8 Extra RBZ Handelsraad

Aan de orde is het VAO Extra RBZ Handelsraad (AO d.d. 12/10).

De voorzitter:

Ik heet de minister van harte welkom. De woordvoerders hebben twee minuten spreektijd inclusief het indienen van eventuele moties.

Ik verzoek de leden om op de gang verder te confereren. Mevrouw Van Veldhoven, mijnheer Madlener, als u zo gezellig wilt doen, wilt u dat dan op de gang doen? Wij gaan aan het werk.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb een aantal moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er onduidelijkheid is over de juridische status van de verklaring die bij het handelsakkoord CETA gevoegd is;

overwegende dat de verklaring van belang zou kunnen zijn voor de werking van het handelsverdrag;

verzoekt het Presidium om de Raad van State om voorlichting te vragen over de juridische status van de bij CETA gevoegde gezamenlijke verklaring,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Tongeren, Grashoff, Jasper van Dijk, Bruins, Thieme, Dijkgraaf en Agnes Mulder.

Zij krijgt nr. 1674 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het niet wenselijk is dat buitenlandse investeerders toegang hebben tot een apart rechtsstelsel, waarin zij claims kunnen indienen tegen overheden;

overwegende dat het niet wenselijk is dat besloten ambtelijke werkgroepen van de EU en Canada besluiten nemen over beleidsvoorstellen nog voor het politieke debat hierover is gevoerd;

overwegende dat aan het verdrag een verklaring is toegevoegd met een onduidelijk juridische status, die alleen in concept met de Kamer is gedeeld;

verzoekt de regering om het handelsverdrag CETA niet te ondertekenen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Tongeren, Grashoff, Jasper van Dijk, Bruins, Thieme en Dijkgraaf.

Zij krijgt nr. 1675 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de parlementen van meerdere lidstaten felle discussie wordt gevoerd over CETA, waaruit afgeleid kan worden dat ratificatie door alle lidstaten onzeker is;

spreekt uit dat bescherming van milieu en klimaat, arbeidsomstandigheden en mensenrechten prevaleert boven handelsbelangen;

verzoekt de regering, in EU-verband opnieuw in onderhandeling te treden met Canada om ten minste bovenstaand uitgangspunt te verankeren in het CETA-akkoord,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Tongeren, Grashoff, Jasper van Dijk, Bruins, Thieme en Dijkgraaf.

Zij krijgt nr. 1676 (21501-02).

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Het is mij gelukt binnen de mij toegewezen twee minuten.

De heer Jan Vos (PvdA):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat publieke belangen ten minste in gelijke mate beschermd zouden moeten worden als private belangen;

constaterende dat het Investment Court System (ICS) belangrijke verbeteringen bevat ten opzichte van het Investor to State Dispute Settlement (ISDS) en dat de interpretatieve verklaring voorziet in verdere ontwikkeling van geschillenbeslechting;

verzoekt de regering, in de vervolggesprekken tussen de EU en Canada zich in te zetten om de afspraken over duurzaamheid, arbeidsnormen en milieu ten minste gelijke bindende kracht toe te kennen als de handelsgerelateerde afspraken, in gelijke mate van sancties te voorzien, alsmede daarbij toegang voor derden zoals vakbonden en ngo's tot een geschillenmechanisme dat ook effectieve sancties kan opleggen te garanderen;

verzoekt de regering tevens, de Kamer te informeren over de vorderingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jan Vos. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1677 (21501-02).

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Ik dien de volgende moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking onderhandelingen over handelsverdragen wil "resetten" omdat deze "veel opener, transparanter en democratischer" moeten worden;

constaterende dat vakbonden en maatschappelijke organisaties niet akkoord gaan met het voorliggende CETA-verdrag;

verzoekt de regering, bij de Handelsraad van 18 oktober op te roepen tot een "reset" van de onderhandelingen over CETA,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jasper van Dijk en Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1678 (21501-02).

De voorzitter:

Mijnheer Van Dijk, we hebben nu een beetje haast, dus ik laat het even lopen, maar voor een volgende keer misschien een ander woord dan "resetten". We zitten hier in een Nederlands parlement.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dat ben ik zeer met u eens, voorzitter, ...

De voorzitter:

Goed zo, dan doen we dat de volgende keer.

De heer Jasper van Dijk (SP):

… maar dat is een woord dat de minister heeft gebruikt. Anders was ik er nooit opgekomen.

De voorzitter:

Als u er allemaal een beetje over nadenkt, komt het de volgende keer goed. U had er vast nog een?

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik heb er nog twee.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het CETA-verdrag niet voldoet aan de zeven uitgangspunten voor eerlijke en duurzame handel zoals geformuleerd in het SER-advies;

overwegende dat vakbonden en maatschappelijke organisaties niet akkoord gaan met het huidige CETA-verdrag;

verzoekt de regering, advies in te winnen bij de SER over het CETA-verdrag alvorens goedkeuring te verlenen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1679 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het International Court System (ICS) mogelijk in strijd is met het Europees recht;

verzoekt de regering, alvorens in te stemmen met CETA, eerst juridisch advies in te winnen over de verenigbaarheid van ICS met het Europees recht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1680 (21501-02).

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Ik dien eerst twee moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zonder flankerend beleid verschillende Nederlandse (sub)sectoren negatieve gevolgen zullen ondervinden van het CETA-verdrag;

verzoekt de regering om in overleg met de (sub)sectoren, in het bijzonder de varkenshouderij en de akkerbouw, een extra inspanning te doen om de export te stimuleren van de producten uit die (sub)sectoren waarvoor importconcessies gedaan zijn aan Canada;

verzoekt de regering voorts, in overleg te gaan met de betreffende subsectoren over flankerend beleid ten einde deze subsectoren tegemoet te komen in de nadelen die CETA voor hen oplevert en de Kamer voor ratificatie hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Agnes Mulder en Dijkgraaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1681 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zonder flankerend beleid verschillende Nederlandse (sub)sectoren negatieve gevolgen zullen ondervinden van het CETA-verdrag;

verzoekt de regering, financiële compensatie als vorm van flankerend beleid bij voorbaat niet uit te sluiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Agnes Mulder en Dijkgraaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1682 (21501-02).

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

We hebben gisteren met de minister gedebatteerd over de juridische status van de verklaring. De minister was best heel stellig. Zij gaf aan dat de rechter de verklaring zonder meer zal meenemen als onderdeel van het CETA. Ik krijg van juristen terug dat het zo stellig zeggen heel lastig is voor een minister, want je kunt ook niet zeggen dat het niet zo is. Dat is nou juist exact het moeilijke punt waardoor ik het eens ben met de motie van de heer Grashoff van GroenLinks, die ik mede heb ondertekend, om een en ander toch nog voor te leggen aan de Raad van State. Het lijkt ons belangrijk dat dit voor de ondertekening duidelijk wordt. Of je nou voor of tegen het verdrag bent: dit zou je moeten weten. Ik begrijp dat het Europees Parlement hier ook mee worstelt. Ik hoor dat het verdrag daar daarom eventueel pas in december behandeld zal worden. Als dat zo is, hoe ziet de minister dit dan in relatie tot de ondertekening met Canada, waarvan het voornemen is om dat op 27 oktober te doen? Vindt de minister eigenlijk ook niet dat je de juiste volgorde der dingen zou moeten hanteren?

De heer Jasper van Dijk (SP):

Wat is het oordeel van het CDA over het CETA indien niet wordt voldaan aan de zeer terechte vragen van mevrouw Mulder, die zij ook in moties heeft gesteld?

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

CETA is een groot en belangrijk verdrag. Het CDA heeft altijd gezegd voor handel te zijn. Wij moeten verder kijken dan onze neus lang is en zeker dan onze grenzen lang zijn. Wij hebben moeite met de volgorde der dingen en met hoe het zit met flankerend beleid voor sectoren die er behoorlijk wat last van gaan krijgen. Vandaar ook dat wij moties hebben ingediend, onder andere met een verhelderende juridische vraag over de verklaring. Op het moment dat de verklaring de status krijgt die ze zou moeten krijgen, waardoor ze eigenlijk aan het verdrag voorafgaat, is het CDA akkoord. Wel schoorvoetend, moet ik zeggen.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken zodat de minister tijd heeft om de moties te ordenen en haar antwoord voor te bereiden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik verzoek de leden goed te luisteren naar het antwoord van de minister.

Minister Ploumen:

Voorzitter. De conversatie tussen de commissie en mijzelf is altijd buitengewoon constructief en hoewel we het niet altijd eens zijn, voel ik mij wel altijd gehoord en hoor ik de commissie op mijn beurt.

Voordat ik een oordeel over de moties geef, ga ik kort in op de opmerking van mevrouw Mulder over de volgorde der dingen. Het is goed om nogmaals te bevestigen — dat staat in een aantal brieven; dat hebben we gisteren ook gewisseld — wat de volgorde van de besluitvorming is. Er wordt aanstaande dinsdag in de extra RBZ Handelsraad, als er consensus is, ingestemd met het verdrag tussen de EU en Canada. Dat wordt dan op 27 oktober ondertekend door de Commissie en de Canadese regering. Daarna wordt het voorgelegd aan het Europees Parlement. Dat is niet anders dan hier: eerst moet er iets zijn waarover je het eens bent en dan leg je het voor. Als het eind oktober ondertekend wordt, is het Europees Parlement van plan om het in december te behandelen. Ik weet niet of wij dat tempo in deze Kamer altijd halen. Dat is dus hoe het gaat: het wordt voorgelegd. Nogmaals, dit keer zal het Europees Parlement ook besluiten over de voorlopige inwerkingtreding. Dat is niet per se nodig volgens de regels, maar de Commissie vindt dat wel nodig en wij hebben dat zeer ondersteund.

De voorzitter:

Mevrouw Mulder, we gaan niet een hele discussie voeren, maar een enkele feitelijke vraag of opmerking mag.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik had begrepen dat het Europees Parlement in de week van 21 oktober nog zou vergaderen en dat dit mogelijk op de agenda zou staan omdat het zo'n groot en belangrijk onderwerp is. Ook daar heerst er onduidelijkheid over die verklaring. Daarom heb ik de minister ook gevraagd om goed te kijken naar de motie van GroenLinks over de juridische toets, want daar gaat het natuurlijk om.

Minister Ploumen:

Ten eerste reikt onze invloed niet zo ver dat we gaan over het vergaderschema van het Europees Parlement en de onderwerpen die daarop staan. Ten tweede betoog ik — dat wilde ik straks doen, maar ik wil het ook wel meteen doen; dat heb ik gisteren ook gedaan — dat er geen onduidelijkheid is over die juridische verklaring. Ik heb de zorgen hierover gisteren gehoord en om de Kamer hierin verder tegemoet te komen, kan ik melden dat onder andere Nederland de Europese Commissie heeft verzocht om extra de puntjes op de i te zetten aangaande de verklaring. Dat heeft erin geresulteerd dat in de verklaring op pagina 3 drie regels zijn toegevoegd. Deze luiden: This interpretative declaration provides, in the sense of article 31 of the Vienna Convention on the Law of Treaties, a clear and unambiguous statement of what Canada and the European Union and its Member States agreed in a number of CETA provisions that have been the object of public debate and concerns. We hebben er na het debat van gisteren dus nog een tandje bij gedaan.

De motie hierover, op stuk nr. 1674, laat ik over aan het oordeel van de Kamer. Het betreft namelijk geen oproep aan de regering, maar aan het Presidium. Ik herhaal echter dat er geen onduidelijkheid is over de verklaring. Ik zal het Presidium en de Kamer graag die extra regels, die we echt net binnen hebben gekregen, doen toekomen. Het werk gaat door en ik hoop dat de Kamer het er door die extra toevoeging met mij over eens kan worden dat er geen onduidelijkheid is.

De motie-Van Tongeren c.s. op stuk nr. 1675, ontraad ik. Ik ben het niet eens met wat er staat. We hebben al herhaaldelijk gesproken over de manier waarop er tussen de EU en Canada op ambtelijk niveau technische uitwisseling plaatsvindt over bijvoorbeeld de vraag of de etiketjes op de nagellak nu 2 millimeter bij 3 millimeter moeten zijn of 3 millimeter bij 3 millimeter. Dat zijn geen politieke besluiten. Het gaat zoals het altijd gaat: er wordt ambtelijk iets voorbereid en dat wordt dan politiek voorgelegd. Ik ontraad dus deze motie.

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik kom terug op de motie op stuk nr. 1674, want die is wel belangrijk. Als het Presidium gevraagd wordt om dit bij de Raad van State voor te leggen, dan heeft dat waarschijnlijk invloed op het proces dat wij ingaan met alle landen van de Unie en met Canada. Of zie ik dit verkeerd? In die zin is het wel degelijk ook aan de minister om daar een oordeel over uit te spreken. Als die invloed er namelijk zou zijn, dan heeft dat uiteindelijk ook consequenties voor de standpunten die zij in de Unie moet innemen.

Minister Ploumen:

Voorzitter …

De voorzitter:

Ik wil er graag eerst als Voorzitter iets over zeggen. Dit zal worden doorgeleid naar het Presidium indien de motie wordt aangenomen. Daar is op dit moment nog niks over te zeggen. Ik lees geen opschortende werking voor het vragen van voorlichting aan het Presidium ten behoeve van het proces. In de motie staat die opschortende werking niet en wij behandelen datgene wat in de motie staat.

Minister Ploumen:

Misschien kan ik er nog aan toevoegen dat wanneer de regering een wet over CETA voorbereidt, die wet natuurlijk ook naar de Raad van State gaat, inclusief die verklaring. Mij lijkt dat dubbel werk niet hoeft, maar het is niet aan mij, maar aan het Presidium. Hoe dan ook, de verklaring komt bij de Raad van State. Het wetsvoorstel komt vervolgens samen met dat advies van de Raad van State naar de Kamer, zodat zij daar een finaal oordeel over kan geven.

De voorzitter:

Helder, maar ik zie nog wel vragen.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik ben eerlijk gezegd verbijsterd. De minister zegt hier dat er weer, na het debat dat wij er gisteren over hebben gevoerd, veranderingen zijn aangebracht in de verklaring. Het parlement is dus weer niet volledig geïnformeerd. Morgen komt de minister misschien weer naar ons toe met de mededeling dat er nog drie regels zijn toegevoegd. En overmorgen weer. Wij hebben gisteren dus gesproken over een tekst die onvolledig is. En wij moeten er vandaag over stemmen. Ik vind dat niet kunnen en ik zou het heel fijn vinden als het Presidium het advies van deze motie ter harte neemt.

Minister Ploumen:

Had ik klompen aan, dan lagen ze nu in stukjes bij mijn voeten. Gisteren hebben wij een debat gevoerd waarbij onder anderen de heer Van Dijk opmerkingen heeft gemaakt over de status van de verklaring. Vervolgens is de regering zo goed geweest om, ondanks dat het debat voorbij was en ondanks dat wij zelf geen onduidelijkheden zien, te bekijken hoe wij het verder zouden kunnen verduidelijken. Wat er in staat, is overigens de letterlijke tekst die ik gisteren in mijn toelichting heb uitgesproken, namelijk rondom het Verdrag van Wenen. Daar gaat de werking van uit. Nu realiseren wij dat en dan zegt de heer Van Dijk dat dat niet mag. De regering mag dus niet meer, gehoord hebbende de Kamer, verbeteringen voorstellen? Dat is niet zoals ik zou willen werken. Ik ben het gewoon geheel oneens met de heer Van Dijk. Ik ben natuurlijk van harte bereid om, als dat helpt, nu een kopietje ter beschikking te stellen. Dat lijkt mij een kleine moeite.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter …

De voorzitter:

Ik aarzel buitengewoon, want wij moeten hier geen heel debat overdoen. Heel kort, mijnheer Van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Hartstikke mooi als de minister allerlei opmerkingen en suggesties van de Tweede Kamer overneemt. Laat daar helderheid over zijn. Maar het zou haar als democraat sieren als zij vervolgens zegt: de eindversie, de echte eindversie — tot nu toe hebben wij blijkbaar over conceptversies gesproken — leg ik nog een keer aan het parlement voor. Daartoe krijgen wij nu niet de kans. De minister gaat dinsdag besluiten over het verdrag en wij zitten vandaag met een onvolledige tekst, waar wij niet fatsoenlijk over gedebatteerd hebben.

Minister Ploumen:

Ik roep nog even in herinnering, zoals ik gisteren ook heb gedaan, dat wij een aantal weken geleden een debat hebben gevoerd in voorbereiding op de Raad in Bratislava. Toen is door de Kamer eigenlijk al mandaat verleend om akkoord te gaan. Ik heb vervolgens nog op verbeteringen aangedrongen. Ik heb ook nog gemeend om naar aanleiding van die verbeteringen nog eens een debat met de Kamer te hebben om te kijken hoe die verbeteringen in de Kamer vielen. Ik zou zeggen: er is eerder te veel dan te weinig gedaan. Maar het oordeel daarover is aan de Kamer. Ik laat mij niet aanpraten wat de heer Van Dijk hier zegt, want dat is gewoon echt niet waar.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dat waren twee interessante discussies naar aanleiding van een motie waarvan ik de eerste indiener ben.

De minister zegt: wacht rustig af, want op het moment dat de ratificatiewet hier ligt, zit er een oordeel van de Raad van State bij. Omdat hieraan een heel Europees proces voorafgaat, zou ik mijn collega's willen voorstellen om deze motie toch te steunen. Het is geen zondewerk want we hebben het advies van de Raad van State sowieso nodig. Hoe sneller we dat krijgen, hoe beter het binnen het hele Europese proces kan worden betrokken. Het Europees Parlement zal het ook interessant vinden om te weten of dit al dan niet een annex is dan wel gewoon een mooi briefje. Ik hoop heel erg dat mijn collega's in de Kamer mijn motie zullen steunen, zodat wij het advies van de Raad van State zo snel mogelijk krijgen.

De voorzitter:

Een oproep aan de collega's. Waarvan akte!

Het woord is aan de minister.

Minister Ploumen:

Voorzitter. Ik was eigenlijk al beland bij de motie op stuk nr. 1675. Ik heb mevrouw Van Tongeren, de indiener, en de andere ondertekenaars eigenlijk al toegelicht waarom ik de motie ontraad, namelijk omdat het niet zo is dat er besloten ambtelijke werkgroepen zijn die zonder politieke sturing of politieke besluitvorming besluiten nemen. Dat hebben we overigens al vaker gewisseld in de Kamer.

De motie op stuk nr. 1676 ontraad ik. We gaan niet opnieuw onderhandelen. De Kamer was ervan getuige dat wij tot op het allerlaatste moment verbeteringen hebben aangebracht. De onderhandelingen openbreken behoort wat betreft de regering niet tot de mogelijkheden.

Ik ga verder met de motie op stuk nr. 1677 van de heer Vos. We hebben gisteren ook over de vraag gesproken hoe je ngo's, vakbonden en maatschappelijke organisaties toegang kunt geven tot een geschillenbeslechtingsmechanisme waarin ze kunnen afdwingen dat de arbeidsnormen en de milieuafspraken worden nagekomen. Ik herhaal wat ik gisteren heb gezegd: Nederland doet nu onderzoek naar de technische modaliteiten waaronder dat kan. Het is ook een onderdeel van het SER-advies. Ik voorzie dat dit onderzoek in december is afgerond. Wij gaan dan meteen aan de slag met het interpreteren daarvan en met het overleg met de andere lidstaten en, in eerste instantie, Canada. Ik hoop eigenlijk dat we met gezwinde spoed een voorstel aan de Kamer kunnen presenteren. Dat zal wel 2017 worden omdat het onderzoek eind 2016 wordt afgerond. Ik maak er een prioriteit van in 2017, maar ik zal bij mijn collega's, die ik regelmatig spreek, aankondigen dat Nederland dit graag wil. Ik laat het oordeel over de motie aan de Kamer. De Kamer heeft gehoord dat ik grote sympathie heb voor die motie.

De heer Jan Vos (PvdA):

Voor de Partij van de Arbeid is het van groot belang dat de minister daarover met de vakbonden en de ngo's in gesprek gaat, maar ik mag aannemen dat de minister dat ook gaat doen.

Minister Ploumen:

Zeker. Ik kan mij voorstellen dat ik de komende zes weken, dus nog voordat het onderzoek is afgerond, ook al met hen om de tafel ga. Als het onderzoek is afgerond, zal ik natuurlijk samen met hen de duiding bespreken, zonder overigens daarmee het parlementaire proces te willen doorkruisen. Ik zal dat zeker doen.

De voorzitter:

Heel graag.

De motie op stuk nr. 1678. Ik ga een beetje op de tijd zitten!

Minister Ploumen:

Deze motie ga ik ontraden. Wij zijn bezig met een reset van handelsverdragen langs de lijnen die ik heb geschetst. Daarvoor wil ik steun zoeken bij mijn collega's. CETA is een grote sprong in de richting die wij op willen en de onderhandelingen zijn nu afgerond.

Ik ga verder met de motie op stuk nr. 1679. We hebben natuurlijk al advies ingewonnen bij de SER. We hebben verder het CETA-verdrag langs de zeven punten van de SER gelegd en dat heeft geleid tot een positief oordeel van de regering over hoe die twee zich tot elkaar verhouden. En nogmaals, de regering gaat aan de slag met een geschillenbeslechtingsmechanisme dat dezelfde mate van toegang geeft aan vakbonden en maatschappelijke organisaties als aan bedrijven.

De voorzitter:

Wat is het oordeel over de motie?

Minister Ploumen:

Ontraden.

Ik kom bij de motie op stuk nr. 1680. Ik aarzel om het te zeggen, maar ik ga het toch doen. Ook hier is sprake van een actuele ontwikkeling, want de wereld staat ondertussen niet stil. De heer Van Dijk zegt: win eerst juridisch advies in over de verenigbaarheid van ICS met het Europees recht. Dat is geen nieuwe vraag van de heer Van Dijk; hij heeft er al eerder op aangedrongen. De juridische dienst van het Europees Parlement heeft zich daarover gebogen en we hebben werk niet dubbel willen doen. De juridische dienst heeft vanochtend geconcludeerd dat ICS verenigbaar is met het Europees recht en heeft er ook een duiding aan gegeven. Het advies is ongetwijfeld te vinden op de website van het Parlement, maar ik zal het ook op de website van ons ministerie laten zetten. De motie is dus overbodig en daarmee ontraad ik die, geloof ik. Het advies ligt er dus.

De voorzitter:

U zegt: ik ontraad, geloof ik. Ik maak daarvan: ik ontraad.

Minister Ploumen:

Ja, ze is overbodig.

De voorzitter:

Maar u moet kiezen. "Overbodig" is een rare categorie. U moet zeggen "ontraden" of "oordeel Kamer".

Minister Ploumen:

Dan ontraad ik de motie. Ik ga niet apart weer …

De voorzitter:

Het maakt mij niet uit wat u doet, als u maar kiest.

Minister Ploumen:

Er ligt een advies. Ik ga dat werk niet nog een keer doen, dus ik ontraad de motie.

De voorzitter:

Dank u zeer. Heeft de heer Van Dijk er nog een vraag over? Nee? Dan komen we bij de volgende motie.

Minister Ploumen:

De motie op stuk nr. 1681 van mevrouw Mulder en de heer Dijkgraaf neem ik over. We doen het al, maar in het kader van het actieplan waarover in de brief van vanochtend wordt gerept, zetten we er nog een tandje bij. Volgens mij is dat precies waar mevrouw Mulder en de heer Dijkgraaf om vragen.

De motie op stuk nr. 1682 …

De voorzitter:

Excuus, we gaan te snel. De minister zegt dat zij de motie op stuk nr. 1681 wil overnemen. Zijn er leden die daartegen zijn? Ik moet dat vragen.

De heer Teeven (VVD):

De VVD wil de motie graag in stemming hebben.

De voorzitter:

Dan komt de motie in stemming en is het oordeel van de minister vermoedelijk "oordeel Kamer".

Minister Ploumen:

Ja!

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook GroenLinks wil graag dat de motie in stemming komt.

De voorzitter:

We gaan die niet twee keer in stemming brengen, maar het is duidelijk.

Minister Ploumen:

Ik verwijs naar de brief van vanochtend. Daar staat het allemaal al in.

De motie op stuk nr. 1682 van mevrouw Mulder en de heer Dijkgraaf gaat een stapje verder dan die op stuk nr. 1681. De regering wordt verzocht om financiële compensatie niet uit te sluiten. Dit is ook het terrein van mijn collega van Economische Zaken, die zich in samenspraak met de sector aan dat actieplan heeft verbonden. Ik wil het daarbij houden, dus ik ontraad deze motie.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik wil mijn motie op stuk nr. 1680 graag aanpassen. De minister had het over advies van een bureau van het Europees Parlement.

Minister Ploumen:

Dat klopt.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Maar het gaat mij om juridisch advies van het Europees Hof. Ik wil het dictum van de motie als volgt aanpassen: verzoekt de regering, alvorens in te stemmen met CETA, eerst juridisch advies bij het Europees Hof in te winnen over de verenigbaarheid van ICS met het Europees recht.

De voorzitter:

De motie-Jasper van Dijk (21501-02, nr. 1680) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het International Court System (ICS) mogelijk in strijd is met het Europees recht;

verzoekt de regering, alvorens in te stemmen met CETA, eerst juridisch advies bij het Europees Hof in te winnen over de verenigbaarheid van ICS met het Europees recht,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1683, was nr. 1680 (21501-02).

Minister Ploumen:

Nu er een advies ligt van een juridische dienst, vind ik het een beetje moeilijk om meteen alweer op te schalen naar een andere juridische instantie. Ik houd het toch maar even bij "ontraden".

De voorzitter:

De wijziging in de motie wordt doorgevoerd. Het advies van de minister over die gewijzigde motie luidt nog steeds "ontraden". Daarmee zijn wij aan het einde gekomen van de behandeling van dit agendapunt.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister en stel voor, heden over de ingediende moties te stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven