9 Verkiezingsuitslag

Aan de orde is het debat over de verkiezingsuitslag (debat met de verkenner).

De tijdelijke voorzitter:

Voordat we overgaan tot het houden van het debat, wil ik een aantal spelregels met u doornemen. Aan de orde is het debat over het verslag van mevrouw Schippers over haar werkzaamheden als verkenner. Ik dank mevrouw Schippers voor haar komst en heet haar van harte welkom in vak-K.

Dit debat heeft volgens artikel 139a van het Reglement van Orde als doel het aanwijzen van één of meer informateurs dan wel formateurs en het vaststellen van de door hen uit te voeren opdracht. Zoals afgesproken gelden er spreektijden van vijf minuten per fractie. Eerst zal de Kamer spreken in eerste termijn, waarna ik het woord zal geven aan mevrouw Schippers. Ik wijs de leden erop dat analoog aan artikel 139a van het Reglement van Orde, dit debat is bedoeld om, nu haar opdracht als verkenner afgerond is, inlichtingen van mevrouw Schippers te verkrijgen over het verloop van de verkennende werkzaamheden naar de formatie van een nieuw kabinet. In de termijn van mevrouw Schippers zal ik geen interrupties toestaan. Vragen ter verduidelijking kunt u stellen aan het eind van haar betoog. Het gaat dus om een debat onderling en niet om een debat met de verkenner. Onderlinge interrupties in de eerste termijn van de kant van de Kamer zal ik uiteraard toestaan.

Het is nog niet zover, maar toch wil ik de leden alvast meegeven dat het een intern Kamerdebat is. U kunt in de tweede termijn dus geen moties indienen waarin het kabinet wordt opgeroepen om iets te doen of te laten. U kunt wel, zoals altijd, een uitspraak van de Kamer vragen, maar dan zou de motie moeten eindigen met een zinnetje als "de Kamer spreekt uit". Er kunnen ook geen moties gericht worden aan de verkenner en ook niet aan de informateur; die is er immers nog niet.

We gaan nu naar de sprekerslijst. Ik begin met de heer Mark Rutte namens de VVD-fractie.

De heer Mark Rutte (VVD):

Voorzitter. Mag ik namens mijn partij allereerst de verkenner van harte bedanken voor het goede werk dat is verricht? Ik bedank haar ook voor de adequate weergave van de gesprekken, althans van de gesprekken waaraan ik zelf deelnam. De VVD-fractie kan zich goed vinden in de conclusie van de verkenner en is voornemens om als grootste partij ook namens de partijen die voornemens zijn om verder te praten, een motie in te dienen. Ik neem aan dat dat het beste kan in tweede termijn. Die motie zal ik dan dus indienen. Dat was het. Als er vragen zijn, ben ik uiteraard beschikbaar.

De heer Wilders (PVV):

Om te beginnen feliciteer ik collega Rutte met zijn geweldige inbreng. Ik heb hem nog nooit zo sterk gehoord.

De heer Mark Rutte (VVD):

Dat vond ik ook.

De heer Wilders (PVV):

Maar ik heb toch een vraag. Wat is er gebeurd? Hoe werkt het bij de VVD? We hebben vijf jaar geleden verkiezingen gehad. De VVD werd de grootste partij en tot ieders verbazing ging zij niet alleen praten met de Partij van de Arbeid, maar vormden zij ook een kabinet. De VVD heeft nu de verkiezingen verloren, maar is nog steeds de grootste partij. Zij gaat nu praten met GroenLinks. Mijnheer Rutte, welke kiezer van de VVD doet u daarmee een plezier en waarom gaat u dat doen?

De heer Mark Rutte (VVD):

Er is een ronde gemaakt door de verkenner. Daarbij is vastgesteld dat de grote partijen die aanwezig waren, op dit moment de voorkeur geven aan een meerderheidskabinet. Er is een mogelijkheid van vier partijen die, als zij het programmatisch eens worden, tot een meerderheid zou leiden in zowel de Tweede als de Eerste Kamer. Dat is deze combinatie. Het lijkt mij dan ook verstandig om die te onderzoeken.

De heer Wilders (PVV):

Wij kennen de heer Rutte als iemand die er in het afgelopen jaar op verschillende thema's flink op los tamboereerde: "pleur op" tegen Turken, een stevig immigratiebeleid en asiel, zo stond in zijn verkiezingsprogramma, zou alleen nog maar buiten de Europese Unie aangevraagd kunnen worden. Maar wat schetst mijn verbazing? In zijn advies aan mevrouw Schippers staat geen woord over immigratie, geen woord over asiel en geen woord over terreur. Er staat wel ineens iets in over de zo belangrijke energietransitie. Ik wist niet dat de heer Rutte dat woord kon spellen. Wat is er aan de hand? Het lijkt alsof hij al half op schoot zit bij GroenLinks. Waar is de stevige Mark Rutte gebleven die de verkiezingen inging met allemaal thema's waar we nu niets meer van terug zien, helemaal niets? Energietransitie is nu hét probleem van Nederland.

De heer Mark Rutte (VVD):

Energie is met een "g" en niet met "ch". Ik zie het hiervandaan verkeerd geschreven op uw papiertje.

De heer Wilders (PVV):

Dat is het papiertje van mevrouw de verkenner.

De heer Mark Rutte (VVD):

U hebt er wat aantekeningen op staan en het is belangrijk om die goed te spellen. Ik kom terug op uw vraag. Ik heb de verkenner, de beoogde informateur, gemeld welke thema's wat betreft de VVD-fractie de komende jaren nader van een accent moeten worden voorzien. Ik heb niet gesproken over de thema's waarvan het volstrekt duidelijk is dat daarop verstandig beleid moet worden voortgezet. Ik heb bijvoorbeeld het vraagstuk over de lastenverlichting voor de middenklasse genoemd. Ik heb ook gesproken over het feit dat dit kabinet verstandige stappen heeft gezet op het gebied van energietransitie. We weten dat fossiele brandstoffen eindig zijn en dat er sprake is van opwarming, dus het is verstandig om daarmee verder te gaan. Ik heb een aantal accenten gelegd op het beleid dat er al is. Het moge duidelijk zijn dat voor de VVD migratie- en asielbeleid van groot belang is, maar op dat punt gebeuren al verstandige dingen, dus ik heb vooral gesproken over de zaken waarop extra accenten gelegd moeten worden.

De heer Wilders (PVV):

Wat de heer Rutte hier als leider van de VVD zegt, is niet waar. In zijn stuk, samengevat door mevrouw Schippers, staan een aantal punten die voor de VVD de belangrijkste opgave voor het komende kabinet vormen, waaronder de energietransitie. We hebben net een herdenking gehad over de problemen met islamitisch terrorisme en met immigratie en asiel. Geen woord hierover! De VVD gaat aan tafel zitten met GroenLinks, een partij die meer asiel en open grenzen wil. GroenLinks zal zeggen dat zij terreur erg vindt, maar zij zou zich daar meer tegen moeten verzetten. De heer Rutte sprak in de campagne over het verkeerd soort populisme. Ik wist niet wat hij bedoelde, maar nu weet ik wat hij bedoelt. Weet u wie verkeerd soort populisten zijn, mevrouw de voorzitter? Mensen die zo'n grote mond hebben over allemaal thema's, maar vervolgens met de partij die het tegenovergestelde propageert, aan tafel gaan zitten. Dat zijn de verkeerd soort populisten! Mijnheer Rutte, u bent daar de aanvoerder van!

De heer Mark Rutte (VVD):

Het verkeerd soort populisme is: problemen oppompen en als de ballon bijna dreigt te knappen, wegrennen. Dat is wat de heer Wilders graag doet, dat weten we van hem. Hij is daar ook karaktervast in. In de campagne heb ik daarvoor aandacht gevraagd en ik zal dat vanuit welke rol dan ook de komende tijd blijven doen in de Kamer. Nogmaals, in mijn gesprek met de verkenner heb ik gesproken over die zaken, niet over zaken die al goed gaan. Ik heb gesproken over welke nieuwe accenten extra gezet moeten worden de komende periode, zoals het vraagstuk van de middenklasse in Nederland, die in belangrijke mate de crisis gevoeld heeft en nu het beter gaat, wat de VVD betreft de komende jaren zal moeten ervaren dat het beter gaat.

De heer Asscher (PvdA):

Ik vind het eigenlijk wel leuk, die beknopte inbreng van de VVD. Het is heel overzichtelijk. Ik heb wel een vraag. In de top vijf van belangrijke onderwerpen staat wel de verbetering van de arbeidsmarkt. Dat is een onderwerp dat mij zeer aan het hart gaat en dat heel veel mensen zou kunnen raken. Ik was in deze verwarrende tijd vanmiddag bij een lunch met de minister-president, in een andere rol. Ik hoorde de minister-president daar de lof bezingen van het Nederlandse poldermodel. Het was prachtig. Ik kon de woorden zeer onderschrijven. Je kon de strijkers bijna horen klinken. Die formatieperiode is een beetje een black box. Om te voorkomen dat er zonder voeling te houden met wat er in de samenleving leeft afspraken worden gemaakt, wil ik de bevestiging of de toezegging, hoe je het ook noemt, van de leider van de grootste fractie dat straks zal worden gezocht naar afstemming of overeenstemming met het maatschappelijk middenveld, met de polder in dit geval. Een nieuw sociaal akkoord is door velen bepleit in de campagne. Volgens mij doet die mogelijkheid zich nu ook voor. Graag uw reactie.

De heer Mark Rutte (VVD):

Eerst even voor degenen die er vanmiddag niet bij waren: het was een lunch met de president van Argentinië, zijn vrouw, de Nederlandse Koning en Koningin en een grote delegatie. Argentinië is inderdaad zeer geïnteresseerd in de manier waarop wij in Nederland tot een sociale dialoog komen over vraagstukken als loonvorming, de arbeidsmarkt, het ontslagrecht et cetera. Dat was zeer nuttig. Ik denk dat wij in Nederland een goede traditie hebben en de heer Asscher weet ook dat ik die verdedig. Zijn vraag gaat wel heel erg naar een doel toe. Wat normaal is in een formatie, is dat er goed overleg is met allerlei maatschappelijke organisaties. Ik zal dat bevorderen van mijn kant, maar ik zit niet alleen aan tafel. De kans lijkt mij echter groot dat in deze formatie contact is met maatschappelijke organisaties. Alleen, in de vraag zit ook al de zekerheid dat dit gaat leiden — zo verstond ik hem althans — tot een sociaal akkoord in deze formatie. Dat zal natuurlijk afhangen van de gesprekken die plaatsvinden. Uiteraard, als het aan de VVD ligt, is er goed contact met maatschappelijke organisaties, over allerlei zaken die in de formatie aan de orde zijn.

De heer Asscher (PvdA):

De heer Rutte zegt dat mijn vraag naar een doel toegaat. Dat lijkt mij ook de bedoeling van een vraag en van een formatieperiode. Je wilt uiteindelijk naar een doel toe. Ik vraag het alleen omdat in de top drie, net na de verpleeghuiszorg en nog net voor de energietransitie de arbeidsmarkt staat. Ik vind dat terecht. Mensen hebben behoefte aan meer zekerheid, meer vaste banen. Dat zou een van de opdrachten moeten zijn voor een nieuw kabinet. Ik ga geen resultaatsverbintenis vragen dat dit sociaal akkoord er moet komen. Ik vraag om een inspanningsverplichting. Ik hoor in de woorden van de heer Rutte dat hij die best op zich wil nemen. Hij zoekt ook naar draagvlak. Ik snap dat dit niet lukt binnen de grenzen van de formatie, maar de inspanning, passend bij zijn uitspraken van vanmiddag en andere momenten, vraag ik wel aan hem.

De heer Mark Rutte (VVD):

Ik verdedig de polder, omdat die ons in Nederland veel goeds heeft gebracht: een zeer laag aantal stakingsdagen, grote sociale rust. Het sociaal akkoord dat wij in 2013 sloten met dit kabinet, het huidige demissionaire kabinet, heeft in een ernstige economische crisis een belangrijke mate van vertrouwen teruggebracht dat we in dit land in staat zijn om tot moeilijke beslissingen te komen, al werden verschillende onderdelen van dat akkoord natuurlijk verschillend beoordeeld, maar dat is altijd zo. Ik kan toezeggen dat we wat de VVD betreft — ik zit niet alleen aan tafel — zeker zullen proberen te bevorderen dat er over allerlei kwesties gesprekken zijn met relevante maatschappelijke organisaties. In welke vorm dat vervolgens gegoten moet worden en in welk construct dat moet leiden tot resultaten, is echt aan de formatie. Daar kan ik niet op vooruitlopen.

De tijdelijke voorzitter:

Tot slot.

De heer Asscher (PvdA):

Ik heb alle begrip daarvoor. De heer Rutte gaat straks wellicht met die andere partijen over de vraag welke vorm die afspraken moeten krijgen. Ik stel het echter zeer op prijs dat de heer Rutte heeft aangegeven tijdens de formatie wel het contact te zoeken met die maatschappelijke organisaties. We hebben het dan in ieder geval over de werkgevers- en de werknemersorganisaties in dit land zoals die in de Stichting van de Arbeid verenigd zijn. Als ook daar de bereidheid daartoe is, dan biedt dat in ieder geval de mogelijkheid om zo'n sociaal akkoord te sluiten. Dat kan helpen bij het sociale hoofdstuk van het nieuwe regeerakkoord. Ik wens de heer Rutte daar veel succes bij.

