4 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor om dinsdag aanstaande ook te stemmen over:

  • -de motie ingediend bij het notaoverleg over de initiatiefnota van de leden Agnes Mulder/Omtzigt over late betalingen "Leverancierskrediet na twee maanden niet langer gratis".

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet financiering sociale verzekeringen en enkele andere wetten in verband met verbetering van de hybride markt van de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (Wet verbetering hybride markt WGA) (34336).

Ik stel voor om toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

  • -maandag 21 maart 2016 van 13.00 uur tot 16.00 uur van de vaste commissie voor Financiën over de initiatiefnota van de leden Nijboer en Groot over private equity (34267).

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor, de volgende debatten van de lijst af te voeren:

  • -het debat over de subsidieregelingen voor energiebesparing;

  • -het dertigledendebat over de toezending van documenten inzake de EU-naheffing aan de Kamer.

Op verzoek van het lid Krol stel ik voor, zijn motie op stuk 34300-XVI, nr. 84 opnieuw aan te houden.

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik:

  • -in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Van Miltenburg tot lid in plaats van het lid Van Ark en het lid Van Ark tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Veldman;

  • -in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Van Miltenburg tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Ten Broeke;

  • -in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Van Miltenburg tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Neppérus;

  • -in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Van Miltenburg tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Lucas.

Tot slot stel ik voor om de leden van de commissie van onderzoek decharge van hun werkzaamheden te verlenen. Namens de Kamer dank ik de leden en de staf voor hun werkzaamheden.

Dan stel ik voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Openbaar Vervoer, ov-chipkaart en taxi met als eerste spreker het lid De Boer namens de VVD.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Pechtold van D66.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik heb uw hulp nodig. Ik heb op 18 december 2015 een aantal prangende, maar toch eigenlijk, als er niets aan de hand is, eenvoudige vragen gesteld over het onderhoud van de gouden koets. Ik heb op 14 januari een uitstelbericht gekregen van de minister-president. We leven inmiddels in februari en ik heb nog geen antwoord op deze toch zo eenvoudige vragen mogen ontvangen. Zouden we samen een datum kunnen vaststellen waarop dan wel per postkoets, dan wel per e-mail de antwoorden deze kant op moeten komen?

De voorzitter:

Wat is uw voorstel voor een datum?

De heer Pechtold (D66):

Ik zou de minister-president nog tien dagen willen geven. Dat is toch heel ruim. Dus niet volgende week, maar de week daarop dinsdag. Anders wil ik de minister-president hierover in het vragenuurtje zelf bevragen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan stel ik voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Pia Dijkstra namens D66.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Voorzitter. Excuus, ik had mijn verzoek van de lijst voor de regeling moeten halen, maar ben dat vergeten omdat ik even erg bezig was met andere zaken. In de procedurevergadering van VWS is vanmorgen afgesproken dat we een algemeen overleg over de aanpak van het zikavirus zullen houden. Het is dus geen onderwerp meer voor deze regeling.

De voorzitter:

Heel goed, dat gaat ook veel sneller. Dank u wel.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Leijten van de SP-fractie.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Vorige week stelde ik de Kamer voor om een debat te houden over de situatie bij TSN Thuiszorg. Daar hebben we voor het reces ook over gesproken. Toen heb ik een stand-van-zakenbrief gekregen. Vanochtend heb ik een nieuwe gevraagd, omdat er veel onrust is over een naderend faillissement. Ik heb praktisch dezelfde brief gekregen als vorige week en dacht: hey, dat heb ik eerder gelezen; verrek: het is gewoon copy paste.

Ik wil nu een debat aanvragen om de staatssecretaris echt te kunnen bevragen over de stand van zaken en om hem als Kamer ook te kunnen helpen als er dingen niet goed gaan. Misschien kunnen we daardoor het faillissement afwenden, maar we kunnen in ieder geval de onzekerheid voor 40.000 cliënten en 12.000 medewerkers wegnemen.

De voorzitter:

Wie kan ik hierover het woord geven? Ik zie mevrouw Klever.

