5 Vragenuur: Vragen Elias

Vragen van het lid Elias aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het categorisch weigeren van BNR-reclames voor televisie door de STER. 

De heer Elias (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Vanmorgen maakte de hoofdredacteur van BNR Nieuwsradio op zijn eigen zender bekend dat BNR overweegt juridische stappen te zetten gericht tegen de Ster, die verantwoordelijk is voor de reclame op de Nederlandse publieke omroep. BNR doet dat omdat BNR-reclames categorisch worden geweigerd op alle radio- en tv-kanalen van de publieke omroep. Daardoor kan de nieuwszender een brede publiekscampagne slechts beperkt inzetten. De Ster biedt andere media, zoals FOX, om maar eens een voorbeeld te noemen, en Netflix wél de gelegenheid om te adverteren. Dit lijkt tegenstrijdig en het beperkt een commercieel bedrijf in de bedrijfsvoering. Vandaar dat ik de volgende vragen wil stellen. Wat vindt de staatssecretaris van dit beleid van de Ster? Is dit wel toegestaan? Is een mogelijke bevoordeling van de concurrentie niet een veel te licht argument voor het volledig weigeren van BNR-reclames op alle platforms van de publieke omroep? Worden alleen reclames van BNR geweigerd, of komt dit ook bij andere media voor? Waarom wordt aan concurrenten als FOX en Netflix dan wel ruimte geboden? Hoeveel geld loopt de Ster jaarlijks mis door het weigeren van reclames? Met andere woorden: hoeveel geld moet de belastingbetaler jaarlijks bijpassen als gevolg van dit beleid? In juni 2012 heeft toenmalig minister Van Bijsterveldt op vragen van mevrouw Van Miltenburg van de VVD-fractie geantwoord: "Dit is inderdaad een gebruik, maar ik moet ook zeggen dat ik mijn wenkbrauwen optrek en ik zal dit ook nagaan". Wat is hier vervolgens mee gebeurd? Ik hoor dat graag van de staatssecretaris. Klopt het dat de publieke omroep zelf wel adverteert op BNR? Is dat niet ernstig hypocriet nu BNR deze mogelijkheid andersom niet heeft? Is de staatssecretaris tot slot bereid om het Commissariaat voor de Media een onderzoek te laten doen naar de juridische basis voor een dergelijk algemeen verbod? 

Staatssecretaris Dekker:

Voorzitter. De heer Elias vraagt of dit mag. De Ster is een media-instelling, vastgesteld bij de wet. De Ster heeft zelf de verantwoordelijkheid om vorm en inhoud van de uitzendingen te bepalen. Bij de Mediawet heeft de Ster op dat vlak ook een programmatische autonomie. Met andere woorden: zij maakt zelf de afweging om enerzijds zo veel mogelijk reclametijd te verkopen en anderzijds de kijkers en luisteraars niet te verliezen aan de concurrenten. Worden dan alleen de reclames van BNR geweigerd? Volgens mij zijn in deze Kamer al eerder soortelijke vragen gesteld over spotjes van 538. Dan kom ik op de vraag waarom wel reclames van FOX en Netflix worden uitgezonden. Dat zijn betaaldiensten, dus ik kan me voorstellen dat de Ster daarin een andere afweging maakt. Hoeveel geld wordt er misgelopen en wat merkt de belastingbetaler daarvan? Ik denk niet dat de belastingbetaler daar onmiddellijk wat van merkt. De Ster zal immers zelf een afweging maken van wat het oplevert om bepaalde advertenties en spotjes uit te zenden en van wat het kost als de kijker daardoor eventueel naar de concurrent overloopt. De heer Elias vroeg ook naar eerdere opmerkingen van mijn voorganger over dit onderwerp en wanneer we op die opmerkingen zijn teruggekomen. In de mediabrief van 2013 hebben we invulling gegeven aan die toezegging en ongeveer geantwoord in de lijn die ik zojuist ook volgde. Is het dan niet hypocriet van de publieke omroep? Is het niet zo dat de publieke omroep ook bij BNR adverteert? Ik heb dat op deze korte termijn niet kunnen achterhalen, maar als de heer Elias of BNR zegt dat dat zo is, geloof ik dat onmiddellijk. Ook BNR kan echter zelf kiezen welke advertenties hij plaatst en welke niet. 

De voorzitter:

Dank u wel. O nee, gaat u verder. 

Staatssecretaris Dekker:

De vraag of ik het Commissariaat voor de Media een opdracht wil geven, resteerde inderdaad nog. Dat gaat niet, want het Commissariaat voor de Media is een onafhankelijke toezichthouder. Als BNR een handhavingsverzoek zou indienen bij het Commissariaat voor de Media, zal het daarmee aan de slag gaan. 

