moment, eigenlijk het eerste moment dat u als coalitie in wording praat met de oppositie in wording. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ja. 

De heer Asscher (PvdA):

Iedereen is er volgens mij. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Bij ons wel. 

De heer Asscher (PvdA):

Bij ons is iedereen er, grotendeels. Wij kunnen gewoon met elkaar praten. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ja. 

De voorzitter:

Niemand heeft zich afgemeld vandaag. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Je zou bijna zeggen dat het een debat moet kunnen worden. 

De heer Asscher (PvdA):

Exact, dat gevoel had ik dus ook. Waar u spreekt over "we moeten er in de toekomst over praten, want er komt een regeerakkoord" ... Ik heb een regeerakkoord gekregen. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ja, nee, maar wat ik bedoel, even dat we het precies houden ... Volgens mij gaat er de komende periode heel veel wetgeving komen; er gaat van alles gebeuren. 

De heer Asscher (PvdA):

Volgens mij ook. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

De manier waarop u aangeeft dat u tegen het kabinet aankijkt, is er een waarbij u, hoop ik, niet vanaf de eerste dag zegt "ga maar weer naar huis en vraag de kiezer nog een keer", maar een waarbij u zegt — ik herken iets van die opstelling, want ik vind dat de opstelling die een oppositie zou moeten hebben — "waar wij dingen kunnen aanpassen doen wij dat", met alle onafhankelijkheid die een oppositiepartij moet hebben. Daar moeten wij voor openstaan. En ik zeg er meteen bij: omdat wij met zijn vieren in een coalitie zitten, is dat altijd ... 

De heer Asscher (PvdA):

Lastig. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Misschien lastig, maar tegelijkertijd iets wat met vier moet. Want het is voor mij, als CDA'er: er staat van alles in wat ik misschien als CDA'er niet verzonnen zou hebben omdat het niet in mijn verkiezingsprogramma stond, maar ik zal het evengoed te vuur en te zwaard verdedigen en het kabinet oproepen om het allemaal te gaan uitvoeren. Waar het beter kan en waar het ingevuld kan worden hoop ik zelfs op samenwerking. En ik spreek ook de andere collega's aan — ik zag het nog niet in de opening bij sommigen — om te kijken wat wel goed is en waar wij samen mee aan de slag kunnen. Dat zou ook een waarde kunnen zijn vanuit de Kamer. 

De heer Asscher (PvdA):

Ik vind dit goed klinken. Dus als wij op die manier kunnen gaan samenwerken, zie ik ernaar uit. Laten wij vandaag dan wel als een eerste test of als een eerste beweging één ding doen. Het is een concrete heel simpele vraag, en ik denk dat de heer Buma het ook niet gewild heeft. Er zit een bezuiniging van 100 miljoen op de wijkverpleegkundigen. Die leidt tot grote zorgen daar. U weet ook dat de werkdruk daar heel groot is en dat mensen overspannen raken, terwijl het werk dat zij doen, heel belangrijk is. Ik zou het mooi vinden — ik snap dat het in een pauze met die vier partijen moet, wat ik ook respecteer — als wij vandaag kunnen zeggen dat die bezuiniging in ieder geval niet doorgaat. Zouden wij dat kunnen afspreken? Dat zou echt wat mij betreft een teken zijn van een uitgestoken hand. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Als dat gesprek samen is, vind ik dat ook de oppositie daarbij een uitgangspositie moet hebben die klopt. Volgens mij hebt u het over het hoofdlijnenakkoord dat gesloten gaat worden om de zorgkosten die met 11 miljard euro gaan stijgen, te beteugelen en verdere stijging te voorkomen. Dat is niet anders dan wat u met uw kabinet inclusief de wijkverpleging voor 2018 heeft gedaan. Dus u kunt nu heel grote woorden naar deze coalitie gaan spreken, maar de heer Asscher, die binnenkort fractievoorzitter is van de PvdA, heeft net het afgelopen jaar precies dit gedaan. Dat kon ook, want het bleek dat aan het eind van het jaar in die sector geld over was. Het kon. Het is niet ruim, maar er was geld over. Dus u kunt nu in heel grote woorden gaan beginnen over 100 miljoen bezuinigen, de werkelijkheid is dat het gaat om het beteugelen van de stijging van zorgkosten. Als dat kan, des te beter. Als het niet lukt, niet. Maar één ding: het is exact datgene waar spreker het afgelopen jaar mee bezig is geweest. 

De heer Asscher (PvdA):

Heel typerend, hé: het lijkt even alsof er een uitgestoken hand komt, maar in plaats daarvan komt er toch een tik en een jij-bak. Ik stel iets voor. Ik gebruik helemaal geen grote woorden. Ja, grote woorden voor de wijkverpleegkundigen, want daar is het belangrijk voor. In mijn programma stond een investering van 300 miljoen in de wijkverpleegkundigen. Dat is goed besteed geld. Daar hebben heel veel ouderen en wijkverpleegkundigen baat bij. In uw programma — het is nu úw programma — met de CPB-doorrekening die u bij ons neerlegt, staat een bezuiniging. Ik ga u niet lastigvallen met wat u allemaal heeft gedaan afgelopen jaar. Wat ik u voorstel, is dit. Wij hebben het nu over dit regeerakkoord, de toekomst. Laten wij om uw woorden over constructieve samenwerking kracht bij te zetten één ding veranderen: die 100 miljoen. Dat is het enige wat ik u vraag. Ja of nee? 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Nogmaals, als u het serieus wilt doen ... Dat wil ik ook, want ik ga in het bankje waar ik nu zit, de komende vier jaar blijven. Als u het serieus wilt doen, moet ook de startpositie serieus zijn. Die is dat niet met de mededeling dat er een bezuiniging van 100 miljoen op de wijkverpleging is. Er worden akkoorden gesloten met de sectoren om de groei in de zorguitgaven te beteugelen, net zoals u de afgelopen vier jaar gedaan heeft. Waarom? Omdat dat nodig is, en wat de gevolgen dan zijn. Of het kan of niet, hoe dat gemiddeld wordt, of het 100 miljoen bij de ene sector is of bij de andere? Dat zal moeten blijken. Dus er is geen bezuiniging van 100 miljoen. Dit is dan ook niet het terugdraaien van een bezuiniging van 100 miljoen. De enige vraag is: gaan we samen de schouders zetten onder een hoofdlijnenakkoord? Daar zeg ik ja op. En gaan we ervoor zorgen dat de effecten van die hoofdlijnenakkoorden goed zijn? Dat vind ik ook een gezamenlijk punt; dat is volgens mij het gezamenlijke hier. 

De voorzitter:

Afrondend ... 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ga niet hier beginnen met: er is 100 miljoen bezuinigd, draai dat terug. 

De voorzitter:

... de heer Asscher. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Dat is niet waar. Ik zal er dus op die manier ook niet op reageren. 

De voorzitter:

De heer Asscher, tot slot. 

De heer Asscher (PvdA):

Dan echt serieus. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Dat was het al. 

De heer Asscher (PvdA):

Ik wil nu echt naar de inhoud. Dan moet je ook bij de echte feiten en de teksten blijven van het Centraal Planbureau. Hoofdlijnenakkoorden zijn nodig om de kosten te beteugelen. Dat klopt. Als je nu wilt dat de wijkverpleging wordt uitgezonderd, dan moet je dat aangeven. Dat kost 100 miljoen. Het Centraal Planbureau schrijft in de beoordeling van uw stukken: deze maatregel leidt tot vermindering van kwaliteit of hoeveelheid, voor 100 miljoen in de thuiszorg, voor 100 miljoen in de geestelijke gezondheidszorg. Dat betekent dus dat je kunt kiezen voor hoofdlijnenakkoorden, maar als je die wijkverpleegkundige wilt uitzonderen — daarom is het belangrijk, want dat moet je dan nu wel afspreken — dan kost dat 100 miljoen. Dit is een bezuiniging die je kunt schrappen. Het staat in uw stukken. Als we die stukken van u niet serieus hoeven te nemen, moet u dat erbij zeggen, maar ik ben bloedserieus. Dit leidt tot grote zorgen bij die beroepsgroep. Dat wilt u denk ik niet. Dat willen zeker de ouderen niet die daarvan afhankelijk zijn. Ga me niet lastigvallen met het verhaal: dit is abstract, we kijken wel. In deze uitwerking geef je de randvoorwaarden mee en dan is het nu het moment om te zeggen: geen bezuiniging op de wijkverpleging. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik blijf zeggen wat ik zei. Er komt hoe dan ook een akkoord dat nodig is om de stijgende zorgkosten te beteugelen. Dat overleg wordt met alle sectoren gevoerd. Hoe dat eruit gaat zien, komt in de Kamer terug. Dan moeten we daarover overleggen. Volgens mij kan ik niet meer doen dan dat. Dat is al mooi, want dat is een andere houding — en ook de manier waarop u ernaar kijkt — om samen te gaan werken dan die van sommige anderen in deze Kamer. Maar ik neem afstand van het woord "bezuiniging". Ik neem er afstand van dat je dat nu even kunt regelen. Maar ik ga graag mee in de gedachte dat we elkaar de komende jaren vaak tegen zullen komen, op punten zoals ik zelf de afgelopen vier jaar ook wel heb meegemaakt, waarop je nog wel dingen kon verbeteren. Want ook op het terrein van de heer Asscher, tot binnenkort nog Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waren er dingen waar de coalitie begon met een aantal voorstellen die gewoon in normaal overleg, ook met ons, zijn veranderd. Ik zie ook dat dat kan, maar niet met grote stappen, snel thuis. Daarvan zeg ik echt dat uw stellingname niet klopt, sorry. Volgens mij is dat de houding die ik van u vraag en krijg, en die u van mij mag verwachten. 

De heer Asscher (PvdA):

De test van uw houding is of wij er dan in slagen om bij het uitwerken van die akkoorden nu met elkaar mee te geven dat we niet willen dat dat leidt tot een bezuiniging op de wijkverpleegkundige. In zijn woorden hoor ik de heer Buma dat zeggen. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Nee. 

De heer Asscher (PvdA):

We zullen dat zien en dan trek ik mijn conclusies op welke manier deze 76 zetels tellende coalitie wil samenwerken met de oppositie. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik vind het helemaal niet erg dat het nu even in de diepte gaat over de wijkverpleging, want dat is belangrijk. Het gaat om de resultaten van die afspraken. Nogmaals, ook voor 2018 zijn deze afspraken gemaakt, dus het is zo schril als u zegt: die bezuinigingsafspraken mogen niet, want u maakt ze zelf. De vraag is wat de effecten zijn en of het kan. Daar moeten we samen aan werken, ook wat de consequenties zijn voor de zorg als je niet zulke afspraken maakt. Daar bent u vier jaar lang mee bezig geweest, en terecht. 

De voorzitter:

Ik ga naar de heer Van der Staaij. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Een ander punt. Ik wil allereerst ook de heer Buma gelukwensen met de CDA-inbreng in het regeerakkoord en met het feit dat het er gekomen is. Je ziet natuurlijk ook onderwerpen terugkomen waarvoor hij zich sterk heeft gemaakt in verkiezingstijd, ook punten waarover weleens lacherig is gedaan zoals het Wilhelmus of de maatschappelijke stage. Ik vind het prima dat dat er op deze manier in staat, maar er was ook een moment waarop ik dacht: is het CDA daar inderdaad mee akkoord gegaan? Dan begrijpt u dat ik denk aan het punt van de wiet. Ik hoor hier ook even de aflosboete, maar dat is een ander punt. Maar die wiet in ieder geval en het feit dat die ook gedoogd geteeld kan worden. Ik dacht echt dat ik de Speld las toen er stond dat het CDA daarmee akkoord was gegaan, want mevrouw Van Toorenburg is daar zo tegen te hoop gelopen. We kunnen hier nog lang over doorpraten, maar mijn nachtmerrie wil ik nu toch even voorleggen. Kan het nu ook zo zijn dat, als deze plannen allemaal doorgaan, je straks ook je maatschappelijke diensttijd kunt invullen met het aftoppen van wietplanten? 

(Hilariteit) 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ja, en welk lied moet je zingen tijdens dat aftoppen? Ook zo'n vraag! 

De heer Van der Staaij (SGP):

Nou, dan zou de heer Buma kunnen zeggen: het volkslied. Ik zou zeggen: ga verder met dat volkslied, maar bewaar ons voor die volkswiet! 

(Hilariteit) 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Oké! 

De voorzitter:

Dank u wel. Dan ga ik nu naar de heer Pechtold namens D66. 

De heer Pechtold (D66):

Mevrouw de voorzitter. Ontwikkeling, hoe geleidelijk soms ook, is het kenmerk van een gezonde en levende rechtsstaat. Ontwikkeling kan niet zonder verandering. De Kamer heeft in 2012 een verandering tot stand gebracht door zelf de regie bij het proces van regeringsvorming in handen te nemen. De Kamer draagt sindsdien haar verantwoordelijkheid in de vorming van een regering volledig zelfstandig. Veranderingen, nieuwe processen, nieuwe manieren zijn niet alleen noodzakelijk, ze zijn altijd ook kwetsbaar. Er moet ervaring worden opgedaan. Het is pas de tweede keer in de Nederlandse parlementaire geschiedenis dat de Kamer zelf de leiding heeft genomen over de kabinetsformatie, dit keer tegen de achtergrond van een veel complexere verkiezingsuitslag. 

Het is met name daarom, voorzitter, dat ik allereerst u en de Griffie wil bedanken voor het voortreffelijke en voorbereidende werk en de sturing die u vanuit de Kamer gaf aan het formatieproces. Heel even was ik bang voor een terugval, toen de formatiegesprekken stil kwamen te liggen. Nostalgische oud-informateurs begonnen zich in de pers te roeren. Het zou hoog tijd zijn voor een bezoek aan de Koning. Maar de Kamer hield de rug recht en het heft in handen. D66 is daar blij mee en trots op. 

Ook de drie opeenvolgende informateurs en de ondersteunende staf ben ik zeer dankbaar. De formerende partijen hadden zich niet beter kunnen wensen dan de door deze Kamer aangewezen vertrouwenslieden. Demissionair minister Edith Schippers als verkenner en informateur ben ik erkentelijk voor haar dynamische en kundige eerste aanzet. Minister van Staat Tjeenk Willink dank ik voor zijn doorleefde wijsheid en bevlogenheid. Oud-minister Gerrit Zalm dank ik voor de inzet van zijn geestkracht en brede expertise, en humor op zijn tijd. Het is voor een niet onbelangrijk deel te danken aan de veerkrachtige doelgerichtheid van de heer Zalm dat de vier partijen er uit zijn gekomen met vertrouwen in elkaar en in de toekomst. 

Voorzitter. U zal niet versteld staan dat mijn fractie zich kan vinden in de aanbevelingen in het eindverslag van deze informateur. Ook mijn fractie adviseert de grootste partij om dadelijk, zoals de informateur ook in zijn eindverslag schreef, een iets helderdere richting te geven aan welke Rutte zo dadelijk formateur mag worden. 

Voorzitter. D66 wil met een nieuw ambitieus kabinet voor álle Nederlanders zo snel mogelijk aan het werk. De tijd voor verbinding, vernieuwing en verandering is nu. 

Dank u wel. 

De heer Baudet (FvD):

Waar was de heer Pechtold toen het referendum in dit regeerakkoord de nek om werd gedraaid? 

De heer Pechtold (D66):

Het moet of de Stadhouderskamer of het Johan de Witthuis zijn geweest. 

(Hilariteit) 

De heer Baudet (FvD):

Wat ging er door hem heen? 

De heer Pechtold (D66):

Ik voelde mij Johan de Witt. 

(Hilariteit) 

De heer Baudet (FvD):

Wat betekent dat? Wat betekent: ik voelde mij Johan de Witt? Wat bedoelt de heer Pechtold daarmee? 

De heer Pechtold (D66):

Daarmee bedoel ik: vechten tot het eind voor je principes en je idealen. Dat betekent ook — ik zal uw vraag ook serieus beantwoorden — bekijken wat de mogelijkheden zijn om Nederlanders, alle Nederlanders, te betrekken bij ons, de politiek. Zojuist was er een discussie over wie de gewone Nederlanders zijn. Nou, ik heb weleens het gevoel: iedereen buiten deze Kamer. 

Er zijn vele manieren om mensen erbij te betrekken. Mijn partij is daar al 50 jaar mee bezig en we hebben niet altijd vrienden op onze weg gevonden. We hebben geprobeerd een correctief referendum te organiseren. Daarvóór hebben we geprobeerd om via een raadgevend referendum daar het enthousiasme voor te krijgen. Er zijn er nu twee geweest. We hebben daarvan geleerd. We hebben gekeken wat wel en niet werkt. We hebben gezien dat de wetgevingsprocessen soms, terwijl ze zich vormden, ingewikkelder werden, meer verwarring opleverden. 

Dat alles heeft ertoe geleid dat in het verkiezingsprogramma van D66 werd gezegd: niet op deze manier; zoek ook andere manieren van democratie. Ik heb zojuist als enige tot nu toe uitgebreid stilgestaan bij het proces in deze Kamer dat nu voor de tweede keer, hoewel het even geduurd heeft, een succes is. Dat vind ik een democratische vernieuwing. Ik hoop ook van harte dat de aanstellingswijze van de burgemeesters daar dadelijk onder gaat vallen. Maar belangrijker nog, meneer Baudet, is dat D66 ook een partij is die als het dadelijk gaat om het onderwijs, studenten, leerlingen en ouders de kans geeft om invloed te hebben op de manier van onderwijs. In de pensioenfondsen hadden vroeger alleen vakbonden en werkgevers het voor het zeggen. We willen ervoor zorgen dat de mensen zelf, de deelnemers, ook invloed hebben. Dat is democratie. Daar strijd ik voor. En daar vernieuw ik elke dag voor. 

De heer Baudet (FvD):

De heer Pechtold haalt meepraten en meebeslissen door elkaar. De bevolking wordt haar zeggenschap om mee te beslissen ontnomen en krijgt daar misschien allerlei meepraatorganen voor terug. Wie denkt u dat u voor de gek houdt? 

De heer Pechtold (D66):

U bent nog in verwarring, maar andere mensen snappen het prima, zo blijkt de afgelopen dagen. 

