5 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel mee dat de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 

34550-XVII-33; 34550-XVI-78; 34550-XVI-79; 34506-24; 34511-5; 34000-XVII-32; 32735-134; 31239-158; 34228-13; 34648-4; 34648-5; 29911-145; 29911-146. 

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, de volgende door hen ingediende motie opnieuw aan te houden: 

29279-376. 

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 

34298-22; 34725-1; 34726-1; 31865-96; 31865-91; 31865-95; 32317-466; 24095-414; 26485-245; 30196-539; 26485-238; 26485-244; 22112-2345; 32317-468; 2017Z06482; 34550-VI-109; 32761-111; 31524-308; 26695-119; 31524-309; 31524-311; 31524-312; 33650-53; 32637-280; 33529-350; 34104-176; 31839-573; 34104-167; 34104-156; 24170-158; 24170-157; 33990-62; 21501-31-433; 34483-11; 33037-196; 33037-197; 33037-198; 28625-242; 28625-243; 34477-20; 26643-452; 34477-18; 34477-17; 34477-16; 21501-33-637; 21501-33-636; 34725-3; 22112-2305; 21501-33-629; 21501-33-639; 26485-242; 30174-28. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO Sterk beroepsonderwijs, praktijkleren en passende ondersteuning mbo-studenten, met als eerste spreker het lid Özdil namens GroenLinks. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Ik zou het woord willen geven aan mevrouw Van Veldhoven, maar die is er niet. Mevrouw Leijten, de volgende, zag ik eerst ook niet, maar die komt er nu aan lopen. In een rode trui. Dat moet toch opvallen. 

Mevrouw Leijten (SP):

U weet, voorzitter, ik doe alles om op te vallen. 

De voorzitter:

Dat is echt niet nodig. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Aan de vooravond, letterlijk, van het debat dat wij vanavond zullen voeren over de belastingafspraken die de Nederlandse overheid, de Nederlandse Belastingdienst maakt met multinationals, publiceerde de NRC een artikel van twee van hun onderzoeksjournalisten waarin staat dat het ministerie van Economische Zaken via de Netherlands Foreign Investment Agency ook een grote rol speelt in in ieder geval de adviespraktijk of bij het hier naartoe halen van bedrijven. Als die bedrijven zich dan afvragen hoeveel belasting ze moeten betalen, betaalt de Nederlandse overheid ook nog wel de helft van de advieskosten. Er staan genoeg reacties in dat artikel waar ik me bij kan aansluiten, maar wat ik voor nu wil weten, is over welke elf bedrijven in het artikel wordt gesproken, hoelang deze praktijk al plaatsvindt en of het daadwerkelijk waar is dat de hoogste ambtenaar van Europese Zaken ervoor zorgt dat een Israëlisch bedrijf dat een beetje klaagt over de belastingdruk, vervolgens advies krijgt van dit agentschap. Ik krijg hier graag voor het debat van vanavond een reactie op. Ik wil verder aan de Kamer voorstellen om ook minister Kamp uit te nodigen bij dit debat. 

De voorzitter:

Het eerste verzoek is geen enkel probleem. Wie wil iets zeggen over het verzoek om de minister van Economische Zaken ook uit te nodigen? 

De heer Omtzigt (CDA):

Het is heel bijzonder. Mkb'ers en zzp'ers die belastingadvies vragen moeten dat toch echt zelf betalen. Als buitenlandse multinationals dat vergoed krijgen, is dat een reden om aan de regering te vragen wat daar het afwegingskader voor is. 

De voorzitter:

Maar wilt u wel of niet de heer Kamp, de minister van Economische Zaken, erbij hebben? Daar ging de vraag over. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik wil hier een reactie op krijgen en daar daarna rustig een keer over spreken. Dat kan ook in een AO. Als minister Kamp vanavond aanwezig kan zijn, vind ik dat prima, maar als de regering zegt daar een keer apart over te willen praten, dan sta ik daar ook open voor. Dit heeft ook een beetje met spreektijden en andere dingen te maken, want ik heb wel heel veel dingen vandaag … 

De voorzitter:

Het debat staat op de agenda voor vanavond om 18.30 uur. U doet nu het voorstel om dat van de agenda af te halen? 

De heer Omtzigt (CDA):

Nee, dat gaan we niet doen. Dat ga ik u niet aandoen, voorzitter. 

