11 Extra regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Van Ark.

Mevrouw Van Ark (VVD):

Voorzitter. Vorige week debatteerden we in deze zaal over het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Dat hebben we geschorst na de eerste termijn omdat er een amendement voorlag waaraan de weging van het kabinet nog ontbrak. Meerdere fracties, waaronder die van mij, gaven aan dat die weging van dat amendement cruciaal was voor wat er in de tweede termijn door de Kamer gezegd zou worden. Het kabinet zou zich buigen over het amendement en met een weging komen. We zouden dan deze week — de wenselijkheid daarvan hadden we ook uitgesproken — de tweede termijn doen. Die staat geagendeerd voor morgen. Nu hebben we een brief gekregen van de regering waarin staat dat de beschouwing van het amendement meer tijd vergt dan aanvankelijk was voorzien. Er zijn een hoop mensen die het debat morgen willen volgen, die ook op de publieke tribune willen zitten en die best moeite hebben om hiernaartoe te komen omdat zij bijvoorbeeld een beperking hebben en speciaal vervoer nodig hebben. Ik vind dat we ons zo snel mogelijk moeten uitspreken over het al dan niet doorgaan van dit debat. Ik heb vanuit de VVD-fractie aangegeven dat de weging van dit amendement cruciaal is voor de tweede termijn en de advisering over het wetsvoorstel. Daarom verzoek ik om de behandeling van het debat dat staat gepland voor morgen, uit te stellen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Die tolken en dat vervoer zijn natuurlijk al geregeld. Daarom was ik ook zo blij dat u en uw ondersteuning uw best hebben gedaan om het debat over de commissie-Oosting wel vandaag te doen, zodat we morgen de tweede termijn zouden kunnen doen. Ik vind dat het kabinet best wat harder had kunnen werken en die informatie gewoon had moeten hebben. Ik zou dat heel graag morgen willen bespreken in de tweede termijn. Dan kunnen we morgenavond stemmen. Mensen hebben lang genoeg gewacht.

De heer Van Gerven (SP):

Ik voel niets voor uitstel. Het is al de tweede keer dat uitstel wordt beoogd. Er zijn nog een heleboel zaken te bespreken, dus wat mij betreft gaan we morgen gewoon aan de slag met de tweede termijn. De mensen met een beperking wachten al heel lang. Zij hebben wel recht op dat debat. Wat mij betreft dus geen uitstel.

De heer Van der Staaij (SGP):

Heel vervelend als het tot uitstel van het debat zou komen. Ik kan er echter zelf niet omheen. We hebben gezegd dat het cruciaal is om die informatie van het kabinet te hebben. Die hebben we nog niet, dus wat mijn fractie betreft kunnen we het debat morgen niet afronden. Dan is het beter om toch nu te zeggen dat we het zo snel mogelijk na het reces inplannen. De zaak moet immers ook niet eindeloos voortslepen. Ik steun dus, onder protest, het voorstel om het uit te stellen.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

De PvdA is geen voorstander van uitstel. We hebben vorige week met elkaar een debat gevoerd en dat zouden we deze week afronden. Ik steun dus geen uitstel.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik sluit me gemakshalve aan bij de woorden van de heer Van Dijk.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Er gebeurt hier wel iets raars. We hebben het debat van vorige week verschoven omdat er een nieuw amendement was van de heer Van Dijk en mevrouw Voortman waar het kabinet naar moest kijken. We hebben het verschoven omdat er een brief moest komen van het kabinet en vanwege de zorgvuldigheid. Het kabinet geeft aan dat de brief er niet kan zijn en nu steunen de indieners het verschuiven van het debat niet. Dat bevreemdt mij. Vanuit de zorgvuldigheid en de vragen die zijn gesteld, ook door collega's, steun ik het verzoek van de VVD. Ik wil niet dat de tribune morgen vol zit met mensen die hier voor niets komen. Dat vind ik het belangrijkst en dat kunnen we vanavond met elkaar besluiten.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik vind dit eigenlijk echt een heel gênante vertoning. We hebben vorige week het debat geschorst met het idee dat het kabinet met een brief zou komen. Er is echt ruim een week verstreken en die brief is er wel, maar er staat in dat er geen brief is. Ik vind het een buitengewoon ingewikkelde situatie. In ogenschouw nemend dat er morgen zo veel mensen hierheen komen en dat zij daar ook vervoer voor geregeld hebben, tolken voor geregeld hebben, et cetera en dat er een zwaarwegend amendement ligt dat ook door mijn fractie ondertekend is, denk ik toch dat ik dit verzoek niet ga steunen.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik heb in de eerste termijn over dat amendement of eigenlijk over algemene toegankelijkheid gezegd: mijn hart zegt ja, maar mijn hoofd heeft nog wel een flink aantal vragen.

De voorzitter:

Dus?

Mevrouw Keijzer (CDA):

Een van de redenen waarom het debat vorige week is uitgesteld, is om duidelijk te krijgen wat de implicaties ervan zijn. Die duidelijkheid ligt er nu niet. Juist om te voorkomen dat mensen morgen voor niets komen, denk ik dat het goed is om het nu uit te stellen. Daarom steunt het CDA het verzoek, maar met de aantekening dat ik er wel teleurgesteld in ben dat het kabinet het blijkbaar niet voor elkaar weet te krijgen om antwoord te geven op de vragen die er liggen.

Mevrouw Agema (PVV):

De heer Van Dijk heeft de behandeling van dit verdrag enorm gedifficulteerd met zijn amendement. Zijn staatssecretaris zegt nu: ik kan dit niet beantwoorden.

De voorzitter:

Nee, niet inhoudelijk, mevrouw Agema. Wel of niet steun voor het verzoek.

Mevrouw Agema (PVV):

Sorry? Mevrouw Van Ark staat hier de kooltjes uit het vuur te halen voor de heer Van Dijk! Laten wij wel wezen. En ik vind haar heel moedig, want heel goed is het mogelijk dat de heer Van Dijk straks op Twitter mevrouw Van Ark nog een mes in de rug steekt, zoals hij dat bij mij ook deed vorige week.

De voorzitter:

Steunt u het verzoek?

Mevrouw Agema (PVV):

Ik steun het verzoek van mevrouw Van Ark.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik wil graag eventjes reageren op wat mevrouw Bergkamp van D66 aangaf. Het kabinet stuurt om vier uur 's middags een briefje met: wij hebben de informatie nog niet bij elkaar. Ik denk dat het kabinet dat best had kunnen doen. Er is vorige week donderdag geschorst. Dan had die informatie er toch gewoon moeten zijn? Daarom wil ik het debat heel graag laten doorgaan. Die informatie had er namelijk best kunnen zijn.

De heer Klein (Klein):

Een debat over mensen met een beperking moet je zorgvuldig doen. Daarom steun ik het voorstel.

De heer Krol (50PLUS):

Ik ben het eens met collega Voortman.

De voorzitter:

Mevrouw Van Ark, ik zie dat er een meerderheid is voor uw verzoek om het debat uit te stellen. Wij zullen daar in de planning na het reces rekening mee houden.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik wil graag een punt van orde maken. Nu een meerderheid van de Kamer hiertoe heeft besloten, zou ik het heel chic vinden als er een gebaar komt vanuit de Tweede Kamer voor de kosten voor vervoer en tolken die zijn gemaakt voor morgenmiddag en die niet meer geannuleerd kunnen worden.

De voorzitter:

Nee. Dat verzoek gaan wij hier niet bij de regeling van werkzaamheden regelen. Ik denk dat het goed is dat jullie daar als commissie met elkaar over in gesprek gaan.

De vergadering wordt van 16.59 uur tot 18.01 uur geschorst.

Naar boven