De voorzitter:

Ik zie mevrouw Thieme en meneer Asscher bij de interruptiemicrofoon, maar ik weet niet wie er het eerst stond. Ik geef mevrouw Thieme het woord. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. En dank u wel, meneer Asscher. We hoorden grote woorden van de heer Pechtold tijdens de presentatie van het regeerakkoord. Het regeerakkoord zou het meest ambitieuze klimaatakkoord voor Nederland zijn. We zouden nu werkelijk wat gaan doen aan het klimaat. In eerste instantie sprong mijn hart natuurlijk op. Ik dacht: o, wat is dit fijn. Vervolgens ging ik kijken naar de maatregelen. Het zijn allemaal maatregelen die na de regeerperiode van de heer Pechtold misschien aan de orde zullen gaan komen. Kolencentrales gaan misschien dicht in 2030; het hangt af van het tijdpad dat de kolencentrales zelf mogen vaststellen. De treinkaartjes worden duurder. Mensen worden dus gewoon weer in hun auto gejaagd. Het enige wat de heer Pechtold doet, is de CO2-uitstoot die er is, letterlijk onder het tapijt vegen. Hij wil namelijk proberen het in de grond te stoppen, waardoor we een volgende aardbeving tegemoet kunnen zien. De heer Pechtold is geen klimaatwoordvoerder — dat weet ik — dus ik hou me in bij mijn vraag, maar is hij naar aanleiding van alle kritiek vanuit de groene beweging niet ook tot de conclusie gekomen dat hij gewoon in de luren is gelegd door het conservatieve motorblok of de conservatieve diesel, kan ik wel zeggen, van VVD en CDA? 

De heer Pechtold (D66):

Nee, dat voel ik geenszins. Met open vizier en met uitgestoken hand kijk ik de komende jaren ook naar de Partij voor de Dieren om ons doel, het terugbrengen van de CO2-uitstoot zoals internationaal afgesproken, te gaan halen. Wij hebben nu de meeste ambitie op dit dossier neergelegd. D66 is voor onderwijs, maar als ik nou kijk naar en moet kiezen tussen de resultaten, ben ik nog trotser op het gebied van klimaat en energie dan op het fantastische resultaat van onderwijs. De afspraken waar Nederland achterin hing in Europa met de snelheid waarmee wij verschoonden, zijn nu zo ambitieus dat wij koploper worden. En daar gaat iedere sector die mevrouw Thieme noemde aan meedoen: wij als consumenten, het bedrijfsleven, de agrarische sector, het vervoer. Ik hoop dat ik het dadelijk ga meemaken. Mevrouw Thieme en ik zitten even lang in de Kamer. Ik hoop dat het moment zal komen dat zij niet meer afsluit met "er moet wat worden gedaan aan de intensieve veestapel", want dit kabinet zorgt er ook voor dat boeren de kans krijgen om, net als nu al in Brabant gebeurt, met hun veestapels naar beneden te gaan. We willen wel de bedrijfstak overeind houden, maar er ook voor zorgen dat ook deze sector bijdraagt. Ik hoop, maar misschien vraag ik nu te veel om complimenten, dat dat dadelijk ook in de bijdrage van mevrouw Thieme komt. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Maar als er nu iets wordt uitgesloten in het regeerakkoord, dan is het wel een inkrimping van de veestapel. Als we nu even een van de grootste vervuilers in Nederland bij de kop pakken, namelijk de landbouw, dan zien we dat LTO en consorten, de landbouwlobby, gewoon letterlijk het regeerakkoord heeft kunnen schrijven op dit punt en dat D66 gewoon nergens te vinden was. D66 heeft altijd gepleit voor differentiatie in btw, voor geen btw leggen op duurzame producten maar wel op onduurzame. Wat zien we? Groenten en fruit worden net zoveel duurder als vlees en zuivel. Dat had D66 in het regeerakkoord anders kunnen maken, maar dat heeft hij niet gedaan. Er zijn mooie voornemens, maar wel voor na 2021. De kolencentrales moeten ergens in 2030 gesloten zijn, maar ze mogen zelf bepalen wanneer dat gebeurt. 

De heer Pechtold (D66):

Mag ik er drie punten uit pakken? Allereerst het punt dat je binnen de voedselmand zou kunnen gaan verschuiven. Ik heb mij ooit laten voorrekenen welke administratieve ellende er over je heen komt als je bijvoorbeeld tussen vlees en groenten onderscheid gaat maken. Kijk naar de gemiddelde pizza, quattro stagioni. Daar zit van alles op. Zit het er wel in, zit het er niet in en met welk percentage dan? Een ramp. En dat is het makkelijke stuk. U had het over de veesector. Dit kabinet trekt 200 miljoen uit. Dat komt nou uit samenwerking met partijen waarvan je in het begin denkt: hoe komen we hieruit? De een zegt: er zijn te veel dieren. De ander zegt: de boeren hebben het moeilijk. En dan denk je samen: oké, wat betekent dat voor de bedrijfstak? Zijn ze nou onwillig of hebben ze eigenlijk het mes op de keel staan? Dan ga je samenwerken en ervoor zorgen dat boeren de kans krijgen om in een andere bedrijfstak te gaan werken of om economisch verstandiger in hun huidige bedrijfstak te blijven werken. Dat is voor mens, klimaat en dier voorop, zo zeg ik tegen u, stukken beter. Zo gaat het nu in Brabant, waar we op provinciaal niveau de handschoen hebben opgepakt. Landelijk gaat de volgende minister ervoor zorgen dat dit beleid wordt voortgezet. Dat gaat precies in de richting die u zou willen, mevrouw Thieme. En ik hoor uw kritiek graag, want die maakt me nog enthousiaster. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Dit regeerakkoord is niet anders dan het vorige regeerakkoord. Het laat namelijk weer aan het bedrijfsleven zelf over wanneer het gaat komen met vergroeningsmaatregelen en wat het tijdpad wordt, terwijl het kabinet zelf op zijn handen gaat zitten. Het is heel mooi dat de heer Pechtold hier een flink pleidooi houdt, ook om een einde te maken aan de bio-industrie, maar ik zie graag daden. Die zijn niet te vinden in het regeerakkoord en daar is ook een verklaring voor, namelijk dat VVD en CDA niets willen veranderen aan die sector. Ik hoop dat wij in de komende periode tot werkelijk concrete maatregelen kunnen komen en de heer Pechtold zich dan vrij genoeg voelt om samen op te trekken met de zich groen noemende politieke partijen, om daadwerkelijk die vergroening in te zetten. Op dit moment is het regeren over je eigen graf. Dat is wat Vertrouwen in de toekomst eigenlijk betekent volgens het kabinet: erop vertrouwen dat toekomstige generaties de problemen gaan oplossen. 

De heer Pechtold (D66):

In andere landen zie je als politici gaan strijden dat mensen denken: wie heeft er nu gelijk, wat zijn de feiten, wie staat er nu onzin te verkopen en wie heeft er gelijk? Je ziet dat nu in de Verenigde Staten. In Nederland hebben wij als democratische rechtsstaat daarvoor instituten opgericht. Ik ben er nooit zo voor om met cijfertjes te gaan gooien, maar die instituten kijken naar de plannen van een kabinet. Zo is er het Planbureau voor de Leefomgeving waar de progressieve partijen, die nu eigenlijk allemaal aan de interruptiemicrofoon staan, en ondergetekende vertrouwen in hebben. Van de afspraken die wij maken om tot klimaatdoelstellingen te komen zegt het Planbureau voor de Leefomgeving niet alleen dat we daarmee op de goede weg zijn, maar ook dat ze voldoen aan de internationale afspraken zoals vastgelegd, met de handtekening van Rutte, in Parijs. En dus, mevrouw Thieme, kunnen we het oneens zijn en beelden vormen over elkaars standpunten, maar denk ik dat mensen het moeten vertrouwen als het Planbureau voor de Leefomgeving zegt: dit kabinet zit goed. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Van goede voornemens zegt natuurlijk elke organisatie: fijn dat er een langetermijnvisie is over waar we uiteindelijk naartoe moeten; in 2030 moeten de kolencentrales dicht zijn. Maar wat wij als politiek hier moeten vaststellen, is dat er geen doelen worden gesteld ten aanzien van de CO2-reductie in de kabinetsperiode waar de heer Pechtold straks verantwoordelijk voor is. Daar staat niets over in het regeerakkoord. Dat betekent dus dat regeren gewoon vooruitschuiven is. Ik kan het niet anders maken. 

De heer Pechtold (D66):

Mevrouw Thieme, nu begint u echt met alternatieve feiten! U met meneer Trump gaan vergelijken, wat krijg ik nu? Laten we het nou eens hebben over de gewone mensen, over alle Nederlanders. Je zal in een sociale huurwoning wonen en daar nu een hoge energierekening hebben. Dit kabinet gaat honderdduizenden nieuwe woningen bouwen, zorgen dat ze energiearm zijn en de bestaande renoveren voor dat doel. Dat is een concreet resultaat nu, waar niet alleen u en ik als politici blij van worden maar waardoor mensen dadelijk een lagere energierekening hebben. Concreet resultaat, deze periode. 

De voorzitter:

Echt de laatste opmerking. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

We hebben inderdaad ook wel gelachen hoor, want er stond: huurwoningen krijgen 100 miljoen euro per jaar. Dat is ongeveer €50 per huurwoning. Daar kunnen we wat tochtstrippen en wat ledlampen voor kopen. Is dat het vergroeningsbeleid van D66? 

De heer Pechtold (D66):

Ik vind het prima als we het niet eens zijn. Maar kijk naar de ambitie om nieuwbouwwoningen niet meer op gas aan te sluiten en om te zorgen dat bedrijven die nu nog veel van gas gebruikmaken, sneller van dat gas af gaan. Het is een totaalpakket, het is een totaalvisie, het is voor ieder wat wils, ook voor de Partij voor de Dieren. 

De heer Klaver (GroenLinks):

De heer Pechtold had het erover dat we nu koploper worden in Europa. Waar worden we precies koploper in? 

De heer Pechtold (D66):

Ik heb u zojuist aangegeven dat de afspraken die nu in Europa zijn gemaakt, natuurlijk weinig ambitieus zijn. We gaan die dadelijk in 2019 herzien. In Nederland hebben we laten zien dat we vanuit de achterhoede plannen kunnen maken — maar ja, we moeten nog beginnen — die, doorgerekend en wel, ervoor zorgen dat de ambities die daarvoor nodig zijn, mede door Nederland gehaald kunnen worden. Het is de ambitie van het volgende kabinet om niet alleen iets te doen in Nederland, wat natuurlijk geen eilandje is als het over klimaat en energie gaat, maar ook in Europa. Landen als Polen en andere voormalige Oostbloklanden teren nog volop op de bruinkool en andere ellende. Wij willen een gezamenlijke ambitie in Europa, waarbij de Nederlandse doelstelling er niet alleen voor zorgt dat we daarmee halen wat nodig is volgens Parijs, maar waarbij we met ons omringende landen — kijk naar de ambitie van de Duitsers, de Fransen, de Britten — koplopers gaan worden om het te gaan halen ondanks diegenen die achter willen blijven, soms om begrijpelijke omstandigheden, omdat ze nog niet zover zijn. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik weet dat de heer Pechtold er niet zo van houdt te strooien met cijfers en het heel precies over de megatonnen of hoeveel procent duurzame energie te gaan hebben, maar mijn vragen zijn veel concreter dan het vrij uitgebreide antwoord van de heer Pechtold. 

De heer Pechtold (D66):

U vroeg: koploper? 

De heer Klaver (GroenLinks):

Als je het hebt over wat het nou is om koploper te zijn, wat is dan het percentage duurzame energie in Nederland aan het einde van deze kabinetsperiode? Welke CO2-reductie voor 2030 is er zeker? Over welke megatonnen en welke percentages hebben we het dan? 

De heer Pechtold (D66):

Ik denk dat mensen uiteindelijk niet alleen willen weten waar je uit wil komen in 2030; mij overigens dichterbij dan me lief is. Dat is heel ambitieus, want we moeten van 40% nu al naar 49% komen, maar de ambitie is om de verhoging van de temperatuur van 2°C stijging richting 1,5°C te krijgen. U kent net als ik daarvan de cijfers. U had het in uw klimaatwet staan, waar wij aan hebben meegewerkt. Wat mij betreft komt er nu een net zo ambitieus beleid, maar niet alleen voor de graden waar u en ik over moeten praten maar gewoon met concrete maatregelen, waar mevrouw Thieme en ik zojuist even de degens over hebben gekruist. Wat betekent dat dan concreet? Dat zijn de woningen, dat zijn de kolencentrales, dat is de wind op zee, dat is de innovatie die we daarbij laten komen, dat is de landbouwsector. Op al die onderdelen zijn dadelijk bewindslieden individueel verantwoordelijk, naast de minister voor Klimaat, die ervoor gaan zorgen dat al die doelen gehaald worden. Ik zie uit naar de vele debatten waarin u mij weer kan feliciteren als er zo'n maatregel genomen is. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik kijk er ook naar uit. Ik hoop oprecht dat dat gaat gebeuren. Ik kijk ook uit naar al die debatten waarin wij zullen proberen de plannen van dit kabinet nog beter te maken. Maar ik heb hele concrete vragen gesteld. De ambities en de mooie woorden zijn mooi; daar staat het hele regeerakkoord mee vol. Maar laat ik het antwoord dan maar zelf geven, want volgens mij heeft de heer Pechtold het niet paraat. Het aandeel duurzame energie aan het einde van deze kabinetsperiode is waarschijnlijk niet meer dan 20%. Daarmee worden we geen koploper, daarmee blijven we achteraan hangen. Als 40% van de CO2-reductie moet worden behaald door middel van CCS, het onder de grond stoppen van CO2, wat wordt betaald uit de SDE, dus het geld dat eigenlijk beschikbaar is voor duurzame energie, gaat het kabinet de doelstellingen die het heeft en die ik mooi vind — ik vind ze heel ambitieus — niet halen. 

De heer Pechtold (D66):

Mijnheer Klaver, wie stopt er in zijn plannen nou eigenlijk bijna net zo veel onder de grond aan CO2? Is dat niet gewoon GroenLinks? Ja, mijnheer Klaver. Nu kunnen we gaan zitten dimdammen, het kabinet met 18 en u met 13 megaton, maar u doet het zelf ook! U doet het zelf ook. Laten we als groene partijen elkaar niet pakken op het cijfer achter de komma voor 2030, waar ik overigens voor sta. Laten we de komende tijd de kans pakken om de ambitie die we samen met de PvdA delen — Diederik Samsom liep ermee voorop; een maatregel als deze werd ook door hem gesteund — samen te gaan realiseren, en loop dan niet weer halverwege weg. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik kijk er heel erg naar uit om dat samen te doen. De heer Pechtold zegt "dimdammen" of "achter de komma", maar het is wel goed om precies te kijken naar wat er in verkiezingsprogramma's staat. 

De heer Pechtold (D66):

Zeker. Bij u ook. 

De heer Klaver (GroenLinks):

CCS staat in ons verkiezingsprogramma. Weet de heer Pechtold ook hoeveel megaton CO2 GroenLinks terugdringt? 

De heer Pechtold (D66):

Ik heb me de afgelopen tijd ... 

De heer Klaver (GroenLinks):

Het is een heel concrete vraag. Hoeveel dan? Hoeveel? 

De heer Pechtold (D66):

Nou, ik heb me de eerste maanden in uw verkiezingsprogramma verdiept, maar ja, dat was daarna niet meer nodig. Ik zou niet weten wat u ... 

De heer Klaver (GroenLinks):

Hoeveel? Hoeveel? 

De heer Pechtold (D66):

Ik weet wel dat het kabinet, als het gaat om het onder de grond stoppen van CO2, 18 megaton noemt en dat u 13 in uw verkiezingsprogramma heeft. Dus ja, dat met de andere maatregelen samen ... 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik zal het heel duidelijk uitleggen. 

De heer Pechtold (D66):

Komt u maar. 

De voorzitter:

En afronden. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Mijnheer Pechtold, ik vind het prima als u mij attaqueert, maar dan moet u uw cijfers op orde hebben. GroenLinks dringt veel meer CO2 terug dan noodzakelijk is. Uiteindelijk is CO2-opslag het sluitstuk van de aanpak van klimaatverandering en heb je dat pas helemaal aan het einde nodig. Als je je klimaatplannen bouwt op 40% van je totale reductie, met CCS, met het onder de grond stoppen van CO2, dan haal je die doelstellingen niet. Dat is een gevaarlijke manier van beleid voeren. Als dit kabinet CO2-opslag in het regeerakkoord zou hebben staan, maar tegelijkertijd niet 18 maar 20 megaton aan alternatieve besparingen erbij zou hebben, dan heeft u een verhaal en dan zou het pas écht een ambitieus klimaatbeleid zijn. 

De heer Pechtold (D66):

We horen de megatonnen langs de oren suizen. Mijnheer Klaver, uiteindelijk is het zo: ja, je kan doelen hebben en ja, je kan verschillende ideeën hebben over hoe je daar wilt komen, maar het allerbelangrijkste is dat je op weg naar die doelen, wanneer je als politieke partij gekozen bent, wanneer je het mandaat van je kiezer hebt gevraagd om dingen te doen, niet halverwege wegloopt. 

De voorzitter:

U mag hier kort op reageren. Dan is het echt klaar. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Mijnheer Pechtold, u kunt het zwaarder gaan aanzetten en u kunt het persoonlijker maken, maar ik kijk naar de feiten in het regeerakkoord. Wat ik zie is dat wat jullie daar hebben geformuleerd, niet voldoende is om die ambities te bereiken. De manier waarop jullie die CO2-opslag toepassen, gaat niet werken, omdat je dat niet voor elkaar krijgt voor 2030. En, heel belangrijk, het gaat ten koste van duurzame energie. Als ik gewoon heel concreet doorvraag naar de doelstellingen voor deze kabinetsperiode en hoeveel megatonnen, dan wordt dat weggewuifd als details. Mijnheer Pechtold, dit is precies waarom ik er geen vertrouwen in heb. Dit zijn geen details. Dit is de kern van klimaatpolitiek die Nederland toekomstbestendig moet maken. 

De heer Pechtold (D66):

Ik ben blij dat het Planbureau voor de Leefomgeving het niet eens is met de heer Klaver, maar met het komende kabinet. Ik ben blij dat we niet alleen, zoals de heer Klaver, economisch praten over getallen en percentages, maar over heldere afspraken voor de komende jaren. Over de veestapel, over het vervoer, over de kilometerheffing voor vrachtwagens, over de belastingen voor vliegtuigen, over de isolatie van woningen, over tal van zaken en, voor D66 van groot belang, over de innovatiekracht die Nederland aan de dag gaat leggen. Mijnheer Klaver, de hand blijft uitgestoken, maar je moet hem wel een keer aanpakken. 

De heer Asscher (PvdA):

Alexander Pechtold vraagt om complimentjes van Marianne Thieme en ziet uit naar de vele debatten waarin hij gefeliciteerd gaat worden. Ik vind het altijd wel charmant als iemand zo zichzelf is. 

De heer Pechtold (D66):

Dank. 

De heer Asscher (PvdA):

Ja. Als je de juichtweets van het Amsterdamse D66-kader een beetje leest, dan wordt daarvoor gezorgd. Dan krijg je bijna het gevoel dat Wilders gelijk heeft en dat hier Pechtold I begonnen is. In dat licht heb ik wel een vraag. Hoe rechtvaardigt Alexander Pechtold het dat er in een tijd van overvloed — overschotten hier, overschotten daar, lastenverlichting — gekozen wordt om voor een half miljard te bezuinigen op de arbeidsgehandicapten, die onder het minimumloon moeten gaan werken, dat er gekozen wordt om te bezuinigen op mensen die arbeidsongeschikt zijn? Dat moet 250 miljoen gaan opleveren. Dat is een bezuiniging van 750 miljoen, die wat mij betreft niet te rechtvaardigen is in de tijd waarin wij leven. Dat is echt de vraag aan Alexander Pechtold. Ik begrijp dat hij trots is op een aantal punten. Ik ben daar ook ruiterlijk in geweest, maar dit zou niet moeten. 

De heer Pechtold (D66):

Ik vind het van groot belang dat dit kabinet er aandacht aan besteedt en er geld voor uittrekt om mensen in beschut werk verder te helpen. U heeft de getallen gezien. Dat zijn enorme getallen. Wij weten dat achter elk getal — ik geloof dat het er 20.000 zijn — achter ieder nummer een mens zit die weinig kansen heeft gehad op de arbeidsmarkt. Als u kijkt naar het grote plaatje, dan ziet u dat alle inkomensgroepen er de komende jaren op vooruitgaan in Nederland, maar wij vinden het ook van belang dat mensen die kunnen werken, zo veel mogelijk kansen krijgen om te werken. Ik ben trots op de plannen die wij hebben om de kansen voor oudere werknemers te vergroten. Ik ben er trots op dat wij samen met het UWV en de gemeente zorgen dat iedereen in een moeilijke situatie die kans krijgt. Ik weet dat de plannen anders zijn dan u ze misschien in de afgelopen jaren had gewild. Ik weet dus ook hoe moeilijk het is om ambities op dit terrein te verwezenlijken, maar je kan van dit kabinet zeggen dat de plannen die wij voor de arbeidsmarkt hebben, juist in evenwicht zijn. Daarom ben ik blij dat zowel werknemers als werkgevers, die allemaal hun kritiekpunten hebben, allemaal de kansen zien om dadelijk waar u een eerste stap in heeft gezet, in nadere afspraken met de minister nog verder te brengen. 

De heer Asscher (PvdA):

De heer Pechtold gaat niet in op de vraag. Ja, er komen beschutte werkplekken bij — daar ben ik ook voor — maar het grootste deel van de mensen moet in gewone organisaties werken. Dat begint te komen. Dat is heel moeilijk. De overheid moet meer doen. Maar het kabinet kiest ervoor om mensen niet meer het minimumloon te laten verdienen en de werkgever daarvoor te subsidiëren, maar mensen onder het minimum te laten zakken. Dat levert een hele hoop geld op: een half miljard. Het levert zelfs in de ramingen in het akkoord de enige werkgelegenheidsgroei op. 

De heer Pechtold (D66):

Nou. 

De heer Asscher (PvdA):

Ja, dat is zo! Dat vind ik nou net een keuze die niet nodig is om financiële redenen, die niet nodig is om inhoudelijke redenen, maar die neerkomt op pesten. Als je zegt dat iedereen erop vooruit moet gaan, dan is het niet fair om te bezuinigen op arbeidsgehandicapten die erbij willen horen. Dat is een slechte keuze. Ik zag net een uitgestoken hand met punaises in de richting van de heer Klaver gaan, maar ik reken erop dat wij op dit punt misschien ietsje vruchtbaarder kunnen samenwerken. 

De heer Pechtold (D66):

Ik werk graag met de heer Asscher samen. Ik hoorde van hem uit het koor aan onze linkerzijde het meeste enthousiasme. Ik ben ook blij dat wij de afgelopen weken samen over zaken voor de toekomst hebben kunnen praten. Ik vind dat de komende minister de kansen krijgt om mensen die op welke manier dan ook aan het werk kunnen of moeten, op een verantwoorde wijze aan het werk te helpen. Ja, natuurlijk. Maar wij hebben ook gezien dat er op sommige beschutte werkplekken in sommige cao's tot 130% boven het minimumloon werd betaald. Wij hebben gezien dat dat mensen soms remt om door te groeien, om een andere baan te krijgen. Nou moet ik natuurlijk niet vragen of het vaderschapsverlof helemaal naar uw wensen was, want dat zou weer naar complimenten vissen zijn, maar bekijk nou eens de totale plannen voor de arbeidsmarkt, inclusief alles wat daarbij komt. Want dat hebt u de afgelopen vijf jaar wel laten zien, hoe belangrijk het is dat we meer gaan doen aan die kloof tussen jong en oud, tussen hoog en laag opgeleid. En ik vind dat daar de handvaten van dit regeerakkoord alle mogelijkheid toe bieden. Net als we de afgelopen weken weleens samen over dingen hebben gesproken, hoop ik ook, net als u aan anderen vroeg, dat u aan mij vraagt of die uitgestoken hand er is. Ja, die is er. 

De heer Asscher (PvdA):

Ik ben het er helemaal niet mee eens, ik vind het helemaal niet erg als mensen die hard werken 130% van het minimumloon gaan verdienen; een ander wereldbeeld. Maar ik noteer dat Pechtold heeft gezegd: in de uitwerking hoeft het niet te leiden tot die bezuiniging, mag een minister andere keuzes maken die zorgen dat mensen die dit werk doen gewoon het minimumloon verdienen. Dát komt in de uitwerking, dat gaan we vandaag niet regelen, dat is duidelijk. Het enige wat ik vandaag zou willen, is dat we duidelijkheid kunnen bieden dat er niet bezuinigd wordt op de wijkverpleging. Pechtold is iemand die nooit heel veel tijd nodig heeft om zaken te doen, iemand die overal, zoals een hamer spijkers, deals ziet. Dit is nou een belangrijk signaal dat hij kan geven namens D66: ja, ik snap het, 76-74, ik reken op u. U hoeft niet eens antwoord te geven, ik reken op u, u gaat straks met die andere partijen praten, de ontwenningsverschijnselen van dat hok zijn toch al zichtbaar. Ik weet dat u in tweede termijn gaat zeggen: inderdaad, die 100 miljoen bezuiniging gaat niet door. Dank u wel. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

De heer Pechtold (D66):

Ik vind het moeilijk als een politicus die ik hoog acht, een politicus die net van een woest moeilijk ministerie afstapt, zo makkelijk met cijfers omgaat, waardoor kwetsbare groepen en werknemers in belangrijke groepen, namelijk de zorg, het gevoel hebben dat er bezuinigd wordt. De komende periode gaat er 11 miljard extra naar de zorg. We hebben allemaal de oproep van Borst en Gaemers gezien over de verpleeghuizen. We voldoen volledig aan de wensen om daar 2 miljard naartoe te laten gaan. Maar dat er in de zorg, maar ook in de thuiszorg, in de medicijnen en in de ziekenhuizen afspraken worden gemaakt, net als onder uw kabinet, om te kijken waar naast al die miljarden, die grootste uitgavenpost die toegankelijk is voor iedereen, die van een kwaliteit is waar de rest van de wereld jaloers op is, ervoor kan worden gezorgd dat daar kostenmindering is, naast de 11 miljard die erbij komt, vind ik niet alleen verantwoord, ik sta ervoor. 

De voorzitter:

Daar mag u kort op reageren, meneer Asscher. 

De heer Asscher (PvdA):

Op het moment dat Pechtold complimenten uitdeelt, hebben ze vaak een weerhaakje. Want hij acht mij hoog, maar de feiten schijn ik niet te kennen. Die suggestie daaronder! Kijk je op bladzijde 25 van de doorrekening door het Centraal Planbureau van het regeerakkoord van meneer Pechtold, dan staat daar: hoofdlijnenakkoorden zijn goed om de zorgkosten te beteugelen, maar die 0,1 miljard in de wijkverpleging en in de geestelijke gezondheidszorg leidt tot vermindering van kwaliteit en vermindering van omvang van zorg. Dat betekent in normale mensentaal, binnen dit huis en daarbuiten: een bezuiniging. Je kunt niet zeggen dat door die 100 miljoen alle kosten door het dak gaan en dat het dan niet meer verantwoord is. Het enige wat ik vraag — ik hoef het antwoord niet, want ik weet dat hij daarover moet overleggen met zijn drie vrienden — is: laat nou op dat punt even zien dat het geen holle woorden zijn, dat die uitgestoken hand geen kraaienpootjes, spijkers en punaises bevat, maar dat je ook — het gaat me niet om mij — de mensen die daar bezorgd over zijn, getuige burn-outs en overspanning in de wijkverpleging, gerust wilt stellen. Dat kan vandaag, zo moeten we dat vandaag ook doen. Dank u wel. 

De heer Pechtold (D66):

Geruststellen? Ja. Maar dan wel met feiten. U hebt er een dingetje uit gepakt. Gisteren was het de btw, mensen weten heel goed: ja, je betaalt op sommige plekken meer, maar in totaal krijgt iedereen meer geld in de portemonnee. Dus je betaalt misschien 3% in de supermarkt, maar je hebt ook meer geld in je portemonnee, je houdt veel meer geld over in diezelfde supermarkt. Dat is één. En als het om de zorg en de wijkverpleging gaat, moet de heer Asscher — je kunt naar het CPB verwijzen — erkennen dat er in 2018 meer geld naartoe gaat. Ook dat is een feit. Maar mijn punt staat, want ik heb ook aan de kant van de oppositie de dingen soms samengevat op een wijze waarvan ik dacht: nou, dat komt net iets beter uit. De afspraak is wat mij betreft, van links tot rechts in deze Kamer, dat die 76 zetels wat mij betreft niet op dinsdag zijn: altijd langs die lijn. Het zal een keer voorkomen, maar zoals de premier zojuist heeft gezegd, is dit een kabinet voor alle Nederlanders. Dat betekent ook dat alle vertegenwoordigers wat mij betreft uitgenodigd worden om de komende vier jaar mee te denken. Dat is de reden waarom ik ook een van u blijf. 

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Pechtold. Dan ga ik nu naar de heer Klaver namens GroenLinks. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Heeft de minister-president ooit een vrouw gehad? Het is een kabinet zonder vrouwelijke charme. Wilders is een vrouw die niet wil worden bemind. Het valt mij in dit debat op dat vrouwen er vooral bij worden gehaald om grappen over te maken. Ik hoop dat vrouwen er de komende week bij worden gehaald als het kabinet moet worden samengesteld. 

Voorzitter. Ik feliciteer de onderhandelaars graag met het regeerakkoord dat hier ligt. Ze zijn lang bezig geweest. Het heeft veel tijd gekost. Ik wil ze van harte feliciteren. Ik wil ook de informateur bedanken voor zijn inzet om tot een nieuw kabinet te komen. Ik wil wel opmerken dat hij erg terughoudend is geweest met het informeren van de Kamer. En zo enthousiast als de heer Pechtold was over de nieuwe procedure, zo kritisch zou ik er op willen zijn. Want hoeveel meer openheid is er gekomen ten opzichte van toen het nog bij de Koning lag? Ik wil hier benoemen dat ik het dieptepunt vond het afschriftbriefje van het eigen risico dat naar de minister van VWS werd gestuurd. 

Voorzitter. Bij de regeringsverklaring gaan we uitgebreid in op alle zaken die in het regeerakkoord staan. Maar ik wil dit debat ook aangrijpen om alvast een eerste appreciatie te geven en een aantal inhoudelijke punten aan te stippen. De opdracht van deze informateur was om te zoeken naar een kabinet met een breed draagvlak, meer dan 76 zetels, maar ook met een breed draagvlak in de samenleving. Die opdracht lijkt mij niet uitgevoerd. Ik zeg: met dit akkoord gaat Nederland rechtsaf. Gisteren zijn mijn linkse vrienden en ik en heel veel maatschappelijke organisaties begonnen met een actie om de btw-verhoging te stoppen. Ik heb een aantal mensen uit de nieuwe coalitie horen zeggen: mensen snappen het wel, het is ook heel logisch dat het gebeurt, het is een heel logische stap. We zijn nu een avond en een ochtend bezig en er zijn inmiddels 30.000 handtekeningen opgehaald van mensen die zeggen: tot hier en niet verder. 

Waarom beginnen we over die btw? Op dit moment is er geld over in Nederland. Dat geld moeten we teruggeven aan de mensen die de crisis het hardste hebben gevoeld. Als ik zie dat naast de btw-verhoging, een verlaging van de vennootschapsbelasting staat en, misschien nog wel heftiger, het helemaal afschaffen van de dividendbelasting, dan snap ik niet hoe je tot die keuzes kan komen. Wat ik überhaupt niet snap is dat, als ik goed ben geïnformeerd, het afschaffen van de dividendbelasting in geen enkel verkiezingsprogramma stond. De btw trouwens ook niet. Daarom is mijn eerste vraag aan de informateur: van wie kwam dit idee? Kan hij aangeven hoe dit aan tafel is ontstaan? Maar ik ben nog veel meer geïnteresseerd in welke maatschappelijke partijen hier precies voor hebben gelobbyd. Ik ontvang daar graag meer informatie over. 

Voorzitter. Dan het klimaatbeleid. Toen ik het las dacht ik: wow, heel goed. Het compliment dat ik zou willen geven, is dat de doelstellingen die worden gehanteerd dichterbij komen dan ik ooit had kunnen hopen met dit kabinet. Het is niet de 55% uit onze klimaatwet, maar 49% is een goede stap en zeker ook de inzet die ze in Europa willen plegen om het naar 55% te krijgen, is gewoon goed. Maar waarom ben ik dan toch zo kritisch? Waarom heb ik het eerder een luchtbel genoemd? 

Ten eerste zie ik dat er niet is gekozen voor een doorrekening van het PBL. Er wordt wel verwezen naar een paragraaf, naar een tabelletje op pagina 38 van het regeerakkoord met een indicatie van de maatregelen. Ik zou graag willen dat er een echte klimaatdoorrekening komt die ook laat zien hoe het aan het einde van deze kabinetsperiode staat met de reductie van CO2 en met het aandeel duurzame energie. 

Ten tweede zijn de klimaatdoelstellingen afgezwakt. Ik ben echt benieuwd waarom deze keuze is gemaakt. We moeten vooroplopen. 

Ten derde: komt het kabinet eigenlijk met een eigen klimaatwet? Of gaat het in gesprek met de indieners van de originele klimaatwet? Ten vierde: wat is nou precies het beleid voor deze kabinetsperiode? Wat gebeurt er? Wat zijn de doelstellingen voor CO2-reductie? En wat is de doelstelling voor duurzame energie? In het vorige regeerakkoord stond nog dat de doelstelling voor duurzame energie in 2050 in ieder geval 100% was. Ik zou ook van dit kabinet willen weten wat de doelstelling is in 2030, en vooral wat de doelstelling is aan het einde van deze kabinetsperiode. 

Ten slotte is het onder de grond stoppen van CO2 ten koste van echte duurzame energie geen transitie naar een duurzame economie met een duurzame energievoorziening. Dit is letterlijk struisvogelpolitiek. CO2 onder de grond en de kop in het zand. Ik vraag de informateur om alsnog een klimaatdoorrekening te laten uitvoeren. Ik zou deze graag ontvangen voor de regeringsverklaring. Op dit punt overweeg ik ook een motie. 

Voorzitter. Ik kom tot een afronding. Wij kunnen instemmen met het advies om Mark Rutte tot informateur, sorry, tot formateur te benoemen. De namen zijn nog niet bekend, maar de informateur meldt dat er overeenstemming is over de uitbreiding van het kabinet naar zestien ministers en acht staatssecretarissen. Mijn vraag aan de informateur is: hoe is men tot die overeenstemming gekomen? Is men gestart met een analyse van wat nodig is, of met de hoeveelheid posten die nodig is om alle partijen tevreden te houden? Met andere woorden: ging het om de inhoud, of gaat het om de politieke poppetjes? En worden de nieuwe bewindslieden themaministers voor spek en bonen, of gaan ze volwaardig meedoen? Tot slot wens ik de formateur de komende weken veel succes. 

De voorzitter:

Dank u wel. Dan ga ik nu naar de heer Roemer namens de SP. 

De heer Roemer (SP):

Dank u wel, voorzitter. We hebben bijna een nieuw kabinet. Dat is een felicitatie waard, aan de coalitie, aan de VVD, en aan Mark Rutte in het bijzonder. Het is hem gelukt: een nieuwe ploeg voor zijn beleid. En we hebben het gemerkt. Er werd gejuicht in de Malietoren. VNO-NCW-voorzitter Hans de Boer is zelfs in een polonaise gesignaleerd. Bij de raad van commissarissen van ABN AMRO werd de champagne ontkurkt. Het is een kabinet waar bankiers, grote bedrijven en multimiljonairs hun vingers bij aflikken. Een kabinet van koopman, dominee en consultants. 

Voorzitter. Natuurlijk staan er goede voorstellen in het regeerakkoord. Laat ik daar ook gewoon mee beginnen. Er wordt 2,1 miljard uitgetrokken voor verpleeghuizen. Er komt een klimaatwet. Klassen worden verkleind in het basisonderwijs. Dan is er nog het vaderschapsverlof, en zijn er natuurlijk de voorstellen rondom het doorbetalen van ziek personeel; dat was tenslotte ook mijn eigen motie. Een goed idee, dat van de SP komt en door deze coalitie wordt ingevoerd: uiteraard steunen we dat. Maar laat helder zijn, en dat is ook meteen het antwoord aan de heer Buma: goede voorstellen die de samenhang versterken, de zekerheid vergroten en de tweedeling verkleinen, zullen wij altijd steunen. Maar waar de verschillen tussen de mensen worden vergroot en onze gezamenlijke voorzieningen worden afgebroken, daar vindt het kabinet ons op zijn pad. 

Voorzitter. Na de crisis, die werd veroorzaakt door de banken, werd de rekening neergelegd bij de samenleving. Zekerheden van mensen verdwenen als sneeuw voor de zon. De zekerheid van een vaste baan en van een betaalbare woning. De zekerheid dat je kind kan studeren zonder zich enorm in de schulden te hoeven steken, en dat je straks een fatsoenlijk pensioen krijgt. De zekerheid dat er politie is als je die nodig hebt of dat je naar de rechter kunt als dat nodig is. Bezuiniging na bezuiniging werd over het land gestort. Ondertussen stegen de winsten van grote bedrijven van 164 miljard in 2009 naar 196 miljard euro nu. Maar aan belastingen gingen ze juist minder bijdragen. 

Nu gaat het economisch beter, maar kiest dit kabinet vooral weer voor die grote bedrijven. De aandeelhouders worden met 1,4 miljard gespekt, terwijl we met exact dat bedrag de leraren in het basisonderwijs niet alleen de klassenverkleining, maar ook de beloning hadden kunnen geven die ze verdienen. Multinationals met miljardenwinsten gaan nog minder belasting betalen, terwijl gewone mensen wel een forse extra belasting moeten betalen voor hun dagelijkse boodschappen door de verhoging van de btw. De bankenbelasting komt niet eens meer voor in het regeerakkoord. Sterker nog: de buffers voor banken kunnen volgens het nieuwe kabinet omlaag. Alsof men niks geleerd heeft van de crisis. Ik ben ook wel benieuwd wat de informateur daarvan vindt. Graag een reactie hierop. 

En ondertussen wordt de ggz in de steek gelaten, moeten kinderen die in armoede opgroeien het met een fooi doen, worden de financieel meest kwetsbare mensen aan hun lot overgelaten en moeten ouderen die langer thuis willen wonen, het met nog minder hulp doen. Hoezo vertrouwen in de toekomst? En dan gaat de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd ook gewoon door. Straks mag iedereen gewoon doorwerken tot zijn 70ste, juist nu zelfs een groot deel van de werkgevers in navolging van de SP — jazeker — zich uitspreekt tegen de almaar stijgende AOW-leeftijd. Is er, zo vraag ik de informateur, aan tafel gesproken over de zorgen van werkgevers en vakbonden over de problemen met de verhoogde AOW-leeftijd? En zo ja, waarom is daar dan niks mee gedaan? 

Voorzitter. Regeren is compromissen sluiten. Maar het is opmerkelijk om te zien welke beloften wel en welke beloften niet zijn nagekomen. De VVD beloofde multinationals dat zij minder belasting hoefden te betalen. Aan die belofte wordt ruimschoots voldaan. Maar hoe zit het met de andere beloften? Met de andere beloften om mensen sneller een vaste baan te geven, het eigen risico op zijn minst te verlagen, echt iets substantieels te gaan doen aan de armoede en een beurs voor studenten in te voeren? Het laat zich allemaal raden. Iedereen zou erop vooruitgaan, inmiddels kun je er heel veel vraagtekens bij zetten hoe noemenswaardig dat is. Dat betreft ook de vraag hoeveel iedere groep er daadwerkelijk in euro's op vooruitgaat en in sommige gevallen dus gewoon erop achteruitgaat, wat vaak de meest kwetsbaren in onze samenleving betreft. Daarom is het goed dat er berekeningen komen van het Nibud. Ik ga er ook van uit, zo zeg ik in de richting van de voorzitter, dat het rapport ruim voor het debat van de Kamer met het nieuwe kabinet wordt toegestuurd. 

Voorzitter. Ruim 200 dagen is er onderhandeld. Ik vraag aan de informateur welke punten de meeste tijd hebben gekost. 

Ik rond af. In de toelichting op het regeerakkoord kwam veelvuldig de term "gewone, normale Nederlanders" voor. Graag hoor ik van de informateur wat de definitie daarvan is en wat daarmee bedoeld wordt. En vooral: wie behoren daar dan niet toe? Als er geld werd teruggegeven, werd er steeds gezegd: aan de werkenden. Kijk hoeveel mensen je hiermee schoffeert. Studenten, kwetsbaren in de samenleving, ouderen, mensen die op zoek zijn naar werk of mensen die om welke reden dan ook niet kunnen werken: zij behoren blijkbaar volgens het nieuwe kabinet niet tot de garde van "gewone, normale Nederlanders". 

Voorzitter, ik zie uit naar het grote inhoudelijke debat, straks met het nieuwe kabinet. 

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Asscher namens de PvdA. 

De heer Asscher (PvdA):

Voorzitter, dank u wel. Ook namens de Partij van de Arbeid felicitaties aan de onderhandelaars dat het ze gelukt is. En dank aan de informateur, de vrolijke boekhouder. Leuk om u hier even te zien. Ik heb meteen een vraag aan hem. Graag het archief van de informatie, met alle versies, stukken en onderliggende stukken naar de Kamer voor het debat over de regeringsverklaring, zodat we ook een beetje kunnen kijken hoe zich dat heeft ontwikkeld. De vorige keer was daar een motie-Pechtold voor nodig. Dat zal nu, neem ik aan, niet nodig zijn. Iedereen is het ermee eens dat dat verstandig is: transparantie. 

Voorzitter. Ik wil positief beginnen. Ik heb in het regeerakkoord een aantal voorstellen gelezen die ronduit goed zijn. We hebben het vaak gehad over vaderschapsverlof. De coalitie vond het niet goed dat we de wet al zouden behandelen, maar wat er uiteindelijk ligt is gewoon goed en belangrijk voor de emancipatie van mannen en vrouwen in Nederland, en met vijf weken ook niet te knierterig. 

Voorzitter. Ik ben ook positief over de aanpak van vrouwenhandel, misbruik van vrouwen en misbruik van prostituees, zoals ik die heb teruggezien in het regeerakkoord. Ik ben positief over het voornemen schijnzelfstandigheid aan te pakken bij zelfstandigen. Ook heb ik een paar vragen en zorgen bij de uitwerking daarvan. Ja, er zitten goede plannen in; die zullen we steunen, maar het is ook onze taak om dit te wegen en te kijken wat de ideologische keus is die gemaakt wordt. Die is er wel degelijk, want als je in een tijd van voorspoed, van een recordoverschot — nooit begon een kabinet met zo'n overschot aan de formatie — ziet welke keuze gemaakt wordt, is de conclusie gerechtvaardigd dat we hier spreken over een rechts kabinet, een rechts kabinet dat er dus voor kiest om 1,4 miljard aan aandeelhouders cadeau te doen, dat kiest voor 3 miljard aan verlaging van winstbelasting, dat ervoor kiest om mensen met een vermogen een lagere belasting te geven en dat ervoor kiest om tegelijk boodschappen duurder te maken, tegelijk te bezuinigen op arbeidsgehandicapten, tegelijk te bezuinigen op zieken en tegelijk, jazeker, de wijkverpleegkundigen te korten. 

Over de mensen die het werk voor ons allemaal moeten doen, zijn grote woorden gesproken. Het was Mark Rutte die zei: "De lonen moeten omhoog." Wat zien de leraren, de militairen, de politieagenten, al die hardwerkende dienaren van de publieke zaak, daarvan terug? Ik heb gekeken. Bitter weinig. Wat staat er wel over geld verdienen in de publieke sector? Een cryptisch zinnetje, dat schijnt te betekenen — dat wil ik graag bevestigd krijgen door de informateur — dat de maatregel om mensen erop vooruit te laten gaan in de publieke sector, het intrekken van de Wet normering topinkomens 3 is. Dat is een keuze die een ideologie verraadt: men maakt zich meer zorgen om het inkomen van de consultant, de ICT'er en de manager in de zorg, hier in Den Haag of elders, dan om het inkomen van de politieagent, de militair die nog wacht op het dichten van het AOW-gat en de leraar voor de klas. Ik ben blij met die 270 miljoen voor het primair onderwijs. Bizar dat daar zo voor gevochten moest worden, maar wat krijgt de leraar in het voortgezet onderwijs? Wat gaat er gebeuren voor al die anderen die voor de klas staan? Dat is een investering in onze toekomst. 

Dus hoe zal de Partij van de Arbeid dit kabinet tegemoet treden? Constructief op de voorstellen die goed zijn. Absoluut; ik zit te lang in de politiek en de Partij van de Arbeid heeft een te belangrijke traditie om niet op een reële, geloofwaardige manier te reageren op voorstellen die goed zijn. Ik weet dat ieder kabinet compromissen moet sluiten en dat ieder kabinet tegenvallers tegenkomt, maar ik vind het ongelofelijk belangrijk dat in dit eerste debat duidelijk wordt of die 76 zetels na al die dagen in dat hokje met elkaar — ze zijn tevreden over de sfeer en over de informateur — in staat zijn te zien dat er een wereld is hierbuiten, van mensen die crisis hebben meegemaakt en gevoeld, die pijn hebben gehad en die je niet tevreden stelt met de bezweringsformule "iedereen gaat erop vooruit", maar die vragen om nu te investeren in wat het belangrijkste is: fijn wonen, goede zorg, een vaste baan. De sociale woningbouw komt één keer in het akkoord voor, namelijk in de instructie om sociale woningen te verkopen. Nee, er is daarbuiten woningnood. Er moeten woningen gebouwd worden. Een goede woning, vast werk en goede zorg. Voorstellen die bijdragen aan de bestaanszekerheid van iedere Nederlanders, zullen we steunen. Andere voorstellen zullen we bestrijden. Dank u wel. 

De heer Pechtold (D66):

Toen ik aan de onderhandelingen voor deze coalitie begon, heb ik mij natuurlijk goed voor ogen gehouden: als ik dadelijk daadwerkelijk wil kunnen zeggen dat dit een middenkabinet is en dat ik partijen in de Kamer daadwerkelijk wil uitnodigen, moet ik toch ook kijken wat er belangrijk wordt gevonden. Ik heb de afgelopen jaren ook veel gekeken naar de start van het vorige kabinet en ik heb gedacht: waar zette de PvdA op in? Dat was: iedereen erop vooruit. Mijn vraag is: gaan alle groepen erop vooruit? Ik heb ook van de PvdA meegekregen: vergroot nou niet de inkomensverschillen. Mijn vraag aan u is: ziet u dat de inkomensverschillen bij dit kabinet afnemen? 

De heer Asscher (PvdA):

Ik vind dat er absoluut knap werk is gedaan door Wouter Koolmees, Carola Schouten, Mark Harbers en ... Wie doe ik tekort? Pieter Heerma, nota bene, mijn oude makker van Sociale Zaken. Er is prachtig geknutseld. Op korte termijn stijgt de inkomensongelijkheid en op lange termijn neemt die af. Dat is mooi. Ik vind dat er meer nodig is. Als je mijn verkiezingsprogramma erbij pakt — ik weet niet of de heer Pechtold die gelegenheid gehad heeft — dan zie je dat er veel meer nodig is aan vermindering van ongelijkheid. Maar: complimenten. Waar het nodig was is in de techniek fantastisch werk gedaan. 

De heer Pechtold (D66):

"In de techniek", "op de lange termijn" ... 

De heer Asscher (PvdA):

Kijk ze glimmen! Kijk om naar Wouter Koolmees! 

De heer Pechtold (D66):

Ja, ja. Maar ze zijn er inmiddels aan gewend dat het een feestje kan zijn. 

U zegt: "in de techniek" en zo. Nee: in de portemonnee, in de samenleving, voor alle Nederlanders. Is dit een kabinet dat evenwichtig omgaat met de groei — ik hoop vanuit het bedrijfsleven, maar ook vanuit de belastingen die we met z'n allen betalen — die we nu allemaal zien? Meer in de portemonnee. En: in evenwicht. U hebt vaak aandacht gevraagd voor de inkomensverschillen. Die nemen door dit kabinet af. Ik hoop dat we daar met u nog samen aan kunnen werken. Maar dat was een van de dingen die ik in mijn achterhoofd had toen ik dacht: dadelijk sta ik daar met die Asscher en dit gaan we samen laten zien. 

De heer Asscher (PvdA):

Had dan nog even één telefoontje extra gedaan. Ik beantwoord de vraag serieus, ook al was dit opnieuw eigenlijk een verzoek om een compliment vanwege dat cijfer en die coëfficiënt op de lange termijn. Ik heb dat compliment gegeven. Sorry, het ging naar de tweede man. Maar daaronder zit de vraag: is de PvdA nou niet eigenlijk hartstikke enthousiast hierover? Zijn we hier nou niet tevreden mee? Het antwoord is: nee. Als je echt eerlijk kijkt naar wie er betalen en wie het krijgen en naar waar wordt bezuinigd en waar dat naartoe gaat, dan kan een kind het zien. Als je 4,5 miljard geeft aan de grote bedrijven en de aandeelhouders, terwijl je geld vraagt van mensen die boodschappen doen en van mensen die hard werken in de zorg en bezuinigt op arbeidsgehandicapten en langdurig zieken — ik stelde de vraag net niet voor niets over 750 miljoen dáár weghalen in een tijd van overvloed — nee, dan kan de Partij van de Arbeid daar nooit voor tekenen. 

De heer Pechtold (D66):

Wat ben ik blij dat we in dit akkoord ook heel veel geld voor rekenonderwijs hebben zitten. Ik hoor het nu elke keer, maar ik vind dat we ons in deze democratie — we zitten hier niet in Noord-Amerika — bij de feiten moeten houden. Feit is dat wij allen, wij de Nederlanders, alle Nederlanders 5,2 miljard lastenverlichting krijgen. De bedrijven betalen zelfs ietsje meer: 100 miljoen. Feit is: de bedrijven betalen meer en wij, de mensen krijgen meer dan 5 miljard lastenverlichting. Daarbinnen zijn er verschuivingen, maar uiteindelijk is de koopkracht voor alle groepen hoger. De feiten, mijnheer Asscher! 

De heer Asscher (PvdA):

Ik vind dit, de heer Pechtold die kattig begint over feiten, bijna nog charmanter dan wanneer hij vist naar complimentjes. Is het waar of niet dat er 1,4 miljard wordt geschrapt aan dividendbelasting? Ik geloof dat dat een feit is. Als je nou zegt: al die mensen krijgen allemaal 5 miljard lastenverlichting ... Deze 1,4 miljard stond in geen enkel verkiezingsprogramma. Het gaat naar investeerders, hedge funds en aandeelhouders, die niet zielig zijn. Je had er fantastische dingen mee kunnen doen en, sterker nog, moeten doen. Na al die jaren van krimp, crisis, bezuinigen en pijnlijke maatregelen is het tijd om te investeren in de samenleving, in de publieke zaak. Dat blijft hier uit. Ja, er zitten goede plannen en investeringen bij. Nogmaals: die wil ik steunen. Maar deze keuze, een bezuiniging op arbeidsgehandicapten, een bezuiniging op langdurig zieken en een bezuiniging op de wijkverpleging, is compleet onnodig en een cadeau voor de grote bedrijven. Dat is multinationals boven mensen stellen. Dat zijn de feiten. 

De voorzitter:

Tot slot, mijnheer Pechtold. 

De heer Pechtold (D66):

De woorden "grote bedrijven" en "multinationals" vallen hier vaak, als zouden dat afschuwelijke dingen zijn. Als ik aan het begrip "scholen" denk, dan zie ik kinderen een kans krijgen. Als ik aan ziekenhuizen denk, dan zie ik dat mensen daar beter kunnen worden. Als ik aan bedrijven denk, dan zie ik daar de plek waar mensen hun inkomen, hun zelfstandigheid, hun onafhankelijkheid verdienen. Dat is een bedrijf. Dat we die hier moeten houden, dat we moeten innoveren en dat nieuwe starters een kans moeten krijgen, is heel belangrijk voor onze economie. We kunnen niet iedereen in overheidsdienst nemen. 

De heer Asscher (PvdA):

Dat is waar. Sterker nog, ik zie ook fantastische organisaties en mooie bedrijven waar mensen zich iedere dag geweldig inzetten. Maar we hebben het hier over de belasting. Er vindt in Nederland en in heel Europa een verschuiving plaats naar steeds minder belastingheffing op kapitaal en steeds meer op arbeid. Dan vind ik het een verkeerde keuze om nu als Nederland mee te gaan doen aan de race naar de bodem met steeds lagere winstbelasting. Sterker nog, u heeft zelf een motie gesteund van de Partij van de Arbeid, en met u het CDA en de ChristenUnie, om niet, na de brexit, ook mee te gaan doen aan die race naar de bodem, met steeds lagere winstbelasting. U zet nu uw handtekening onder precies dát. Natuurlijk moeten die bedrijven er zijn. Daar zijn we blij mee en daar zijn we trots op. Maar u geeft nu een volkomen verkeerd signaal. Ja, lastenverlichting is nodig, maar dan op arbeid. Die aandeelhouder en die winstbelasting zijn nodig om al die mooie voorzieningen voor ons allemaal te financieren. U geeft nu een verkeerd signaal. U zegt: Nederland doet mee aan de race naar de bodem en aan de wedstrijd wie het grootste belastingparadijs is. Nederland heft al minder belasting op winsten. Nu gaan we een enorme klap naar beneden maken en daar bent u voor verantwoordelijk. Dan moet u daar ook voor staan. Dat zijn de feiten. Het is een keuze die ten koste gaat van heel veel wat ons dierbaar en waardevol is in Nederland en daarom is het een slechte keuze. 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik wil nu het woord geven aan de heer Segers. Ik heb stille hoop dat wij de eerste termijn van de zijde van de Kamer rond 13.30 uur kunnen eindigen, maar we gaan het zien. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Mevrouw de voorzitter. Ik wil allereerst de informateur bedanken voor zijn geduld, zijn wijsheid en zijn technische opmerkingen, die soms zwaarbeladen waren. Ik bedank ook de ondersteunende staf. Er is gedurende lange tijd door weinig mensen heel veel werk verzet en daar wil ik ze ontzettend voor bedanken. Ik wil ook de collega-onderhandelaars van de drie andere partijen bedanken en de mensen daaromheen die hebben meegesproken. Het waren soms lastige gesprekken, maar veel vaker hele mooie gesprekken. Ik wil ze daarvoor danken. 

Dit heeft geresulteerd in een regeerakkoord. Daar hebben we 100 dagen over gedaan. Die 100 dagen waren inclusief een werkbezoek van een deel van de ChristenUniefractie aan Berlijn, waar U2 optrad. Waar dat toe heeft geleid, heeft de beoogd formateur zonet verteld: de brievenbusfirma's worden aangepakt. Als U2 de volgende keer naar Nederland komt, kan Bono zingen: I still haven't found what I'm looking for. En terecht. De gesprekken tussen de vier fracties, die vaak ook breder waren, hebben geleid tot een waardevol akkoord. 

De ChristenUnie is de verkiezingen ingegaan met een drieslag. Met diezelfde drieslag zijn wij ook aan de onderhandelingstafel gaan zitten. We hebben ons ingezet voor de toekomst van onze kinderen. En kijk wat er wordt geïnvesteerd in onderwijs. Kijk welke ruimte er komt voor gezinnen. En kijk wat er wordt gedaan op het gebied van duurzaamheid en klimaat. Dit wordt inderdaad het groenste kabinet ooit. We zijn de gesprekken ook aangegaan met de ferme wil om tegenstellingen in onze samenleving te verkleinen, tussen flex en vast op de arbeidsmarkt, tussen jong en oud, tussen stad en platteland en tussen nieuwkomers en autochtonen. En kijk wat er aan ambities ligt in het regeerakkoord. We kunnen daar werk van maken. Ten derde willen we met het regeerakkoord en ook met onze inzet, opkomen voor onze vrijheid en onze veiligheid. Daarom investeren we in defensie en in ontwikkelingssamenwerking. 

Als dit regeerakkoord bewaarheid wordt, kunnen we als ChristenUniefractie veel van onze idealen dichterbij brengen. Andere fracties kunnen dat ook, een heel eind of een klein stapje. Alles overziend zijn wij ervan overtuigd dat we met dit akkoord een waardevolle bijdrage leveren aan het bestuur van het land. Het zal niet anders kunnen dan dat we de samenwerking breder zoeken dan alleen de 76 zetels, en niet dinsdags iedere keer optellen tot 76. Die uitgestrekte hand gaat naar alle fracties uit, van links tot rechts. Dat geldt ook voor maatschappelijke organisaties. Want er zal nog een klimaatakkoord moeten komen. Er zullen akkoorden op allerlei deelterreinen gesloten moeten worden. Die uitgestrekte hand gaat ook uit naar de samenleving, naar maatschappelijke organisaties die hun aandeel hierin willen nemen. 

Mevrouw de voorzitter. Wat de ChristenUniefractie betreft, kan op basis van dit regeerakkoord de formatie van een kabinet bestaande uit VVD, CDA, D66 en ChristenUnie beginnen. Mocht het in de tweede termijn komen tot een voorstel om de heer M. Rutte als formateur aan te wijzen, dan zullen wij dat voorstel steunen. 

Mevrouw de voorzitter. Dit is een akkoord om werk van te maken, met vertrouwen in de toekomst. Om het in heel mooi Nederlands te zeggen: the best is yet to come. 

Dank u wel. 

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Segers. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Thieme namens de Partij voor de Dieren. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Vertrouwen in de toekomst. Voor de coalitiepartijen betekent dit vertrouwen dat toekomstige generaties de klimaatproblemen gaan oplossen. Regeren is kennelijk vooruitschuiven. Het vooruitschuiven van het klimaatprobleem, van de natuur, van een vliegtaks, van de sluiting van de kolencentrales en al helemaal van de noodzakelijke verkleining van de veestapel. Dit is een negeerakkoord, zoals Kamerlid Rutte tien jaar geleden al schreef in de Volkskrant. De bode zal dit artikel aanreiken als geheugensteuntje. 

Voorzitter. Het akkoord vertoont geen ambitie. Samen regeren is kennelijk belangrijker, desnoods met vier politieke uitersten onder één paraplu. Samen regeren over je graf; dat is het echte motto van dit kabinet. Mooie voornemens? Dat wel, maar die worden niet in deze kabinetsperiode uitgevoerd. Wie dan leeft, wie dan zorgt. De kolencentrales moeten dicht en gaan ook dicht, schrijft de coalitie, en nieuwe auto's moeten emissieloos zijn. Maar pas in 2030, als de heer Rutte 63 is. Nog dertien jaar onverantwoorde extra uitstoot. De oorzaken worden niet aangepakt. Dit kabinet gaat de uitstoot van CO2 niet verminderen, dit kabinet gaat de CO2 opslaan. Dat is een peperduur, onveilig en niet-bewezen lapmiddel. Zelfs de industrie is erdoor verbijsterd. Alsof we niet al genoeg aardbevingen hebben. 

Het groenste kabinet? Waar waren Segers en Pechtold toen Rutte opschreef 2 miljard euro te stoppen in meer asfalt? Snelwegen door natuurgebieden als Amelisweerd. Nieuwe ringwegen die zorgen voor nog meer luchtvervuiling, terwijl er nu al duizenden mensen voortijdig aan overlijden. Ook de rechter heeft de overheid hierover teruggefloten. Hebben Segers en Pechtold in de gaten gehad dat Buma zijn bijdrage aan het regeerakkoord door de landbouwlobby heeft laten schrijven? Het regeerakkoord staat bol van de passages waarin de regie over het beleid bij het bedrijfsleven wordt neergelegd. We kwamen dat maar liefst zeventien keer tegen, in het bijzonder in de passages over de landbouw. Het bedrijfsleven wordt met dit kabinet nog meer medewet- en regelgever dan nu al het geval is. 

Een van de grootste vervuilende sectoren in Nederland, de veehouderij, blijft een heilige koe. De coalitie denkt met wat zonnepanelen op megastallen, mestfabrieken die bruine stroom leveren, de schandvlek van de eenentwintigste eeuw groen te kunnen wassen. Pure symptoombestrijding ten koste van dieren en stallen, die van CDA, VVD, ChristenUnie en D66 niet aangepast hoeven te worden om de brandveiligheid te verbeteren. 

En wat te denken van de btw-verhoging voor de eerste levensbehoeftes? D66 en ChristenUnie beweren dat dit het groenste akkoord is, maar groenten en fruit, die gezond en duurzaam zijn, worden net zo veel duurder als vlees en zuivel. Dat zijn de meest vervuilende levensmiddelen in ons boodschappenkarretje. 

Voorzitter. Het wantrouwen tussen burger en politiek wordt verder vergroot. D66 houdt kennelijk niet meer zo van de democratie sinds de meerderheid van de Nederlanders bij referenda nee zei tegen de megalomane Europese plannen. "Niet luisteren, maar afluisteren" is het motto dat het nieuwe kabinet met de sleepwet ook gewoon omarmt. Niet de burger, die in het akkoord "de gewone, normale Nederlander" heet, gaat erop vooruit, maar de bv Nederland. Terwijl bedrijven en aandeelhouders in de watten worden gelegd, keert de basisbeurs niet terug en gaat de btw omhoog. Nederland wordt een nog groter belastingparadijs voor met name het grootbedrijf. 

Voorzitter. Het resultaat van 208 dagen onderhandelen met drie informateurs is een grijs, flinterdun en visieloos uitruildocument. Maar wat verwacht je als je twee grote conservatieve partijen de leiding laat nemen om het land te ontgroenen op een manier waar zelfs Vindicat zich voor zou schamen. Mijn fractie heeft steeds gepleit voor een klimaatkabinet; niet een kabinet op basis van de grootte van de fracties, maar een kabinet op basis van gedeelde groene idealen, bijvoorbeeld met de partijen die het klimaatakkoord van Jan Terlouw en alle politieke jongerenorganisaties hebben omarmd. We moeten doen wat nodig is om de belangrijkste, omvangrijkste crisis van onze tijd te voorkomen, de klimaatcrisis: het inlossen van onze ecologische schuld. Nu! Niet over vier jaar of nog later. Kan de informateur uitleggen welke rol onze ecologische schuld in de onderhandelingen heeft gespeeld? Een groene stelselherziening zat er voor het CDA nooit in. Waarom is dit geen breekpunt geweest voor de zich "groen" noemende politieke partijen bij dit akkoord? Hoe zwaar wordt de rol van de aangekondigde minister voor klimaat? 

Het doorschuiven van maatregelen betekent dat de gevolgen van klimaatverandering nog ernstiger zullen zijn en dat de kosten van het klimaatbeleid nog verder zullen oplopen. En dat kunnen we ons niet veroorloven. Voorts ben ik daarom ook van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie. 

De heer Krol (50PLUS):

Mevrouw de voorzitter. Allereerst mijn dank aan de heer Zalm, die handelde in opdracht van de Kamer. Hoewel het verleidelijk is om over de inhoud van het regeerakkoord te praten, is de titel van dit debat heel helder: het debat over het eindverslag van de informateur. Dat is een verslag van drie pagina's. En u, mevrouw de voorzitter, liet weten dat het vandaag om een procedureel debat gaat en daar beperk ik mij vandaag dan ook toe. Maar laat duidelijk zijn dat 50PLUS genoeg te zeggen heeft over het akkoord. We zijn het met veel punten niet eens en we zijn zeker niet tevreden, maar dat bewaren we tot het debat met het nieuwe kabinet. 

En ja, het duurde lang. En ja, de Kamer werd weinig geïnformeerd. En ja, wat 50PLUS betreft zijn we te weinig hierbij betrokken. Dat is erg jammer, want we hadden graag een actievere rol gespeeld. Heeft de informateur met het concept in handen nog gesproken met andere dan de vier partijen? De vorige formatie, die opmerkelijk snel ging, is geëvalueerd. 50PLUS heeft toen al aangegeven dat we dat bij een volgende gelegenheid — nu dus — weer zouden moeten doen en dat advies geef ik u, mevrouw de voorzitter, graag mee. 

Tot slot heb ik nog drie vragen aan de informateur. Heeft hij als voormalig minister van Financiën enig inzicht in hoe duur de uitbreiding met vier extra ministers met alle daarbij behorende entourage — waarvan we sinds gisteravond weten dat ook de beoogd formateur daar geen voorstander van is — in totaal gaat kosten? Komt er een coördinerend minister voor ouderenzaken op het gebied van wonen, werk, zorg en inkomen? Heeft de informateur geluisterd naar zijn voorganger, de heer Herman Tjeenk Willink, die de partijen adviseerde om ook naar de oppositie te luisteren? Is er gedurende de procedure over mogelijke samenwerking gesproken? Mogen we op dat terrein nu en later iets meer verwachten of blijft het bij fraaie woorden? 

Ik dank u wel, mevrouw de voorzitter. 

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van der Staaij namens de SGP. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Mevrouw de voorzitter. Eindelijk, het is gelukt. Er ligt een regeerakkoord. Compliment daarvoor aan de onderhandelaars van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie en ook dank aan de informateur, de heer Gerrit Zalm. 

Mevrouw de voorzitter. De vier partijen zijn elkaar nu niet bepaald gelijk juichend in de armen gevallen. ChristenUnie-voorman Segers gaf eerder deze zomer zelfs aan dat er een wondertje nodig was om ChristenUnie en D66 samen aan de onderhandelingstafel te krijgen. Het is toch gebeurd, niet omdat er een echt wonder heeft plaatsgevonden en water in wijn is veranderd, maar wel doordat alle partijen wat water bij de wijn hebben gedaan en er met wikken en wegen, met geven en nemen, uit zijn gekomen. Eigenlijk mag dat best een wonder heten. 

De SGP wil het nieuwe kabinet, zoals u dat van de SGP gewend bent, onafhankelijk en constructief tegemoet treden, een faire kans bieden. In het regeerakkoord zien we op allerlei terreinen pluspunten, zoals lastenverlichting voor gezinnen, extra geld voor palliatieve zorg en voor hulp bij onbedoelde zwangerschap, versterking van de onderwijsvrijheid, aanpakken van mensenhandel en investeren in veiligheid en een krachtige defensie. Natuurlijk zijn er ook de nodige minpunten. We missen een rem op een doorgeschoten euthanasiepraktijk. Bij de belastingen moet er meer gebeuren om de kloof tussen een- en tweeverdieners echt kleiner te maken. Over de wietwet zullen we het maar niet hebben. 

Dan zijn er nog de vraagpunten. Hoe zit het met de financiële degelijkheid? Komt het extra geld voor de zorg wel genoeg terecht bij mensen die niet naar een verpleeghuis gaan, maar thuis die zorg nodig hebben? Op al die punten komen wij terug bij het debat over de regeringsverklaring. 

Het debat van vandaag is immers niet met het nieuwe kabinet. In vak-K zit nu de informateur om terug te blikken op het formatieproces. Daarom heb ik enkele vragen aan hem. Van zijn kant is het in deze laatste fase lang stil gebleven. De vorige informateurs traden vaker naar buiten. Het lijkt nogal van de persoon van de informateur af te hangen hoe de informatievoorziening naar buiten wordt ingevuld. Hoe kijkt hij daartegen aan? Zou het niet goed zijn om daarin meer eenheid te krijgen? Hoe kijkt hij terug op zijn bijzondere briefje aan minister Schippers over het eigen risico? Is hij het met ons eens dat het in zo'n geval staatsrechtelijk de aangewezen weg is dat de onderhandelende partijen dit zelf via het parlement aan de demissionaire regering verzoeken? Dat is uiteindelijk ook gebeurd, voeg ik eraan toe. 

Mevrouw de voorzitter. Het formele doel van het debat van vandaag is om nu, nu de informatiepoging geslaagd is, een formateur aan te wijzen. Het is in het licht van het eindverslag een logische vervolgstap om de heer Mark Rutte als formateur aan te wijzen. Als daartoe in tweede termijn een motie wordt ingediend, zullen wij die dan ook steunen. 

Dat de beoogde formateur altijd lichtpuntjes weet te ontdekken, bleek weer op Prinsjesdag. Op de vraag aan de heer Rutte waarom deze kabinetsformatie zo ongelofelijk lang duurt, gaf hij een bijzonder antwoord. Het kwam erop neer dat het vertrouwen voor de toekomst geeft als er veel tijd wordt gestoken in een goed fundament. Het kan aan mij liggen, maar bij zo'n uitspraak moet ik onmiddellijk denken aan de gelijkenis die Jezus eens uitsprak over de dwaze en de wijze bouwer. De dwaze bouwer bouwde zijn huis op zand. Dat ging heel snel, maar toen er een hevige wind en een slagregen kwam, stortte het hele zaakje snel in elkaar. En zijn val was groot. De wijze bouwer bouwde met veel ploeteren zijn huis op de rots. Toen de slagregen viel, de waterstromen kwamen en de winden kwamen, bleef het staan als een huis. Het stortte niet in, want het was op de rots gefundeerd. De wijze bouwer, zegt Jezus, is degene die mijn woorden hoort en ze ook doet. Dat fundament geeft ook in lastige tijden vertrouwen in de toekomst. Die wijze bouwkunst wens ik de formateur en zijn nieuwe ploeg van harte toe. 

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Van der Staaij. Dan ga ik nu naar de heer Kuzu namens DENK. 

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. 208 dagen waren ervoor nodig. Na een recordperiode van 208 dagen was het dan eindelijk zover. Er ligt een regeerakkoord voor de gewone, normale Nederlander. Voor DENK is elke Nederlander bijzonder en speciaal. Het is een regeerakkoord met stappen in de goede richting, maar vooral met heel veel gemiste kansen. Het is natuurlijk leuk dat er meer geld gaat naar de voor- en vroegschoolse educatie, dat kindregelingen worden verruimd en dat er geld bij komt voor ontwikkelingssamenwerking. Dat is een beginnetje, dat helaas niet opweegt tegen de gemiste kansen in het akkoord. Het lukt VVD, CDA, D66 en ChristenUnie niet om in tijden van economische voorspoed de fundamentele onrechtvaardigheden in onze samenleving te bestrijden. De tweedeling zal in stand blijven. 

Het is een gemiste kans, voorzitter, dat het eigen risico op €385 blijft en dat de winsten van zorgverzekeraars niet worden afgeroomd. Het is een gemiste kans dat het asociale leenstelsel blijft bestaan. Het is een gemiste kans dat er niets, maar dan ook helemaal niets, nieuws wordt voorgesteld om discriminatie en racisme te bestrijden. Het is een gemiste kans dat het kinderpardon niet wordt verruimd voor kinderen die geworteld zijn in Nederland. En het is een gemiste kans dat het kabinet kiest voor potverteren ten koste van toekomstige generaties, terwijl je nu reserves kan aanhouden om te investeren in economisch slechtere tijden. 

Voorzitter. Je moet het maar durven om grote bedrijven miljarden aan lastenverlichting te geven en alle Nederlanders te laten betalen voor boter, kaas en eieren, de boodschappenbelasting. Maar ja, zo kennen we de VVD weer. Je moet het maar durven om toekomstige generaties verplicht hun tweede paspoort te laten opgeven. Daarmee twijfel je eigenlijk aan de loyaliteit van mensen met een dubbele nationaliteit die nog geboren moeten worden of in hun wieg liggen. Zo kennen we het CDA, maar ik vind het echt onbegrijpelijk dat D66 hieraan heeft meegewerkt. 

Voorzitter. Het smeermiddel van dit motorblok is geld, want iedere partij is door bankier Zalm afgekocht met honderden miljoenen. Er is geen visie, er is geen focus. Politieke hobbyklusser Zalm heeft met losse maatregelen vier politieke partijen aan elkaar gekit. 

Daarom de volgende vragen. Nog nooit is er tijdens een kabinetsformatie zo veel gelekt. Informateur Zalm zei hierover dat sproeien een betere omschrijving is dan lekken. Het leek eerder op een wolkbreuk van lekkages. Hoe kan het dat de NOS en RTL voortdurend beter geïnformeerd zijn dan de Kamer? Waarom zei de informateur dat er waarschijnlijk geen sprake is van bewust lekken? Hoe kan iemand in vredesnaam onbewust lekken? Of proberen Kamerleden en de coalitiefracties nu al vriendjes te worden met een aantal journalisten, zodat ze later profiel kunnen maken in de media? Is dat niet gewoon schaamteloos manipuleren om de publieke opinie aan je kant te krijgen, wat overigens niet is gelukt? Dat zagen we bijvoorbeeld vorige week bij de lerarenstaking. De avond van tevoren werd er gelekt dat er 500 miljoen extra naar het onderwijs zou gaan, waarmee men trachtte de angel uit de staking te halen. Dat is gore, verwerpelijke politiek. 

Wat DENK betreft maken we korte metten met de lekcultuur in Den Haag. Ik wil graag een reactie van de informateur, maar we vragen ook aan de Voorzitter of zij bereid is om aangifte te doen tegen de formerende partijen voor de verstoring van de staatsrechtelijke orde. Graag aan het begin van de tweede termijn een reactie van uw kant. Het zou misschien in het Presidium kunnen. 

Voorzitter. Een tweede vraag aan de informateur betreft de levensvatbaarheid van dit kabinet. In de opdrachtomschrijving wordt de informateur gevraagd om een coalitie te smeden die streeft naar brede steun. Ik merk vandaag aan de inbreng van mijn collega's dat dit niet helemaal is gelukt. Hoe kijkt de informateur daarnaar? 88% van de Nederlanders geeft immers aan te denken dat het kabinet vroegtijdig gaat vallen. Hoe gaat dit broze, kwetsbare kabinet straks met tegenslagen om? 

Mijn derde vraag betreft de uitspraak van de informateur over het versplinterde politieke landschap als oorzaak van de lange formatie. Dertien partijen zitten nu in de Kamer. Dat is een weerspiegeling van de wil van de kiezer. Door constant termen te bezigen over het versplinterde politieke landschap projecteerden de formerende partijen en de informateur hun eigen onvermogen op de kiezer. Is dit niet gewoon de angst van een aantal gevestigde partijen dat zij hun macht moeten delen met nieuwe partijen? Collega Baudet zal hier ongetwijfeld op ingaan in zijn tirade over het partijkartel. 

Voorzitter, tot slot. Ik wil afronden met een oproep aan alle 76 Kamerleden van de coalitie. De meerderheid is uiterst broos, maar als Kamerlid heb je de grondwettelijke plicht om te stemmen zonder last. Ik zou mijn collega's willen aanraden om nooit te vergeten waarom je de politiek bent ingegaan. Houd vast aan je idealen en principes. Besef welke invloed je hebt. Elk individueel Kamerlid kan straks beslissend zijn. Dat geldt voor de heer Wiersma van de VVD, voor mevrouw Kuik van het CDA, voor mijnheer De Groot, mijn buurman die wij liefkozend DENK66 noemen, voor Eppo Bruins van de ChristenUnie. Besef wat voor veranderingen je teweeg kunt brengen. Schrijven jullie tijdens deze periode geschiedenis of schrijven jullie achteraf na de coalitie, na de regering een verbitterd boek? Want dat hebben we ook gezien de afgelopen tijd. 

Dank u wel, voorzitter. 

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Baudet namens Forum voor Democratie. 

De heer Baudet (FvD):

Onder dankzegging voor de mooie woorden van ambtsgenoot Kuzu ... Mevrouw de voorzitter. Vandaag debatteren we met de informateur over het regeerakkoord waarover de leiders van de coalitiepartijen maanden hebben gebakkeleid en waarmee de fracties van de coalitiepartijen inmiddels hebben ingestemd. Het regeerakkoord zal dus hoogstwaarschijnlijk worden aangenomen en het kabinet zal aantreden. Daarmee is het debat van vandaag typerend voor de werkwijze in de Kamer, waarbij wij van elke reële invloed gespeend zijn. Je kunt het vergelijken met een reis die al geboekt is. Sterker, we zitten al in het vliegtuig en terwijl het toestel aan het opstijgen is, nodigen de heren ons uit om ook eens te zeggen waar wij eigenlijk naartoe hadden gewild. Juist daarom is het referendum zo belangrijk, zelfs noodzakelijk. Als wij in de Kamer al grotendeels buitenspel staan — want dat is zo — staat de kiezer dat al helemaal. Verkiezingsbeloftes kunnen rustig via uitruil tegen elkaar worden weggestreept. Zonder de mogelijkheid een referendum te organiseren, kan het regeerakkoord op geen enkele wijze nog door de bevolking worden bijgestuurd. Vertrouwen in de toekomst? Misschien maar vertrouwen in de burger heeft men niet. Niet in de democratie, niet in de volkswil. 

Dat ook D66 hiermee akkoord gaat, is ongehoord. We zagen net Alexander Pechtold laconiek reageren met de voor hem zo karakteristieke parmantige toon maar wat hier gebeurt, is dat een van de belangrijkste kroonjuwelen van D66 nonchalant wordt afgeschaft door D66 zelf. Op 27 september 2017, enkele weken geleden, stond nog op de website van D66 dat men voorstander was van het referendum. De heer Pechtold had niet eens de tijd om het debat over afschaffing van het bindend referendum bij te wonen en stuurde een backbencher. Waar Hans van Mierlo zijn hele leven voor heeft gestreden, wordt door Pechtold nu afgeschreven. De eurofielen hebben de democraten van weleer verslagen en D66 moet zijn naam misschien maar wijzigen in Juncker66; dat dekt de lading een stuk beter. 

Het Forum voor Democratie gaat alles doen wat mogelijk is om het referendum te beschermen. Via een referendum over de afschaffing van het referendum en door bij de verkiezingen voor Provinciale Staten in maart 2019 zo veel zetels te pakken dat we in de Eerste Kamer de coalitie haar meerderheid ontnemen. Want het regeerakkoord stelt ook op andere punten enorm teleur. Er worden geen duidelijke maatregelen genomen om de immigratie en integratie aan te pakken. Geen aanpak van radicale moskeeën en de Europese Unie wordt ook niet kleiner. Sterker nog, al deze zaken worden vanaf nu juist overgelaten aan de Europese Unie. Als de Europese Unie de immigratie moet gaan inperken, kun je wachten tot sint-juttemis. 

En de overheid blijft groeien. Wij krijgen nu eerst lastenverzwaringen voor de kiezen en dan in de toekomst mógelijk wat lastenverlichtingen. De btw-verhoging komt meteen, maar de beloofde vereenvoudiging van de inkomstenbelasting pas in 2021. Anders kan de Belastingdienst het niet aan, zegt men. Maar de btw direct verhogen is blijkbaar geen probleem. We zullen maar moeten afwachten of wij het beloofde geld ooit daadwerkelijk krijgen. De btw werd eerder immers ook al verhoogd naar 21% als tijdelijke crisismaatregel. Zij is nog altijd niet verlaagd. Nee, nu wordt het lage btw-tarief ook nog met 50% verhoogd van 6% naar 9%, waar vooral de laagste inkomens natuurlijk de dupe van zullen worden. 

Kan het anders? Ik heb enkele FvD-voorstellen voor de informateur, die beter, concreter en democratischer zouden zijn. Wij horen graag zijn reactie. 

  • -De partijdige en niet-objectieve NPO korten. Wij stellen voor het budget van de NPO structureel te verlagen met 500 miljoen per jaar. Met dit geld gaan wij dan voor iedereen de zorgpremie met €40 per jaar verlagen. 

  • -Het asiel- en immigratiebeleid in eigen hand nemen door invoering van het Australische model, waarbij Nederland zelf bepaalt wie hier binnenkomen en wie niet in plaats van het te outsourcen naar Juncker en Timmermans en te wachten op dingen die nooit gaan gebeuren. 

  • -De ontwikkelingshulp niet verhogen maar verlagen en dat geld besteden aan een forse belastingvrije voet voor iedereen, waardoor vooral de koopkracht van de laagste inkomens verbetert en het altijd loont om te gaan werken. 

  • -Aanpakken van de bureaucratie in de zorg door de zorgverzekeraars onder druk te zetten. 

  • -De vrijheid van meningsuiting ruim baan geven in plaats van de klik-en-klaagindustrie en de gekwetsten van deze wereld nog meer vrij spel te geven. 

  • -Ten slotte huizenbezitters die hun hypotheek hebben afbetaald, niet straffen met hogere belastingen. 

Tot slot geven wij de formateur die straks benoemd wordt, het volgende advies mee: kies voor vakministers op alle ministeries, mannen en vrouwen uit de praktijk. Wij hebben bij het drama rond Jeanine Hennis gezien dat partijpolitieke benoemingen leiden tot ellende omdat kennis van zaken helaas maar al te vaak ontbreekt. Dank u wel. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

Ik wil eigenlijk het voorstel doen, mede naar aanleiding van het verzoek van de informateur, om de informateur de gelegenheid te geven om toch te antwoorden, want hij heeft geen behoefte aan een korte schorsing. Als er behoefte is aan een tweede termijn bij veel mensen, wil ik na hem schorsen en daarna de tweede termijn houden. Als er weinigen zijn die gebruikmaken van de tweede termijn, maken wij het debat gewoon af. Oké. Dan gaan we gewoon door, tenminste ... Het is nooit goed om te overleggen over schorsing. De heer Asscher. 

De heer Asscher (PvdA):

De uitkomst is mij nu niet helemaal helder. Ik denk dat er behoefte is aan een tweede termijn. 

De voorzitter:

Oké. 

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, ik zou willen voorstellen om toch even een korte schorsing te houden. 

De voorzitter:

Dan geef ik eerst de informateur het woord. Er zijn niet zo veel vragen aan hem gesteld. Dan schors ik en daarna gaan wij naar de tweede termijn. Het woord is aan de informateur. 

De heer Zalm:

Voorzitter, ik dank u wel. Het is met enige nostalgie dat ik in vak-K zit. Het is al meer dan tien jaar geleden dat ik daar in een andere functie zat. Het is ook wel bijzonder, want ik ben nu gepensioneerd informateur. Gisteren heb ik namelijk mijn eindverslag ingediend en dan is het werk af. Maar een Kamerdebat hoort erbij, zodat ik de Kamer inlichtingen kan geven op vragen. Niet iedereen heeft vragen gesteld, tot mijn genoegen. Maar er zijn toch enkele vragen gesteld. Sommige vragen gaan over de inhoud van het regeerakkoord. Dat is aan partijen. Zoals ik mijn rol zie als informateur, ben ik de mediator, de procesbegeleider. Je moet zorgen dat er een eindresultaat komt, maar de partijleiders en de partijen zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor de inhoud. Dat betekent dat ik zelfs op een aantal vragen die mij expliciet zijn gesteld, als die te maken hebben met de inhoud van het regeerakkoord, toch niet zal ingaan, want dat laat ik echt aan de onderhandelende partijen. 

De heer Rutte heeft me niks gevraagd, de heer Wilders heeft me niks gevraagd, de heer Buma heeft me niks gevraagd en de heer Pechtold ook al niet. Dat was natuurlijk een grote teleurstelling, maar zij hebben natuurlijk al eerder de gelegenheid gehad om mij dingen te vragen. 

De heer Klaver vroeg hoe het nou zit met de informatievoorziening aan de Kamer. Ik denk dat dat een complex en lastig onderwerp is. In de loop der tijd is dit op verschillende manieren gedaan. Mijn voorganger, de heer Tjeenk Willink, had een tussenrapportage. Dat had ook een aanleiding, namelijk dat er iets gecrasht was. Dan moet je ook uitleggen waarom het gecrasht is. In de periode dat ik informateur was, is het niet gecrasht, dus ga je door totdat je een eindresultaat hebt. Dan kun je natuurlijk wekelijks, zoals Edith Schippers in het begin heeft gedaan maar wat zij mij afgeraden heeft, zeggen dat je een week vergaderd hebt, om vervolgens met meel in de mond niets te zeggen. Doe mij dan maar de aanrader van Wittgenstein: waarover je niet kunt spreken, moet je zwijgen. Dat is eigenlijk meer mijn motto, want nietszeggende beschouwingen van een informateur die toch niet kan vertellen wat er allemaal is gebeurd en waar we allemaal mee bezig zijn ... Onderhandelingsprocessen vergen vertrouwelijkheid en beslotenheid, zeker van de kant van de informateur. Wat alle partijleiders nog willen zeggen, moeten zij allemaal weten, maar mij past vertrouwelijkheid om het proces te bevorderen. Ik vermoed dat er altijd wel een issue zal blijven rond aan de ene kant de vertrouwelijkheid van de informatiefase en aan de andere kant de transparantie die je uit andere hoofde graag zou willen. 

De heer Klaver (GroenLinks):

De heer Zalm kijkt nu terug op de wijze waarop hij dat heeft gedaan. Er zijn verschillende momenten geweest waarop de Kamer om informatie heeft gevraagd. Er is één moment geweest waarop er ook echt informatie is gekomen. De Kamer had een vraag gesteld en wij kregen een afschrift van een brief aan de minister. Hoe kijkt de heer Zalm daarop terug? 

De heer Zalm:

Dat is in ieder geval een beknopt antwoord van mijn kant geweest. Ik houd van beknoptheid. Als je niet meer te vertellen hebt dan nodig is, dan doe je het zo kort mogelijk. Hierover is ook een andere vraag gesteld. Het was natuurlijk zo dat de minister met iets moest komen. Ik heb de minister namens de onderhandelaars dat verzoek gedaan. Procedureel zeg ik dat de onderhandelaars het verzoek aan de minister misschien beter zelf ter hand hadden kunnen nemen, hier in de Kamer, dan het via mij te laten lopen. Maar goed, wat dat betreft ben ik wellicht iets te welwillend geweest en heb ik de onderhandelaars ook niet gewezen op de staatsrechtelijke kant van deze manier om het verzoek over te brengen aan de minister. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik ga hier nog even op door, omdat het belangrijk is. We zijn eigenlijk nog steeds iets nieuws aan het uitproberen. Als de Kamer om informatie vraagt en dan een afschrift krijgt van een brief aan de minister, vind ik dat niet de wijze waarop een informateur zou moeten corresponderen met de Tweede Kamer. Ik wil dat ook voor het verslag gezegd hebben, omdat ik het voor het vervolg en voor al die andere keren dat we gaan formeren, belangrijk vind dat we dat op een andere manier gaan aanpakken. 

De heer Zalm:

Ja. Ik heb geen opvolger als informateur, maar ik denk dat de raadsadviseurs van Algemene Zaken, die misschien een volgende keer ook weer ter beschikking van de Kamer worden gesteld, dit hebben opgeslagen. Ik zie dat er bevestigend wordt geknikt, dus het komt goed. 

Voorzitter. De heer Klaver heeft ook gevraagd hoe het zit met het aantal bewindspersonen. Heeft dat er nou alleen maar mee te maken dat er meer bij moesten komen, of is er ook nog wat voor ze te doen? Krijgen we ministers voor spek en bonen? Het vorige kabinet was relatief klein, ook in historisch perspectief, met twintig bewindspersonen. Dat worden er nu 24. Er zijn wel kabinetten geweest die er wat meer hadden. Ik denk ook dat er genoeg te doen is. Op veel terreinen liggen grote opgaves, zoals ook blijkt uit het regeerakkoord. Het is natuurlijk aan de formateur om het verder af te maken, maar ministers die louter coördinerend zijn en geen staf of budget hebben zijn bij mijn weten niet voorzien. Het moet dus wel echt een minister zijn met bevoegdheden, met budget en ook met staf. Althans, tot zover zijn we gekomen in de fase waarin ik informateur was. 

De vraag is ook gesteld wie er nu is gekomen met de dividendbelasting en de vennootschapsbelasting. Ja, dat is nu iets waarop ik geen antwoord kan geven. Ik beschouw dat als de vertrouwelijkheid van de informateur, die hij in dit soort processen verschuldigd is. Als je bij ieder onderwerp moet zeggen wie wat heeft gezegd, dan is die vertrouwensrol niet meer aanwezig. U kunt de partijleiders bevragen wat zij ervan vinden. Het is niet aan mij om wat in vertrouwelijkheid besproken is, te onthullen. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Voor de geslotenheid tijdens de formatie heb ik veel begrip. Geslotenheid nadat de formatie is afgerond, vind ik lastiger. Ik heb de vraag tweeledig gesteld, niet alleen naar de posities van de fractievoorzitters en de onderhandelaars, maar ook naar de maatschappelijke organisaties die hiervoor gelobbyd hebben. Dat is volgens mij zeker geen informatie die geheim hoeft te blijven. Daarom zou ik graag willen weten welke partijen er bij dit kabinet op hebben aangedrongen om de dividendbelasting naar beneden, of eigenlijk helemaal af te schaffen. 

De heer Zalm:

Ik heb geen enkele lobbyist ontvangen. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Er worden, weet ik uit ervaring, heel veel brieven, honderden brieven gestuurd. De vraag die ik stel zou ik graag publiek willen hebben. Ik zou eigenlijk gewoon op dit moment, nog vóór de tweede termijn van deze Kamer, willen weten welke brieven er zijn gestuurd waarin wordt aangedrongen op het verder verlagen van de dividendbelasting. Waarom vind ik dat belangrijk? Het stond in niemands verkiezingsprogramma. Ik kom er gewoon niet uit wie dit in vredesnaam zou hebben bedacht. En daarom moet hier vast een lobby achter zitten voor wie dit heel erg belangrijk is. Ik wil graag staande dit debat als Kamer de brieven krijgen waarin duidelijk wordt welke partijen hiervoor hebben gelobbyd. 

De heer Zalm:

Er zijn bij mijn weten zo'n 700 brieven aan mij gericht. De onderhandelaars hebben de kans gekregen om daar inzage in te hebben. Ik heb ze elke keer een overzichtje gegeven van wat we nu weer binnen hebben. Mij staat niet bij een brief over verlaging dividendbelasting. 

De heer Klaver (GroenLinks):

De vraag die ik stelde was een andere. Ik kan me voorstellen dat je niet vanuit die 700 brieven precies weet wat erin staat. Ik vraag of de Kamer, nog voordat de tweede termijn van de Kamer begint, de brieven aan de informateur kan ontvangen waarin wordt gelobbyd om de dividendbelasting naar beneden te brengen. Dat is een verzoek om informatie. Nu de informatie is afgelopen, zou ik die informatie graag ontvangen. 

De heer Zalm:

Het is nu een beetje ingewikkeld, want ik ben inmiddels buiten functie. En ik krijg een formateur als opvolger. Ik vermoed dat het dan een vraag aan de formateur zal zijn. Ik weet niet precies hoe dit staatsrechtelijk in elkaar zit. 

De voorzitter:

U hebt de vraag in algemene zin gesteld. Het is gebruikelijk dat het hele formatiedossier aan het eind van de formatie onder leiding van in dit geval de heer Rutte, denk ik, naar de Kamer gaat. Ook voor de geschiedschrijving is het belangrijk dat alles rond het formatieproces wordt overhandigd. 

De heer Asscher (PvdA):

Ik had verzocht om het archief met al die stukken vóór het debat over de regeringsverklaring ter beschikking te stellen. Dat is vorige keer ook gebeurd dankzij een motie-Pechtold, een goeie motie. Dan hebben we niet deze discussie, dan kunnen we over een paar weken dat debat ten volle voeren. Volgens mij was iedereen het daarmee eens. Dan hoeven we niet te wachten tot het einde van de formatie. Die geschiedschrijving is ook van belang voor de beoordeling van wat er straks gebeurt. 

De heer Zalm:

Daarmee heeft ... 

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter, sorry. 

De voorzitter:

De heer Klaver. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Mijn verzoek was echt een ander. 

De voorzitter:

Dat klopt. Het zijn twee verschillende dingen. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Het is heel goed dat al die zaken publiek worden gemaakt. Ik kan best nog wachten tot we het debat over de regeringsverklaring hebben, maar ik heb een heel specifiek verzoek op het punt van wie er voor deze dividendbelasting heeft gelobbyd. Die informatie zou ik gewoon graag nog vandaag krijgen. Het staat in niemands verkiezingsprogramma. Ik vraag mij af waar dit vandaan komt. Ik zou die informatie graag willen hebben. Dat is de vraag. 

De heer Zalm:

Bij mijn weten zijn er geen brieven over dividendbelasting binnengekomen, maar ik zal het voor de zekerheid nog eens een keer nagaan. Als ze er zijn, kunnen ze overgelegd worden, vooruitlopend op de algemene openbaarmaking van het grote archief. 

Ik kom bij de heer Roemer. Hij vraagt wat ik vind van het feit dat de bankenbelasting omlaaggaat. Ik heb die passage niet kunnen aantreffen in het regeerakkoord. Ik zie alleen maar dat er een maatregel is waardoor de aftrekbaarheid van rente voor banken wordt verminderd, een speciale minimumkapitaalregel. Die heb ik wel aangetroffen. Verder heb ik specifiek over banken in de fiscale sfeer niks aangetroffen. Dat nog even los van het feit dat het uiteraard aan de onderhandelaars en niet aan mij is om alle belastingmaatregelen te verdedigen. 

De heer Roemer (SP):

Ik kan mij niet voorstellen dat de informateur, met zijn kennis van zaken, niet ergens een mening over heeft en geen adviezen geeft. Ik heb namelijk gehoord dat hij wel vaker adviezen heeft gegeven. Sommigen zeiden zelfs letterlijk: meer dan ons lief was. Daarmee is aangegeven dat hij dat gedaan heeft. Ik heb niet gezegd dat de bankenbelasting omlaag ging. Ik heb gezegd: de bankenbelasting staat er niet meer in. Die hebben wij in het verleden namelijk wel gekend. Het tweede was dat de buffers van de banken omlaag gingen van 4% naar 3%. Dat is zijn advies. Gezien het verleden hebben we daar toch van geleerd. 

De heer Zalm:

De bankenbelasting staat er niet in. Dat betekent dus dat daaraan niets verandert. De bankenbelasting blijft dus. Verder is de enige specifieke maatregel die ik heb gevonden ten aanzien van banken een beperking, de thin capitalisation. Er moet dus meer kapitaal worden aangehouden, ook vanuit de fiscus bekeken, en banken krijgen minder aftrek van rente dan zij tot nu toe hadden. Dat is volgens mij alles wat er te melden valt over banken en het belastinggebeuren. 

Dan de vraag of we gesproken hebben met vakbonden en werkgevers over de AOW en de AOW-leeftijd. Wij hebben inderdaad gesproken met zowel vakbonden als werkgevers over eigenlijk alles wat de arbeidsmarkt betrof. We hadden goede hoop dat zij tot overeenstemming zouden komen en dat we daar ook wat mee zouden kunnen doen. We hebben moeten vaststellen dat daarvan geen sprake is geweest, dat ze niet in staat zijn geweest om tot overeenstemming te komen. In het regeerakkoord staat wel een passage over doorwerken tot en met de AOW-leeftijd en wat het kabinet wil doen. Dat is te vinden op bladzijde 28. Maar ook hier geldt dat u voor de inhoud en de verdediging van de inhoud uiteraard vooral bij de onderhandelende partijen moet zijn. 

Een definitie van "gewone Nederlanders" heb ik niet, maar meneer Rutte wel begrijp ik. U hebt misschien weer een andere. Ik heb die niet in ieder geval. Wat betreft koopkrachtcijfers zou u in overweging kunnen nemen, als u wat meer variatie wilt en meer wilt hebben dan alleen de standaardkoopkrachtcijfers van het CPB, om de minister van Sociale Zaken — hier zelfs nog aanwezig — een wat uitvoeriger koopkrachtbeeld te laten maken dan de korte samenvatting in het CPB-stuk. Dan kunt u een wat breder spectrum zien, inclusief frequentieverdelingen en inclusief bijzondere groepen, dan op dit moment in de CPB-documentatie zit. Ik weet dat meneer Asscher bevriend is met de minister van Sociale Zaken. Misschien dat het op die manier ook bij hem terecht kan komen. 

De voorzitter:

Nog een paar weken. 

De heer Zalm:

Ja, nog eventjes. Geniet er nog van. 

Er staat een passage in over belonen bij de overheid, met name dat het mogelijk zou moeten worden dat mensen voor schaarse functies in gewone dienst komen in plaats van dat zij ingehuurd moeten worden. Dus juist geen consultants maar mensen in dienst. Dat zou moeten kunnen. Wat de praktische consequenties daarvan zijn voor wet- en regelgeving zal het nieuwe kabinet ter hand moeten nemen. 

Over de ecologische schuld als begrip is in mijn herinnering niet zozeer gesproken. Er is wel uitvoerig gesproken over het klimaatbeleid. Daar is ook een stevige paragraaf over opgenomen in het regeerakkoord. 

De heer Asscher (PvdA):

De gepensioneerd informateur is bevriend met degene die informateur was. Ik dacht dat bedoeld was dat de wet normering topinkomens 3 niet zou worden doorgevoerd. Die zorgt ervoor dat mensen prima in dienst komen, maar tegen een inkomen dat hartstikke riant is, namelijk dat van een minister. U heeft daar ook een poosje van geleefd. 

De heer Zalm:

Kijk, de interpretatie ervan is straks aan het kabinet. Ik kan niet uitleggen of hiermee de WNT3, de WNT2 of de WNT4 bedoeld wordt. Het is aan het kabinet om te bekijken hoe het dat gaat beleggen. 

De heer Asscher (PvdA):

Het kan nog erger zijn? Het kan ook over de WNT2 gaan, als ik het goed begrijp? 

De heer Zalm:

Dat zal blijken. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Over de ecologische schuld is niet gesproken, een gemiste kans. Wel is er natuurlijk gesproken over een ministerie voor het klimaat. Daar had ik een vraag over gesteld. Hoe zwaar wordt die rol? Wat is erover gewisseld? Is het een ministerie dat ook doorzettingsmacht gaat krijgen? Want klimaatverandering en de aanpak daarvan behelst vele terreinen. Dus daar graag wat meer informatie over. 

De heer Zalm:

De discussie over hoe de nieuwe ministeriële posten er precies uit gaan zien en welke bevoegdheden daarbij horen, zal gevoerd moeten worden tijdens de formatieperiode. Ik denk dat u dus nog even moet wachten om antwoord op die vraag te krijgen. Wat ik wel al heb aangegeven, is dat er geen ministers komen zonder eigen budget en zonder eigen ambtelijke staf. Dat is dus al een belangrijk vertrekpunt. Ik denk dat die redenering ook zal moeten gelden voor een minister die klimaat in zijn portefeuille heeft. Het zal moeten blijken hoe de minister die primair klimaat in portefeuille heeft, precies wordt gepositioneerd. Dat kan natuurlijk ook een combinatie zijn met een bestaande ministeriële verantwoordelijkheid. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Het verbaast me enigszins dat er nauwelijks is gesproken over de invulling van zo'n belangrijk, echt portefeuilleoverstijgend ministerie. Dat geeft mij wel te denken in hoeverre het klimaatbeleid daadwerkelijk een kernonderdeel wordt van het regeerakkoord. Heeft u er ook op aangedrongen om daar al veel meer gewicht aan te geven of daar al wat meer invulling aan te geven opdat de Kamer daar ook over van gedachten kan wisselen tijdens dit debat en de verdere debatten? 

De heer Zalm:

Het feit dat er heel veel aandacht en tekst is besteed aan klimaatbeleid en er ook financiële middelen voor zijn gereserveerd, lijkt mij een voorteken te zijn van een heel zware rol voor die minister. 

De heer Krol heeft zich keurig gehouden aan het karakter van het debat zoals het bedacht was. Hij heeft me dus wel een paar vragen gesteld, ook over de informatieverschaffing naar de Kamer. Het is niet zo dat het conceptregeerakkoord ook met andere dan de vier partijen is besproken. Uiteraard hebben de onderhandelaars ook wel in hun achterhoofd gehad: hoe liggen dingen bij anderen? De heer Asscher bleek toch een aantal aardige dingen in het regeerakkoord te vinden. Dat gold ook voor de heer Klaver en sommige anderen. Van de heer Wilders heb ik dat nog niet zo gehoord. De SGP heeft daar ook een opmerking over gemaakt. De onderhandelaars hebben dus wel in het achterhoofd gehouden dat er ook in de toekomst samengewerkt moet worden met die ministers. 

Ik kan niet uit mijn hoofd uitrekenen wat vier ministers extra kosten, maar dat is ook meer een taak voor de huidige minister van Financiën, die het misschien nog even snel kan doen voordat hij weg is. 

Coördinerend ... 

Luisteren naar de oppositie is ook een punt dat de heer Tjeenk Willink naar voren heeft gebracht in zijn rapportage. Ik denk dat dat belangrijk is. Zoals ik zei, is dat ook in de achterhoofden gebleven. 

De vraag van de heer Van der Staaij hoe je met de publiciteit omgaat, heb ik al een beetje beantwoord. Dat is een lastige. Daar is echt verschillende keren mee geworsteld. Ik heb ervoor gekozen om te duiken zolang ik geen eindverslag aan de Kamer heb uitgebracht en ook niet allerlei persconferenties als informateur te geven. Dat kan je anders doen, maar dan zit je er toch ook een beetje mee dat je wel de pers te woord staat en eigenlijk niet je opdrachtgever inhoudelijk informeert. Dat vind ik ook een wat moeilijke figuur. 

De heer Krol (50PLUS):

De heer Zalm begon met het antwoord op mijn derde vraag, of er een coördinerend minister voor ouderenzaken komt, en hij slikte meteen na het eerste woord zijn antwoord ook weer in. Misschien kan hij het dus afmaken. 

De heer Zalm:

Of die er komt, zal bij de formatie moeten blijken. Er is wel vastgesteld dat er zestien ministers zullen zijn, maar de functieomschrijvingen van die ministers zullen tijdens de formatie worden gefinaliseerd. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Op dat punt van naar buiten treden, kan ik me de overwegingen van de heer Zalm voorstellen. Ik signaleer wel dat er best verschillen zijn in de manier waarop informateurs daarmee omgaan. Als de Kamer daar zelf wensen in heeft, zouden we dat ook in onze eigen evaluatie verder mee kunnen nemen. 

De heer Zalm:

Ja. Het was mede gebaseerd op een tip van een de vorige informateurs, die zei: ik heb wekelijks iets met de pers gedaan, maar je staat eigenlijk voor aap, want je hebt niets te melden, dus dat kun je net zo goed weglaten. Nou, dat lag mij wel. 

De heer Kuzu heeft erover gesproken dat er zo veel gelekt is. Dat vind ik echt ook heel vervelend. Ik heb ook in mijn aanbiedingsspeech jegens u, voorzitter, gemeld dat je eigenlijk het eindresultaat wilt aanbieden aan de Voorzitter van de Kamer. Dan is het heel vervelend dat het bijna een week tevoren in alle kranten heeft gestaan. 

Mijn uitdrukking over niet bewust lekken sloeg alleen maar op het punt van medisch-ethisch, waarover een heel document bij een journalist was beland. Daar heb ik de kwalificatie "niet bewust lekken" voor gebruikt, niet voor de lekkages die vlak voor uitkomst van het regeerakkoord naar buiten kwamen, want dan zouden er wel een heleboel bewusteloze Kamerleden moeten zijn, en dat is dus niet zo. 

Richting de heer Kuzu: mijn vaststelling dat het landschap versplinterd is, is niet een soort moreel oordeel, maar een feitelijke constatering. Dat je minstens vier partijen nodig hebt om een kabinet te maken, is daar het gevolg van. Dat maakt het wel lastig. Het is dus geen moreel oordeel. Het is een feitelijke vaststelling, die wel complicaties met zich meebrengt. 

Richting de heer Baudet kan ik het niet laten om toch even iets met de cijfers te doen. Hij zegt dat de btw-verhoging onmiddellijk ingaat en de inkomstenbelasting pas in 2021. De btw-verhoging gaat niet onmiddellijk in, maar in 2019. Ook in 2019 is er een verlaging van een grotere omvang van de inkomstenbelasting voorzien, zoals uit de bijlagen blijkt. Ik kan het toch niet laten om zo'n dingetje dan nog even, feitelijk ... Het is een feitelijke technische opmerking! 

De heer Kuzu (DENK):

De informateur heeft natuurlijk aan de voorkant een opdracht meegekregen. Die opdracht is heel helder omschreven in de motie. Daar staat ook in dat de vier partijen tot een coalitieakkoord, een regeerakkoord moeten komen dat steunt op een brede meerderheid van de Tweede Kamer. Vindt de informateur dat hij daarin is geslaagd, gehoord het debat vandaag? 

De heer Zalm:

Ja, en ik denk dat het debat vandaag niet eens het maatgevende debat is. Het debat over de regeringsverklaring zal maatgevend zijn. Wat ik wel weet, is dat de ambities voor klimaatbeleid meer dan alleen de coalitiepartijen enthousiasmeren. Ik weet ook dat de paragraaf over onderwijs ook meer dan alleen de coalitiepartijen enthousiast maakt. Hetzelfde geldt, denk ik, voor de paragraaf over veiligheid en defensie. Zo kan ik er nog wel een paar opnoemen. Er is dus ook wel degelijk gekeken tijdens de besprekingen of ook andere partijen hier iets van hun gading in zouden kunnen vinden. Ik denk dat dat het geval is. 

De heer Kuzu (DENK):

Is er ook gesproken over onderwerpen waarvoor die brede meerderheid er niet is? Dan heb ik het bijvoorbeeld over de btw-maatregel of over het eigen risico. Het zou u ook sieren als u een lijstje daarvan kan opnoemen. Ik ken u als een optimist ... 

De heer Zalm:

Ja. 

De heer Kuzu (DENK):

... maar u bent in dit geval volgens mij wel erg optimistisch. 

De heer Zalm:

Nee. Over het eigen risico is ook gesproken. Daarover is uiteindelijk de conclusie getrokken dat die bevroren wordt gedurende deze kabinetsperiode. Er is dus ook een zekere balans wel in terug te vinden. 

Dan heeft de heer Baudet mij nog een inhoudelijk oordeel gevraagd over een lijstje bezuinigingen. Elf jaar geleden zou ik daar buitengewoon enthousiast op gereageerd hebben, maar in mijn huidige rol is dat niet gepast. 

Dank u wel, voorzitter. 

De voorzitter:

Dank. Mijnheer Krol, ben u wat vergeten? 

De heer Krol (50PLUS):

Nee, mevrouw de voorzitter. Ik ben bang dat u anders iets vergeet. 

De voorzitter:

En dat is? 

De heer Krol (50PLUS):

Tijdens mijn bijdrage heb ik gevraagd of het niet verstandig is om ook na deze formatie te evalueren. Ik zag u geestdriftig ja knikken, maar dat komt misschien niet in de Handelingen, dus dat hoor ik graag rechtstreeks van u. 

De voorzitter:

Elke formatie wordt automatisch geëvalueerd, dus ook deze formatie. Dat hebben wij allang met elkaar afgesproken, maar het is goed dat u het nog een keer vraagt. De heer Klaver. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik had nog een vraag gesteld over de PBL-doorrekeningen, die ik niet zie. Ik zie wel een inschatting van wat bepaalde maatregelen opleveren, maar ik zie geen doorrekening van de concreet aangekondigde maatregelen. Gaat die nog komen voordat wij een debat hebben over de regeringsverklaring? 

De heer Zalm:

Nee, wij hebben wel contact gehad met het PBL en ook gevraagd: als jullie dit nou zo zien, hebben jullie nog commentaar? Dus het is wel aan ze voorgelegd, maar een doorrekening is er niet geweest. Ik denk ook dat een doorrekening een verdere concretisering vergt van het beleid van het komende kabinet. Er zit bijvoorbeeld één grote verzamelpost in van 300 miljoen; ik noem maar iets. Er zit ook een post in van de oplopende budgetten die wij vanuit een bepaalde heffing krijgen en die nog moeten worden aangewend. Daar heb je toch echt een minister voor nodig die met maatschappelijke partijen, gemeenten en andere overheden in overleg treedt om te kijken wat de meest efficiënte manier is om te komen tot CO2-reductie. Dat is de formule in het regeerakkoord. Dat is lastig door te rekenen omdat die overeenstemming en dat overleg nog moeten plaatsvinden. De doelstellingen zijn wel helder, maar het instrumentarium is nog flexibel. Dat moet op een zo efficiënt mogelijke manier worden vormgegeven, waarbij CO2-reductie het centrale doel is. 

De voorzitter:

En dat debat komt zeker terug. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Zeker, maar als ik het goed begrijp, zegt de informateur eigenlijk dat de maatregelen over klimaat in het regeerakkoord niet concreet genoeg zijn om te kunnen laten doorrekenen door het PBL. Had de informateur dat ook geaccepteerd als dat bij de overheidsfinanciën het geval was geweest? Als was gezegd "nou, dat is nog niet helemaal concreet, dat moet nog even wat verder worden uitgewerkt door de vakministers en dan pas kan het CPB kijken wat de opbrengsten hiervan zijn", had deze informateur dat dan goed gevonden? 

De heer Zalm:

Nou ja, deze informateur vindt alles goed als er maar een regeerakkoord komt. Maar het ligt fundamenteel anders in dit geval. Je hebt ook andere partijen nodig die buiten de centrale overheid staan om tot een effectief klimaatbeleid te kunnen komen. Je hebt met provincies en gemeenten te maken. Je hebt met maatschappelijke organisaties te maken. Dit kan je echt niet even centraal vanuit Den Haag dicteren. We hebben er wel voor gezorgd dat de financiële middelen beschikbaar zijn. Die zijn ook nog niet helemaal gespecificeerd. De doelstellingen zijn helder. Wij hebben een procedure die moet leiden tot een verdere invulling van dat klimaatbeleid. 

De voorzitter:

Laatste vraag. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Tot slot. Wij komen hier nog verder over te spreken bij de regeringsverklaring, maar het is natuurlijk niet waar dat bij klimaatbeleid allerlei andere partijen nodig zijn en bij andere maatregelen die de overheid neemt niet. Om de decentralisatie van heel veel zorgtaken naar de gemeenten goed uit te voeren, heb je bijvoorbeeld ook andere overheden nodig. Dat wordt tot op de komma nauwkeurig uitgerekend door het CPB. Je ziet dat klimaat echt anders wordt behandeld dan al het andere beleid en dat is jammer. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

De heer Zalm:

Dank u wel. 

De voorzitter:

Hiermee zijn wij aan het eind gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer en van de informateur. Ik schors de vergadering voor een halfuur. Ik verwacht dat de heer Zalm straks weer in vak-K zit. 

De vergadering wordt van 13.45 uur tot 14.21 uur geschorst. 

De voorzitter:

Aan de orde is de voortzetting van het debat over het eindverslag van de informateur. We zijn nu toegekomen aan de tweede termijn van de zijde van de Kamer. Ik geef de heer Mark Rutte namens de VVD het woord. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Dank, voorzitter. Voor ik bij de motie kom, wil ik twee opmerkingen maken. Verschillende leden van de Kamer hebben gevraagd om het toesturen van informatie. Eigenlijk lijkt het mij het verstandigst — dat zeg ik dan maar even vooruitlopend op een eventuele benoeming vanmiddag — dat voor het debat over de regeringsverklaring datgene wordt toegestuurd wat ook de vorige keer is toegestuurd naar aanleiding van de motie-Pechtold, die aan het begin van de informatie in 2012 is aangenomen. Dat betrof alle post die de onderhandelende partijen hadden ontvangen in de hele informatieperiode. Het gaat in dit geval dus om alle post die is binnengekomen bij vijf politieke partijen, de vier die het kabinet gaan vormen plus GroenLinks. Daarnaast gaat het om alle uitgevraagde ambtelijke notities. Die worden dan, net als Asscher en ik dat de vorige keer hebben gedaan, opnieuw in die vorm ter beschikking gesteld. 

De heer Asscher (PvdA):

Dat lijkt mij een prima afspraak. Dan hoeven we die motie zo ook niet in te dienen. Eén punt dat Pechtold toen ook naar voren bracht, is dat het handig is als het ook digitaal doorzoekbaar wordt geleverd, zodat je er ook mee aan de slag kunt. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Die 700 brieven? 

De heer Asscher (PvdA):

Zeker. Dat kunt u. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Oké, we gaan kijken. Dat is niet helemaal mijn forte, maar we gaan zien of er anderen zijn die het wel kunnen. 

De heer Asscher (PvdA):

Misschien hoeft u het niet persoonlijk te doen, maar het is wel handig voor het debat. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ik snap 'm. 

Het tweede is dat er opmerkingen zijn gemaakt over onderzoeken door het Nibud en Sociale Zaken. Namens de vier partijen die voornemens zijn een coalitie te vormen, zeg ik dat het mij verstandig lijkt als er inderdaad om zo'n onderzoek wordt gevraagd bij het Nibud en ook bij het departement van Sociale Zaken. Daar is dus steun voor. Dat is overigens anders dan in 2012, toen de Partij van de Arbeid en de VVD begonnen. Toen hebben we het tegengehouden, begrijp ik. Maar we zijn weer verder, dus we gaan het nu gewoon doen. 

Dan wil ik graag een motie indienen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

kennisgenomen hebbende van het verslag van informateur Gerrit Zalm en het daarin opgenomen advies met betrekking tot de kabinetsformatie; 

neemt de inhoud van dit advies over; 

wijst Mark Rutte aan als formateur met als opdracht de vorming van een kabinet bestaande uit VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Mark Rutte, Van Haersma Buma, Pechtold en Segers. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 35 (34700). 

De heer Klaver (GroenLinks):

In mijn eerste termijn heb ik, ook richting de informateur, de vraag gesteld waar het afschaffen van de dividendbelasting vandaan komt. Ik snap dat de informateur zich niet geroepen voelt om iets te zeggen over de posities van de verschillende partijen, maar ik kan het natuurlijk wel aan een van de onderhandelaars vragen. Waar kwam dit ineens vandaan? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Ik kreeg die vraag ook van de media, maar ik vind dat echt ingewikkeld. Dan moet je inzage gaan geven in wat verschillende partijen op verschillende momenten in het onderhandelingsproces naar voren hebben gebracht. Dat schaadt de vertrouwelijkheid van die gesprekken. Om die reden zou ik dat echt niet willen. U ziet hier het resultaat van de onderhandelingen. Daar nemen de partijen met z'n vieren ook volledig de politieke verantwoordelijkheid voor. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Daar heb ik echt alle begrip voor. Als we dat naar aanleiding van alle keuzes zouden vragen, zou dat niet gaan. Maar deze vind ik echt een uitzondering op de algemene regel die de heer Rutte hier formuleert. De dividendbelasting stond niet in de verkiezingsprogramma's van deze partijen. Hetzelfde geldt voor de btw. Dit zijn niet twee kleine puntjes; nee, dit zijn echt enorme punten die plotseling in een regeerakkoord staan. Ik wil heel graag weten hoe dit tot stand is gekomen. Daarbij gaat het enerzijds om de vraag die ik heb gesteld aan de informateur: wie heeft hierop gelobbyd, en welke partij wilde dit er per se in hebben? Anderzijds vind ik dat de Kamer, maar zeker ook de Nederlandse bevolking, hier recht op heeft. 1,4 miljard als cadeau aan buitenlandse aandeelhouders, dat is nogal wat. Er is jarenlang gelobbyd voor extra geld voor Defensie. Daar komt nu 1,5 miljard bij. En uit het niks wordt er nu 1,5 miljard teruggegeven aan aandeelhouders die uit het buitenland komen. Ik ben dus echt heel nieuwsgierig waar dat vandaan komt. Dit is iets anders dan de algemene regel die de heer Rutte formuleert, waar ik het volledig mee eens ben. 

De heer Mark Rutte (VVD):

Daar ben ik het echt niet mee eens. Ik blijf dus bij het vorige antwoord. Die 700 brieven die zijn binnengekomen, worden op dit moment bekeken. We hebben in ieder geval één stuk gevonden waarin iemand refereert aan de dividendbelasting. Dat wordt verder in kaart gebracht. Zodra dat rond is, krijgt u dat. 

De heer Asscher (PvdA):

Zodat de Kamer alle begrotingen een beetje ordentelijk kan doen: wanneer staat dat kabinet er nu? 

De heer Mark Rutte (VVD):

Vanmiddag ga ik formeel een gesprek voeren met de drie fractievoorzitters van de andere partijen die toetreden tot de coalitie. Maar de planning zoals die nu met potlood is — mag ik dat erbij zeggen? — zal zijn dat het kabinet op donderdag 26 oktober op het bordes staat, als ik dat zo mag uitdrukken. Dan zou het denkbaar zijn dat het debat over de regeringsverklaring kan plaatsvinden — daar ga ik natuurlijk niet over, maar de Kamer als geheel — op dinsdag 31 oktober en woensdag 1 november. 

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Klaver namens GroenLinks. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik blijf het bizar vinden, dat cadeau van 1,4 miljard, waarvan we geen idee hebben waar het vandaan komt. Ik vind het nog steeds absurd dat we ook de btw gaan verhogen. Juist in een tijd dat het goed gaat met de economie, juist in een tijd dat er geld over is, moet je de boodschappen van mensen niet duurder gaan maken. Daarop zijn we een maatschappelijke actie gestart. Die gaat ontzettend goed. We gaan proberen de druk zo ver mogelijk op te voeren om ervoor te zorgen dat deze maatregel van tafel gaat. Ik ben ook blij dat niet alleen in de samenleving maar ook hier in de Tweede Kamer zich een front aftekent. Daarom dien ik graag de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de verhoging van het lage tarief in de btw aanzienlijke negatieve gevolgen heeft voor de koopkracht van mensen en de economische kansen voor kleine bedrijven; 

overwegende dat tegelijkertijd de winstbelasting voor grote bedrijven fors naar beneden gaat, terwijl in de meeste landen om ons heen al een hoger tarief voor de Vpb geldt; 

spreekt uit dat de verhoging van de btw per 2019 moet worden geschrapt en dat te financieren door ruimte te zoeken in de lastenverlichting voor grote bedrijven, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Klaver, Asscher, Roemer, Krol, Kuzu, Thieme, Wilders en Baudet. 

Zij krijgt nr. 36 (34700). 

De heer Klaver (GroenLinks):

Dank u wel voorzitter. Het is al uitgebreid over klimaat gegaan. Bij de regeringsverklaring zullen we er nog een keer bij stilstaan. Ik vond het antwoord van de informateur, de oud-minister van Financiën, opvallend: de maatregelen zijn nog niet concreet genoeg, de samenleving moet erbij betrokken worden en we kunnen dit niet doorrekenen. Als je een regeerakkoord hebt, dan leg je daar plannen in vast, die helder zijn, zodat je weet hoeveel CO2we precies gaan reduceren. Dat laat je niet alleen maar afhankelijk zijn van welke afspraken je in de samenleving weet te maken. Het gaat namelijk ook gewoon over zaken die je als overheid zelf kunt regelen. Daarom wil ik echt dat er een klimaatdoorrekening komt, en dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het regeerakkoord "Vertrouwen in de toekomst" de ambitie uitspreekt om de klimaatafspraken van Parijs uit te voeren; 

overwegende dat uit het regeerakkoord onvoldoende duidelijk wordt hoe die ambitie wordt waargemaakt; 

overwegende dat volgende week de Nationale Energieverkenning verschijnt waarmee de nieuwste feiten over onze energiehuishouding bekend worden; 

verzoekt de formateur om het Planbureau voor de Leefomgeving te vragen om de effecten van het maatregelenpakket uit het regeerakkoord door te rekenen op CO2-uitstootreductie, aandeel duurzame energie en energiebesparing, en dat de Kamer te doen toekomen voor het debat over de regeringsverklaring, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Klaver, Roemer, Asscher, Thieme, Krol, Kuzu en Baudet. 

Zij krijgt nr. 37 (34700). 

Dank u wel. Dan ga ik nu naar de heer Asscher namens de Partij van de Arbeid. 

De heer Asscher (PvdA):

Voorzitter, dank u wel. Over de formatiearchieven en het Nibud hebben we volgens mij goede afspraken. Daarover zal ik dus geen moties indienen. Ik heb één motie, over de waardering voor de wijkverpleegkundige. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat wijkverpleegkundigen de grootste groep ouderen verzorgen; 

constaterende dat wijkverpleegkundigen fantastisch werk doen maar het zwaar hebben door gebrek aan collega's en gebrek aan tijd; 

van mening dat alle ouderen moeten kunnen rekenen op goede zorg, in verpleeghuizen én thuis; 

spreekt uit dat het nieuwe kabinet de wijkverpleging moet uitzonderen van bezuinigingen bij het sluiten van nieuwe hoofdlijnenakkoorden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Asscher, Roemer, Klaver, Wilders, Krol, Thieme, Kuzu en Baudet. 

Zij krijgt nr. 38 (34700). 

De heer Asscher (PvdA):

Voorzitter, de motie is bewust zo geformuleerd dat ik zeker weet dat de vier partijen, gezien de inhoud van hun betoog, haar ook moeten kunnen steunen. Dat zou dan een belangrijk signaal zijn van de 76 aan de 74. 

Dank u wel. 

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Thieme namens de Partij voor de Dieren. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil twee punten maken, eerst over het klimaat. Ik had het er in een interruptiedebatje met de heer Pechtold over in hoeverre dit de meest ambitieuze klimaatmaatregelen en het meest ambitieuze klimaatkabinet ooit zijn. Hij verweet mij feitenvrij te debatteren, maar we moeten helaas vaststellen dat dat aan de kant van de coalitie het geval is. We weten helemaal niet wat de maatregelen gaan doen, want niets is doorgerekend. Vandaar de steun die ik heb gegeven aan de motie om dit door het PBL door te laten rekenen. 

Voorzitter. We zitten nu met een coalitie die eigenlijk vooral onmogelijk is: politieke uitersten proberen samen onder één paraplu Nederland te gaan regeren de komende jaren. Dat is de uitkomst van een lange formatie, waarbij de opdracht aan de heer Zalm was om te kijken naar een coalitieakkoord dat op brede steun zou kunnen rekenen in het parlement, niet alleen in de Tweede Kamer maar ook in de Eerste Kamer. Ik kan constateren dat behalve de coalitiepartijen de partijen zeer kritisch naar het regeerakkoord kijken en met name op een aantal cruciale onderdelen het regeerakkoord afwijzen. Je zou je dus in gemoede moeten afvragen in hoeverre de informatie geslaagd is. Daarom de volgende motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de opdracht aan de informateur was om de mogelijkheid te onderzoeken van een kabinet dat streeft naar brede steun voor zijn beleid in de volksvertegenwoordiging; 

constaterende dat de coalitie steunt op de kleinst mogelijke meerderheid in de Staten-Generaal; 

concludeert dat informateur niet is geslaagd in zijn opdracht, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 39 (34700). 

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Krol namens 50PLUS. 

De heer Krol (50PLUS):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik heb twee moties. De eerste dien ik in omdat de informateur mij de tip gaf om de formateur daarop aan te spreken. Dat doe ik natuurlijk met plezier. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

verzoekt de formateur bij de samenstelling van het te formeren kabinet een coördinerend minister voor Ouderenzaken in te stellen op het gebied van wonen, zorg, werk en inkomen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Krol, Sazias, Van Rooijen en Van Brenk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 40 (34700). 

De heer Krol (50PLUS):

Omdat dit natuurlijk niet alleen een taak is voor het kabinet maar voor ieder van ons hier in deze Kamer, heb ik een tweede motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat: 

  • -er in de samenleving behoefte is aan een integraal ouderenbeleid; 

  • -ouderenbeleid een onderwerp van groot maatschappelijk belang is, dat niet specifiek één ministerie aangaat; 

  • -er eerder een speciale commissie voor ouderenbeleid in de Kamer actief was; 

van mening dat het noodzakelijk is dat het ouderenbeleid ook integraal in de Kamer behandeld dient te worden; 

roept de Kamer op tot het instellen, op basis van het Reglement van Orde, van een speciale Kamercommissie "Ouderenbeleid", 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Krol, Sazias, Van Rooijen en Van Brenk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 41 (34700). 

De heer Krol (50PLUS):

Dank u zeer. 

De voorzitter:

Dank u wel. Dan ga ik nu naar de heer Van der Staaij namens de SGP. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Mevrouw de voorzitter. Allereerst dank aan de informateur voor de beantwoording van de gestelde vragen. Er waren vragen gesteld over het naar buiten treden tijdens de informatie. Daar hebben we van gezegd dat het goed is om daar tijdens de evaluatie door de Kamer zelf op terug te komen. Het tweede punt ging nog even over het eigenrisicobriefje. Ik was blij met zijn antwoord, waarin hijzelf aangaf dat het inderdaad de koninklijke weg is dat in zo'n geval de onderhandelaars via de route van het parlement de minister vragen om zo'n wet. 

Voorzitter. Wij steunen, gelet op het proces, vanzelfsprekend de motie om de heer Mark Rutte als formateur aan te wijzen. De inhoudelijke moties die voorliggen over btw en wijkverpleging, zullen wij niet steunen. Ik heb daarover inhoudelijke signalen gegeven in mijn bijdrage, maar ik vind het te vroeg om daar nu een Kameruitspraak over te vragen. Ook op het punt van de dekking hebben wij nog bezwaren c.q. ontbreekt de dekking op dat punt nog. Dat is de reden waarom we die beide moties niet zullen steunen. De procesmoties, gericht op Nibud en doorrekening, zullen we wel steunen, omdat dat inderdaad belangrijk is voor het verdere vervolg, het debat over de plannen uit het regeerakkoord. 

Dank u wel, voorzitter. 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik geef tot slot het woord aan de heer Baudet namens Forum voor Democratie. 

De heer Baudet (FvD):

Ja. Ik heb een motie. Die motie luidt als volgt. Ik heb het zelfs opgeschreven. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

verzoekt de formateur het intrekken van het referendum te schrappen uit het regeerakkoord, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Baudet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 42 (34700). 

De heer Baudet (FvD):

Dank u wel. 

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we ook aan het eind gekomen van de tweede termijn van de zijde van de Kamer en ook aan het eind van dit debat, want er zijn geen vragen gesteld aan de informateur. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Ik begreep dat er behoefte is aan een korte schorsing, van ongeveer vijftien minuten, voor de stemmingen. Vijf minuten? Ik zie allemaal handen. Goed, dan schors ik voor vijf minuten. Maar voordat ik schors, meld ik dat ik het Nibud zal vragen om de gevraagde berekeningen uit te voeren en die ruim voor het debat over de regeringsverklaring aan de Kamer te doen toekomen. Dan schors ik nu voor vijf minuten en daarna gaan we stemmen. 

De vergadering wordt van 14.38 uur tot 14.43 uur geschorst. 

Naar boven