De voorzitter:

Ik kan heel veel hebben, hoor. 

De heer Krol (50PLUS):

In ieder geval steun voor de vraag om meer informatie. Het debat van vanavond moet zeker doorgaan en zo mogelijk worden uitgebreid. We gaan echter niet helemaal over de agenda. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Steun voor de vraag om informatie. Ik heb het artikel ook met verrassing gelezen. Ik ga er vanavond gewoon over beginnen. De informatie zou ik dan ook graag van tevoren ontvangen. Als de minister van EZ aanwezig kan zijn, lijkt mij dat een goed idee, maar daar gaat uiteindelijk het kabinet over. Ik ga de vraag echter in ieder geval stellen en dan ga ik ervan uit dat het kabinet, wie er ook zit, de vragen kan beantwoorden. 

De heer Weverling (VVD):

Een brief over dit onderwerp lijkt ons uiteraard goed. Volgens mij gaat het kabinet er inderdaad zelf over wie het afvaardigt. Dat wachten we gewoon af. 

De heer Edgar Mulder (PVV):

Volledige steun voor het erbij halen van de minister en voor het toevoegen van dit punt aan het debat van vanavond. 

De heer Snels (GroenLinks):

Steun voor het verzoek om informatie en steun voor het verzoek om de minister van Economische Zaken uit te nodigen. 

De heer Öztürk (DENK):

Volledige steun. Ik vind ook dat de minister erbij moet zijn om verantwoording af te leggen over wat er daar allemaal gebeurd is. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor beide verzoeken. Een aantal collega's is wat vrijblijvend over de noodzaak om de minister van EZ erbij te hebben. Op zich gaat het kabinet over zijn eigen afvaardiging, maar ik kan wel alvast zeggen dat, als de minister van EZ niet komt en de vragen niet voldoende beantwoord worden, deze Kamer een nieuw debat daarover zal aanvragen. Dat het kabinet dat ook maar even meekrijgt in zijn afweging om de minister van EZ vanavond wel of niet te sturen. 

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Steun voor beide verzoeken. 

De voorzitter:

Dan stel ik voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Mevrouw Leijten (SP):

Ik zou nog één ding willen opmerken. Natuurlijk gaat het kabinet er uiteindelijk over wie het afvaardigt, maar de Kamer gaat erover wie zij uitnodigt. Ik ben blij dat er steun is voor de uitnodiging aan minister Kamp, want ik zou anders inderdaad een debat hierover hebben aangevraagd. Juist gezien het debat dat er al stond, dacht ik: dat kan er mooi bij. 

De voorzitter:

Ook dit verzoek zal ik doorgeleiden naar het kabinet. 

Mevrouw Van Veldhoven van D66 is nu in de zaal gearriveerd. Het woord is aan haar. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Excuses voor de vertraging. Gisteren meldde Nieuwsuur dat steden extra hard worden getroffen bij opwarming van de aarde. Gezegd werd dat dit tot wel 5% kan kosten van alles wat die steden verdienen. Maar veel belangrijker nog is dat dit enorme consequenties heeft voor al die mensen die in die steden prettig moeten kunnen leven. Daarom wil D66 graag een brief van het kabinet en daarna een debat over hoe wij de opwarming in de steden een goede plek gaan geven, hoe wij daar goed mee omgaan. Je kunt daar van alles aan doen. Een belangrijke verantwoordelijkheid daarvoor ligt natuurlijk bij de steden zelf, maar ook bij het kabinet. Daarom vraag ik om een debat met de minister van BZK en de minister van I en M. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

I en M stond er in eerste instantie niet bij, maar ik ben heel blij dat mevrouw Van Veldhoven aangeeft dat staatssecretaris Dijksma daar ook bij hoort te zijn. Anders krijgen we toch een beetje een gemankeerd debat. Van harte steun dus vanuit het CDA voor het uitnodigen van beide bewindspersonen. 

De heer Martin Bosma (PVV):

Ik geloof dat mevrouw Van Veldhoven toch een beetje bevangen is door de hitte, want vanochtend wilde zij het onderwerp bij Veiligheid en Justitie onderbrengen en een paar uur later verhuisde ze het naar Binnenlandse Zaken. Binnenlandse Zaken houdt zich bezig met zaken als decentralisaties en de Grondwet, maar nu moeten we ineens over … 

De voorzitter:

Steunt u het verzoek of niet? 

De heer Martin Bosma (PVV):

… het klimaat gaan praten om de klimaathype van Al Gore maar een beetje te ondersteunen. Dat heeft helemaal niets te maken met Binnenlandse Zaken. In de verste verte niet. Daar moeten we dus absoluut niet aan beginnen. 

De voorzitter:

Dus u steunt het niet. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Binnenlandse Zaken gaat ook over bouwen en wonen, dus vanuit het perspectief van Wonen en Rijksdienst kunnen we dat erbij betrekken. Dat hoort er allemaal bij. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik moet zeggen dat ik ook een beetje verbaasd was over de keuze van bewindspersonen. De staatssecretaris van EZ gaat over groen in de stad, wat het allerbelangrijkste is om die hitte te voorkomen. Laten we deze aanvraag, het verzoek om deze bewindspersonen uit te nodigen, steunen, maar wel afspreken dat de vragen over hoe het zit met voldoende groen in de stad goed beantwoord worden. Dan hoeven we de staatssecretaris van EZ niet ook nog uit te nodigen. 

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

GroenLinks steunt de aanvraag voor dit debat, met name ook de wens om de staatssecretaris van I en M op het punt van klimaatadaptatie erbij uit te nodigen. 

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Ik was ook wel wat verrast, want het is inderdaad een groot onderwerp. Het gaat over het klimaat, veel meer dan alleen over het opwarmen van de steden. Het klinkt misschien gek uit mijn mond, maar ik raad D66 aan om dat zeker ook aan de formatietafel te bespreken, want het is veel groter dan alleen dit bericht. Ik steun echter het verzoek om een brief en ik raad aan om ook goed te kijken naar de keuze van bewindspersonen, voordat we een heel debat optuigen. 

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun. 

De heer Krol (50PLUS):

Elke plek waar we iets kunnen doen om de opwarming tegen te gaan, moeten we aangrijpen, dus ook deze. 

De heer Futselaar (SP):

Steun voor het debat. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Op het platteland wonen heeft voordelen. Dat merken we iedere dag. Als we hierover een debat voeren, dan hoort dat met de staatssecretaris van I en M te zijn. Maar laten we eerst om een brief vragen. 

De voorzitter:

Net geen meerderheid, mevrouw Van Veldhoven. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Steunt de heer Dijkstra wel een debat of pas nadat er een brief is? 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Eerst een brief en dan bekijken we hoe het verder moet. 

De voorzitter:

Dus geen steun. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dan laat ik het graag op de lijst van de dertigledendebatten zetten. Alle goede suggesties om nog eens te bekijken bij welke bewindspersonen dit onderwerp hoort, zijn natuurlijk heel terecht. Het gaat in ieder geval om de staatssecretaris van I en M, maar ook de bewindslieden die over bebouwing en het binnenstedelijk klimaat gaan, lijken mij hierbij heel belangrijk. Ik zou die brief ook graag in de breedte van het kabinet willen neerleggen, maar er moet natuurlijk altijd één bewindspersoon zijn die de brief uiteindelijk naar de Kamer stuurt. Zo is het verzoek bedoeld. 

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Marijnissen namens de SP. 

Mevrouw Marijnissen (SP):

Voorzitter. Begin deze week kwam het bericht dat 300 miljoen, die er wel is, niet aan de wijkverpleging is uitgegeven door de zorgverzekeraars. Vandaag verscheen het bericht dat bij BrabantZorg, een zorgaanbieder, mensen met VGZ als zorgverzekeraar dikke vette pech hebben als zij thuiszorg nodig hebben, want dan wordt er gezegd: u mag het zelf betalen en vervolgens moet u maar proberen om het bij de zorgverzekeraar terug te halen, want het geld is op. Volgens mij is het geld niet op. Daar wil ik dus een debat over. 

De heer Arno Rutte (VVD):

Het lijkt mij heel goed dat er een brief van de staatssecretaris komt over hoe dit zit. In die brief zal sowieso staan dat er geen sprake van is dat mensen geen zorg krijgen omdat het geld op is. In die brief zal waarschijnlijk staan dat mensen naar een andere aanbieder worden verwezen, omdat het contract van BrabantZorg niet toereikend is. Maar goed, dat is een andere discussie. Ik wil heel graag een brief waarin duidelijk wordt gemaakt op welke manier invulling wordt gegeven aan de zorgplicht. 

De heer Krol (50PLUS):

In ieder geval de brief. Het debat wil ik voorlopig ook steunen, tenzij de brief zo helder is dat er geen debat nodig is. 

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Het is inderdaad opmerkelijk dat zo veel geld op de plank blijft liggen, terwijl we met z'n allen hebben vastgesteld dat wijkverpleging heel belangrijk is. Het lijkt mij dus goed om daar een debat over te voeren en ook om nog voor dat debat een brief van de staatssecretaris te ontvangen. 

Mevrouw Agema (PVV):

Patiënten krijgen de rekening voor verzekerde zorg. Dat is natuurlijk totaal bezopen. Dit is wel een elk jaar terugkerend debat. Ik heb vlak voor de verkiezingen dit debat van vorig jaar nog van de lange lijst af laten halen. Er komt maar geen oplossing, jaar op jaar op jaar. Laten we het er dus maar weer eens over hebben. Misschien kunnen we het er morgen in het algemeen overleg over dementie over hebben, maar laten we dit debat in ieder geval op de lijst zetten. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik vind het beschamend om te zien hoe zorgverzekeraars en zorginstellingen naar elkaar verwijzen, terwijl er voldoende geld is. Uiteindelijk worden in dit geheel de patiënten vermalen. Ik wil van de staatssecretaris horen wat hij eraan gaat doen om ervoor te zorgen dat eenieder op dit punt het juiste doet, zodat patiënten niet thuis een rekening krijgen voor zorg waarvoor zij gewoon verzekerd zijn. Ik wil dus een brief van de staatssecretaris krijgen. Ik ga ervan uit dat in die brief staat hoe hij dit gaat oplossen. Als dat niet het geval is, kan er wat mij betreft een debat komen, maar ik wil hem op dit moment de ruimte geven om dat echt te gaan doen, want daarvoor is hij staatssecretaris. 

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek, zowel om de brief als om het debat, want mevrouw Agema zei terecht dat dit een aanhoudend probleem is. Alleen een brief zal dus niet genoeg zijn. 

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Steun voor de brief. Op basis van de brief kunnen we bepalen of een debat nodig is. 

De voorzitter:

Mevrouw Marijnissen, u hebt geen meerderheid. 

Mevrouw Marijnissen (SP):

Kunnen we dit dan wel als dertigledendebat op de agenda zetten? Ik ben het namelijk met mevrouw Agema eens dat het wel fijn is als we hier weer over kunnen spreken als dat nodig is. 

De voorzitter:

Dan gaan we dat doen. Voor de rest stel ik voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Tot slot geef ik het woord aan de heer Grashoff namens GroenLinks. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter. Vanochtend vernamen wij op basis van een onderzoek van het Louis Bolk Instituut, een redelijk gerenommeerd instituut, dat het mogelijk is dat we tot 500.000 stuks minder melkvee in Nederland zouden moeten hebben om aan de klimaat- en milieudoelen te kunnen voldoen. Dat lijkt mij fors. Het lijkt mij goed om naar aanleiding van dat rapport een debat daarover te voeren met de staatssecretaris van EZ en de staatssecretaris van I en M, want dit ligt op hun beider vlak. Uiteraard zou ik ook graag een kabinetsreactie op het rapport van het Louis Bolk Instituut willen ontvangen. 

De heer Geurts (CDA):

Het lijkt mij niet verstandig om hier een debat te gaan voeren over elk deelaspect van een klimaatakkoord. Dat moet je toch in samenhang zien. Daarom geen steun voor dit verzoek. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Niet geheel tot uw verrassing heeft de Partij voor de Dieren een heel andere positie dan het CDA. Het is juist van groot belang om zo snel mogelijk duidelijk te krijgen hoe we de klimaatdoelen gaan halen. Dat is ook in het belang van de boeren zelf. Volle steun dus voor het verzoek. Laten we het debat zo snel mogelijk inplannen. 

De heer De Groot (D66):

Ik denk dat het goed is om het over dit onderwerp te hebben. Het gaat er gewoon aankomen. Ik betwijfel of we dat nu op basis van één rapport moeten doen. Als we het doen, laten we het dan eerst in een procedurevergadering bespreken en bekijken of we misschien een rondetafelgesprek kunnen organiseren met meer wetenschappelijke instellingen, zodat we ook tot consensus kunnen komen over de precieze gevolgen van het Parijsakkoord. Geen steun dus voor het verzoek. Wij willen eerst in een procedurevergadering bespreken hoe we verdergaan. 

Mevrouw Lodders (VVD):

We zijn volgens mij al een aardig eind op weg met de reductie van de veestapel, maar dat zijn andere dossiers. Geen steun voor het bespreken in een deeldebat. Het is van grote waarde dat we één totaaloverziend debat voeren. 

De heer Öztürk (DENK):

Ik denk dat het goed is dat we eerst een brief krijgen. Daarna kunnen we bekijken of er een debat nodig is. 

De heer Futselaar (SP):

Ik denk dat de kans dat deze Kamer tot consensus komt over de intensieve veehouderij vrij gering is. Daarom is een debat meer op zijn plaats. Dat steunen wij dus. 

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Steun voor het verzoek. 

De voorzitter:

U hebt geen meerderheid, mijnheer Grashoff. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Maar volgens mij telt het wel op tot 30 leden. 

De voorzitter:

Ja. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Overigens is het voor mij nog onhelder of er wel steun is voor de kabinetsreactie waarom ik heb gevraagd. 

De voorzitter:

Daar hoeft u geen steun voor te hebben. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Dan is het goed; dan komt die er. 

Mevrouw Lodders (VVD):

Dan heb ik wel een vraag aan u, voorzitter. Wij steunen de brief. Als er al een debat moet komen — ik hoor dat er een dertigledendebat komt — vind ik het wel van groot belang dat er in die brief een reactie in brede zin staat. Het kan niet alleen dit onderdeel zijn, want we moeten dit in het brede licht zien. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter, mag ik daarop reageren? Volgens mij behandelt dit rapport de zaak juist vanuit een brede invalshoek en is dus een kabinetsreactie over de volle breedte relevant. In die zin ben ik het dus met mevrouw Lodders eens. Zo'n reactie op dit rapport ligt voor de hand. 

De voorzitter:

Goed. Hebt u iets nieuws toe te voegen, mijnheer De Groot? 

De heer De Groot (D66):

Ja. 

De voorzitter:

Altijd, als ik dat vraag. 

De heer De Groot (D66):

Als we dan toch een brief krijgen, dan lees ik daarin ook graag hoe de staatssecretaris ook vanuit andere wetenschappelijke instellingen de gevolgen inschat. Het moet dus niet alleen een reactie zijn op dit rapport sec, maar een brede inschatting vanuit de wetenschap van de gevolgen van het Parijsakkoord. 

De voorzitter:

En hoe breed wilt ú het hebben, mijnheer Geurts? 

De heer Geurts (CDA):

Nou, ik doe eigenlijk een verzoek aan u, voorzitter. We kunnen elke week diverse debatten gaan voeren over het klimaatakkoord. Dat gaat ook gebeuren als we zo doorgaan. Ik vind dit echt heel onverstandig. Daarnaast loopt er ook nog een formatie. Ik kijk u aan. Het is aan u om in wijsheid dit debat wel of niet op korte termijn te plannen. Wat mij betreft gebeurt het op heel lange termijn. 

De voorzitter:

Ik kan u zeggen dat de meeste debatten die tot nu toe zijn aangevraagd, niet kunnen worden gepland omdat de voorwaarde daarbij is dat er eerst een brief of een kabinetsreactie moet zijn. De lijst wordt dus groter en de zaal leger. Dat zal in dit geval ook gebeuren. Als het kabinet binnen één week met een reactie komt, dient zich de vraag aan wanneer we het debat gaan plannen. Maar tot nu toe blijven de meeste gevraagde reacties nog uit. Het vraagt ook iets van de Kamerleden. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Het vraagt ook iets van het kabinet, want er is blijkbaar iets aan de hand waardoor de kabinetsbrieven niet komen. Misschien kunt u daar als Voorzitter nog eens voorzichtig een appel voor doen. 

De voorzitter:

Het is ontroerend dat ik zo veel macht toegedicht krijg. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Zeker. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Hiermee zijn we gekomen aan het eind van de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt van 14.29 uur tot 14.35 uur geschorst. 

Naar boven