Mevrouw Klever (PVV):

Steun, voorzitter.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Voorzitter. Er is vanochtend een nieuwe stand-van-zakenbrief van de staatssecretaris gekomen waar nog niet zo veel in staat. Er gebeurt namelijk nog het een en ander. Het lijkt mij handig dat als we ergens over gaan debatteren, we ook weten waarover. Volgende week is er een algemeen overleg over het arbeidsmarktbeleid in de zorg. Als er dan nog geen helderheid is op dit punt, is dat de gelegenheid om de staatssecretaris te bevragen. Mocht er eerder informatie zijn, dan verwacht ik dat de Kamer daarover per ommegaande wordt geïnformeerd. Op dat moment maken we de afweging of we dat via een debat, een AO of wat dan ook doen. Dus nu nog geen steun voor een debat, maar mogelijk later wel.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Steun voor de lijn van de heer Otwin van Dijk.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Ik begrijp dat er een dertigledendebat op de lijst staat. Wellicht is er een mogelijkheid om dat snel, of althans binnen een redelijke termijn in te plannen. Dan neem ik de woorden van de heer Otwin van Dijk mee dat dat misschien niet volgende week, maar over twee of drie weken is. Maar we moeten niet de hele lijst van dertigledendebatten gaan afwachten, want over een jaar — daarin heeft mevrouw Leijten gelijk — hoeven we niet meer op deze manier te debatteren over het huidige probleem. Dat verdienen de 40.000 klanten en 12.000 medewerkers ook niet.

De voorzitter:

Wel of geen steun voor het verzoek van mevrouw Leijten voor het houden van een debat?

Mevrouw Leijten (SP):

Er staat geen dertigledendebat op. Dat hebben we voor het reces omgezet in een spoedig AO, dat ook gehouden is. Daarbij zijn moties aangenomen. Er is toen afgesproken dat we op de hoogte zouden worden gehouden en dat we er weer over zouden spreken als er een nieuwe situatie zou ontstaan. Wat ons betreft is dat nu het geval.

De heer Omtzigt (CDA):

Dan steun voor het verzoek van mevrouw Leijten. Hopelijk is er enige steun voor het spoedig inplannen van dat debat.

De heer Potters (VVD):

Voorzitter. Dit is wel een beetje een dilemma. Ik begrijp heel goed wat mevrouw Leijten wil: ze wil hierover kunnen debatteren. Maar er vinden gesprekken plaats, en volgende week is er een AO Arbeidsmarktbeleid. Hoe moeilijk het ook is, ik denk dat we nog even een weekje geduld moeten hebben en de staatssecretaris nog een week de tijd moeten geven om met een stand-van-zakenbrief te komen. Maar wel steun op het moment dat het volgende week niet duidelijk is. Ik zou zeggen: dinsdag of donderdag in de regeling hier nog eens op terugkomen, dan plannen we het debat gewoon in.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. De lijn die collega Van Dijk heeft geschetst, lijkt mij de verstandigste.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dat geldt ook voor de ChristenUnie.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, er is geen meerderheid voor een debat nu. Wel is er een meerderheid voor het houden van een AO. Mocht dat niet voldoende zijn, dan is iedereen, begrijp ik, bereid om opnieuw naar uw verzoek te kijken.

Mevrouw Leijten (SP):

Daar zal ik rekening mee houden, voorzitter. Ik voel niets voor toevoeging aan het AO over arbeidsmarktbeleid in de zorg. Dat debat staat al lang gepland, en er zijn veel andere actuele punten. Maar we komen er wellicht wel uit met de commissie. Gezien de situatie, die echt ieder moment kan veranderen, kan het zo zijn dat ik hier morgen weer sta. Maar dan zullen we wel zien hoe dan de meerderheden liggen.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Omtzigt, namens het CDA.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Vlak na de aanslag op de MH17 vroegen wij naar de radar- en satellietbeelden om ervoor te zorgen dat de onderzoekers deze zouden kunnen hebben, zodat je op de primaire radarbeelden zou kunnen zien van welk punt geschoten is en je oorzaak en schuld kunt vaststellen. Sindsdien is anderhalf jaar verstreken. In Nederland duurt dit minder dan 24 uur. De radarbeelden waren in Rusland gewist, niet aanwezig omdat de radar in Oekraïne uitstond of de radar stond uit omdat er niet gevlogen zou worden.