De heer Mark Rutte (VVD):

Heel veel dank. Misschien is het goed om in alle eensgezindheid ook een enkel verschil te benoemen. Toen ik dit punt naar voren bracht in mijn gesprekken met de verkenner, ging het mij vooral om de vraag hoe wij in Nederland een goede balans terugvinden en houden in de arbeidsmarkt en om de vraag hoe we er vooral voor zorgen dat het ondernemerschap, dat we zo hard nodig hebben, ook als banencreator voor de toekomst, voldoende aantrekkelijk blijft. Er ontstaan nu gelukkig heel veel banen, maar we moeten wel vaststellen dat veel ondernemers op dit moment zeer terughoudend zijn om vast werk te creëren. Dat stelt ons voor de vraag hoe we daarmee omgaan.

Mevrouw Thieme (PvdD):

In voorbereiding op dit debat heb ik het doopceel van de heer Rutte eens even gelicht. Ik las dat hij als JOVD-voorzitter, als 22-jarige, nogal visionair was. Toen nog wel …

De heer Mark Rutte (VVD):

Zeker.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Hij vertelde toen dat er veel meer ruimte moest komen voor een streng milieubeleid. De JOVD heeft samen met negen andere politieke jongerenorganisaties op 22 februari jongstleden samen met Jan Terlouw van D66 een manifest opgesteld. Daarin wordt de politiek hier in Den Haag opgeroepen om van het klimaat een nummer 1-onderwerp te maken. Ik heb de heer Rutte, en ook andere fractievoorzitters, vorige week een brief gestuurd met het verzoek om dat manifest als leidraad te nemen in de formatie. Ik heb van veel fractievoorzitters een antwoord gekregen, maar nog niet van de heer Rutte. Dus daarom bij dezen: neemt de heer Rutte de oproep van de JOVD en andere jongerenorganisaties serieus en zal het manifest dan ook het uitgangspunt vormen voor de formatieonderhandelingen?

De heer Mark Rutte (VVD):

De heer Zijlstra hecht er altijd zeer aan dat de inbreng van de JOVD zwaar weegt in de besluiten die in de VVD worden genomen.

(Hilariteit)

De heer Mark Rutte (VVD):

Dat zeg ik even in algemene zin. Zeer specifiek over dit manifest hecht ik eraan om te zeggen dat ik vind dat wij het Parijsakkoord moeten uitvoeren. We moeten staan voor onze afspraken. Daar is het huidige demissionaire kabinet mee bezig, maar de precieze weg daarnaartoe zal natuurlijk onderdeel zijn van de gesprekken die dadelijk in het kader van de informatie gaan plaatsvinden. We nemen daarbij natuurlijk met graagte kennis van alle verstandige bijdragen uit de samenleving.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Dat klinkt welwillend, maar dat is nog wel heel vrijblijvend. Met name gelet op het feit dat wij hier beleid maken dat een groot effect heeft op de toekomstige generaties, op onze jongeren, die nu en masse Den Haag hebben opgeroepen om werkelijk een nummer 1-prioriteit te maken van het klimaat, zou ik toch iets stevigere taal verwachten van de heer Rutte aangaande het klimaat. Temeer daar hij zoekt naar een meerderheid met onder andere groene partijen als D66 en GroenLinks. Ik krijg dus graag een iets duidelijkere toezegging van de heer Rutte dat het klimaat echt een topprioriteit wordt voor het toekomstige kabinet waarin de VVD eventueel gaat plaatsnemen. Ik vraag hem om dat ook uit te spreken in de richting van de jongeren van die politieke organisaties, die nu zeer waarschijnlijk allemaal meeluisteren.

De heer Mark Rutte (VVD):

Een van de punten die ik in mijn gesprek met de verkenner benoemde, was het vraagstuk van de energietransitie. Dat vindt zijn noodzaak in de eindigheid van de fossiele brandstoffen en de geopolitieke kwetsbaarheid van de grote afhankelijkheid van Rusland en het Midden-Oosten en natuurlijk ook in de klimaatverandering. Het huidige kabinet heeft zich uitgesproken voor het akkoord van Parijs. Ik heb dat van harte gesteund. Ik was zelf bij de start van de gesprekken daar op 30 november 2015. Maar zoals ik in antwoord op de eerste interruptie van mevrouw Thieme al zei, zijn er verschillende wegen die naar Rome leiden. De precieze weg naar de oplossing van dit vraagstuk zal ongetwijfeld onderdeel zijn van de gesprekken die de partijen voornemens zijn te gaan voeren.

De heer Wilders (PVV):

Mevrouw de voorzitter. Ook vanuit mijn kant dank aan mevrouw Schippers voor haar werkzaamheden als verkenner.

Op 15 maart hebben 10 miljoen mensen de moeite genomen om hun stem uit te brengen, rijen lang. Heel Nederland leek naar de stembus te gaan. De opkomst was dan ook historisch hoog. De VVD verloor acht zetels, maar blijft de grootste partij. De Partij voor de Vrijheid won vijf zetels en is nu de tweede partij van Nederland, gevolgd door het CDA op nummer drie. GroenLinks en D66 wonnen ook zetels, de SP verloor er één, de ChristenUnie bleef gelijk en de totale PvdA-fractie past inmiddels in een bestelbusje. Die uitslag is glashelder. De partijen van meer immigratie en asiel, die een meerderheid hadden in de vorige Tweede Kamer — 76 zetels; we hebben het vaak mogen ervaren — zijn die meerderheid nu kwijt, want miljoenen mensen kozen op 15 maart ook voor minder immigratie en minder asiel. Je zou dus denken: wat een feest; we gaan het grootste probleem van Nederland regelen. De mogelijkheid van een kabinet met de winnaars, de drie grootste partijen, VVD, PVV en CDA, samen met partijen als 50PLUS, SGP en Forum voor Democratie zou op z'n minst serieus onderzocht moeten worden. Dat was dan ook mijn advies namens mijn fractie aan de verkenner.

Maar helaas, hoe anders blijkt de werkelijkheid? De VVD en het CDA weigeren met de tweede partij van Nederland te onderhandelen, terwijl zij nu die kans hebben om die belangrijke thema's te regelen. Aan de PVV zal het niet liggen. Ik ben bereid om met iedereen te onderhandelen, maar zij kiezen er vrijwillig voor om in zee te gaan met GroenLinks en D66, de partijen van de open grenzen en de uitverkoop van ons land. Daarmee bewijzen zij niet alleen de ruim 1,3 miljoen PVV-stemmers een slechte dienst, maar — daar ben ik van overtuigd — heel Nederland. Iedereen die dacht dat de heer Rutte deze keer zijn stoere praatjes wel zou waarmaken, komt misschien, net als in 2012, opnieuw bedrogen uit. Wie toen VVD stemde, kreeg de Partij van de Arbeid erbij en wie nu VVD heeft gestemd, mag zich verheugen op de mogelijke samenwerking met de milieuhippies van GroenLinks en de D66-ambtenaren van de Europese Unie.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

De heer Wilders sprak over het niet onderhandelen met hem, onder andere door het CDA. Deze week is het vijf jaar geleden dat wij in het Catshuis zaten. Toen dat misging en de heer Wilders het Catshuis had verlaten, heb ik op dat moment gezegd: dat doe ik niet meer. Ik heb dat vijf jaar gezegd en dat weet de heer Wilders. Hij kan dus niet verrast zijn. Mijn vraag aan hem is: wat heeft hij, wetende dat dat vertrouwen weg was — dat heb ik altijd herhaald — de afgelopen vijf jaar gedaan om ervoor te zorgen dat dat vertrouwen terug zou komen, zodat na de verkiezingen eventueel wel samengewerkt zou kunnen worden?

De heer Wilders (PVV):

Ik ben blij dat de heer Buma mij die vraag stelt, want daardoor kan ik nu eindelijk het misverstand nog een keer goed wegwerken dat wij dat vertrouwen zouden hebben beschaamd of dat wij zouden zijn weggelopen uit het Catshuis. Het tegendeel is het geval. Misschien zou ik de rechterhand van de toenmalige CDA-leider Verhagen, de minister van Defensie van dat kabinet, Hans Hillen, mogen citeren. Hans Hillen zei in een interview in Café Weltschmerz op 9 februari van dit jaar, dat u allemaal kunt nalezen: "Het is jammer genoeg na twee jaar fout gegaan, maar niet door de PVV, maar doordat er een budgettair probleem was. Als dan de partij afhaakt die het verst van dit probleem af staat, kun je die partij niet de schuld geven." Was getekend: Hans Hillen. Ik kan me nog herinneren dat we onder Rutte I onderhandelden op de kamer van Maxime Verhagen in het ministerie van Buitenlandse Zaken en dat de heer Hillen voor en na het gesprek altijd als een haas uit de lift kwam. Hij is een invloedrijk CDA'er. Wij zijn dus niet weggelopen. Integendeel, wij hebben in het diepst van de crisis niet willen tekenen voor opnieuw belastingverhogingen, voor opnieuw de pensioenen pakken, voor opnieuw de ouderen pakken. Degenen die niet hebben geleverd en die dus eigenlijk zijn weggelopen, zijn de partijen die de deal van toen niet hebben geleverd, namelijk minder immigratie. Dat zijn het CDA en de VVD. De vraag zou dus moeten zijn: wat hebt ú de afgelopen jaren gedaan om mijn vertrouwen te herstellen?

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Dat kan ik vertellen. Na afloop van die onderhandelingen, heb ik contact met u opgenomen. Ik heb dat niet eerder luidop gezegd omdat ik dat enigszins vertrouwelijk vond, maar u vraagt mij dat nu. Ik heb toen gezegd: ik vind dat het nodig is dat wij samen spreken naar aanleiding van het weglopen, want ik wil weten wat u bewogen heeft om op het laatste moment weg te lopen. Ik zei toen "jij", maar ik zeg nu "u". Dat gesprek hebben we gevoerd en u hebt het me allemaal toegelicht. Ik zal het hier niet vertellen, want dat is aan u, maar u weet wat de waarheid is.

De heer Wilders (PVV):

Ik heb de waarheid net verteld; het spijt me zeer.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Nee, u weet wat de waarheid is. U kunt ontkennen dat we dat gesprek hebben gehad. U kunt ontkennen wat u gezegd hebt. Maar ik weet dat dit is gebeurd. Ik weet dat u mij toen hebt gezegd waarom u wegliep. Dat alleen al heeft mijn mening versterkt dat ik niet meer met u in zee wilde. U kunt daar heel boos over worden, maar volgens mij ging het om het feit dat u verbaasd was dat het CDA niet meer met u wilde regeren. Ik weet dus waarom u wegliep. Ik weet ook dat er veel moest gebeuren om alsnog met u te regeren. Dat wist u ook. Dan blijft staan dat u vijf jaar lang alleen maar harder bent geworden. Het feit dat u hier nu staat, is maar aan één personen te wijten: Geert Wilders. U weet dat. U kunt het niet ontkennen, want dat gesprek hebben we samen gevoerd

De heer Wilders (PVV):

Dat is echt totaal bezijden de waarheid. Het is totaal, maar dan ook totaal, bezijden de waarheid. De waarheid is, nogmaals, dat wij niet zijn weggelopen. Ik citeerde net de heer Hillen, de minister van Defensie. Die heeft het niet in een gesprek met u of mij, maar in het openbaar voor de radio gezegd. Hij heeft gezegd: de PVV kun je er niet de schuld van geven. Ik heb u net toegelicht waarom dat zo is. Ik heb net ook toegelicht wat u niet hebt geleverd. Dat is de enige waarheid.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Er is één verschil: de heer Hillen was niet bij die gesprekken, en u en ik wel. U mag dit ontkennen — dat mag — maar het verklaart voor mij wel extra waarom ik nooit met u zal regeren: omdat u gewoon de waarheid ontkent. Wij hebben toch samen een gesprek gehad? U hebt tegen mij verteld waarom u weggelopen bent. Als het antwoord ja is, beginnen we met de waarheid. Als het antwoord nee is, moet u niet bij mij komen om vertrouwen te vragen. Heeft dat gesprek plaatsgevonden of niet?

De heer Wilders (PVV):

Ook dit is niet waar. Wij hebben een gesprek gehad, maar ik heb u uitgelegd dat wij niet zijn weggelopen. Ik heb u uitgelegd waarom wij zijn gegaan. Dat was precies het verhaal dat ik ook aan de verkenner heb verteld; ik weet niet of het in het verslag staat. Tijdens de diepste crisis moesten we niet opnieuw bezuinigen en de mensen in hun portemonnee pakken. Bovendien hebt u op de punten die wij wilden — herinnert u zich die nog: minimumstraffen, een miljard aan Agemagelden en een strenger immigratiebeleid — niet geleverd. Dat is het verhaal. Dat heb ik u verteld, en niets anders.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Het lastige is dat hier het bewijs word geleverd waardoor ik weet dat ik niet met Geert Wilders moet regeren. Zelfs nu zegt u iets anders dan in het gesprek dat we toen hebben gehad. Vijf jaar lang houdt u dat vol. En hier zegt u tegen iedereen: wat een schande dat het CDA en ook de VVD niet met mij willen regeren. Mijnheer Wilders, u hebt voor uw vele kiezers vijf jaar de kans gehad. Dat u nu aan de kant staat, is maar aan één persoon te wijten: aan uzelf.

De heer Wilders (PVV):

Ik heb al gezegd dat dit totaal bezijden de waarheid is, maar u moet ook ophouden met dat kinderachtige gedrag. Ik heb het in een interview in het Algemeen Dagblad al gezegd. Het is alsof we in een soort peuterzaal zitten hier. De heer Buma zegt: "Ik ben in het verleden een keer gepest. U hebt uw tong uitgestoken naar mij en mij een keer aan mijn oren getrokken" — weet ik wat ik allemaal zou hebben gedaan — "en daarom wil ik nu niet meer met u spelen". Dat is eigenlijk wat u zegt. "We hebben toch een gesprek gehad? Je zou me nooit meer aan mijn oren trekken en toch doe je dat. Ik wil niet meer met je spelen". Het is hier geen peuterspeelzaal. We hebben het over het bestuur van het land. Of je het nou leuk vindt of niet: de PVV — en niet het CDA, mijnheer Buma — is de tweede partij van Nederland geworden. Wat zou er mis mee zijn als de eerste partij, de tweede partij en de derde partij van Nederland samen met andere partijen die sommige ideeën delen, vooruitkijken in plaats van achteruit? Houd op met dat peutergedrag.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Nog één keer: de manier waarop u hier staat, is andermaal het bewijs dat mijn opmerking terecht was en mijn keuze terecht is. Zo praat je niet. Zo werkt het niet. Zo bouw je geen regering. En het gevolg is dat heel veel mensen die op u gestemd hebben, weer aan de kant staan.

De heer Mark Rutte (VVD):

Je hebt wel een calimero nodig om een peuterspeelbak te herkennen. Dit is echt calimerogedrag. Laten wij even teruggaan naar 2012. Wij zaten in wat achteraf de zwaarste recessie sinds de Tweede Wereldoorlog bleek te zijn. Wij hadden zeven weken onderhandeld. We waren er helemaal uit. Op donderdagavond lag er een totaal sluitend verhaal. We waren uitonderhandeld. Het was over. We hadden zelfs wat geld over. En toen zei de heer Wilders: ik wil eigenlijk nog iets voor de AOW. En zelfs dat kon. We hadden het zo goed gedaan dat er nog een beetje ruimte was om nog wat extra te investeren in de mensen met alleen een AOW.

En op zaterdagochtend wordt duidelijk dat de heer Wilders niet verder wil. Hij stort Nederland midden in een zeer zware crisis in een verkiezingscampagne van vier maanden en vervolgens ook nog een formatie. En daarom heeft het zes maanden langer geduurd dan nodig was om het noodzakelijke herstel weer in te zetten. Dat heb ik de heer Wilders sindsdien altijd verweten. Ik vond dat hij in 2010, als leider van een grote partij, de kans moest hebben om toegang te krijgen tot de macht. Dat vind ik het democratische recht van een grote partij. Maar hij heeft toen laten zien dat hij niet bereid is om onder moeilijke omstandigheden verantwoordelijkheid te nemen. En, voorzitter, dat is wel de kern van de politiek. We zitten hier niet alleen om de volgende verkiezingen weer te winnen, maar in eerste plaats om het land te besturen. Dat betekent: in moeilijke tijden, moeilijke besluiten voor je rekening nemen. Het is mij duidelijk geworden dat de heer Wilders dat niet wil doen. Dat is voor mij de belangrijkste reden om niet meer met hem te willen werken.

De heer Wilders (PVV):

Ik denk dat wij Nederland hebben behoed voor veel meer ellende door te doen wat wij hebben gedaan. Want wat lag er voor in het Catshuis? De heer Rutte weet — hij kent mij ook goed genoeg — dat wij die onderhandelingen in zijn gegaan om ze te laten lukken. Dat was de bedoeling. We zijn niet zes, zeven weken met voorbedachten rade bij elkaar aan tafel gaan zitten om het te laten mislukken. Maar mevrouw Agema en ik zagen als onderhandelaars namens de PVV wat voor een verschrikkelijk bezuinigingspakket er zou komen, waarin in de ouderenzorg, in de pensioenen en in de belastingen, van frisdrank tot btw, gigantisch werd gesnoeid op het ergste moment van de crisis. De ING heeft — wat is het? — een jaar geleden een rapport laten zien … Mijnheer Rutte! Als de heer Rutte is uitgepraat, mevrouw de voorzitter … Misschien is het beleefd als de heer Rutte luistert als ik op hem reageer. De ING heeft een rapport laten zien waaruit blijkt dat Nederland doordat u, mijnheer Rutte, met andere partijen in het latere Kunduzakkoord hebt ingegrepen tijdens het zwaarst van de crisis, miljarden heeft verloren aan economische groei. Nederland heeft daarmee werkloosheid erbij gekregen. Nederland heeft daarmee koopkracht ingeleverd. Wat u hebt gedaan, was onverantwoord. Wij zouden geen knip voor de neus waard zijn geweest als wij in de moeilijkste periode van de crisis opnieuw blind voor 15 miljard botte bezuinigingen zouden hebben getekend. Dat hebben wij niet gedaan. Dat zullen wij nooit doen. En wij zijn daar trots op.

De heer Mark Rutte (VVD):

Na zeven weken onderhandelen in het Catshuis waren wij eruit. Het kan niet zo zijn dat de heer Wilders na zeven weken onderhandelen ineens tot die conclusie kwam en zich afvroeg: wat heb ik nou zeven weken lang gedaan? Laten we even naar de toekomst kijken. Wat de heer Wilders hier eigenlijk schetst is dat Italië en Frankrijk het goede beleid voeren. Want die hebben in al die jaren dat het nodig was, ook veel te weinig gedaan. Daardoor is de Italiaanse economie op dit moment er een waarin de jeugdwerkloosheid tot boven de 40% is gestegen en de staatsschuld tot boven de 140%. Frankrijk heeft een tekort op de begroting dat de komende jaren volstrekt niet meer te handhaven is. Ook is de staatsschuld tot boven de 100% aan het oplopen. Dat is het recept waarvan de PVV in 2012, na zeven weken verstandig beleid uit te onderhandelen met CDA en VVD, plotseling, all of a sudden, blijkbaar zei: eigenlijk moeten wij dat beleid voeren. Wij hebben de komende jaren een beleid nodig dat ermee verdergaat om dit land te herstellen van de crisis, de werkloosheid verder te laten dalen en ervoor te zorgen dat mensen in Nederland, de werkende Nederlander, er inderdaad op vooruitgaan. Dat kan nu dankzij het beleid dat in de afgelopen jaren is gevoerd. Maar de heer Wilders wilde daar geen verantwoordelijkheid voor nemen, want hij wist dat dat moeilijk zou zijn naar zijn kiezers toe. Laat hij eerlijk zijn. Hij koos voor partijbelang boven landsbelang. Een regeringspartij kiest altijd voor landsbelang boven partijbelang, mijnheer Wilders. Dat is politiek leiderschap. En u hebt gefaald in die test. Zo simpel is het.

De heer Wilders (PVV):

De PVV is juist de partij die in het Catshuis heeft gekozen voor het landsbelang, juist de partij die tijdens de crisis niet de mensen opnieuw in hun pensioenen, zorg en belastingen heeft gepakt. Wat de heer Rutte toen deed, gaat hij straks weer met zijn vriendjes van GroenLinks doen en ook daar zullen wij ons iedere dag tegen verzetten.

Wat kun je wel doen als je geld nodig hebt? Wij hebben daar toen ook voor gepleit, maar ik zal tot de dag van vandaag niet lekken uit die onderhandelingen, want in tegenstelling tot de heer Buma zit ik zo niet in elkaar. Wij hadden gepleit voor miljarden extra bezuinigen op ontwikkelingshulp. Dat had niemand geschaad. Dat had geen gepensioneerde geschaad. Dat had de Nederlandse economie niet geschaad. Maar daarover mocht niet worden gesproken. De heer Rutte koos de kant van het CDA toen dat niet mocht. Kom bij mij niet aan met het partijbelang. Hij koos voor het partijbelang, wij kiezen voor het landsbelang.

Jesse Klaver en zijn vrienden dreigen nu het Torentje te kraken. Zij willen hun stempel op het beleid gaan drukken. Dit betekent dat wie op de VVD heeft gestemd, straks wellicht een windmolen in zijn achtertuin krijgt, meer straatterreur in de buurt, een moskee aan de overkant van de straat, asielzoekers als buren en een heel, heel grote berg blauwe belastingenveloppen in de brievenbus, iedere week opnieuw. Wat een gaaf land met GroenLinks erbij!

En de problemen met immigratie, asiel en terreur? Die woorden — ik liet het net al bij interruptie aan de heer Rutte zien — komen niet eens meer voor in het vocabulaire van de VVD. In de brief van Rutte aan de verkenner is sprake van "energietransitie"; de woorden "islam" en "immigratie" kent hij niet eens meer. Het is een groenrechtse rakker geworden, die Mark Rutte. Maar wij hebben toch echt een serieus probleem in ons land. Dat probleem heet de islam. Het er niet over hebben, helpt niet. Sterker nog, het is levensgevaarlijk. Wij hebben hier net met respect, allemaal, de aanslag in Londen herdacht. De zoveelste in een lange rij. De terreurdreiging is groter dan ooit. Ook ons land zal daarvan niet voor eeuwig zijn gevrijwaard. Ik zeg u: met GroenLinks lossen wij dat probleem niet op. Dat lukt wel met de PVV.

De premier sprak in de campagne over een verkeerde soort populisme. Ik heb hem net al gezegd wat een verkeerde soort populisme is. Dat is: in verkiezingstijd stoere praatjes houden over lagere belastingen, minder immigratie en minder asiel en na de verkiezingen met GroenLinks gaan praten, de partij die staat voor torenhoge milieubelasting, die zegt dat de grenzen open moeten blijven, dat er meer asielzoekers moeten komen nota bene. Daarmee gaan onderhandelen, dat, mijnheer Rutte, is een verkeerd soort populisme.

Ik wens de VVD, de heer Rutte en zijn medeonderhandelaar, de heer Zijlstra, heel veel plezier, maar ik hoop dat hun onderhandelingspoging met GroenLinks faliekant mislukt. Ik hoop er stiekem een beetje op dat de heer Rutte dat ook hoopt. Dat is niet alleen partijpolitiek, dat is ook in het belang van ons land. Want een kabinet met GroenLinks is het slechtste wat Nederland kan overkomen. Dat wordt geen Rutte III, maar het kabinet-Duyvendak I en rara wie dan de minister van Justitie wordt.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter. Ik moet er nog een beetje aan wennen dat ik tegenwoordig al zo vroeg in de rij naar het spreekgestoelte mag.

82% van de kiesgerechtigde Nederlanders heeft op 15 maart zijn stem uitgebracht. Dat was de hoogste opkomst in 30 jaar. Ter vergelijking: de opkomst bij de Amerikaanse verkiezingen in november was 57% en bij de Duitse verkiezingen in 2013 72%. Kortom, de betrokkenheid van de Nederlanders bij deze verkiezingen was groot. Nu mag de Nederlander ook daden van de politiek verwachten, want die zijn nodig. Om dat te doen moeten we eerst goed naar de samenleving kijken en als het ware een foto maken van hoe Nederland eruitziet. Wat zien we als we naar het land kijken? Dan zien we dat mensen ondanks de economische verbetering nog steeds grote zorgen hebben.

Over die zorgen gingen deze verkiezingen. Het is wat mij betreft een misvatting om te beweren dat deze verkiezingen gingen over het keren van het populisme, zoals sommigen dat noemen, laat staan dat dit met deze uitslag succesvol zou zijn gebeurd, want zorgen van mensen zijn niet populistisch, die zijn oprecht en diepgevoeld. Die gaan over verruwing in de samenleving, over immigratie en integratie, over onze identiteit in een veranderende wereld, denk bijvoorbeeld ook aan de invloed van Ankara op onze democratie. Maar ze gaan ook over zekerheid en over bescherming in tijden van globalisering en van informatisering. Kortom, zorgen waar de politiek een antwoord op moet geven. Het gaat erom welk antwoord de politiek zal geven.

Een hoge verkiezingsopkomst, zei ik, maar met als gevolg ook: grote versplintering. Dertien partijen bevolken nu ons parlement, meer uiteenlopend dan ooit. Een stabiel kabinet maken dat die problemen ter hand kan nemen, is dan ook geen eenvoudige opgave, want elke coalitie zal een kleine meerderheid hebben en elke coalitie zal uit meer partijen bestaan dan wij in Nederland gewend zijn.

Het CDA heeft de afgelopen vier jaar vanuit het parlement onafhankelijk controle uitgeoefend. Dat was de taak in de oppositie. De afgelopen maanden werd mij vaak gevraagd wat na de verkiezingen eventueel een voorkeurscoalitie zou zijn. Ik heb steeds geantwoord, en ik houd dat vast, dat de tijd van voorkeurscoalities in dit land gewoon voorbij is. Alleen al voor de meerderheid in de Eerste Kamer zijn minimaal vier partijen nodig en inmiddels weten we dat dit ook voor de Tweede Kamer geldt. Kortom, we moeten ons niet afvragen welke coalitie wenselijk is, maar welke noodzakelijk, haalbaar en programmatisch mogelijk is. Dat is bepalend.

Daarom was mijn advies namens het CDA aan de verkenner: een coalitie die een meerderheid heeft in beide Kamers en die op inhoud tot elkaar komt. Vervolgens maakten de adviezen van de meeste partijen het onderzoeken van een coalitie van VVD, CDA, D66 en GroenLinks het meest aangewezen. In de Haagse logica komen deze vier partijen ook het meest voor samenwerking in aanmerking; de grootste partij en de drie grootste winnaars.

Tegelijkertijd moeten we ons afvragen of Nederland dat ook zo ziet. Vergeet niet dat we uit een periode komen waarin deze partijen een totaal verschillend beeld lieten zien van hoe de samenleving in Nederland eruit zou moeten zien en dat ten diepste ook vinden. Staat het individu of de samenleving voorop? Begint een goed functionerend land met individuele rechten of begin je met collectieve verantwoordelijkheden? De partijen die straks aan tafel zitten, stonden tot voor kort nog lijnrecht tegenover elkaar bij onderwerpen zoals immigratie, arbeidsmarkt, zorg en veiligheid. En dan lopen de scheidslijnen tussen die vier partijen ook nog eens vaak verschillend door elkaar heen. Veel mensen zeggen dat partijen vandaag de dag zo op elkaar gaan lijken, maar dan zeg ik: leg de programma's naast elkaar en je ziet over het hele spectrum dat de verschillen eerder groter zijn dan kleiner dan enkele decennia geleden.