De heer Elias (VVD):

Om eerlijk te zijn vind ik dit matig bevredigende antwoorden. We willen overal een gelijk speelveld. Waarom zouden we dat hier dan niet willen? De staatssecretaris zegt dat het in de wet staat. Misschien moeten we dan serieus overwegen om de wet op dit punt te wijzigen. Kan de staatssecretaris daarop ingaan? Want het is geen gelijk speelveld. Verder heeft de staatssecretaris geen tijd gehad om zo snel na te gaan hoe het andersom zit. Mijn informatie luidt echter dat er bij BNR spots te horen zijn geweest voor de VARAgids en de tv-series De Fractie en Speeches van de NPO. Andersom gebeurt dat dus wel. Laat ik het zo zeggen: ik vraag de staatssecretaris in te gaan op de mate waarin hier sprake is van een gelijk speelveld en op de vraag of we niet serieus moeten overwegen om de wet te wijzigen. Dat verhaal van die betaaldiensten is toch een beetje zwak. Als het achter de decoder zit, dan mogen ze wel adverteren bij de Ster, maar als het een echte concurrent is, niet. We hebben toch concurrentie in dit land? Dat geldt toch ook voor de publieke omroep? 

Staatssecretaris Dekker:

Dit zijn afwegingen die de Ster zelf moet maken. Ik denk dat er wel degelijk sprake is van een gelijk speelveld. De Ster heeft een bepaalde mate van autonomie en vrijheid om deze afwegingen zelf te maken en BNR idem dito. Als je die vrijheid hebt, ben je in Nederland niet verplicht om alles uit te zenden wat je krijgt aangeboden. BNR is ook niet verplicht om alle spotjes die hij krijgt aangeboden uit te zenden. BNR kan net zo goed spotjes van de publieke omroep weigeren als de Ster dat doet bij BNR. 

De heer Elias (VVD):

En wat is uw antwoord op de vraag over eventueel nadere wettelijke maatregelen of wijziging van de wet ter zake? 

Staatssecretaris Dekker:

Dat zit niet in de planning. 

De heer Elias (VVD):

Zit dat niet in de planning? Dan gaan we dat daar maar eens op zetten. 

De heer Klein (Klein):

Dit is een beetje in lijn met de discussie die we hiervoor hadden met een lid van het kabinet. Die had een formeel antwoord en hier komt van de staatssecretaris ook een formeel antwoord. Maar wat vindt de staatssecretaris moreel van het feit dat de publieke omroep en de uitvoeringsorganisatie van de publieke omroep, de Ster, zo'n keuze maken? Op die manier gaan we de pluriformiteit van ons medialandschap verengen, omdat we niet naar BNR mogen luisteren via de reclame op de Ster. 

Staatssecretaris Dekker:

Net zo goed als omroepen een bepaalde vrijheid en autonomie hebben om zelfstandig afwegingen te maken over welke programma's ze laten zien met welke kleuring et cetera, heeft de Ster die ook, zo heeft de wetgever bepaald. Ik kan mij heel goed voorstellen dat de Ster afweegt: wat schieten wij ermee op en wat levert het op als je deze spotjes uitzendt? De Ster kan ook gewoon aannemen dat, als hij reclame maakt voor zijn concurrenten, een deel van zijn kijkers en luisteraars misschien wegloopt en dat hij daarmee inkomsten verliest. Ik kan die afweging hier vanachter het spreekgestoelte niet maken. Bij de Ster zitten mensen die dat moeten doen. Ik zie niet in waarom wij hen daarin moeten beknotten. 

De heer Klein (Klein):

Mag ik de staatssecretaris dan vragen om eens heel vrijzinnig met de Ster om de tafel te gaan zitten om het gevoelen dat hier in de Kamer leeft, met het Ster-bestuur te bespreken? 

Staatssecretaris Dekker:

Ik denk dat dat niet nodig is. Wij voeren dit debat nu voor de zoveelste keer. Het is niet de eerste keer dat dit thema terugkomt. De Ster kijkt ook naar dit soort vragenuurtjes. Die ziet dat er een debat is. En ik zou niet weten wat ik met hem moet bespreken en wat dan de boodschap zou moeten zijn. 

De voorzitter:

Dank u wel voor uw antwoorden en dank voor uw komst naar de Kamer. 

De vergadering wordt van 14.58 uur tot 15.01 uur geschorst. 

Naar boven