3 Vragenuur: Vragen Fritsma

Vragen van het lid Fritsma aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht "IS-beul is hier veilig". 

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Ik hoef niet te herhalen dat het kabinet helaas hard op weg is om van ons land één groot asielzoekerscentrum te maken. Alle asielzoekers die dat willen, worden hier binnengelaten. Dat geldt helaas ook voor oorlogsmisdadigers, beulen en genocideplegers. Deze criminelen komen hier niet alleen heel gemakkelijk binnen, maar daarnaast worden ze ook vrijwel nooit ons land uitgezet na afwijzing van hun verblijfsaanvraag. 

Dit kabinet heeft van Nederland een veilige haven gemaakt voor mensen die de meest gruwelijke daden hebben begaan. Dat geldt ook voor Syrische oorlogsmisdadigers; ook zij kunnen hier rustig blijven rondlopen, in de wetenschap dat zij door deze staatssecretaris niet worden uitgezet. De beulen worden beschermd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de staatssecretaris vindt dat tot nu toe prima. 

Maar dit is natuurlijk onhoudbaar. Ik roep de staatssecretaris op om dit verdrag per direct op te zeggen. Het is immers ronduit onacceptabel dat we hier opgezadeld worden met Syriërs die bloed aan hun handen hebben. Volgens het kabinet zouden er nu nog geen IS-terroristen in ons land zijn, voor wat het waard is. Maar er mag ook geen plaats zijn voor bijvoorbeeld de islamitische beulen van Assad. Iedere oorlogsmisdadiger die hier is, is er één te veel. Voor zover deze criminelen nog niet kunnen worden uitgezet, moeten ze natuurlijk in ieder geval worden vastgezet. Waarom doet de staatssecretaris dat niet? Waarom laat hij deze gevaarlijke mensen rustig op straat rondlopen? 

Ten slotte. Ook dit punt bewijst weer dat we de Nederlandse grenzen moeten sluiten en geen enkele asielzoeker meer moeten toelaten, want wat je niet binnenhaalt, hoef je ook niet uit te zetten. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Voorzitter. De mensen van IS die ons bedreigen, zijn natuurlijk een grote kopzorg voor de hele samenleving en een groot punt van aandacht voor de regering. Dat is dan ook de reden dat we een breed scala aan maatregelen hebben om deze mensen zo vroeg mogelijk in de smiezen te krijgen en zo stevig mogelijk aan te pakken, om te zorgen dat zij geen bedreiging meer vormen voor onze samenleving. 

Ik begrijp het heel goed als mensen denken: die terreurgroep houdt vooral huis in Syrië, er komen veel mensen uit Syrië als hiernaartoe, die vluchten voor die terreurgroep, zit daar geen link tussen; lopen we geen risico? Ik kan dat natuurlijk niet uitsluiten, daarom zijn we er heel erg alert op, zowel aan het begin van de vreemdelingenketen als ook bij veiligheidsdiensten en politie. Het is echter wel goed om te zeggen dat het niet een heel waarschijnlijke route is voor veel IS-strijders met terroristische plannen om zich in Nederland te vermengen in de vluchtelingenstroom. Er is één voorbeeld geweest van iemand die probeerde om met dat doel naar Italië te gaan, maar die is gepakt, omdat de diensten over die informatie beschikten. 

We zijn er dus alert op, maar ik wil wel benadrukken dat er op dit moment nog geen 1F-status voor oorlogsmisdaden is tegengeworpen waardoor iemand geen asiel kreeg omdat hij lid was van IS. We blijven er alert op, maar het is goed om de feiten helder te hebben. Het is niet de meest logische route. Helaas hebben zij vaak een beter netwerk buiten de stroom om waarin je veel zichtbaarder bent, zeker als je ook nog in de asielprocedure je vingerafdrukken afgeeft, waardoor je een grotere kans loopt om gesnapt te worden. Die signalen worden namelijk uitgewisseld. 

Dit over IS-strijders en het risico dat zij zich in de asielstroom bevinden. Daarnaast blijven we alert op iedereen in de asielstroom. Ongeacht om wie het gaat, wordt er altijd gekeken of er indicaties zijn dan wel signalen van derden zoals andere asielzoekers die ons erop attenderen dat er misschien iets is met een bepaalde persoon. Dit wordt allemaal meegenomen in de procedure. Als wij aanleiding hebben om te vermoeden dat iemand betrokken is geweest bij internationale misdrijven zoals bedoeld in artikel 1F Vluchtelingenverdrag, wordt op grond daarvan de vergunning geweigerd. 

De heer Fritsma (PVV):

De vergunning wordt misschien geweigerd, maar de vervolgstap wordt niet gezet. Het gaat natuurlijk om de uitzetting. De uitzetting vindt niet plaats. Zelfs deze staatssecretaris kan toch niet verdedigen dat juist oorlogsmisdadigers vaak niet bang hoeven te zijn voor uitzetting? De staatssecretaris zegt dat niemand wordt uitgezet naar Syrië, wie het ook is. Of het nu een terrorist of een beul van Assad is, het maakt niet uit. De staatssecretaris zegt: jullie kunnen in Nederland blijven, want ik ben niet van plan om dat Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens op te zeggen. Dat verdrag beschermt de verkeerde mensen. Ik vraag de staatssecretaris nogmaals om dat verdrag op te zeggen, want wij kunnen hier niet opgezadeld blijven zitten met oorlogsmisdadigers, of dat nu IS'ers of beulen van Assad zijn. Daar gaat het om. 

Verder wil ik de exacte stand van zaken op dit moment graag weten. Hoeveel 1F'ers zijn er nu? Hoeveel Syriërs betreft het? Zit er echt niemand vast? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Ik snap het dilemma wel, maar je moet niet denken dat je het probleem kunt oplossen door heel hard "ze motten maar terug" te roepen. Het lijkt me in ieder geval goed om te constateren dat wij het erover eens zijn dat dit soort types onder het verdrag geen recht op bescherming of asiel heeft. Ze krijgen dus ook geen voorzieningen in Nederland en ze hebben niet het recht om hier te blijven. Daarnaast bekijken wij of ze in de tussentijd voor een langere periode in een ander land zijn geweest. Dan kunnen wij ze uitzetten op grond van het veilige derde land. Wij zijn hier dus wel degelijk actief in. 

Als dat niet kan, zegt het verdrag inderdaad dat je ze niet terug kunt sturen naar Syrië. Wel vraag ik mij af of wij deze mensen graag terug zouden willen sturen naar Syrië, als wij dat verdrag zouden opzeggen. Dan zouden ze daar weer verder kunnen vechten tegen ons en tegen burgers die voor hen moeten vluchten. Ik vind het dus ook praktisch gezien iets te makkelijk om te zeggen dat je ze maar terug moet sturen, want wij willen ze juist bestrijden. Je moet niet alleen bekijken of je genoeg informatie hebt om deze mensen een asielvergunning te onthouden, maar ook of je genoeg informatie hebt om ze strafrechtelijk te vervolgen. Daarom wordt er in deze gevallen contact opgenomen met het Openbaar Ministerie, om te bekijken of er genoeg bewijs is om iemand voor de rechter veroordeeld te krijgen. Dan zit hij vast en zit hij ook veilig vast. 

De heer Fritsma (PVV):

Dat is geen antwoord op mijn vraag. Hoeveel zitten er nu dan vast? En hoeveel 1F'ers zijn er nu precies? Hoeveel Syriërs betreft het? Die feiten wil ik graag weten. 

Het stelt mij bovenal echt teleur dat de staatssecretaris het beleid niet wil veranderen. Hij blijft achter dat Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens staan. Hij accepteert dat Nederland daarmee onveiliger wordt, omdat wij hier opgescheept raken met Syrische oorlogsmisdadigers. Dat kan toch niet? De staatssecretaris laat iedereen binnen die dat wil. Hij krijgt bijna geen illegaal weg. Maar als zelfs oorlogsmisdadigers niet hoeven te vrezen voor uitzetting, is het einde toch zoek? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Los van een aantal karikaturen in de inbreng van de heer Fritsma kan ik hem vertellen dat er over 2014 40 zaken van Syriërs aan de unit 1F zijn voorgelegd, terwijl in 10 zaken artikel 1F is tegengeworpen. Over meer actuele cijfers zal ik de heer Fritsma schriftelijk informeren, omdat ik die nu niet meteen heb. Die kunnen ook per dag veranderen. 

Daarnaast is het iets te makkelijk om te zeggen dat ze opeens wel allemaal uitzetbaar zijn als je het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens opzegt. Dat zou namelijk praktisch nog steeds niet het geval zijn. Je kunt sowieso niet echt een vliegtuig naar Syrië sturen dat daar landt, zodat mensen overgedragen kunnen worden aan de bevoegde autoriteiten. Los van het idee dat met het opzeggen van een verdrag de werkelijkheid opeens verandert, lijkt het mij goed om deze mensen in ieder geval asiel te onthouden. Waar mogelijk moeten wij ze vervolgen en voor het gerecht slepen. In alle andere gevallen zullen wij ook onze diensten en politie op de hoogte brengen, zodat deze mensen gevolgd kunnen worden en zodat beoordeeld kan worden of zij los van een oorlogsverleden elders een bedreiging vormen voor Nederland. Bij IS'ers neem ik dat ook meteen aan, maar in alle andere 1F-zaken is dat niet automatisch het geval. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Wij hebben destijds veel geleerd van de Rwandese vluchtelingen die naar Nederland kwamen en zich schuldig hadden gemaakt aan ernstige misdrijven. Ik ben blij om te horen dat Nederland goed naar deze zaken kijkt en ook 1F tegenwerpt. Ik heb hierover een vraag aan de staatssecretaris die mij ook altijd wordt gesteld, namelijk wat er gebeurt met verklaringen van vluchtelingen die zeggen dat zij iemand herkennen. Is er een mogelijkheid voor de IND dan wel de Vreemdelingenpolitie om iets te doen met verklaringen van vluchtelingen die zeggen dat zij mensen herkennen of iets over hen zouden kunnen vertellen? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Zeker. Als wij die signalen krijgen, nemen wij die mee als je moet beoordelen of je zo'n onderzoek moet opstarten en ook in het onderzoek zelf. In deze moderne tijd ontvangen wij steeds meer signalen via bijvoorbeeld social media. Die moeten natuurlijk worden geverifieerd, maar wij zijn niet blind voor die informatie. Als er informatie is over potentiële oorlogsmisdadigers die in Nederland in een procedure zitten, ontvangen wij die graag zodat wij die erbij kunnen betrekken, een zo goed mogelijk oordeel kunnen geven en asiel kunnen onthouden. Je wilt niet dat mensen die zijn gevlucht voor beulen en in Nederland terecht zijn gekomen, hier hun tegenstanders tegenkomen waarvan zij het slachtoffer werden. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Asiel onthouden én vervolgen. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Vervolging als het kan, zeker. 

De heer Bosma (PVV):

De staatssecretaris vertelt hoe alert hij wel niet is. Iedereen wordt in de gaten gehouden et cetera, we hoeven ons nergens zorgen over te maken. Gisteren zei de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding, de heer Schoof, echter iets heel anders. Ik citeer: "Door de grote toestroom in de Schengenzone is het internationaal niet mogelijk alle personen nauwkeurig te identificeren en te screenen." Bevestigt de staatssecretaris de woorden van de heer Schoof? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Zeker. Het zou alleen zonde zijn om het bij dit selectieve citaat te laten. Hij heeft namelijk ook aangegeven dat de diensten alert informatie uitwisselen, wat ertoe heeft geleid dat iemand van een boot is gehaald nog voordat die in dit geval Italië had bereikt. Hij heeft ook aangegeven dat er geen signalen zijn die bevestigen dat terroristen de asielinstroomroute grootschalig of georganiseerd gebruiken om te vermengen. Natuurlijk weet je graag sneller wie er Europa binnenkomt. Daarop drukken wij ook richting de landen waar zij binnenkomen. Daarom vindt Nederland dat Europa de screening en registratie gezamenlijk moet oppakken en dat wij ons niet moeten verstoppen en niet moeten wachten totdat zij ongescreend via allerlei landen hier zijn gekomen. 

De voorzitter:

Dank u wel voor uw antwoorden en dank voor uw komst naar de Kamer. 

Naar boven