5 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Dik-Faber (34 199, nr. 43). 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Veldhoven. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Hartelijk dank, voorzitter. Wij hebben net het AO Milieuraad gehad. Als wij daarover nog moties willen indienen, moet dat vandaag. Ik zou dus graag een kort VAO willen houden. 

De voorzitter:

Dat gaan we doen. We gaan het zelfs meteen doen. Ik hoop dat ik u daarmee niet overval! Ik stel voor dat wij de rest van de regeling van werkzaamheden na de stemmingen doen. Dan gaan we nu eerst het VAO doen. Daarna gaan we de stemmingen doen die er al stonden en stemmen wij waarschijnlijk ook over de moties die zo meteen ingediend worden. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Mag ik u verzoeken om vijf minuutjes te schorsen? Er wordt namelijk nog even geprint. Zo simpel is het. 

De voorzitter:

Dat wij het op deze manier zouden doen, is ook al gecommuniceerd. Wij hebben voor vanavond een initiatiefwetsvoorstel van drie collega's op de agenda staan. Vanmiddag zijn wij nog met het energiedeel van de begroting bezig. Ik probeer iedereen vandaag een beetje op te jagen om te doen wat nodig is, zodat wij allemaal tegemoet kunnen komen aan de wensen die er leven. Mijn grote voorkeur heeft het dus om het VAO nu direct te laten plaatsvinden. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik vind het ook prima om dan alvast met de andere sprekers te beginnen. Dat is geen enkel probleem, maar dit is een kwestie van printen van de tekst. Zonder tekst is het lastig om een motie aan de collega's ter beschikking te stellen. Maar er wordt inmiddels aan gewerkt! Ik vind het goed als een collega eerder gaat. 

De voorzitter:

Weet u wat wij doen? Wij gaan gewoon eerst de rest van de regeling van werkzaamheden doen. Dan kunt u printen en ga ik verder met de regeling van werkzaamheden. 

Het woord is aan de heer Bashir van de SP. 

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Wij hebben een paar weken geleden een debat gehad over ProRail. Halverwege de eerste termijn van de staatssecretaris hebben wij toen besloten om het debat te schorsen en later voort te zetten. Mijn verzoek is om dat debat in te plannen op de dinsdag meteen na het reces. 

De voorzitter:

Wij hadden daar eerder iets over afgesproken. U vraagt mij nu om het debat direct na het reces in te plannen. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Dat lijkt me een goed idee. Als ik goed geïnformeerd ben, hebben wij die week ook de begrotingsbehandeling van I en M. Gezien de manier waarop het debat is verlopen, lijkt het mij bijzonder om de begroting te behandelen zonder eerst dit debat te hebben. 

Mevrouw De Boer (VVD):

Ik ben er ook voor om het debat op dinsdag af te ronden. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik sluit me graag aan bij de woorden van de heer Dijkgraaf. 

De voorzitter:

Het is echt handig als ik de steun van een meerderheid heb. Het is momenteel heel druk en er zijn heel veel verzoeken voor debatten. Mijnheer Madlener, uw fractie steunt het verzoek ook, begrijp ik? Dan heb ik de steun van de meerderheid van de Kamer. Dank u. Wij gaan het doen, mijnheer Bashir. 

De heer Bashir (SP):

Dank u wel. 

De voorzitter:

Het woord is nu aan de heer Van Gerven van de SP. Die is er nog niet? Dan kijken wij of hij straks nog binnenkomt en geef ik eerst het woord aan de heer Segers van de ChristenUnie. Ja, ik ben vandaag als was in uw handen. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Mevrouw de voorzitter. Er is een mol ontdekt bij de recherche. Vandaag is er een nieuwe onthulling gedaan, namelijk dat de AIVD een negatief advies heeft gegeven over de aanstelling van deze man bij de recherche. Dat roept natuurlijk vragen op. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Is het vaker gebeurd? Is er gevaar voor anderen? Heeft dit te maken met de bezuinigingen op de AIVD? Hoe kunnen wij dit voorkomen? Ik wil graag een brief over deze zaak. De minister heeft al aangekondigd dat hij dit gaat onderzoeken. Ik wil graag een nader onderzoek. Als de brief en het onderzoek naar de Kamer komen, zou ik daar graag een debat over hebben. 

De voorzitter:

U weet dat u niet zomaar een brief mag vragen, dus er wordt ook een debat aangevraagd. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Zeker, daarom vroeg ik een debat aan. 

De voorzitter:

Oké. 

Mevrouw Tellegen (VVD):

Steun voor deze lijn. Er is behoefte aan een debat, maar na een brief en een onderzoek; dus in die volgorde. 

Mevrouw Kooiman (SP):

Het verzoek is zeer terecht en wordt gesteund door de SP-fractie. 

De heer Oskam (CDA):

Ik hijg nog. Ik dacht dat we de regeling na de stemmingen hadden, maar ik heb het binnen tien seconden gehaald. Steun, maar ik vind dat ook de minister van Binnenlandse Zaken erbij moet zijn, omdat wij niet weten of de AIVD een verkeerde rol heeft gespeeld. 

De voorzitter:

Ik zal het noteren. U bent geslaagd voor uw fitheidstest. 

De heer Marcouch (PvdA):

Het is een ernstig onderwerp. Het is dinsdag ook aan de orde geweest in het vragenuur. De minister heeft een onderzoek aangekondigd. Er loopt een onderzoek. Wij krijgen dus graag eerst een brief over dit onderwerp en willen daarna bezien of wij een debat gaan voeren. 

De voorzitter:

Op dit moment is er nog geen steun voor een debat, begrijp ik. 

De heer Marcouch (PvdA):

Eerst de brief. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Steun voor een debat. Het debat wordt natuurlijk beter als wij de desbetreffende informatie hebben. 

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Eerst een brief. Er vindt nog onderzoek plaats. Het heeft weinig nut om hierover te praten, als dat onderzoek nog niet afgerond is. 

De voorzitter:

Er zijn meer leden geslaagd voor de fitheidstest vandaag! 

Mijnheer Segers, u hebt de steun van de meerderheid van de Kamer voor al uw verzoeken en ook in die volgorde: eerst de brief en het onderzoek en daarna gaan wij het debat plannen, met vier minuten spreektijd per fractie. Dat past ook ongeveer op onze planning. 

Het woord is aan mevrouw Kooiman, die namens de heer Van Gerven een verzoek gaat doen. 

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. RTL Nieuws deed onderzoek naar het declaratiegedrag van onder andere zorginstellingen. Van de 188 aangeschreven zorginstellingen wilden maar vier — ik herhaal: vier — zorginstellingen hun declaraties en bestuurskosten prijsgeven. Het gaat om publiek geld. Publiek geld mag geen publiek geheim worden en zijn. Ik vraag dan ook graag een debat aan met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

In dit soort discussies vraag je je altijd af of er iets is wat het daglicht niet kan verdragen. Misschien is er niets, maar dan moet je daarover openheid geven, zeker omdat het gaat over publiek geld. Steun dus voor dit verzoek. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Wij steunen het verzoek om een debat niet, maar willen wel een brief waarin de minister reageert op deze situatie. 

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Wij vinden dit zo'n bijzondere situatie dat ik samen met mijn collega van de VVD hierover al schriftelijke vragen heb gesteld aan de minister. Onder andere hebben wij haar gevraagd om in gesprek te gaan met deze sector. Wij steunen graag een brief en willen dat onze vragen daarin worden beantwoord, zodat wij daarna met de minister hierover kunnen spreken. Dat kan ook in een algemeen overleg. Dan hebben wij sneller een debat met de minister. 

De voorzitter:

Dat betekent dat u geen steun geeft aan het verzoek om plenair hierover te debatteren. 

Mevrouw Klever (PVV):

Het gaat om publiek geld waarover gewoon verantwoording afgelegd hoort te worden. Steun dus voor een debat. 

De heer De Lange (VVD):

Bij publiek geld hoort een publieke moraal. Dat is de reden waarom wij vragen hebben gesteld. Wij krijgen daar graag snel antwoord op. Op dit moment geen steun voor een debat. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik ben benieuwd naar het antwoord op de Kamervragen die al zijn gesteld. Laten we dat betrekken bij een algemeen overleg. 

De voorzitter:

Mevrouw Kooiman, u hebt brede steun voor de brief met informatie. Mevrouw Bouwmeester zei: als onze vragen daarin worden beantwoord, vinden we het ook prima. Na ommekomst van die brief wil de meerderheid beoordelen op welke wijze zij in gesprek zal gaan met de regering. U hebt dus geen steun van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een plenair debat. 

Mevrouw Kooiman (SP):

Ook wij hebben schriftelijke vragen gesteld, omdat wij opheldering willen. Dat sluit niet uit dat wij hierover ook plenair willen debatteren. Volgens mij heb ik voldoende steun voor een dertigledendebat, dus dan wordt het een dertigledendebat. 

De voorzitter:

Wij voegen dat toe aan de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Dat geldt overigens ook voor het verzoek van de heer Segers. Ik was vergeten te zeggen dat ik het stenogram van dat gedeelte van de vergadering zal doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Aukje de Vries van de VVD. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Voorzitter. Het Financieele Dagblad berichtte vanochtend over de regeldruk bij kleine banken en nieuwe toetreders naar aanleiding van een Actal-onderzoek. Wij zijn een groot voorstander van meer concurrentie en meer nieuwe toetreders. Daarom vragen wij een debat aan, in te plannen nadat het kabinet een reactie op dat onderzoek heeft gegeven. 

De heer Koolmees (D66):

Steun voor een debat na een kabinetsreactie. 

De heer Groot (PvdA):

Gebrek aan concurrentie is een groot probleem. De rente is historisch laag, maar de tarieven die de bedrijven moeten betalen zijn historisch hoog. Dus warme steun voor dit debat. 

De voorzitter:

Warme steun. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ook steun. 

De voorzitter:

Mevrouw De Vries, u hebt ruime steun van de Kamer, dus wij gaan dat debat inplannen zodra de kabinetsreactie er is. Ik begrijp uit uw woorden dat die er sowieso al komt. De spreektijd is vier minuten per fractie. 

Dan geef ik het woord aan de heer Monasch. 

De heer Monasch (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Wij hopen dat u na het herfstreces een VSO cultuurbeleid wilt inplannen. Dat is deze week van de agenda gegaan. Er is een dringend verzoek vanuit het ministerie om dat zo vroeg mogelijk in de week te bespreken met stemmingen, omdat eventuele besluiten aan het eind van de week nog moeten worden verwerkt in een besluit van de minister. Dat besluit moet voor 1 november gepubliceerd worden. Daarom verzoek ik om dat aan het begin van de week na het herfstreces te plannen met stemmingen aansluitend. 

De voorzitter:

Dat gaan wij op die manier regelen. Dat zult u dan volgende week op het schema terugvinden. 

Naar boven