De voorzitter:

En de vraag is?

De heer Omtzigt (CDA):

Vandaag zegt de staatssecretaris van Oekraïne: er waren wél radarbeelden en Nederland heeft ze niet gevraagd. Ik wil opheldering over al het verkeer tussen de OVV, de Nederlandse regering, de Oekraïense regering en de Russische regering en over de vragen en de antwoorden als het gaat om het ter beschikking krijgen van de radarbeelden, zodat we precies weten wat er gebeurd is. We willen dat voor het debat van morgen over de radarbeelden van de MH17 horen. Nu dit is gebeurd, wil ik de minister-president alsnog verzoeken om hierbij aanwezig te zijn, ook ben ik er in een eerder stadium mee akkoord gegaan dat hij niet aanwezig hoefde te zijn.

De voorzitter:

Dus eigenlijk verzoekt u om informatie voorafgaand aan het debat dat morgenavond wordt gehouden. U verzoekt ook om de minister-president bij dit debat uit nodigen. Over dat laatste wil ik opmerken dat de aanwezigheid van de minister-president uitvoerig in de commissie is besproken en dat iedereen met het besluit heeft ingestemd. Dus in afwijking van wat de commissie heeft besloten, verzoekt u nu om alsnog de minister-president uit te nodigen.

De heer Omtzigt (CDA):

Ja.

De heer De Roon (PVV):

De Partij voor de Vrijheid steunt beide voorstellen van de heer Omtzigt.

De heer Sjoerdsma (D66):

Aan het informatieverzoek van de heer Omtzigt wil ik nog één ding toevoegen, namelijk een verzoek aan de minister voor Veiligheid en Justitie om de brief van het Openbaar Ministerie aan de minister, waarin wordt gesteld dat het Openbaar Ministerie op dit moment over voldoende informatie beschikt en er nu geen behoefte bestaat tot het doen van verzoeken om aanvullende informatie, naar de Kamer te sturen voor het debat over de radargegevens van de MH17. De premier hoeft wat mijn fractie betreft niet per se aanwezig te zijn bij dit debat.

De heer Ten Broeke (VVD):

Steun voor de timeline waar de heer Omtzigt nu om vraagt. Ik wil eraan toevoegen dat dit voor een deel de vragen zijn die ik zelf heb gesteld en die ook nog steeds niet zijn beantwoord; laat die daar dan in meelopen. Het verzoek van de heer Omtzigt om de premier hierbij aanwezig te laten zijn, is zoals u zelf aangaf inderdaad in afwijking van wat wij, inclusief de heer Omtzigt, hebben besloten in de procedurevergadering. Ik zie geen aanleiding om daar nu weer wijziging in aan te brengen. Wat het extra verzoek betreft dat zojuist werd gedaan: als dat kan, lijkt het me dat dat moet worden toegevoegd. Ik heb het dan dus over het verzoek van de heer Sjoerdsma.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

De informatie moet zo snel mogelijk komen, het liefst een aantal uren voordat het debat morgenavond plaatsvindt. Steun voor beide voorstellen. Laat de minister-president er maar bij zijn. Hij heeft hierin een directe rol, dus zijn aanwezigheid wordt op prijs gesteld.

De heer Servaes (PvdA):

Steun voor de informatieverzoeken. Terwijl ik hier naar de microfoon loop, zie ik weer een ander bericht, namelijk dat de voormalige staatssecretaris van Oekraïne nu weer zegt dat hij verkeerd is begrepen. Het lijkt mij heel belangrijk dat wij duidelijkheid hebben over wat er nu wel of niet is gecommuniceerd tussen beide landen. Wat de aanwezigheid betreft vind ik de timing eerlijk gezegd belangrijker dan de aanwezigheid. Ik wil dus graag vasthouden aan het debat van morgen. Uit de procedurevergadering begreep ik dat dit lastig werd voor de minister-president, maar ik denk dat wij het met drie bewindspersonen ook wel af kunnen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Steun voor de informatieverzoeken en begrip voor het feit dat de minister-president er niet bij kan zijn.

De heer Bisschop (SGP):

De informatie over wel of niet beschikbaar stuitert heen en weer. Dat wordt gesteld en weer ontkend. Prima om daarvan een helder en duidelijk overzicht te krijgen, maar het lijkt mij niet per se nodig dat de minister-president ook aanwezig is.

De heer Bashir (SP):

Namens de SP-fractie steun voor beide voorstellen van de heer Omtzigt.

De voorzitter:

Mijnheer Omtzigt, u hebt wel steun voor het opvragen van informatie voorafgaand aan het debat, het liefst zo snel mogelijk, maar geen steun voor het verzoek om de minister-president bij het debat uit te nodigen.

De heer Omtzigt (CDA):

Dat was ook mijn oorspronkelijke vraag. De premier zal aanwezig zijn bij het debat op 1 maart, dus dan is er opnieuw een kans.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

U hebt nog een verzoek.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik wilde nog even zeggen dat ik heel blij was met het aanvullende verzoek van de heer Sjoerdsma en met het verzoek van de heer Ten Broeke zo meteen om precies te weten wie bij het Openbaar Ministerie zegt dat deze informatie niet noodzakelijk zou zijn. Mocht de regering de komende 24 uur nog stappen ondernemen voor het debat, dan hoop ik dat ook in de brief te zien.

Mijn tweede verzoek sluit eigenlijk aan bij het verzoek van de heer Ten Broeke. Zowel de heer Ten Broeke als ik hebben vragen gesteld over de radargegevens. Wij zouden het zeer op prijs stellen als de antwoorden bijvoorbeeld vanavond bij de Kamer zijn, zodat wij de antwoorden kunnen betrekken bij de voorbereiding van het debat.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

U hebt nog een laatste verzoek.

De heer Omtzigt (CDA):

Dat betreft een rappel op onbeantwoorde schriftelijke vragen aan de minister van Buitenlandse Zaken. Ik heb die samen met de ChristenUnie en D66 gesteld. Ze gaan over de voorlopige inwerkingtreding van het associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne, alweer. Daar heb ik al eens op gerappelleerd, dus zou ik het zeer op prijs stellen als de antwoorden voor morgen 12.00 uur hier zijn.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Kuzu namens de Groep Kuzu/Öztürk.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Voorzitter. Het zou eigenlijk een keertje afgelopen moeten zijn met dat stiekeme gedoe hier in Den Haag. Heel veel mensen hebben het erover: waarom moet de Kinderombudsman weg? Er worden 20.000 handtekeningen opgehaald. Er worden stukken over reorganisatieplannen naar Nieuwsuur gelekt. En wat doet de politiek? Wij houden een besloten, geheime, stiekeme vergadering, waarin naar ik heb begrepen een procedure is afgesproken. Ik wil in de eerste plaats vragen om die procedure zo snel mogelijk openbaar te maken, want dat is het enige wat we kunnen uitleggen aan de mensen.

Naar onze mening heeft de Kinderombudsman goed werk verricht. Wij begrijpen eigenlijk niet waarom hij weg moet. Wij pleiten voor openheid van zaken. Wij willen niet dat er allemaal besluiten worden genomen in achterkamertjes; die besluiten moeten hier in de openbaarheid worden genomen. Ik doe daarom het verzoek — dat is mijn tweede verzoek — om een debat te houden met de minister van Binnenlandse Zaken. De keuze die ik aan mijn collega's voorleg is helder: kiezen we voor openheid of kiezen we voor geheime achterkamertjes waarin stiekem procedures worden besproken?

De voorzitter:

Het lijkt mij goed om even iets te zeggen over de procedure voor de benoeming van een substituut-ombudsman. Die vindt altijd plaats in de commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dat is de afspraak.

Mevrouw Leijten (SP):

De vraag die de heer Kuzu opwerpt — hij vraagt of we voor openheid of voor achterkamertjes zijn — is volgens mij niet de vraag die voorligt. Het instituut Nationale ombudsman, het Hoge College van Staat, is onafhankelijk en moet absoluut onafhankelijk kunnen opereren in de controle op de overheid, haar wetten en haar wetgever, en dat zijn wij dus. Dan zou het heel gek zijn als wij ons gaan bemoeien met de benoeming van een kinderombudsman of een substituut of met de procedure daarvoor. Dit hoort niet achter de schermen te gebeuren. Daar hoort ook geen ophef over te zijn, zoals nu wel het geval is. Het lijkt me wel heel goed om meer uitleg te krijgen over de keuzes die de Nationale ombudsman maakt, maar het lijkt mij niet goed om een debat te voeren over het personeelsbeleid van de Nationale ombudsman, want wij horen niet op die manier over dat college te gaan.

De voorzitter:

Ik begrijp uit uw woorden dat u het voorstel niet steunt, mevrouw Leijten.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik heb twee verzoeken gedaan. Ik heb gehoord dat er wel steun is voor mijn eerste verzoek over openheid over de procedure, maar dat er geen steun is voor mijn verzoek voor een debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks kiest voor een goede oplossing. Ik denk dat iedereen die zich hier zorgen over maakt, daar het meest bij gebaat is. Die goede oplossing bereiken we niet per se in een debat. Daarom kan ik dit verzoek helaas niet steunen.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

De Kamer is niet de humanresourcesmanager van de organisatie van de Ombudsman. De Ombudsman heeft een voordracht gedaan en dat is zijn voordracht. Het kan zo zijn dat je daar een bepaald gevoel bij hebt, maar het is de voordracht van de Ombudsman. Ik steun het verzoek voor het debat dus niet. De heer Kuzu had het ook over de procedureregels. Die zijn helder. Mocht dat niet zo zijn, dan kunnen zij aan de heer Kuzu worden toegestuurd.

De heer Bisschop (SGP):

Ik vind het eerlijk gezegd een beetje merkwaardig verzoek om een debat te voeren over het personeelsbeleid van de Nationale ombudsman. De minister gaat er niet over en de Kamer gaat er ook niet over. Ik steun het verzoek voor het debat dus niet; dat lijkt mij vanzelfsprekend. Met betrekking tot de procedure zeg ik het volgende. Er zijn momenten waarop vertrouwelijke gegevens moeten kunnen worden gewisseld, al was het maar omdat er persoonlijke elementen aan de orde kunnen zijn. Vervolgens wordt de procedure, voor zover dat nuttig, nodig en noodzakelijk is, gewoon openbaar gemaakt. Ik zie verder eigenlijk geen probleem, behalve dat het verzoek verkeerd geadresseerd is.

De heer Taverne (VVD):

De procedure staat in de Wet Nationale ombudsman. Ik adviseer collega Kuzu om de wet erop na te slaan. Ik steun het verzoek voor het debat niet, want de minister van Binnenlandse Zaken gaat er niet over.

Mevrouw Fokke (PvdA):

Wij gaan niet over het personeelsbeleid van de Ombudsman. De Ombudsman gaat over de Kinderombudsman. Zo hebben wij dat in de wet afgesproken. De minister van Binnenlandse Zaken gaat er niet over en de Kamer gaat er ook niet over. Ik steun het verzoek van de heer Kuzu dus niet.

De heer Amhaouch (CDA):

Geen steun. Wij sluiten ons aan bij de inbreng van GroenLinks. Wij willen op zoek gaan naar een oplossing in een constructieve fase.

De voorzitter:

U steunt het verzoek om openbaarheid — zo wordt het althans genoemd — en het verzoek om het debat dus niet.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik ben erg voor openbaarheid, maar er loopt nu een procedure. Die wordt heel zorgvuldig doorlopen. Daarbij zijn volgens mij alle partijen betrokken. De heer Kuzu was daar tot voor kort ook bij betrokken. Steun voor de zorgvuldige procedure. Deze verzoeken zouden die in de wielen rijden.

De voorzitter:

Mijnheer Kuzu, u hebt geen meerderheid, noch voor een andere procedure inzake de benoeming van de Kinderombudsman noch voor het houden van een debat over de Kinderombudsman.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik wil nog één opmerking maken, als u mij dat toestaat.

De voorzitter:

Dat ligt eraan. U mag niet uitlokken en niet het debat hier voeren.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik ga niet uitlokken. Ik heb de Wet Nationale ombudsman heel zorgvuldig doorgenomen. Ik raad mijn collega's die procedurele opmerkingen maken over de wet, aan om te kijken naar artikel 9, lid 3, want daarin staat wel degelijk dat de Tweede Kamer een rol heeft.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Ronnes van de CDA-fractie.

De heer Ronnes (CDA):

Voorzitter. Vanochtend heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een conflict tussen een huurder en de Belastingdienst. De uitspraak houdt samengevat in dat de Belastingdienst inkomensgegevens van huurders van sociale huurwoningen niet aan de verhuurder mag verstrekken. Dit moet volgens de Raad van State expliciet in de wet worden opgenomen. De gevolgen zijn heel groot, want de inkomensgegevens zijn cruciaal voor het gevoerde beleid bij de inkomensafhankelijke huurverhoging. Ik verzoek daarom om een debat met de minister, dat vooraf wordt gegaan door een brief waarin de minister toelicht hoe hij wil omgaan met die uitspraak. Een aantal sprekers in de zaal zal zeggen dat we al een brief hebben ontvangen. Die hebben we inderdaad ontvangen, maar daarin wordt aangegeven dat er nog bekeken wordt hoe omgegaan zal worden met de uitspraak.

Ik wil nog iets toevoegen. Morgen vindt het laatste deel van het debat over het wetsvoorstel Wet doorstroming huurmarkt 2015 plaats. Het is niet mogelijk om dat debat zinvol af te ronden als niet eerst glashelder in beeld is wat de eventuele gevolgen zijn van de uitspraak van de Raad van State. De minister heeft in zijn brief aangegeven dat hij dit punt gerepareerd heeft in de nieuwe wet, maar zou het niet verstandiger zijn om daar als Kamer eerst een spoedadvies over te vragen aan de Raad van State?

De voorzitter:

Dit zijn dus drie verzoeken.

De heer Bashir (SP):

De uitspraak van de Raad van State is goed nieuws voor de huurders. Wat de SP-fractie betreft, kan de inkomensafhankelijke huurverhoging dit jaar niet doorgaan. Stop daarmee, want de Raad van State is duidelijk geweest. Ik verzoek de minister van Binnenlandse Zaken om dat ook aan de woningcorporaties te communiceren opdat ze de huurverhogingen niet doorvoeren.

De voorzitter:

Dat is een standpunt. Het gaat nu om het verzoek van de heer Ronnes.

De heer Bashir (SP):

Het is ook een verzoek om informatie. Ik verzoek de minister dus om dat te doen.

De heer Sjoerdsma (D66):

Steun voor het verzoek om een debat en de brief.

Mevrouw Klever (PVV):

Steun voor het debat en de brief.

De heer Van der Linde (VVD):

De brief ligt er, net als de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. We moeten dit zo snel mogelijk regelen. De snelste manier is om het debat van morgen daarvoor aan te grijpen. Mijn voorstel is om dat te doen.

De voorzitter:

U geeft geen steun.

De heer Van der Linde (VVD):

Geen steun voor meer maatregelen.

De heer Albert de Vries (PvdA):

Ik ben het grotendeels eens met collega Van der Linde. Er is een brief. Daarin staat dat het voor de toekomst gerepareerd wordt. De vraag is nu wat er gebeurt met de inkomenstoetsen die plaatsgevonden hebben. Het debat van morgen is daarvoor geschikt. Ik vraag de minister om in de brief waarom de heer Ronnes vraagt, uiteen te zetten hoe hij denkt dat te kunnen repareren. Morgen kunnen we dat in het debat meenemen.

De voorzitter:

Ik zie de heer Bashir opnieuw bij de interruptiemicrofoon. Is hij iets vergeten?

De heer Bashir (SP):

Het verloop van de behandeling van het wetsvoorstel wordt wel heel rommelig als we nu ook nog dit onderwerp bij het debat van morgen betrekken. Ik ben er voorstander van om deze twee onderwerpen gescheiden te houden.

De voorzitter:

Desalniettemin is er geen meerderheid voor uw verzoek, mijnheer Ronnes.

De heer Ronnes (CDA):

Dat is jammer.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Hiermee zijn we gekomen aan het einde van de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven