5 Herdenking naar aanleiding van de aanslagen in Brussel

Aan de orde is de herdenking naar aanleiding van de aanslagen in Brussel op 22 maart 2016. 

De voorzitter:

Ik heet de ambassadeur van België, Chris Hoornaert, en vicepremier Lodewijk Asscher van harte welkom. Ik verzoek iedereen in de zaal en op de publieke tribune om, voor zover dat mogelijk is, te gaan staan. 

Nu het stof in Brussel langzaam neerdaalt en het leven weer op gang komt, dringt in volle omvang tot ons door wat er afgelopen dinsdag is gebeurd. De dag begon als alle andere dagen. Mensen gingen naar hun werk; kinderen gingen naar school; het vliegveld stroomde vol met mensen die, privé of zakelijk, op reis gingen of net terugkwamen. Maar even na achten werd duidelijk dat de dag anders zou lopen; dat het een zwarte dag zou worden. 

Bommen ontploften op het vliegveld en in metrostation Maalbeek, publieke ruimtes waar dagelijks duizenden mensen samenkomen en waar zij zich veilig zouden moeten voelen. Er vielen meer dan 30 doden. Mensen zoals u en ik — op weg ergens heen, misschien gehaast, een koptelefoon op, een kop koffie in de hand — die hun bestemming nooit zouden bereiken. Allemaal waren ze iemands kind, iemands ouder, iemands geliefde of iemands vriend. Hun dood slaat diepe gaten. Bij de aanslagen vielen ook meer dan 200 gewonden, van wie een aantal nog altijd in kritieke toestand in het ziekenhuis ligt. 

Maar het zijn niet alleen die mensen die zijn getroffen. De hele Belgische samenleving werd geraakt, en de emoties — ontreddering, verdriet, boosheid — reiken veel en veel verder dan de eigen landsgrenzen. In Nederland en in de rest van Europa voelen we met België mee. Omdat wij historisch met elkaar verbonden zijn. Omdat het onze dierbare buren zijn. Omdat Brussel het hart van Europa vormt, waar wij staan voor dezelfde waarden: openheid, veiligheid en vrijheid; vrijheid van geloof, maar ook van niet-geloof. Het zijn juist deze kernwaarden die dinsdag onder vuur werden genomen. 

Dat zullen we altijd veroordelen en nooit accepteren. In democratieën als de onze gebruiken we woorden om onze standpunten te verkondigen en te verdedigen. Deze plenaire zaal is daarvan de ultieme uitdrukking. Wij zijn één als het gaat om het verdedigen van dat basisbeginsel, waar we al zo lang op bouwen en dat keer op keer heeft bewezen alle vormen van dreiging, geweld of terreur te overwinnen. 

Dat vertrouwen moeten we houden. Ondanks deze afschuwelijke aanslagen in Brussel, maar ook in Kopenhagen en Parijs, in Ankara en in Istanbul, waarbij honderden onschuldige burgers het leven hebben verloren, mogen we ons niet bang laten maken. We mogen onze samenleving niet uit elkaar laten drijven. Wij moeten des te strijdbaarder vasthouden aan onze vrije en open samenleving. 

Maar nu zijn we even stil. In België wordt gerouwd, en ook hier hangen de vlaggen halfstok. Samen met de Voorzitter van de Eerste Kamer heb ik namens de Staten-Generaal het Belgische parlement veel kracht toegewenst om juist nu de eenheid te bewaren. Namens ons allemaal wens ik de slachtoffers en de nabestaanden veel sterkte toe in deze moeilijke, verdrietige tijd. Onze gedachten en harten zijn bij hen. 

Ik zou u willen verzoeken om een moment van stilte in acht te nemen. 

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.) 

De voorzitter:

Ik schors de vergadering, zodat u in het Ledenrestaurant uw medeleven kunt betuigen aan de ambassadeur. 

De vergadering wordt van 14.07 uur tot 14.13 uur geschorst. 

Naar boven