Kortom, het is een serieuze opgave om verschillen op inhoud te overbruggen. En toch is dat wat het CDA betreft juist de verantwoordelijkheid op dit moment. Waar het nu voor de onderhandelende partijen om moet gaan, is om met erkenning van de verschillende uitgangspunten en de verschillende visies op de samenleving het gemeenschappelijke te vinden en om van daaruit de zorgen van mensen te beantwoorden.

Ik noemde de afgelopen weken en ik zei al dat immigratie en integratie een zorg is en dat de arbeidsmarkt een zorg is. Flex is de norm, en dat willen we toch niet? Veiligheid is een zorg, nationaal en internationaal. Menswaardige zorg is een zorg. Al dit soort zorgen zal die coalitie in de besprekingen moeten beantwoorden, om te zorgen dat we niet praten over Den Haag, over het verslaan van populisten en anderen, maar over het beantwoorden aan de zorgen van gewone Nederlanders. Daar gingen de verkiezingen over en daar hebben de mensen recht op. Het CDA zal er zich de komende tijd voor inzetten om die vraagstukken met de drie partners van een antwoord te voorzien.

Wij gaan daarmee naar een volgende fase. Voordat wij daarmee beginnen, dank ik de verkenner, Edith Schippers. Het CDA zal het voorstel van de VVD steunen om Edith Schippers voor een volgende fase als informateur te benoemen.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Nederland heeft gekozen. Mensen zijn in groten getale naar de stembus gekomen. De hoogste opkomst in 30 jaar tijd. Dit laat zien dat Nederlanders, als het erop aankomt, zeer betrokken zijn bij onze democratie.

Allereerst mijn felicitaties aan de winnaars, de collega's Wilders, Buma, Klaver, Thieme en Krol. We verwelkomen en feliciteren natuurlijk de vertegenwoordigers van de nieuw gekozen fracties van DENK en Forum voor Democratie. Namens mijn fractie dank ik de verkenner, mevrouw Schippers, voor haar grondige en zorgvuldige werk. Zij heeft het voorwerk gedaan op basis waarvan de Kamer vandaag de volgende stap kan zetten in dit formatieproces: een informateur aanwijzen en een opdracht formuleren.

De nieuwe politieke verhoudingen in deze Kamer zijn het resultaat van de verkiezingen. Het was een open campagne, een open strijd, zonder valse tegenstellingen in een opgeklopte tweestrijd. Mensen konden daardoor niet alleen met hun hoofd maar ook met hun hart stemmen. Pure winst. We zien nu, meer dan in de afgelopen jaren, dat de Kamer een afspiegeling is van wat de samenleving beweegt. Net als deze Kamer is de samenleving een veelkleurig palet. Dat is positief, maar dit kent ook een keerzijde als mensen tegenover elkaar komen te staan. Dat was de dreiging die boven deze verkiezingen hing: een verdeeld land, een gepolariseerde samenleving waarin tegenstellingen moeilijk te overbruggen zijn. Tegen die achtergrond heb ik met D66 campagne gevoerd. Mijn doel was en is om tegenstellingen te overbruggen in de samenleving, maar ook in de politiek. Mijn pleidooi voor samenwerking was daarom zeker niet gratuit.

In die lijn heeft mijn fractie vorige week de verkenner geadviseerd. Wij streven naar een kabinet vanuit het politieke midden, gericht op samenwerking met links en rechts, een kabinet waarin veel Nederlanders zich zullen herkennen, een kabinet dat stabiel is. Alleen een stabiel kabinet, met voldoende steun in beide Kamers der Staten-Generaal, kan namelijk ambitie tonen. Die ambitie is nodig om de grote vraagstukken van deze tijd het hoofd te bieden. Voor mijn fractie zijn het tegengaan van tweedeling in ons land, verduurzaming van de economie en een internationale blik belangrijke uitgangspunten. Daarom willen wij een ambitieus klimaat- en energiebeleid, een verbindend integratiebeleid en een humaan vluchtelingenbeleid, een forse impuls voor onderwijs en innovatie en sociaal-economische vernieuwingen in ons pensioen- en belastingstelsel. Zonder een hechtere samenwerking in Europa krijg je veel van wat nodig is niet voor elkaar. Ik zie Nederland dus graag weer in de voortrekkersrol van weleer.

Daarom is mijn fractie verheugd dat mevrouw Schippers op grond van haar verkenning adviseert — ik citeer uit haar verslag — om "de mogelijkheid te onderzoeken van een kabinet uit VVD, CDA, D66 en GroenLinks". Dit is een door mijn fractie zeer gewenst kabinet. Het is stabiel. Het kan ambitieus zijn en het kan de samenleving bij elkaar houden. Mijn fractie heeft daarbij alle vertrouwen in mevrouw Schippers als informateur van dit kabinet.

Tot slot. De totstandkoming van dit kabinet van vier partijen zal niet over rozen gaan. Er zijn zeker verschillen. Als we ons echter alleen focussen op de verschillen, zullen we er niet uitkomen. Mensen verwachten van ons dat we muren slechten, dat we samenwerken en dat we niet al bezig zijn met de volgende verkiezingen. Laten we ons dus niet blindstaren op wat niet kan en vooral oog hebben voor wat wel kan. Laten we oog hebben voor wat oud-collega Diederik Samsom — ik citeer hem nog een keer — noemt: de gruwelijke schoonheid van het compromis. Als de politieke wil er is, is er ook een politieke weg.

De heer Kuzu (DENK):

De heer Pechtold heeft aangegeven dat hij tegenstellingen wil overbruggen en ik steun hem daar van harte in. Ik vraag mij echter af hoe hij tegenstellingen wenst te overbruggen met een partij waarvan hijzelf heeft aangegeven dat haar premier niet de premier was van alle Nederlanders, een partij van wie de leider heeft aangegeven dat hij de multiculturele samenleving haat, een partij die heeft aangegeven dat zij de islamitische gebedsoproep gejengel vindt, een partij die "pleur op" zegt tegen groepen mensen in dit land. Hoe wenst de heer Pechtold met zo iemand tegenstellingen te overbruggen?

De heer Pechtold (D66):

Het is een goede vraag van de heer Kuzu. Ook ik heb in de aanloop het verleden van de heer Rutte nog eens goed bekeken. Ik heb daarin ook heel interessante punten wat betreft dit soort zaken gevonden en ik vermoed zomaar dat we hem weer in zijn jeugdige stand kunnen krijgen en dat niet alleen op het punt van klimaat en energie maar ook op dit soort punten een leerproces voor hem mogelijk is.

De heer Kuzu (DENK):

Dat doet mij in ieder geval deugd. Daar zal ik de heer Pechtold dan ook aan houden. Maar wat betekent dit eigenlijk voor datgene waar D66 ook tijdens de campagneperiode voor heeft gestaan, namelijk dat zij vond dat de heer Rutte niet de premier was voor alle Nederlanders? In Rotterdam zit D66 met Leefbaar Rotterdam in een coalitie en slikt zij daar helaas allerlei uitspraken van. Kan ik erop rekenen dat D66 in de Tweede Kamer dat niet doet?

De heer Pechtold (D66):

Mijn eerste antwoord was natuurlijk een beetje een lichte grap, maar ik wil er toch best wel wat serieuzer op ingaan. Natuurlijk heb ik in de campagne duidelijk laten zien waar de lijsttrekker van de VVD wat mijn fractie betreft stevige steken in het verleden heeft laten vallen. Er zijn verschillen maar mijn fractie is ervan overtuigd dat als dadelijk namens een andere coalitie dezelfde persoon premier zou zijn, het wel mogelijk moet zijn om namens iedereen te verbinden. Ik vind het overigens bijzonder dat de heer Kuzu mij deze vraag stelt. De campagne van de heer Kuzu de afgelopen tijd volgend, heb ik daar namelijk weinig verbindends in gemerkt. Mijnheer Kuzu, ik vind dat u afstand neemt van Den Haag. Ik vind dat u duidelijk laat zien dat u het buitenbeentje wilt zijn op andere gebieden. U gaat zelfs zo ver dat u als enige fractievoorzitter een advies uitbracht aan de verkenner, dat kennelijk niet in Den Haag was gemaakt maar in Rotterdam; kijkt u maar naar uw dagtekening.

De heer Kuzu (DENK):

De dagtekening is: ik trek een parallel met wat D66 heeft gedaan om de macht te verkrijgen in Rotterdam, namelijk het slikken van uitspraken van Leefbaar Rotterdam. Ik zie dat precies hetzelfde dreigt te gebeuren hier in Den Haag, namelijk dat D66 om aan de macht te komen gaat samenwerken met iemand die zij de afgelopen periode, zij aan zij met mij, stevig heeft verafschuwd en ook kritiek heeft uitgeoefend op bepaalde uitspraken die hij heeft gedaan. Ik heb tegen u gezegd en daarvoor heb ik ook complimenten gegeven: ik reken erop dat u samen met mij de tegenstellingen in deze samenleving wilt overbruggen. Daar staan wij ook voor. Ik vind het echter nogal interessant dat u nu een sneer aan mij uitdeelt en dat u iemand op wie u eerder kritiek hebt uitgeoefend, nu zit te verheerlijken.

De heer Pechtold (D66):

Dat laatste wordt in mijn achterban niet echt als mogelijkheid gezien. Wij kunnen een milde waardering voor een premier aan de dag leggen, maar voor verheerlijking zal hij nog wel heel ver moeten gaan. In alle ernst, ik ben blij als de heer Kuzu de fractie van D66 de komende jaren scherp wil houden als het gaat om een verbindend beleid. Ik hoop dat zijn oproep aan mij en de te vormen coalitie er ook een is waar hij zelf een voorbeeld aan zal stellen. Ik hoop van harte dat de heer Kuzu, die zelf toch ook de nodige politieke wendbaarheid de afgelopen jaren en dagen aan de dag heeft gelegd, ook bereid is te accepteren van anderen dat ze ten goede veranderen. Als we ons dat allemaal voornemen, zie ik ook een goede verhouding met DENK tegemoet.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Allereerst mijn felicitaties aan alle fracties en collega's die hebben gewonnen. Ik wens hun allemaal veel succes. Tegen alle nieuwelingen zeg ik: volksvertegenwoordiger zijn is het mooiste vak dat je mag uitoefenen.

De kiezer heeft gesproken. Voor GroenLinks was 15 maart een historische avond. Nog nooit was onze fractie zo groot. Onze campagne van hoop, optimisme en verandering, ons bouwen aan een beweging, heeft ertoe geleid dat we nu met veertien zetels in de Kamer vertegenwoordigd zijn. Wat onze beweging vooral laat zien, is dat steeds meer mensen vinden dat de huidige weg, die onze politiek en samenleving zijn ingeslagen, een doodlopende weg is. De kritiek op het economisme groeit. Het economisme beantwoordt iedere vraag met "meer markt en meer concurrentie", zoals in onze gezondheidszorg of in het onderwijs. Het economisme reduceert politiek tot het management van problemen en ziet Nederland als een bedrijf in plaats van een samenleving, een gemeenschap van waarden. Het is dan ook de hoogste tijd dat we ervoor zorgen dat de focus op de korte termijn wordt omgezet in kijken naar de toekomst, naar een kabinet met visie, bijvoorbeeld op het gebied van klimaat. Daarom moet een nieuw kabinet volgens GroenLinks een kabinet van verandering zijn.

Dat brengt ten eerste met zich mee dat we kijken naar een humane opvang van vluchtelingen, dat we ons houden aan de internationale verdragen, dat we een impuls geven aan de integratie van nieuwkomers en dat we discriminatie en uitsluiting bestrijden.

Ten tweede vraagt het om het aanpakken van de sociaal-economische ongelijkheid en onzekerheid in Nederland. Daarbij moeten we niet alleen kijken naar de arbeidsmarkt en de flexibiliteit daarin, maar ook naar de stijgende inkomensongelijkheid. Ik vind dat lage inkomens er meer op vooruit zouden moeten gaan dan hoge inkomens, zodat iedereen erop kan vertrouwen dat hij een goede toekomst heeft voor zichzelf en voor zijn kinderen.

Ten derde: het klimaat is misschien wel het grootste vraagstuk waar we de komende jaren voor staan. Te lang is dit vraagstuk vooruitgeschoven. We kunnen nu niet meer wachten met het aanpakken van klimaatverandering. De omslag naar een duurzame energievoorziening en een groene economie moet er nu komen. Daarvoor zijn forse maatregelen nodig. De ingediende Klimaatwet biedt daarvoor een goed kader. Het aanpakken van klimaatverandering kan en mag niet alleen een opdracht zijn aan een nieuw kabinet; ook de Kamer moet erbovenop zitten. Daarom doe ik vandaag het voorstel voor een speciale themacommissie voor de naleving van het klimaatverdrag van Parijs, naar analogie van de themacommissie Ouderenbeleid, die tussen 2003 en 2006 de voorbereidingen voor het omgaan met de vergrijzing ter hand nam. Klimaatbeleid en de aanpak van klimaatverandering gaan over verschillende terreinen heen en gaan ook over de verschillende commissies die we hier kennen heen. Daarom zou het goed zijn om dat bij elkaar te brengen in één commissie. Ik denk dat het belangrijk is om de controlerende taak van de Kamer op deze wijze te versterken. Ik hoop op brede steun van de collega's.

Er rust een grote verantwoordelijkheid op de Kamer om tot een nieuw kabinet te komen. Ik dank mevrouw Schippers voor het werk dat zij tot nu toe heeft verricht. Haar verslag maakt inzichtelijk dat het niet eenvoudig is om tot een nieuwe coalitie te komen. Het zal niet eenvoudig zijn om er samen uit te komen. Iedere partij heeft wel een voorkeur voor de samenstelling van de nieuwe coalitie, maar er is geen duidelijke meerderheid voor welke voorkeur dan ook. Ik heb in ieder geval geen geheim gemaakt van mijn voorkeur voor een christelijk-progressieve samenwerking. Zo'n coalitie heeft mijn voorkeur, maar dat die op dit moment niet mogelijk is, zie ik ook. Er wordt nu een serieuze verkenning gedaan van de mogelijkheid van een coalitie tussen de uitersten van VVD, CDA, D66 en GroenLinks. Laat ik ronduit zeggen: de gesprekken over een mogelijk regeerakkoord in deze combinatie zullen zeer complex zijn. De verschillen tussen onze partijen zijn groot; eerder zei ik al: megagroot. Toch ben ik van mening dat we deze samenwerking serieus moeten onderzoeken. GroenLinks is het aan haar kiezers en haar idealen verplicht om deze gesprekken zeer serieus te voeren. We willen onderzoeken of verandering mogelijk is met deze combinatie. We willen onderzoeken of verschillen overbrugbaar zijn.

Laat ik helder zijn: GroenLinks gaat niet deelnemen aan een kabinet om beleid iets minder erg te maken of om de scherpe randjes van grijs en rechts beleid eraf te slijpen. Voor ons gaat het om het formuleren van een gezamenlijke missie die gericht is op de toekomst en het overbruggen van tegenstellingen. Dat vraagt om een agenda van verandering, en dat is wat we de komende tijd gaan proberen te realiseren.

De heer Asscher (PvdA):

Ik vind het mooi om de heer Klaver vanaf hier ook even te feliciteren met de enorme overwinning van GroenLinks. Als je verandering wilt, dan moet je daar ook voor durven gaan. Ik vind het dus alleen maar goed dat GroenLinks daarvoor kiest, zeker als je zegt: veranderen doe je niet in je eentje. Dat zul je altijd met andere partijen moeten doen, en het liefst ook buiten deze Kamer.

De heer Klaver heeft vaak verwezen naar zijn voorliefde voor het christelijk-sociale denken en naar zijn achtergrond vanuit de vakbeweging. Ik zou dan ook aan hem willen vragen, zoals ik dat ook aan de premier vroeg, of we erop kunnen rekenen dat hij niet in de soms benauwde omgeving van een onderhandelingskamer — hoe prettig ook, met mevrouw Schippers erbij — alle afspraken maakt, maar dat bij ook zorgt voor aansluiting bij wat er in de rest van het land gebeurt. Is hij ook bereid om bijvoorbeeld een sociaal akkoord te sluiten met vakbeweging en werkgevers? Dat past bij zijn achtergrond, maar dat past volgens mij ook bij wat er nodig is in het land.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik denk dat het voor een nieuw kabinet het allerbelangrijkste is dat er verbinding met de samenleving is. Daarbij kijk ik naar sociale partners, maar dan kijk ik niet alleen naar hen. Volgens mij zijn er veel meer maatschappelijke partners met wie wij die verandering mogelijk moeten maken. De heer Asscher spreekt over een sociaal akkoord. Natuurlijk ben ik daartoe bereid. Iedereen zou ertoe bereid moeten zijn om dat te sluiten. Maar als ik kijk naar de uitdagingen die er op dit moment op de arbeidsmarkt zijn, dan zie ik vooral ook de grote opgave voor de politiek en de grote veranderingen die nodig zijn. Ik noem in dit verband een belastingherziening en de regelgeving met betrekking tot flexcontracten. Daar zie ik op de allereerste plaats een grote taak voor de overheid. Dus laat ik ook gewoon heel helder zijn. Ja, dat overleg met de sociale partners is heel belangrijk. Maar we moeten daarmee niet de problemen op hen afschuiven. Ik vind dat wij onze verantwoordelijkheid als politiek ook moeten nemen.

De heer Asscher (PvdA):

Daar ben ik het zeer mee eens. Ik zou bijna zeggen: schud mij de hand, mijnheer Klaver, om af te spreken dat we dat zo doen. Natuurlijk moet de politiek verantwoordelijkheid nemen. Dat is nu in de eerste plaats aan andere partijen. De uitdagingen die er liggen, zijn helder. Die hebben alle partijen aangegeven. Ik reken erop dat u ook na vandaag de belofte gestand doet dat de samenleving erbij betrokken wordt. Dat is de kracht geweest van uw campagne. Dat moet zichtbaar worden, ook als de afspraken concreter worden. Het gaat om meer dan de sociale partners, maar die moeten er ten minste bij betrokken worden. Dat zal u tot steun zijn in een coalitie met mensen die wat meer aan de rechterkant staan. Ik reken er dus op dat u die belofte nakomt.

De heer Klaver (GroenLinks):

Volgens mij staan wij hier precies aan dezelfde kant. Wil je een verandering bereiken, dan heb je een brede beweging nodig. Dat geldt niet alleen voor een partij maar dat geldt volgens mij ook voor een kabinet. Ik zie dat zeker niet beperkt tot sociale partners.

De heer Roemer (SP):

Ik kijk even terug naar het eerste deel van het betoog van de heer Klaver. Daarin zei hij een heleboel zeer zinnige dingen. Hoe denkt de heer Klaver dat te kunnen bereiken met drie rechtse partijen?

De heer Klaver (GroenLinks):

Allereerst dank voor het compliment. Ik weet nog niet hoe we dat gaan bereiken. Ik weet alleen één ding: daarvoor met je met elkaar gaan praten en moet je bereid zijn om inhoudelijk te verkennen hoe je tot elkaar kunt komen. Ik heb bij de collega's de bereidheid geproefd om ook met ons te praten. Blijkbaar vonden zij dat ik ook wel een aantal zinnige dingen naar voren heb gebracht. We gaan dus kijken of het lukt.

De heer Roemer (SP):

Ik zie een heel andere mijnheer Klaver dan vlak voor de verkiezingen, toen hij de hand wilde schudden als het erom ging dat partijen zich vooral niet zouden moeten laten meetrekken over rechts en dat zij vooral de heer Rutte niet aan een meerderheid zouden moeten helpen. Het is zijn goed recht om dat nu wel te doen. Ik kijk wel wat er uitkomt. Of is het meer: ik moet zo'n gesprek voor de bühne wel voeren om heel snel "nee" te kunnen zeggen? Als dat zo is, zeg ik: doe dat heel snel, doe dat vanavond nog en dan komen we morgen weer terug.

De heer Klaver (GroenLinks):

Als ik u die indruk heb gegeven, dan moet ik nog iets aan mijn houding werken. Dat is het zeker niet. Ik heb zowel in mijn brief aan de verkenner als in mijn bijdrage aan dit debat aangegeven dat het het meest voor de hand ligt om met deze partijen als eerste te spreken. Dat gaan we doen. We gaan proberen eruit te komen. Ik heb aangegeven dat de verschillen groot zijn. Die zijn megagroot. Maar ik heb er vertrouwen in dat er in ieder geval mensen aan tafel zitten die bereid zijn om te kijken of we die verschillen kunnen overbruggen. En dat gaat vanavond niet lukken. We zouden een poging kunnen wagen, maar ik denk dat we iets langer de tijd nodig hebben. En dat wil ik ook. Ik denk namelijk dat het voor iedereen heel slecht zou zijn als we gewoon maar wat proberen. Nee, we moeten nu echt erin stappen met elkaar en er proberen uit te komen. Uiteindelijk weten we dan of het is gelukt of niet.

De heer Roemer (SP):

De heer Klaver heeft vooral voor de verkiezingen die indruk gewekt. Hij wekte de indruk om echt grote stappen te willen zetten op het gebied van inkomensongelijkheid, op het gebied van klimaat en noem het allemaal maar op. Het zijn onderwerpen die mijlenver afstaan van partijen als de VVD. U hebt de heer Asscher gewaarschuwd, mijnheer Klaver, en u hebt mij gewaarschuwd om het vooral niet te gaan doen. Nu hoefde u mij daar niet voor te waarschuwen, want ik doe het sowieso niet. Vervolgens zei u "ik ga de VVD niet aan een meerderheid helpen, geef mij de hand", om daags na de verkiezingen te zeggen dat u het toch ging proberen. Gaat u hier nu niet gewoon een Samsommetje doen door voor de verkiezingen heel hard uit te halen om vervolgens na de verkiezingen met dezelfde VVD om tafel te gaan zitten?

De heer Klaver (GroenLinks):

Het is wel leuk dat sommige debatten uit de verkiezingscampagne weer terugkomen. Toen begon u hier ook over. Er was toen een vrij cruciaal verschil tussen de opstelling van de SP en de opstelling van GroenLinks. Ik heb namelijk altijd gezegd dat ik de VVD niet uitsluit. Ik kan mijn wens uitspreken voor het soort coalitie dat ik wil. Dat heb ik steeds gedaan. Er kan echter een situatie ontstaan waarin dat niet mogelijk is. Dan kies ik er niet voor om met mijn partij aan de zijlijn te blijven staan. Dan kijk ik wat mij gegeven is. Ik had het liever — sorry, zeg ik tot de VVD! — met een andere partij gedaan, maar die situatie is er nu niet. Ik geloof dat dit overigens ook voor de VVD geldt. Dan kijk je of je er met elkaar uit kunt komen. Dat is wel een cruciaal verschil tussen de opstelling van de SP en de opstelling van GroenLinks, dat ook al in de campagne duidelijk werd. Wij hebben heel duidelijk aangegeven: als er een alternatief is, wat ons betreft niet; we zijn er dan toe bereid om ze eruit te houden, ook als we de grootste zijn. Dat alternatief is er nu niet. Ik denk dat u dat met mij kunt concluderen.

De heer Roemer (SP):

Ik kan inderdaad concluderen dat u ofwel meegaat in het een klein beetje veranderen van het oude beleid, ofwel redelijk naïef bent. Ik hoop dat het laatste het geval is en dat u heel snel tot de conclusie komt dat het gesprekken zijn geweest die niets uithalen.

De heer Klaver (GroenLinks):

Er is nog een derde optie, mijnheer Roemer, die ik zojuist heb aangegeven. Ons gaat het er niet om, een klein beetje bij te schaven aan het beleid of het beleid een klein beetje minder erg te maken. Wij willen grote veranderingen. Soms komt zo'n grote verandering met kleine stappen, maar ik ga proberen om het voor elkaar te krijgen. Ik wil namelijk niet nu al zeggen dat het niet lukt en de handdoek in de ring gooien. Ik vind het echt jammer dat u dat nu wel hebt gedaan en dat u hebt gezegd dat u niet eens gaat praten met de VVD. Ik hoop heel erg dat we eruit komen. Zo niet, dan zal ik me hier weer verantwoorden, ook aan u, maar vooral aan de kiezer en de beweging, waarom het niet gelukt is. Zo werkt democratie.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Roemer namens de SP.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Allereerst dank ik de verkenner voor het verslag en de gesprekken die zijn gevoerd. De verkiezingen zitten erop, de kiezer heeft gesproken. Een aantal partijen heeft duidelijk gewonnen of is nieuw in de Kamer gekomen. Bij dezen wil ik hen nogmaals van harte feliciteren.

Deze verkiezingen gingen voor ons niet over een onsje meer of minder, over kleine wijzigingen in bestaand beleid, maar over een nieuwe koers van ons land. Over de groeiende tweedeling en de ongelijke kansen. Over de macht van de markt en de onmacht van de mensen. Over democratie, werk, inkomen, maar vooral ook over nieuwe perspectieven. De groeiende ongelijkheid, de spanningen in de samenleving hier en elders in de wereld, de roep om een duurzame economie, de strijd tegen discriminatie; het vraagt allemaal om een andere politiek en een ander beleid.

De kiezer heeft gesproken. Dat nu naar de VVD wordt gekeken om als eerste te bekijken hoe een regering kan worden gevormd, kan ik op zich begrijpen. Ze is immers de grootste geworden. Maar wat de SP betreft is een regering zonder de VVD nog altijd prima mogelijk. Het gemak waarmee wordt gedacht dat de VVD hoe dan ook in een volgend kabinet moet, gaat mij te ver. Graag hoor ik van mevrouw Schippers in haar rol van verkenner hoe serieus de combinatie VVD/CDA/D66/GroenLinks is, die nu besproken gaat worden. Schat zij deze poging in als een zeer serieuze optie? Of is dit vooral een stap die nu eenmaal genomen moet worden, om erna te kunnen zeggen dat deze optie is onderzocht maar kansloos is gebleken? En waarop baseert zij dit? Ik heb in het gesprek met de verkenner niet voor niets duidelijk gemaakt dat andere combinaties mogelijk zijn dan een regering met de VVD. De ene meerderheid in deze zaal is niet meer waard dan de andere.

De afgelopen decennia hebben we een politiek van neoliberale grondslag gekend, waarbij de VVD steeds een prominente en doorslaggevende rol heeft gespeeld. Dat heeft vooral geleid tot een samenleving waarin het meer "ieder voor zich" is, waarbij solidariteit en zekerheid voortdurend onder druk hebben gestaan. De komende tijd vraagt om een politiek waarbij juist geïnvesteerd wordt in de samenleving, in de mens, in zekerheid, in solidariteit en in duurzaamheid. Dat moet, als het aan de SP ligt, het uitgangspunt zijn van een volgende regering. Echte veranderingen komen er niet als we vasthouden aan het beleid dat de afgelopen jaren de politiek heeft gedomineerd. Vandaar dat voor ons een kabinet met SP en VVD uitgesloten was, is en blijft. In dit parlement, met zo veel verschillende partijen, zijn er coalities te maken die dit kunnen ondersteunen. Ik wens de onderhandelaars veel wijsheid toe in de gesprekken die zij aangaan, in de wetenschap dat over centrumlinks een sociaal alternatief voorhanden is dat het onderzoeken meer dan waard is.

De heer Asscher (PvdA):

Voorzitter. Dit is mijn maidenspeech, maar ik heb er geen bezwaar tegen als er interrupties zijn.

Ik wil alle winnaars van de verkiezingen stuk voor stuk van harte gelukwensen. Ik zie hier een zaal vol vrolijke nieuwe gezichten, maar ik moet ook denken aan de vele dierbare collega's die vorige week afscheid hebben genomen. De verkiezingsuitslag was voor de Partij van de Arbeid een enorme dreun. Dat betekent ook dat ons nu bescheidenheid past. Tegelijk weten we dat een moment van tegenslag het beste moment is om karakter te tonen. We hebben een partij om trots op te zijn. Een sociale economie en een fatsoenlijke samenleving zijn en blijven het waard om voor te strijden. Veel Nederlanders delen het streven naar een rechtvaardiger samenleving.

De fractie van de Partij van de Arbeid heeft de verkenner, die we danken voor haar werk, geadviseerd de mogelijkheid te onderzoeken van een coalitie van de grootste partij met winnaars GroenLinks, CDA en D66. Dat betekent dat ik het voorstel van de VVD op dat punt steun.

De opdracht voor een nieuw kabinet is groot. De planeet warmt snel op en is bovendien met Erdogan, Poetin en Trump gevaarlijk en verdeeld. In eigen land zien we de spanningen en verschillen tussen groepen Nederlanders toenemen. We zien de verdeeldheid in de samenleving, maar ook de versplintering hier in de Tweede Kamer. Er zijn dertien partijen gekozen. De grootste partij heeft slechts 33 zetels, ook al zou ik er dolblij mee zijn. Maar laten we wel wezen: de premier, die dit de kwartfinale tegen de slechte populisten noemde, overdreef misschien een tikje. De VVD is inderdaad de grootste geworden, maar is er werkelijk afgerekend met het populisme? Ik geloof het niet. De PVV is de tweede partij geworden — gefeliciteerd — met een programma van één A4 vol aanvallen op de Grondwet enzovoorts.

Een tegenstelling overbruggen en zorgen voor verbinding tussen verschillende groepen Nederlanders is hard nodig. Nichepopulisme kan het algemeen belang wegdrukken ten behoeve van de belangen van één groep. Helaas is het ons afgelopen periode niet gelukt om de trend van versplintering en verharding te keren, maar de PvdA zal blijven strijden voor een samenleving waarin we naar elkaar omkijken en waarin iedereen erbij hoort. Dit is een blijvende opdracht voor de Partij van de Arbeid maar ook voor een nieuw kabinet.

Ik hoor ontzettend veel geklets in het rechtervak, maar dat is blijkbaar normaal.

De tijdelijke voorzitter:

Daar moet u zich niets van aantrekken.

De heer Asscher (PvdA):

Ik neem alle collega's serieus, maar het is wel een soort kroeg achter de heer Wilders aan het worden.

De tijdelijke voorzitter:

Nee. Gaat u verder, mijnheer Asscher.

De heer Asscher (PvdA):

Oké. Het is nodig dat juist de tweedeling op de arbeidsmarkt verder wordt aangepakt en dat er meer vaste banen komen, maar het is ook nodig dat arbeidsmigratie die gebruikt wordt om de lonen onder druk te zetten, wordt aangepakt. De Partij van de Arbeid heeft dat ook bij de verkenner aangegeven. Ze vindt het belangrijk dat een nieuw kabinet, dus ook de partijen die nu een poging gaan doen, dat niet in zijn stierlijke eentje gaat doen, maar aansluiting zoekt, draagvlak zoekt bij sociale partners en maatschappelijke instellingen. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van een nieuw sociaal akkoord, hetgeen past in de Nederlandse traditie. Het is nodig dat er ruimte en aandacht komt voor ouderen en kwetsbaren. Een nieuw kabinet zal de concurrentie in de zorg moeten terugdringen en meer moeten kiezen voor samenwerking. Het is nodig dat mensen die de pijn van de crisis vandaag nog voelen er extra op vooruitgaan. Dus ja, een nieuw kabinet zal door moeten gaan met herverdelen. Het is nodig dat we onze kinderen beter voorbereiden op de robots, de kunstmatige intelligentie, de nieuwe wereld waarin zij hun weg moeten vinden. Het is nodig dat in een onstabiele wereld veiligheid geboden wordt voor wie hier leeft en voor wie hiernaartoe komt. Het is nodig dat de klimaatverandering wordt tegengegaan met oog voor de sociale gevolgen.

De Partij van de Arbeid zal daar vanuit de Kamer voor blijven opkomen. Ze zal blijven strijden voor een rechtvaardige samenleving met kansen voor iedereen, de beste scholen, goed werk en een eerlijke verdeling van de welvaart.

De heer Segers (ChristenUnie):

Voorzitter. De mores van dit huis schrijven voor dat er na een maidenspeech altijd even geschorst wordt en dat er dan felicitaties volgen en bloemen worden uitgedeeld. Misschien staan er thuis nog wat rozen; dat weet ik niet. Dat deel van de mores slaan wij over, maar ik wil in ieder geval wel mijn hartelijke felicitatie uitspreken. Ik wil ook uitspreken dat ik bewondering heb voor de veerkracht waarmee de heer Asscher alweer naar de interruptiemicrofoon gaat en hier ook zijn maidenspeech heeft uitgesproken. Van harte welkom hier. Ik vind het een eer dat u in ons midden bent.

(Geroffel op de bankjes)

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik kom ter zake. Op de avond van de verkiezingen, om negen uur 's avonds, hebben we allemaal last van partijpolitieke kortzichtigheid, althans ik wel. Dan telt maar één vraag: hoeveel zetels heeft de eigen partij? De NOS hield ons bijna twee weken geleden allemaal nog even in spanning, maar een paar uur later wisten we het definitief. Inmiddels kunnen we het politieke landschap goed overzien. Het mooie van de laatste verkiezingen is de hoge opkomst, na een wat mij betreft mooie, inhoudelijke campagne. Politiek leeft. Het heeft er alle schijn van dat kiezers niet alleen maar strategisch, maar vooral ook met hun hart hebben gestemd. Dat levert een veelkleurige Kamer op, die hier nu voor mij zit, waarin grote partijen kleiner zijn geworden en kleinere partijen groter. Zoals altijd in ons land zijn we geroepen om vanaf nu weer samen te werken. Alleen met gezamenlijke inspanningen houden we ons land leefbaar, blijft onze lucht schoon en houden we onze voeten droog. Die samenwerking is het wonder van de polder.

Tegelijkertijd ben ik ook bang dat het vermogen tot samenwerken onder druk staat. Grotere volkspartijen zijn in ons land lang in staat geweest om jong en oud, hoog- en laagopgeleid, nieuwkomer en autochtoon, rijk en arm in hun partij te verenigen. Dat kon met een beroep op hogere gezamenlijke belangen. Politieke samenwerking tussen partijen bleek steeds weer mogelijk, met een beroep op het algemeen belang. Nu is de grote vraag: kunnen wij het nog? Zijn wij nog in staat om als land van minderheden en in een tijd van groeiende polarisatie samen te werken en gezamenlijk het goede voor ons land te zoeken? Omdat ik er nog niet helemaal zeker van ben, zijn dit wat betreft de fractie van de ChristenUnie ook de zorgen van de polder. Daarmee is direct ook een van de grootste opgaven van een nieuw kabinet geschetst. Sociale, economische en culturele kloven die ons land steeds meer verdelen, zullen kleiner moeten worden. Wij leven in dit land bij de gratie van naastenliefde en samenwerking. Dan komt het allereerst aan op politieke samenwerking.

De verkenner heeft een eerste zoektocht ondernomen naar een mogelijke samenstelling van een nieuw kabinet. Ik wil haar hartelijk bedanken voor dat werk. De fractie van de ChristenUnie heeft bij haar aangegeven dat de grootste partij het voortouw moet nemen, dat recht moet worden gedaan aan de uitslag van de verkiezingen, dat dus de grootste partijen en de winnaars nu aan zet zijn en dat er een coalitie moet aantreden die tot vruchtbare samenwerking kan komen met beide Kamers van de Staten-Generaal.

Onze fractie constateert dat de verkenner een advies heeft uitgebracht dat aan deze uitgangspunten recht doet en kan zich daarom ook vinden in het advies van de verkenner om als eerste de levensvatbaarheid te onderzoeken van een combinatie van de fracties van VVD, CDA, D66 en GroenLinks. Wij wensen deze partijen, onder leiding van de beoogde informateur, veel wijsheid toe.

Tot slot. Wat de uitkomst ook zal zijn, een nieuw kabinet staat voor grote uitdagingen. Het slagen van het kabinet staat of valt met een gezamenlijke missie, waarmee die uitdagingen worden aangegaan. Het gaat om de toekomst van onze kinderen: om hun onderwijs, hun gezin en hun klimaat. In de tweede plaats gaat het om een samenleving waarin wij omzien naar elkaar en waarin bijvoorbeeld onze ouderen er ook helemaal bij horen en er goede zorg voor hen is. In de derde plaats gaat het om vrijheid, waaronder geloofsvrijheid en onderwijsvrijheid. Een vrijheid die wij hier verdedigen, met een sterke defensie. Een vrijheid die wij ook anderen gunnen, via hulp elders in de wereld.

De kiezer heeft gesproken. Het woord is nu aan de Kamer en specifiek aan de vier partijen die met elkaar gaan spreken. Of wij nu in de oppositie belanden of in de coalitie, het is tijd dat wij elkaar ons woord geven en de samenwerking zoeken, zodat wij het goede voor het land doen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Allereerst wil ik de verkenner, mevrouw Schippers, danken voor haar werk en voor de prettige gesprekken. Deze formatie draait om een motorblok van 71 zetels en een opvoersetje om boven de 75 uit te kunnen komen. Het hart wordt gevormd door de demissionaire minister-president, die met 33 zetels een dominante positie heeft.

Een van de succesvolste jongensboeken is de Schippers van de Kameleon. Het gaat over schippers en over een boot die alle kleuren van de regenboog aanneemt en een motorblok dat enorme vaart geeft aan het schuitje dat daar eigenlijk niet voor gemaakt is. In het verslag van de verkenner lijkt zich een dergelijk beeld af te tekenen: een VVD-motorblok aangevuld met een dominante CDA-visie op duurzaamheid, die samen weinig ruimte laten voor de idealen van de groene partners. De heer Rutte als gedoodverfde kapitein, de heren Pechtold en Buma als eerste en tweede stuurman, en de heer Klaver, en mogelijk ook de heer Segers, als lichtmatroos.

Hoe zou zo'n reis er uitziet? Om daar wat inzicht in te krijgen is het goed om een blik te werpen op de mogelijke kapitein, Mark Rutte. Mark Rutte had als 22-jarige voorzitter van de JOVD grote moeite met het VVD-verkiezingsprogramma uit 1989. Ik citeer: "De bestrijding van de milieuvervuiling moet hogere prioriteit krijgen dan lastenverlichting of het financieringstekort. Uitstel van de bestrijding van milieuvervuiling betekent dat toekomstige generaties voor hogere kosten komen te staan. Een hoge milieuschuld legt een hypotheek op de toekomst. Voor toekomstige generaties kan een minder vervuild milieu en een hoger staatsschuld financieel voordeliger zijn dan omgekeerd. Het uitstellen van milieumaatregelen vanwege de hoogte van het financieringstekort kan dan ook erg onvoordelig uitpakken", aldus de 22-jarige Mark Rutte.

Deze 22-jarige Rutte pleitte ook voor milieuheffingen en zei dat die — ik citeer — "een correctie van het marktmechanisme zijn en geen gewone collectieve lasten". Einde citaat. Bijna 20 jaar later schreef hij in 2008 het Pamflet van een optimist. Daarin zegt hij dat een groen-rechtse koers zijn grootste ambitie is. Hij noemde de westerse afhankelijkheid van fossiele brandstoffen één van de grootste bedreigingen van deze tijd, vanwege de schaarste, maar ook vanwege geopolitieke overwegingen en het wassende water. In 2009 zei fractievoorzitter Rutte in de Kamer, en ik citeer weer: "ik heb altijd grote moeite gehad met de bio-industrie, met dat stapelen van varkens op een mensonwaardige manier. Dierenwelzijn staat voor ons zeer hoog op de verlanglijst. Het is zeer belangrijk. U kunt daarvoor altijd bij ons terecht". Einde citaat.

In de voorbije twee kabinetten lijkt het erop dat de heer Rutte flink is ontgroend. Het mooie van een kameleon is dat het dier de kleur van zijn omgeving kan aannemen. Dat zou in het motorblok dat nu in de werkplaats hangt, de kleur van het CDA kunnen zijn. Het groen van monotone raaigrasvelden, waar geen plaats meer is voor weidevogels en koeien, maar wel een mestoverschot van 76 miljard kilo. Of het zou het groen van D66 en GroenLinks kunnen zijn, partijen die volgens hun verkiezingsprogramma's pleiten voor een drastische inperking van de veehouderij en de visserij, eigenlijk alles wat het CDA níet wil. Als de heer Rutte zijn duurzame dromen uit 1989, 2008 en 2009 waar wil maken, dan ligt de ombouw naar een elektrisch motorblok zeer voor de hand. Een werkelijk groene VVD gruwt van subsidies voor milieuschadelijke activiteiten die om en nabij de 5 tot 10 miljard euro per jaar kosten. Een echte liberaal vindt het afschuwelijk dat er 363 miljard euro in de EU wordt besteed aan landbouw, vooral aan subsidies. De groene idealen waarvan Mark Rutte vanaf zijn 22ste droomt, kunnen werkelijkheid worden in een coalitie met partijen als D66, GroenLinks, de ChristenUnie en de Partij voor de Dieren. De echte groene Rutte zou daarvoor weleens een geweldige katalysator kunnen zijn. De geschetste duurzame coalitie zonder het CDA — nooit meer Bleker — kan rekenen op 90 zetels en een meerderheid in beide Kamers. En waarom niet? Als de heren Pechtold, Klaver en Segers de handen ineenslaan en het Terlouwmanifest van de tien politieke jongerenorganisaties als leidraad voor de kabinetsformatie kiezen, ligt deze coalitie zeer voor de hand.

Blijkt zo'n coalitie toch onmogelijk dan zou ik aan mevrouw Schippers willen vragen om na te denken over een neutraal kabinet; een kabinet waarin ministers van naam en faam maar zonder directe partijpolitieke binding of verantwoordelijkheid plaatsnemen in het landsbelang. Er wordt geregeerd op basis van wisselende meerderheden met maximaal dualisme. Ik heb de mogelijkheden daarvoor vanwege mijn beperkte spreektijd aan De Schippers van de Kameleon toegevoegd. Ik zorg ervoor dat alle collega's — niet het boek, want dat vind ik te duur — het afschrift ervan zullen ontvangen. Graag overhandig ik De Schippers van de Kameleon aan de voorzitter met het verzoek om het boek na het debat door te geven aan mevrouw Schippers.

De heer Baudet (Forum voor Democratie):

Het Forum voor Democratie is verheugd om te horen dat ons voorstel voor een zakenkabinet via een andere weg en in andere woorden toch steun lijkt te vinden bij andere leden van dit huis. Wij juichen dit pleidooi van harte toe.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Mooi.

De tijdelijke voorzitter:

U moet afronden, maar volgens mij was u al bijna klaar.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ook ik begrijp dat mevrouw Schippers informateur wordt. Ik wens haar veel wijsheid en sterkte toe, waarbij ik opgemerkt wil hebben dat ik voorts van mening ben dat in het nieuwe regeerakkoord opgenomen moet worden dat er een einde moet komen aan de bio-industrie.

De heer Krol (50PLUS):

Mevrouw de voorzitter. Dank aan verkenner Edith Schippers en felicitaties aan de VVD. Ondanks het forse verlies lukte het deze partij toch weer om als grootste uit de bus te komen. Felicitaties natuurlijk ook aan alle partijen die wel echte winst boekten. Ik denk dan aan het bijzonder aan de nieuwkomers DENK en het Forum voor Democratie. Mevrouw de voorzitter, sta mij toe om de ruim 325.000 kiezers die op 50PLUS stemden te bedanken voor hun vertrouwen.

Op maandag 20 maart heeft 50PLUS een gesprek gehad met verkenner mevrouw Schippers. We hebben te kennen gegeven dat de grootste partij en de winnaars van de verkiezingen moeten proberen om een coalitie te vormen. Wat dat betreft zijn de geplande gesprekken van VVD, D66, CDA en GroenLinks een logische stap. Toch blijft het opmerkelijk dat nu niet verder wordt gesproken met de andere grote winnaars. Een belangrijke taak van een nieuw te vormen coalitie is het herwinnen van vertrouwen van de burger in de landelijke politiek. 50PLUs heeft een voorkeur voor een coalitie met een meerderheid in de Eerste en Tweede Kamer, maar dat is wat ons betreft niet noodzakelijk.

50Plus zal de gesprekken over een mogelijke coalitie en de uitkomsten daarvan beoordelen op de volgende, voor ons cruciale, zeven punten. Ten eerste. De versnelde verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd en de koppeling van de AOW-gerechtigde leeftijd aan de levensverwachting is niet acceptabel. Ten tweede. Er moet op korte termijn een tijdelijke bodem gelegd worden in de rekenrente voor aanvullende pensioenen, in lijn met het initiatiefwetsvoorstel dat door 50PLUS is ingediend en door collega Van Rooijen verdedigd zal worden. De bedoeling hiervan is dat kortingen voor de komende vijf jaar worden voorkomen, niet alleen kortingen op uitkeringen maar ook op aanspraken die door jongeren nog worden opgebouwd. Ten derde. Een aanpassing van het financiële toetsingskader, waardoor indexatie van pensioenen en aanspraken weer mogelijk wordt. Ten vierde. Een structurele verhoging van de AOW-uitkering boven het welvaartvaste niveau. Ten vijfde. Een belastingverlaging voor ouderen die de achterstand die tijdens Rutte II is opgelopen tenietdoet. Belastingverlagingen mogen nooit discrimineren naar leeftijd. Ten zesde. Een begin maken met het terugdringen van de marktwerking in de zorg en een duidelijke financiële impuls voor de langdurige zorg, waaronder ouderenzorg. Tot slot en ten zevende. Afschaffen van het leenstelsel en een terugkeer naar de basisbeurs. Natuurlijk hebben we nog meer wensen, maar deze zeven punten zijn voor ons van het grootste belang.

Wij gaan ervan uit dat de Kamer tijdig en volledig geïnformeerd wordt over de stand van zaken gedurende het proces. Wij stellen dan ook voor om, ongeacht de stand van zaken een debat te voeren direct na het meireces. Alle fracties, en zeker ook de mensen thuis, hebben het recht om weten wat er na de verkiezingen met hun stem gebeurt.

50PLUs wenst informateur Edith Schippers en de partijen veel wijsheid toe bij de gesprekken. Mocht de informateur daarbij advies wensen over onze zeven punten of zelfs over meer: zij heeft mijn telefoonnummer.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van der Staaij, namens de SGP.

De heer Van der Staaij (SGP):

Mevrouw de voorzitter. Dit is het debat van terugkijken en vooruitzien; terugblikken op de campagne en de verkiezingsuitslag, maar vooral vooruitkijken naar de formatie. Terugkijkend: het was een spannende verkiezingsstrijd, met regelmatig zelfs inhoudelijke debatten en fraaie uitspraken. Een eervolle vermelding in de categorie "uitspraken die je bijblijven", is op zijn plaats voor CDA-leider Buma in het slotdebat: "De dagdromen van Jesse Klaver zijn nachtmerries voor de Nederlanders. Daar pas ik voor. Zoek maar een ander". Klare taal, zou ik zeggen.

En toen was het verkiezingsdag. Zelden verkiezingen gezien met zo veel echte winnaars, te veel om op te noemen. Maar een bijzondere prestatie leverde Forum voor Democratie, dat met twee zetels binnen wist te komen, zonder dat zijn kandidaten vanuit de Kamerbankjes campagne konden voeren. Chapeau! Tevredenheid is er ook bij onze eigen SGP, die opnieuw aanzienlijke stemmingswinst mocht boeken, zodat we de zetelwinst van de vorige keer konden vasthouden.

Maar lastig is dat de verkiezingsuitslag als geheel niet veel zegt over het gewenste kabinet. Partijen die een soepeler migratiebeleid willen, kregen de wind mee, maar ook partijen die juist een strenger beleid willen. Pro-Europese partijen wonnen zetels, maar ook partijen die juist kritisch staan tegenover Europese unie. Partijen die voorstander zijn van een klaar-met-levenwet wonnen stemmen, maar ook partijen die zich daar zeer tegen keren. Een ding is wel opvallend: het uitgesproken linkse blok in de Kamer is historisch klein. De PvdA is door de kiezer ongenadig afgestraft. De kiezer van nu lijkt niet dol te zijn op een gelikte uitruil en gebalanceerde compromissen. Als je dat op je laat inwerken, zou je zeggen dat één les die je kunt trekken voor de formatie is dat het voor het vertrouwen van de burger wenselijk is dat partijen die een coalitie vormen, inhoudelijk zo dicht mogelijk bij elkaar liggen.

Voor de SGP wegen inhoudelijke overeenstemming en de politieke wil tot samenwerken zwaarder dan de vraag wie een grote of iets minder grote winnaar is. Partijen die gewonnen hebben, hebben een dikkere vinger in de pap, simpelweg omdat ze groter zijn. Maar we moeten winst en verlies ook weer niet overdrijven. Het zou niet terecht zijn om de stem van zwevende kiezers ineens sterker te laten doorklinken dan de stem van trouwe kiezers. De veertien zetels van de SP zijn evenveel waard als de veertien zetels van GroenLinks.

Als je met deze verkiezingsuitslag toch alle kanten op kunt, zou het de voorkeur van de SGP hebben dan maar gelijk de goede kant op te gaan. Dan gaat het natuurlijk om de politieke voorkeur. Die van de SGP gaat uit naar een centrumrechtse coalitie die daadkrachtig aan de slag gaat met de belangrijke opgaven waarvoor Nederland staat. Een urgente opgave is in de visie van de SGP het versterken van christelijke waarden, waaronder de bescherming van kwetsbaar leven, de zondagsrust en het omzien naar elkaar. Stevige meerjarige investeringen zijn nodig voor onder meer veiligheid en defensie, maar zeker ook integratiebeleid. Immigratiebeleid moet strenger, verbonden aan een betere opvang in de regio. Geloofwaardige hervormingen zijn nodig voor het belasting- en pensioenstelsel, wat lagere lasten en meer keuzevrijheid voor gezinnen en ondernemers betekent. Tijdens de campagne zijn we geraakt door verhalen van onder anderen boeren, vissers en binnenvaartschippers, die zich vaak zo weinig erkend weten in hun ondernemerschap en zo gebukt gaan door bedilzucht en controledrift van de kant van de overheid. Daar moet verandering in komen. Grote inzet is ook geboden voor een bescheidener Europese samenwerking die meer recht doet aan de nationale soevereiniteit.

De vraag is nu: welke kant zal het formatieproces opgaan? Ik wil ook mijn dank uitspreken aan mevrouw Schippers voor haar verkennende gesprekken en voor het heldere verslag. De uitkomst van de verkenning is nu dat de samenwerking van CDA, VVD, D66 en GroenLinks onderzocht gaat worden. Vooral D66, zo is mij opgevallen, heeft zich hier enthousiast over uitgelaten. Mijn vraag aan de verkenner is: hoe verhoudt dit droomkabinet van Pechtold zich nou tot de nachtmerries van Buma? Hoe diep zit de liefde tussen de verschillende partijen? Is er daadwerkelijk de bereidheid om grote verschillen te overbruggen? Ik wens hoe dan ook alle onderhandelaars in de komende tijd veel wijsheid toe.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Allereerst wil ik de verkenner bedanken voor het door haar gedane werk en voor het door haar opgestelde rapport. Daarnaast wil ik aan alle politieke partijen die bij de afgelopen verkiezingen hebben gewonnen mijn felicitaties uitbrengen namens DENK. Uiteraard feliciteer ik de VVD met het feit dat zij als grootste uit de bus is gekomen, maar ook het CDA, D66, GroenLinks, 50PLUS, de Partij voor de Dieren en het Forum voor Democratie van harte gefeliciteerd.

Ik zou graag ook het land willen feliciteren en wel met het feit dat het Geert W. en zijn PVV niet is gelukt om de grootste te worden bij deze verkiezingen. Ons land is behoed gebleven voor de xenofobie van de PVV. Wat hadden we internationaal voor schut gestaan, als we deze partij met een programma dat past op een sigarendoos richting het Torentje hadden gestuurd. Ik ben oprecht tevreden dat Wilders wederom vier jaar lang alleen maar mag blaffen, schreeuwen en tweeten langs de zijlijn. Elke keer als hij dat doet, zal ik ook de komende vier jaar steeds weer tegenover hem staan om zijn ideeën te bestrijden in het democratische debat. Daar kan de kiezer DENK aan houden.

Helaas heeft ook de verrechtsing, verharding en verruwing gewonnen. "Pleur op"-premier Mark Rutte heeft samen met Sybrand "de islam is een gevaar" Buma alles, maar dan ook alles gedaan om met keiharde uitspraken te hengelen in de electorale vijver van Geert Wilders om een paar visjes te vangen. Dat is ze gelukt. Wij houden daarom ons hart vast voor de komende periode. Want een premier die "pleur op" roept naar Turkse Nederlanders, die zegt dat Mo zich ondanks alle discriminatie maar moet invechten, die aangeeft dat de islamitische gebedsoproep gejengel, vreselijk gejengel is en die zelfs persoonlijk veroordeeld is voor discriminatie; dat is toch niet normaal? Wij vragen ons hardop af of Mark Rutte nog wel een verbindende premier kan zijn voor alle Nederlanders. Ik heb er weinig vertrouwen in. Daarom heeft DENK ook aangegeven voorstander te zijn van een coalitie zonder de VVD. CDA, D66, SP, PvdA en GroenLinks zouden het hart moeten vormen van een zo progressief mogelijk kabinet dat breekt met het rechtse rotbeleid van de afgelopen vier jaar. Helaas hebben we vandaag gezien dat dat waarschijnlijk niet gaat gebeuren. VVD, CDA, D66 en GroenLinks gaan in gesprek over het vormen van een coalitie. Waar het gaat om deze samenwerking durf ik het aan om een voorspelling te doen: het gaat niet lukken. Jesse Klaver en GroenLinks zullen het in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 niet aandurven. Het gesprek dat nu wordt gevoerd, is een formaliteit voor de bühne om de samenwerking uit te kunnen sluiten. Uiteindelijk zal er een coalitie gevormd worden met de man die het nu nog niet openlijk zegt, maar die wel staat te trappelen om weer minister te worden: Lodewijk Asscher.

De dans om de poppetjes is minder interessant dan het belang van ons land. Daarom willen wij het kabinet alvast een aantal opdrachten meegeven. Punt één: de bestrijding van discriminatie en racisme. Het vorige kabinet heeft discriminatie de spuigaten uit laten lopen, omdat de VVD niets wilde doen en omdat de PVV niets kon en mocht doen. Het vorige kabinet was vooral een praatkabinet. Het nieuwe kabinet moet wat ons betreft op dit punt echt een doekabinet worden. Punt twee: de bestrijding van ongelijkheid. De inkomensongelijkheid neemt toe. Inmiddels groeien 431.000 kinderen op met een risico op armoede. Nu er geld is, moeten de vruchten ook eerlijk worden gedeeld. Punt drie: het vergroten van de kansengelijkheid in het onderwijs. Er moeten meer middelen vrijgemaakt worden voor het onderwijsachterstandenbeleid, het leenstelsel moet verdwijnen en we moeten iets doen aan de onderadvisering van kinderen met een migrantenachtergrond en kinderen uit gezinnen met een lager inkomen. Punt vier: de kwaliteit en de betaalbaarheid van de gezondheidszorg. Het eigen risico is in vier jaar met €165 gestegen. Veel mensen gaan niet naar de arts omdat zij dit niet kunnen betalen. Het eigen risico moet daarom verdwijnen. Dit moet hand in hand gaan met een fikse investering in de kwaliteit van de ouderenzorg.

Langs deze uitdagingen zullen wij een komend regeerakkoord beoordelen. Nu er geld te besteden is, kunnen we breken met het rechtse rotbeleid van de afgelopen vier jaar. Durf te staan voor een eerlijker en rechtvaardiger Nederland, want Nederland is van ons allemaal.

De heer Baudet (Forum voor Democratie):

Voorzitter. Quo usque tandem factionem cartellum et officiorum machina patientia nostra abutitur dum navis praetoria resurrectionis ad profiscendum parata est?

De tijdelijke voorzitter:

Mijnheer Baudet …

De heer Baudet (Forum voor Democratie):

Hoelang stellen het partijkartel en de baantjescarrousel ons geduld nog op de proef terwijl het vlaggenschip van de renaissancevloot klaarligt?

Het gesuggereerde vervolgtraject zoals dat door de verkenner is aangegeven in haar verslag waarbij er nu wordt gezocht naar een kabinet van VVD, CDA en D66 samen met GroenLinks lijkt ons de meest onverstandige koers. Deze koers zal namelijk niet alleen verraad betekenen aan de verschillende kiezers die om verschillende redenen voor deze verschillende partijen hebben gestemd, maar ook de democratie als zodanig uithollen. We krijgen dan namelijk dezelfde mengelmoes, dezelfde ratjetoe, dezelfde samenraapsels, dezelfde ondrinkbare cocktail voorgeschoteld als we de afgelopen regeerperiode bij het kabinet-Rutte/Asscher hebben gezien. Het zal onmogelijk worden om daadkrachtig beleid te formuleren. Men zal elkaar in een wurggreep gaan houden, waarin compromissen gesloten gaan worden die niemand zullen dienen. Je hoort het de minister-president al zeggen: Jesse, mag ik van jou lagere belastingen voor multinationals, dan krijg jij van mij energietransitie. Het is hogere kartellogica, kwartetten met standpunten, of, in dit geval, klaverjessen.

De kiezer heeft op 15 maart gekozen voor verschillende thema's waar de verschillende partijen campagne voor gevoerd hebben. Sommige kiezers zullen gekozen hebben voor inperken van immigratie. Andere kiezers hebben gekozen voor verlaging van de AOW-leeftijd. Weer anderen willen graag meer geld naar het onderwijs of juist minder regels voor ondernemers. Wat de verschillende thema's ook maar zijn geweest, we zitten nu met een nieuwe Tweede Kamer, die op verschillende thema's wisselende meerderheden bevat. De beste manier om recht te doen aan de verkiezingsuitslag — naast het al eerder door ons voorgestelde zakenkabinet, waarbij gewoon de beste mensen op de verschillende ministersposten terechtkomen, ongeacht politieke kleur — is om Kamerbreed uitspraken te doen over de pakweg vijf belangrijkste thema's van de verkiezingen. Kiezers krijgen dan een helder beeld van de richting die een toekomstig kabinet uit zal moeten gaan.

Het politieke primaat ligt immers bij ons, de Staten-Generaal. Laten wij dat primaat opnieuw onderstrepen door hoofdelijke stemmingen te houden over de volgende vijf thema's: voor of tegen serieus inperken van immigratie, voor of tegen verdere machtsuitbreidingen van de Europese Unie, voor of tegen een snelle, structurele verlaging van de belastingen voor alle werkenden en AOW'ers, voor of tegen het moderniseren van de democratie door invoering van gekozen burgemeesters en bindende referenda en voor of tegen concrete maatregelen om de objectiviteit van de vooringenomen NPO nu eindelijk eens te gaan waarborgen. Wij kunnen daar als Kamer gewoon over stemmen. Wij zijn de gekozen volksvertegenwoordigers. De regering zou een dienende rol moeten spelen, waarbij vakministers met kennis uit de praktijk en met slimme ideeën onze gunst moeten zien te winnen, binnen de kaders van wat wij hier allereerst als speelveld aanreiken.

Het is tijd om onze democratie te vernieuwen en het gekonkel in de achterkamertjes vaarwel te zeggen. We gaan ons toch niet langer dociel, afwachtend opstellen en maar kijken met welke uitruil de kartelista's zo meteen gaan komen? We gaan toch niet afwachten welke poppetjes nu weer aan de beurt zijn voor een ministerspost? Het is aan ons om de bevolking te vertegenwoordigen. Wij kunnen dat nu doen. Forum voor Democratie roept u ertoe op om los te breken van de kartelstructuren en een echte democratie tot stand te brengen.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel; dit was ook uw maidenspeech. U mag weer gaan zitten. Ja, het gaat heel snel! Voordat de nieuwkomers denken dat ze straks ook een debat in een andere taal mogen voeren: dat is echt niet de bedoeling. Nederlands is de voertaal van ons parlement en dat wil ik graag in stand houden.

Hiermee zijn we aan het eind gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De tijdelijke voorzitter:

Ik geef mevrouw Schippers het woord.

Mevrouw Schippers:

Voorzitter. Ik dank de Tweede Kamer voor het in mij gestelde vertrouwen, voor de prettige gesprekken, voor de geleverde input en voor de vriendelijke woorden.

Er was iets meer tijd voor deze verkenning nodig omdat wij ook later zijn begonnen met de verkenning. Ik heb met alle fracties gesproken, met sommige fracties meerdere keren, maar dat hebt u allemaal kunnen zien en lezen, want de neerslag daarvan staat in mijn verslag. Daar staat ook in hoe de verschillende partijen de verkiezingsuitslag interpreteren en welke stappen er verder moeten worden gezet in het formatieproces.

De heer Roemer en de heer Van der Staaij vroegen hoe serieus de gesprekken zijn die nu plaats gaan vinden tussen VVD, CDA, D66 en GroenLinks. Ik heb de partijen onafhankelijk van elkaar en met elkaar gevraagd hoe serieus zij dit wilden onderzoeken. Zij hebben mij in beide gesprekken laten weten dat zij dat zeer serieus willen doen. Dat neemt niet weg dat er verschillen zijn — die kunt u zelf ook zien — maar zij gaan deze gesprekken zeer serieus voeren. Ik heb ook vertrouwen in hun inzet.

Mevrouw Thieme en de heer Baudet spraken zich uit voor een zakenkabinet of een neutraal kabinet. Ik kan op grond van de gesprekken die ik daarover heb gevoerd als verkenner alleen maar constateren dat hiervoor onvoldoende steun bestaat in de Tweede Kamer.

Verschillende sprekers hebben vandaag bekendgemaakt wat zij verwachten van een nieuw kabinet. Dat had een aantal ook al gedaan in de gesprekken. Wij beschouwen dat allemaal als bruikbaar materiaal voor het werk dat nu wacht.

Ik zal mij zo veel mogelijk inzetten voor en richten op de kabinetsformatie. Ik kijk uit naar de werkzaamheden als informateur, waar ik nog een opdracht van de Kamer voor krijg. Oeps! Even op mijn tellen passen.

De tijdelijke voorzitter:

Ik kijk of er behoefte is aan een tweede termijn. Dat is het geval. De heer Rutte loopt al naar het spreekgestoelte. Dan geef ik nu het woord aan de heer Rutte namens de VVD.

De heer Mark Rutte (VVD):

Voorzitter. Ik moet even gaan zoeken, want ik heb hier ergens een motie bij me. Ja. Volgens mij moeten wij dit wel netjes afhechten. Ik zou namens VVD, CDA, D66 en GroenLinks, dus ook namens de heren Buma, Pechtold en Klaver, de volgende motie willen indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

kennisgenomen hebbende van het verslag van verkenner mevrouw E.I. Schippers en het daarin opgenomen advies met betrekking tot de kabinetsformatie;

neemt de inhoud van dit advies over;

spreekt tevens uit dat de Voorzitter en de Koning met een zekere regelmaat worden geïnformeerd over de voortgang van de gesprekken met betrekking tot de informatie;

spreekt voorts uit dat er met de informateur afspraken gemaakt worden over de communicatie met betrekking tot de informatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De tijdelijke voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Mark Rutte, Van Haersma Buma, Pechtold en Klaver. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 2 (34700).

De heer Mark Rutte (VVD):

In die motie is ook het rapport van Bovend'Eert verwerkt met de evaluatie van de kabinetsformatie van 2012. Het leek ons goed het zo te doen. De woorden "het advies overnemen" betreffen het aanstellen van mevrouw Schippers tot informateur en het onderzoek laten doen naar een kabinet bestaande uit VVD, CDA, D66 en GroenLinks.

De tijdelijke voorzitter:

Ik zie dat de heer Wilders afziet van zijn tweede termijn. Heeft iemand nog behoefte aan een tweede termijn?

Ik geef het woord aan de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik ga gelijk over tot de indiening van één motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het voor Nederland als kwetsbare delta en ondertekenaar van het klimaatverdrag van Parijs cruciaal is dat de doelen uit dit verdrag worden gehaald en de opwarming van de aarde een halt wordt toegeroepen;

overwegende dat de naleving van het klimaatverdrag van Parijs een langjarige, systematische en geïntegreerde aanpak van de Nederlandse overheid vereist, die op veel beleidsterreinen consequenties zal hebben en van een flink aantal ministeries initiatieven zal vergen;

overwegende dat een dergelijke aanpak zal gedijen bij de combinatie van een goed gestructureerde en intensieve dialoog tussen Kamer en kabinet en een consistente, gebalanceerde en integrale besluitvorming;

verzoekt het Presidium om, indachtig artikel 17 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, te bevorderen dat er een themacommissie naleving klimaatverdrag van Parijs wordt ingesteld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De tijdelijke voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Klaver. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 3 (34700).

De heer Mark Rutte (VVD):

Ik heb nog een heel korte procedurele opmerking over de motie. Ik begrijp het verzoek van GroenLinks, maar ik dacht dat de Kamer pas na afronding van de informatie beslist over de samenstelling van Kamercommissies. Ik doe de suggestie om de motie nog even aan te houden totdat het informatieproces is afgerond.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik denk dat dit verstandig is, al was het maar omdat ik alleen al vanwege deze opmerking op dit moment niet kan rekenen op een meerderheid in de Kamer. Ik vind dat die commissie er moet komen, maar als we heel even moeten wachten met de stemmingen, dan lijkt mij dat prima.

De tijdelijke voorzitter:

Op verzoek van de heer Klaver stel ik voor, zijn motie (34700, nr. 3) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Ik heb één motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de voorzitters van tien politieke jongerenorganisaties onder leiding van Jan Terlouw hebben gevraagd om een duurzaam kabinet op basis van breed gedeelde uitgangspunten die als volgt luiden:

1. Het beleid van het kabinet zal erop zijn gericht dat Nederland gaat behoren tot de koplopers op het gebied van duurzaamheid, met name als het gaat om concretisering van de Parijse akkoorden. Het kabinet zal daarvoor concrete maatregelen nemen.

2. Het principe "de vervuiler betaalt" zal uitgangspunt zijn van het kabinetsbeleid. Daardoor wordt een gelijk speelveld gecreëerd voor de industrie, wat een voorwaarde is voor succesvolle innovaties op het gebied van duurzame productie.

3. Het kabinet zal iedere maatregel toetsen aan het effect ervan op de kwaliteit van de aarde, nationaal en internationaal, nu en in de toekomst.

4. Het kabinet zal alles in het werk stellen om in internationaal verband te bevorderen dat multinationale ondernemingen niet minder belasting betalen dan het midden- en kleinbedrijf.

5. Bij het realiseren van bovenstaande maatregelen zal voor het kabinet de menselijke maat norm zijn in wetgeving, regelgeving en beleid;

spreekt uit dat het Terlouwmanifest als uitgangspunt moet dienen voor de kabinetsformatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De tijdelijke voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 4 (34700).

De tijdelijke voorzitter:

Hiermee zijn we aan het einde gekomen van de tweede termijn.

De beraadslaging wordt gesloten.

De tijdelijke voorzitter:

Het is gebruikelijk om direct hierna te stemmen over de ingediende moties.

De vergadering wordt van 17.38 uur tot 17.47 uur geschorst.

Naar boven