8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel de Kamer mee dat de Bouwbegeleidingscommissie tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Elias.

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor om het VAO Uitvoering Wet verlaging bezoldigingsmaximum naar aanleiding van het algemeen overleg gehouden op 5 februari, van de agenda af te voeren.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 28286-741, 28286-744 en 26991-445.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Spoor, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 19 maart, met als eerste spreker het lid Van Helvert van het CDA;

  • -het VAO Uitwerking kwaliteitsbrief ouderenzorg, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 19 maart, met als eerste spreker het lid Gerbrands van de PVV.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Fritsma van de PVV.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag een debat aanvragen met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de forse toename van het aantal asielzoekers in de EU-landen. We hebben er net over gesproken tijdens het vragenuur, maar de PVV ziet reden voor een debat, niet alleen omdat het kabinet dit probleem niet wil oplossen maar ook omdat er een asielplan van de VVD ligt waarover die partij gewoon een en ander heeft uit te leggen. Je kunt namelijk niet de ene dag met veel bombarie een asielplan presenteren om de volgende dag te zeggen dat je er helemaal niets mee doet. Er is dus alle reden voor een debat.

De voorzitter:

Er wordt verzocht om steun voor het houden van een debat over de groei van het aantal asielzoekers binnen de EU.

De heer Schouw (D66):

Er wordt een hoop zin en onzin verteld over de toestroom en cijfers rondom asiel. Wij willen dus heel graag een debat om dat op te helderen. Mocht er een meerderheid zijn, dan zouden wij het op prijs stellen om dat debat al volgende week te houden.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ongetwijfeld met andere motieven dan de heer Fritsma steunen wij het verzoek om duidelijkheid te krijgen, zowel over deze cijfers alsook over het VVD-plan. Kan dat gepaard gaan met een brief over de cijfers, inclusief een reactie op het VVD-plan en inclusief de lijst van verdragen die gewijzigd zouden moeten worden als het VVD-plan wordt uitgevoerd? Ik steun dus het voorstel voor een debat.

De heer Azmani (VVD):

Op de agenda van de regeling van werkzaamheden staat ook nog een debataanvraag van mevrouw Voortman. Het lijkt mij juist heel goed dat wij met elkaar het debat aangaan. Het hele idee achter het plan is volgens mij om een oplossing te bieden voor het grote probleem. Wat mij betreft dus steun voor het debat. Wij hadden twee weken geleden in commissieverband al besloten dat we er een debat over wilden voeren.

De voorzitter:

Maar u steunt het voorstel om dat nu plenair te doen, begrijp ik?

De heer Azmani (VVD):

Ja, steun.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik herinner mij vooral dat we tijdens de commissievergadering hebben besloten dat het debat er gaat komen. Daar wacht ik dus op. Plenair zal ik zo dadelijk wel de debataanvraag van mevrouw Voortman steunen, omdat dat over iets anders gaat. Maar het verzoek voor dit debat steunen wij niet.

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Steun voor het debat.

De heer Oskam (CDA):

Ook steun van het CDA.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik volg de redenatie van mevrouw Gesthuizen.

De voorzitter:

Geen steun voor dit debat dus.

Ik zie dat mevrouw Kuiken ervan afziet hierover het woord te voeren.

De heer Fritsma (PVV):

Er is wel een meerderheid, toch?

De voorzitter:

Ja, ik zie dat u de steun hebt van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een debat. Er is verzocht om een brief, vooruitlopend op het debat. Er is ook aangegeven waarover die brief moet gaan. Ik stel voor het verzoek tot die brief in het stenogram door te geleiden naar het kabinet. De spreektijd is vier minuten per fractie.

De heer Fritsma (PVV):

Dank. Het voorstel voor een brief met de kabinetsreactie is natuurlijk prima. Het voorstel om volgende week al het debat in te plannen is ook prima. Ik verzoek dan ook vriendelijk om daar zorg voor te dragen, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

Ik heb niet een meerderheid dát horen zeggen, maar ik zal even informeren en dan zal ik proberen om het zo snel mogelijk in te plannen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Meenen van D66.

De heer Van Meenen (D66):

Voorzitter. De staatssecretaris van Onderwijs heeft de Kamer bij voortduring voorgehouden dat het falen op de rekentoets een kwestie is van op welke school je zit, dat sommige scholen het goed doen en andere slecht. Dat wilde hij illustreren in de uitzending van Brandpunt van dinsdag jongstleden, maar toen bleek dat maar liefst 60% van de leerlingen van de school waar hij hoge verwachtingen van had, de rekentoets ook niet haalde. Ik wil om te beginnen graag een brief van het kabinet waarin in percentages exact wordt uitgedrukt hoeveel scholen nu werkelijk boven bijvoorbeeld 95%, 90%, 85% et cetera scoren en dan per afdeling — dat wil zeggen: mavo, havo, vmbo en vwo — gerangschikt, zodat de Kamer eindelijk ook echt over de feiten kan beschikken. Daarna wil ik graag opnieuw een debat over dit onderwerp voeren.

De voorzitter:

Een verzoek om een debat over de rekentoets in het basisonderwijs, voorafgegaan door een duidelijke brief.

De heer Jasper van Dijk (SP):

In die brief wil ik dan ook graag een antwoord van de staatssecretaris op de vraag of hij de Kamer wel goed heeft geïnformeerd. Hij beweerde daar immers dat heel veel leerlingen slagen voor de rekentoets, terwijl 40% zakt. Daarnaast steun ik het verzoek om de brief en om het debat.

De heer Klaver (GroenLinks):

De soap van de rekentoets gaat door. In weerwil van een meerderheid in het onderwijs wordt toch weer beleid doorgedrukt. Ik zie de staatssecretaris nu alle vragen al meeschrijven, dus ik denk dat we snel een brief kunnen ontvangen van het kabinet om er vervolgens een debat over voeren. Dus steun voor het verzoek van de heer Van Meenen.

De heer Beertema (PVV):

We hebben hier een uitvoerig parlementair debat over gehad. Dit is echt mosterd na de maaltijd. De kruistocht tegen de rekentoets houdt maar niet op. Dus geen steun voor deze aanvraag.

De heer Bisschop (SGP):

Tegen een slecht besluit moet je een kruistocht blijven voeren, lijkt mij. Dus steun voor de brief en het debat.

Mevrouw Straus (VVD):

Geen steun voor het debat, wel voor de brief.

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Steun voor de brief.

De voorzitter:

Geen steun dus voor het debat.

De heer Rog (CDA):

Het is jammer dat de Partij van de Arbeid en de VVD weer dat debat over de rekentoets willen belemmeren. Ik denk dat de heer Van Meenen een punt heeft. Er zijn veel vragen over de kosten die ermee gemoeid zijn en de resultaten die werkelijk geboekt worden. Wat het CDA betreft, komt er dus snel een brief over de rekentoets en wordt daar snel een debat over gehouden.

De voorzitter:

Mijnheer Van Meenen, veel mensen hebben bij de microfoon steun betuigd, maar zij vertegenwoordigen niet de meerderheid van de Kamer. Ik kan wel zeggen dat er brede steun is voor het verzoek om de brief met uitleg. Daar is ook veel toelichting op gegeven. Ik stel dus voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, ondanks het feit dat de staatssecretaris er nu ook bij zit en het al heeft gehoord.

De heer Van Meenen (D66):

Er zijn nog wat toevoegingen gedaan over de inhoud van de brief.

De voorzitter:

Die zullen ook in het stenogram staan.

De heer Van Meenen (D66):

Alle feiten moeten boven tafel komen in deze brief. Op basis van hetgeen ik gehoord heb, vraag ik nu alvast een dertigledendebat aan.

De voorzitter:

Dat kan.

De heer Van Meenen (D66):

Ik ga er eigenlijk van uit dat er, als die brief er is, alle aanleiding is om hier opnieuw te staan om te bekijken of het alsnog een plenair debat moet worden.

De voorzitter:

Ik zal het debat toevoegen aan de lijst met dertigledendebatten. Het gaat dan om een debat met drie minuten spreektijd per fractie.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Bontes van de PVV.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. De Nederlandse overheid heeft pedofilie jarenlang gedoogd. Zelfs hoofdofficieren en hoge ambtenaren zouden zich schuldig hebben gemaakt aan kindermisbruik, dat is althans de overtuiging van advocaat Martin de Witte zoals die is weergegeven in het AD van afgelopen zaterdag. Hij heeft een verzoek tot getuigenverhoor ingediend bij de Amsterdamse rechtbank. Op zijn lijst met getuigen staan onder meer Ivo Opstelten, Fred Teeven en Joris Demmink. Het omvangrijke pedoschandaal in Engeland liet zien dat kindermisbruik in hoge kringen stelselmatig heeft plaatsgevonden. Ook in Nederland moet de onderste steen boven komen. Daarom wil ik graag een debat hierover aanvragen met de minister van Veiligheid en Justitie.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor een debat over het gedogen van pedofilie door de overheid.

De heer Van Nispen (SP):

Dit is mogelijk een ernstige kwestie maar zoals de heer Bontes terecht zegt, betreft het hier wel de overtuiging van een advocaat. Er komt nu een voorlopig getuigenverhoor bij de rechtbank, althans daar wordt waarschijnlijk toe besloten. Dus dan vind ik het wat ingewikkeld om hier nu een debat over te gaan voeren. Ik zou mij wel kunnen voorstellen dat we de advocaat een keer uitnodigen bij de commissie voor Veiligheid en Justitie, maar dat moeten we dan in een procedurevergadering regelen.

De voorzitter:

Op dit moment dus geen steun voor het debat om redenen die u zojuist hebt aangegeven.

De heer Recourt (PvdA):

Ik heb twee punten. Het eerste is dat het nog onder de rechter is. Het tweede betreft de vraag wat er nu eigenlijk precies aan de hand is. Ik stel voor om, voordat we gaan kijken of er een debat moet plaatsvinden, een brief aan het kabinet te vragen om wat meer duidelijkheid te krijgen.

De voorzitter:

U wilt graag een brief en u geeft geen steun voor het debat.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Geen steun voor het debat, wel steun voor een brief, want ik denk dat het goed is dat de minister hierop reageert.

De heer Oskam (CDA):

Ook geen steun voor het debat. Wij zouden ook graag een schriftelijke reactie van de regering krijgen op deze aantijgingen. Aangezien er veel vragen in de Kamer leven, is het wellicht goed om een soort schriftelijke ronde te hebben en dat de Griffie hiervoor een en ander inventariseert.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ook mijn fractie vindt het belangrijk dat de onderste steen boven komt. De zaak ligt echter nog onder de rechter en dat maakt het zo lastig. Daarom sluit ik mij graag aan bij de suggestie van de heer Van Nispen van de SP om de advocaat hier een keer uit te nodigen. Ik ben ook zeer voor een brief.

De heer Van Oosten (VVD):

Er komt een voorlopig getuigenverhoor en er wordt onderzoek gedaan door autoriteiten, naar ik heb begrepen. Dat is allemaal terecht, maar dan sluit ik mij aan bij de woorden van de heer Recourt; laten we nu eerst een brief krijgen en dan kunnen we aan de hand daarvan bepalen hoe we hiermee verdergaan. Dus geen steun voor een debat.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik ben het eens met de heer Bontes dat seksueel misbruik van kinderen heel moeilijk te ontdekken is en vaak lang toegedekt blijft; dat hebben we bij de rooms-katholieke kerk ook gezien. Ik vind het dan ook een belangrijk onderwerp. Ik wil mij graag aansluiten bij de suggesties die hier gedaan zijn inzake het hier uitnodigen van de advocaat en het houden van een schriftelijke vragenronde. Het heeft wat mij betreft pas zin om een debat te houden als we de antwoorden hebben en we het breder kunnen agenderen.

Mevrouw Helder (PVV):

Ik wil mij aansluiten bij hetgeen de heer Bontes vraagt, in die zin dat ik de kwestie ook ernstig vind. Ik steun het verzoek om een brief en geef nog geen steun voor een debat. Aan alle aanvullende suggesties heeft mijn fractie geen behoefte. Ik wil het houden bij wat de heer Bontes hier vraagt. Dus nog geen steun voor een debat maar wel voor een brief.

De heer Segers (ChristenUnie):

Geen steun voor een debat, maar wel voor een brief. Het lijkt mij heel goed om de vragen die er bij fracties leven via de Griffie te inventariseren.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor een brief en ook voor een debat. Er zijn al heel vaak vragen over gesteld. Het lijkt mij goed om er gewoon eens in een debat over te spreken. Wij moeten nagaan of er inderdaad voldoende waarborgen voor onafhankelijke beoordeling in de procedure verzekerd zijn, dus steun voor het verzoek.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik dank de heer Bontes voor het aanvragen van dit debat. Het is een belangrijke kwestie. Steun voor de brief en steun voor het debat. Er zijn twee nieuwe bewindspersonen aangetreden op V en J, en die beerput moet eens een keertje open.

De voorzitter:

Mijnheer Bontes, de afschuw die u hebt uitgesproken, wordt volgens mij breed gedeeld. Dat heb ik althans gehoord. Er is veel behoefte aan een brief. Ik zal de griffier van de commissie vragen om de vragen die er leven te inventariseren, zodat het een brede brief kan worden. Op dit moment hebt u nog niet de steun van de Kamer voor het houden van een plenair debat.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ik betreur dat, want zo is het in Engeland ook gegaan. De eerste signalen in Nederland dateren uit 1995, dus wij houden elkaar op deze manier al jaren aan de praat. Wat ik graag zou willen, is dat de onderste steen boven komt. Trek die beerput open! Maar ja, daar heb je wel een debat voor nodig. Het spijt mij dat dat er nu niet van komt.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan de heer Van Weyenberg van D66.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Zaterdag konden wij lezen hoe groot het verschil is tussen de arbeidsmarktkansen van iemand die de Nederlandse nationaliteit heeft en mensen wier wieg of wier ouders wieg buiten Nederland heeft gestaan. Ik vind dat echt een apart debat rechtvaardigen. Hoe kunnen wij eindelijk proberen om dit veelkoppig monster aan te pakken en zorgen dat de arbeidsmarktpositie van deze mensen eindelijk verbetert, opdat zij meer kansen krijgen? Daarom vraag ik een debat aan met de minister van Sociale Zaken.

Mevrouw Karabulut (SP):

Ik vind ook dat wij hier snel een debat over moeten voeren. Daarom heb ik vanmiddag in de procedurevergadering van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid gevraagd om een debat in een algemeen overleg. Volgens mij kan dat sneller, tenzij de voorzitter een lege agenda heeft en wij dit debat morgen kunnen inplannen.

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat. U doet het liever op een andere manier.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Deze week was de heer Van Weyenberg ons te snel af. Vorige week hebben wij op exact dezelfde plek hetzelfde debat aangevraagd. Daarom van harte steun voor dit debat.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Wij hebben gezamenlijk een motie ingediend tijdens de behandeling van de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om dit probleem te agenderen. Wij steunen een debat, want het zijn verontrustende cijfers. Wanneer dat plaatsvindt, hier of in een algemeen overleg, maakt mij niet zoveel uit.

De voorzitter:

Steun dus voor een plenair debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek, maar als het sneller kan in een algemeen overleg, kan dat wat ons betreft ook.

De heer Anne Mulder (VVD):

Geen steun voor een plenair debat, wel voor een algemeen overleg.

De heer De Graaf (PVV):

Geen steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mijnheer Van Weyenberg, u hebt niet de steun van een meerderheid van de Kamer voor het houden van een plenair debat. Ik heb goed gehoord dat u wel steun hebt voor het snel houden van een algemeen overleg over dit onderwerp.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik vind het bijzonder jammer dat met name de Socialistische Partij dit blijkbaar niet wil steunen.

De voorzitter:

U hebt nog een verzoek.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Anderhalve week geleden stonden wij hier …

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Heb ik het bij het vorige punt verkeerd begrepen? Ik dacht dat er wel een meerderheid was voor een plenair debat.

De voorzitter:

Nee, dat is niet zo.

De heer Van Weyenberg (D66):

Anderhalve week geleden vroeg ik een debat aan naar aanleiding van de gebeurtenissen bij FORUM en het rapport daarover. De uitkomst was dat er vorige week maandag een brief zou zijn. Die brief lag er vorige week maandag niet. Via de commissie heb ik daarop gevraagd wanneer die brief wél zou verschijnen. Inmiddels zijn wij anderhalve week verder. Blijkbaar is er echt wat aan de hand met die subsidies, want er is nog steeds geen brief. Daarom een rappel. Ik hoop echt dat die brief er nu eindelijk snel komt.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Karabulut van de SP.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Begin deze week is duidelijk geworden dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten voornemens is om nooit meer een nieuwe cao af te sluiten voor de 100.000 werknemers in de sociale werkvoorziening. Dit lijkt mij niet de bedoeling te zijn geweest van de staatssecretaris. Het betekent dat deze mensen erop achteruit zullen gaan qua inkomen. Ik wil daarover een debat voeren met de staatssecretaris van Sociale Zaken.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over de cao's voor de sociale werkvoorziening.

De heer De Graaf (PVV):

Steun.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek.

De heer Potters (VVD):

Het is een belangrijk onderwerp. Het lijkt me logisch dat de staatssecretaris eerst de kans krijgt om een brief te sturen. Daarna zien we wel verder. Geen steun voor een debat nu, maar wel steun voor een brief.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik wil ook graag de achtergronden weten en op basis daarvan het debat voeren. Dus het debat steun ik alvast.

De voorzitter:

Steun dus voor een brief, maar ook voor een debat.

De heer Kerstens (PvdA):

Ik heb de brief van de VNG ook gelezen. Men stelt niet voor om nooit meer een cao af te sluiten, maar men zegt wel dat er nooit meer ruimte is voor een loonsverhoging. Dat vind ik een slechte zaak. Ik zou eerst de staatssecretaris willen uitnodigen om in een brief haar gedachten met ons te delen. Als de staatssecretaris in die brief alleen schrijft dat het niet haar zaak is, maar een zaak tussen de sociale partners, zou dat voor mij ook aanleiding zijn om in de Kamer het debat erover te voeren met de staatssecretaris. Eerst wil ik dus graag een brief om dat te kunnen beoordelen.

De voorzitter:

Op dit moment neemt u dat besluit nog niet. U wilt alleen een brief.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Ook steun voor een brief, maar nog niet voor een debat.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ook wij wachten de brief eerst af en kijken dan of een debat nodig is.

De heer Van Weyenberg (D66):

Dat geldt ook voor D66.

De voorzitter:

Mevrouw Karabulut, u hebt op dit moment geen steun van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een plenair debat. Er is wel behoefte aan een brief van het kabinet met daarin uitleg en een reactie op de berichtgeving.

Mevrouw Karabulut (SP):

Er is wel steun voor een minderheidsdebat. Ik verzoek u om dat te agenderen.

De voorzitter:

Ik zal het debat toevoegen aan de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie. Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering wordt doorgeleid naar het kabinet.

De heer Kerstens (PvdA):

Er is wel brede steun voor een brief van de staatssecretaris. Het gaat om een belangrijke kwestie, want de cao-onderhandelingen liggen dood voor de kast, om het maar zo te zeggen. Mijn verzoek is om de staatssecretaris te vragen om de brief zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen.

De voorzitter:

We zullen nog aan het stenogram toevoegen dat de brief zo snel mogelijk naar de Kamer wordt gestuurd.

Het woord is aan mevrouw Voortman van GroenLinks.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Afgelopen zondag stelde de VVD voor om de grenzen van de Europese Unie helemaal te sluiten voor asielzoekers van buiten de Europese Unie. Ik wil graag zo snel mogelijk weten hoe het kabinet hierin staat en stel daarom voor, zoals de heer Azmani op televisie ook zelf al voorstelde, zo snel mogelijk het debat te voeren over dit onderwerp. Ik wil graag nog deze week een debat met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voorafgegaan door een brief.

De voorzitter:

Een verzoek om een debat, deze week te houden, naar aanleiding van het plan van de VVD. Dit betreft een ander debat dan eerder is aangevraagd. Vooruitlopend op het debat wilt u een reactie van het kabinet op het plan.

De heer Schouw (D66):

Ik heb goed nieuws voor u. Mijn fractie heeft ook wat ideetjes om de asielstroom wat te reguleren. Graag een debat dus over de verschillende plannen die in deze arena leven. Ik weet dat u van creatieve dingetjes houdt, voorzitter, dus ik stel voor om het te koppelen aan het debat dat we zojuist hebben afgesproken, onder de voorwaarde dat we in plaats van vier minuten zes minuten spreektijd krijgen.

De voorzitter:

Ik kijk naar mevrouw Voortman. Zij vroeg iets anders.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Die zes minuten vind ik wel een heel goed idee.

De voorzitter:

Dat dacht ik al, maar wat vindt u van de koppeling met het debat dat eerder is aangevraagd?

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Juist omdat het hier gaat om een onderwerp dat tot vrij veel beroering heeft geleid, zou ik het debat graag deze week voeren.

De voorzitter:

En dan alleen over dat plan? U wilt echt een ander debat. Mijnheer Schouw, het verzoek is om niet creatief te zijn maar gewoon aan te geven of u voor of tegen het verzoek van mevrouw Voortman bent om deze week te praten over het plan van de VVD.

De heer Schouw (D66):

Ja. Ik wil natuurlijk geen strijd laten ontstaan tussen het idee van mevrouw Voortman en mijn idee, maar misschien kunnen we even een rondje maken en kijken of de gevoelens aansluiten bij de mijne. Ik vind dus dat we dat volgende week moeten doen, met zes minuten spreektijd.

De voorzitter:

Dat begrijp ik, maar ik doe het niet omdat de verzoeker hier staat en heeft aangegeven waarover zij het wil hebben. We hebben vorige week of twee weken geleden geprobeerd om creatief te zijn in het zoeken van een oplossing. Dat leidde tot enige verwarring. Mijn voorstel is om vast te houden aan het verzoek. Ik heb mevrouw Voortman gevraagd of zij uw voorstel wil overnemen. Dat wil zij niet. Het verzoek is om deze week te debatteren en u moet nu uitspreken of u daarvoor bent of dat u daartegen bent.

De heer Schouw (D66):

Met het mes op de keel ben ik voor, maar ik zeg u wel dat ik ook nog een alternatief achter de hand heb.

De voorzitter:

Dat hebben we inmiddels begrepen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik had graag gezegd dat ik meer voel voor het voorstel van mevrouw Voortman dan voor dat van de heer Schouw, maar dat hoeft nu niet meer, aangezien zij het toch eens zijn. Steun voor het debatverzoek van mevrouw Voortman.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Steun voor het voorstel van mevrouw Voortman.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Steun voor het voorstel om het deze week te doen, maar we hebben net een debat afgesproken en het lijkt mij onzinnig om twee debatten te gaan voeren. Ik bepleit dus, net als de heer Schouw, om met de twee verzoekers te bekijken of er één debat van kan worden gemaakt.

De voorzitter:

Dat gaan we straks doen. Ik zeg tegen u hetzelfde als ik net zei tegen de heer Schouw. Ik heb het voorgelegd aan mevrouw Voortman. Zij heeft aangegeven dat zij dat niet wil. Wilt u dus deze week een debat over het onderwerp dat zij hier voorlegt aan de Kamer of wilt u dat niet?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dan geldt voor mij hetzelfde. Met het mes op de keel steun ik beide debatten.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Wij zien wel degelijk verschillen tussen het debat dat mevrouw Voortman aanvraagt en het debat dat de heer Fritsma aanvraagt. Steun voor dit debat.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun voor dit debat.

De heer Oskam (CDA):

Steun voor het debat. U hoeft geen antwoord meer te geven, maar ik zit ook op de lijn van de heer Voordewind en de heer Schouw. Dus graag koppelen.

De heer Fritsma (PVV):

Bij het meerderheidsdebat dat ik net heb aangevraagd, wordt ook het VVD-asielplan betrokken en we hebben afgesproken dat we daarop al een kabinetsreactie vragen. Koppeling ligt dus, denk ik, voor de hand. Dan ben ik het ook van harte eens met de uitbreiding van de spreektijd tot zes minuten.

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Eens met het voorstel.

De heer Azmani (VVD):

Het maakt mij niet uit wanneer we debatteren. In die zin ben ik er klaar voor. Wat mij betreft steun voor het debat, maar het zou overbodig zijn om twee debatten te gaan voeren. Maar steun dus.

De heer Van der Staaij (SGP):

De SGP heeft geen behoefte aan nog een debat boven op het debat van de heer Fritsma. Ik vind het ook staatsrechtelijk het meest zuiver om gewoon een debat met de staatssecretaris te hebben over de plannen van het kabinet. In dat debat kunnen ook de opvattingen van de verschillende partijen besproken worden. Het debat dat al aangevraagd is door de heer Fritsma lijkt mij een prima kader om ook deze plannen te bespreken.

De voorzitter:

Mevrouw Voortman, ik heb u gehoord. U wilt graag volharden in het voorstel dat u hebt voorgelegd. De heer Fritsma zegt: we kunnen het samenvoegen. Dat heb ik hem horen zeggen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik constateer dat er een meerderheid is. Zouden we dan kunnen zeggen dat we dat debat met zes minuten spreektijd deze week nog gaan voeren?

De voorzitter:

Nou, we hebben het nu nog over het onderwerp. Eigenlijk vraag ik dus aan u: kunnen we die twee samenvoegen? Dan ga ik daarna besluiten hoeveel spreektijd ik de leden toeken.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Er is een meerderheid die mijn verzoek steunt om nog deze week een debat te voeren. Dan houd ik daar toch aan vast.

De voorzitter:

Ik snap dat u gehoord meent te hebben dat heel veel mensen dat zeiden. Een aantal mensen heeft dat ook gezegd, maar niet iedereen vond dat het per se deze week moet. Er was ruime steun voor een zo snel mogelijk inplannen van het debat van volgende week. Dat heb ik gehoord. Dus mijn voorstel is om dat te volgen, want er is inderdaad wel een meerderheid voor een debat, maar dat is een beetje in het midden blijven hangen. Ik wil proberen dat debat volgende week in te plannen. Als we het samenvoegen, mag de spreektijd van mij zes minuten zijn. Ik probeer een heel duidelijke uitspraak te krijgen van de Kamerleden.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Die hebt u ook gekregen. U vroeg specifiek door bij een aantal Kamerleden en toen hebt u een heel duidelijke uitspraak gekregen. Er is gewoon een meerderheid voor dit debat.

De voorzitter:

Er is een meerderheid voor dit debat, maar of dat ook voor een debat deze week is? Ik kijk naar de heer Azmani, want die was er het minst duidelijk over. Hij zei dat het hem niet uitmaakte wanneer. Het maakt mij ook niet uit wanneer, maar ik wil het graag zeker weten.

De heer Azmani (VVD):

Wat mij betreft maakt het dus niet uit of het vandaag of volgende week …

De voorzitter:

Dan doen we het deze week. We doen het deze week.

De heer Azmani (VVD):

Dat is prima. Dat gaan we doen.

De voorzitter:

De spreektijden zijn zes minuten per fractie.

De heer Fritsma (PVV):

Voor alle duidelijkheid: het debat dat ik heb aangevraagd blijft wel staan, want dat was besloten. Het worden dan twee debatten.

De voorzitter:

Zo is dat, mijnheer Fritsma.

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. We hebben zo meteen ook een debat, een terugblikdebat nieuwe stijl met de minister-president. Ik zie er erg naar uit. Naar aanleiding van de laatste Europese top heb ik hem gevraagd om de problematiek betreffende asielzoekers, met name rond de Middellandse Zee, en de kritiek van de Italiaanse kustwacht op het Europese systeem Frontex te agenderen. De minister-president zou dat doen. We worden nu alweer ingehaald door allemaal nieuwe ideeën rond Europa en asielbeleid. Ik zou graag voorafgaand aan het debat van vandaag een eenregelig briefje van het kabinet willen ontvangen naar aanleiding van de voorbespreking van de top. Dat eenregelige briefje zou wat mij betreft kunnen behelzen: het kabinet houdt vast aan het in het coalitieakkoord afgesproken beleid rond asiel, "ja" dan wel "nee". Dat tweede antwoord zou dan in de vele debatten die nog gepland staan, aan de orde kunnen komen. Maar als het antwoord ja is, zou ik dat graag in één regel voor aanvang van het debat willen hebben. Ik denk dat ik er nu al langer over gesproken heb dan dat het briefje zal zijn.

De voorzitter:

Over 25 minuten staat dit debat gepland. We zouden deze vraag ook gewoon aan het begin daarvan mee kunnen geven. De premier begint namelijk met een verklaring. We kunnen hem meegeven dat hij het niet opschrijft, maar het in één zin uitspreekt in die verklaring.

De heer Pechtold (D66):

Als dat kan met de duidelijkheid van die ene zin —de coalitie houdt vast aan het asielbeleid zoals verwoord in het coalitieakkoord, ja —, vind ik dat heel goed. Het scheelt ook weer bomen aan bedrukt papier.

De voorzitter:

Daarom. Ik dacht pragmatisch. We vragen aan de premier of hij dit punt wil meenemen. Dan kunt u in het debat ook beoordelen of de premier dat naar uw zin heeft gedaan.

Ik dacht dat we een snelle oplossing hadden, maar blijkbaar is er toch veel behoefte om er iets meer over te zeggen.

De heer Segers (ChristenUnie):

Steun voor uw suggestie, mevrouw de voorzitter.

De heer Van Bommel (SP):

Als de heer Pechtold bedoelt dat het kabinet eraan vasthoudt, ben ik het er zeer meer eens. Bij "coalitie" denk je namelijk aan politieke partijen.

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor uw suggestie, voorzitter.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik heb de heer Van Bommel nog nooit zo zuiver gehoord; ik vind dit een moment om te memoreren. Steun echter voor het verzoek.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik sluit mij daarbij aan namens de CDA-fractie.

De heer Fritsma (PVV):

Ook steun, voorzitter.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Pechtold (D66):

De senioriteit van de heer Van Bommel helpt mij weer, als relatieve nieuwkomer, om hier het begrippenkader goed te houden.

De voorzitter:

Waarvan akte.

Ik geef het woord aan de heer Van Gerven van de SP.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Afgelopen week werd bekend dat de Wereldgezondheidsorganisatie het middel glyfosaat, ook wel bekend als Roundup, een veelgebruikt landbouwgif, heeft ingedeeld in de klasse "waarschijnlijk kankerverwekkend". Dat middel wordt gebruikt op schoolpleinen en mensen kunnen het ook privé kopen. Wij debatteren daar al heel lang over, maar mijn fractie vindt dat deze nieuwe kennis het rechtvaardigt dat onmiddellijk wordt gestopt met het gebruik van dit middel. Wij willen daarover een debat met de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, staatssecretaris Mansveld. Wij willen dit debat ook zo spoedig mogelijk voeren.

De voorzitter:

Een verzoek om een debat op de kortst mogelijke termijn.

De heer Van Gerven (SP):

Dit verzoek is ook ingediend namens de Partij voor de Dieren, laat ik dat niet vergeten.

De voorzitter:

Een verzoek om een debat op de kortst mogelijke termijn met de staatssecretaris van I en M over het middel Roundup. Het verzoek wordt mede gedaan namens de fractie van de Partij voor de Dieren, maar mevrouw Ouwehand wil daarover toch nog iets zeggen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Inderdaad. Er zijn namelijk moties aangenomen over het van de markt halen van dit middel. De staatssecretaris heeft de Kamer laten weten dat ze die niet helemaal zal uitvoeren. In reactie daarop heeft de Partij voor de Dieren een plan gepresenteerd waardoor dat wel zou kunnen. Het kabinet zou daarop voor 1 maart reageren. Zou u de staatssecretaris en het kabinet willen vragen om met de beloofde reactie te komen, voorzitter? Dan kunnen wij snel het debat voeren.

De heer Schouw (D66):

Wat mevrouw Ouwehand zegt, is helemaal waar. Ik steun haar woorden en het voorstel van de heer Van Gerven.

De voorzitter:

Geweldig.

Mevrouw Lodders (VVD):

Ik zou graag eerst een brief van het kabinet ontvangen en na ommekomst van die brief bepalen of er een debat nodig is dan wel een AO, dat ook regulier ingepland gaat worden.

De voorzitter:

Geen steun dus voor een debat, wel voor een brief.

De heer Klaver (GroenLinks):

Je vraagt je af hoe vaak de Kamer om een verbod op zo'n middel moet vragen. Ik geef van harte steun voor het verzoek om een debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook de ChristenUnie is tegen het gebruik van glyfosaat op schoolpleinen, campings et cetera. Daarover zijn Kamermoties aangenomen en die moeten gewoon worden uitgevoerd. Ik vind een brief prima en een debat ook, hoewel ik het liever in een AO zou bespreken. Maar goed, als dat op korte termijn niet kan, laten we dan een plenair debat houden.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ik hoor graag een reactie van het kabinet. Ik geef de heer Van Gerven in overweging om bij het debat ook het ministerie van VWS te betrekken, gelet op het volksgezondheidsrisico. Ik ontvang dus graag een brief, met het oog op het debat, en ik doe daarbij deze suggestie.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Als een motie wordt aangenomen door de Kamer, behoort die ook netjes uitgevoerd te worden. Daarom steun ik dit verzoek om een debat.

De voorzitter:

Mevrouw Wolbert, ik vraag het u nog even expliciet: steunt u het verzoek om een debat of neemt u daarover later een besluit?

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ja, voorzitter. Ik zei: een brief, met het oog op het debat.

De voorzitter:

U steunt dus het verzoek om een debat. Mevrouw, excuus, mijnheer Graus?

De heer Graus (PVV):

Ik zal naar de kapper gaan, mevrouw de voorzitter. Ook de PVV heeft die moties gesteund. De volks- en diergezondheid zijn in gevaar, zeker omdat de stof mogelijk kankerverwekkend is. Dat bleek toen al. Wij willen echter eerst een brief hebben. Dan kunnen we daarna alsnog besluiten of er al dan niet een debat moet komen.

De voorzitter:

U geeft dus nog geen steun aan het verzoek om een debat, maar wel aan het verzoek om een brief. Mijnheer Van Gerven, u hebt steun gekregen van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een debat op heel korte termijn. Dat was het verzoek.

De heer Van Gerven (SP):

Ja, dat is het verzoek. Ik verzoek u dan ook om het debat zo spoedig mogelijk in te plannen. De suggestie om ook de minister van Volksgezondheid te verzoeken om erbij aanwezig te zijn, neem ik graag over. Het gaat immers bij uitstek om een volksgezondheidsbelang.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, omdat er ook om een brief gevraagd is vooruitlopend op het debat. Wij zullen het debat zo snel mogelijk inplannen, conform het verzoek. Daarbij geldt een spreektijd van vier minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Smaling van de SP.

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. De SP is de grootste partij geworden in Groningen. En ik zie u nu net zo glunderen als ik zelf doe. Dat laat echter onverlet dat de mensen die in de aardbevingsgebieden wonen, nog steeds veel met Den Haag te maken hebben, in het bijzonder met de minister van Economische Zaken. Verschillende partijen zijn druk doende om de kwestie van de gaswinning bij de rechter te bepleiten. Er moet echter ook een herstel van woningen plaatsvinden. Op dat punt is sprake van allerlei vertragingen. Er zouden dit jaar 3.000 woningen worden versterkt, wat eigenlijk helemaal niet zo veel is, maar er is van alles wat dat ophoudt: normen, terminologie die verandert, funderingen die niet worden meegenomen, contra-expertises die niet worden toegekend. Bovendien is de relatie tussen de waardedaling van de woningen en de bevingen onduidelijk. Dit alles bij elkaar is volgens de SP voldoende reden voor een debat met de minister van Economische Zaken.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik steun het verzoek om een debat. Ik merk wel dat wij, terecht, veel debatten met elkaar voeren over de situatie in Groningen. Misschien is het goed om eens met zijn allen te kijken of we met een heel goede regelmaat debatten kunnen aangaan met elkaar, zodat het niet steeds gebeurt naar aanleiding van bijvoorbeeld een krantenartikel in de zin van "nou, vandaag was er weer een beving". Dat zou ik graag afstemmen.

De voorzitter:

Ja, maar dat gaat u hierna doen. Voor nu steunt u het verzoek om een debat.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ook ik steun het verzoek om een debat. Verder doe ik de suggestie om het samen te voegen met een debat dat ik eerder heb aangevraagd over deze problematiek. Dan kunnen we misschien wat meer spreektijd krijgen en het debat wat sneller voeren. Het staat namelijk iets hoger op de lijst. Ik steun evenwel het verzoek om dit onderwerp te bespreken.

Mevrouw Klever (PVV):

De PVV steunt het verzoek om een debat ook. De suggestie om de debatten samen te voegen, vinden we ook prima.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek. Het blijft heel vervelend dat de Kamer voortdurend te horen krijgt dat het allemaal loopt en dat andere berichten steeds weer aantonen dat die processen enorm moeizaam zijn voor de betrokkenen. Ik steun dus het debat, maar ik vind ook dat wij de minister aan een scherpere rapportageverplichting moeten onderwerpen. We hollen iedere keer achter de feiten aan en daar moeten we echt een eind aan maken. Steun voor dit verzoek nu.

De heer Jan Vos (PvdA):

Ook zojuist was er weer een beving met een kracht van 2.3 in Appingedam. De situatie is ernstig. De Partij van de Arbeid heeft de afgelopen dagen tot twee keer toe Kamervragen gesteld aan de minister over de onderwerpen die de SP nu wenst te agenderen op deze wijze, die de SP ook kenmerkt. Ik stel voor dat wij de beantwoording van de Kamervragen over deze onderwerpen afwachten en dat wij alsdan besluiten op welke wijze wij ze adresseren. De snelste manier is waarschijnlijk dat wij in het algemeen overleg met de minister over energie, ik meen op 1 april, ook daarover met elkaar van gedachten wisselen.

De voorzitter:

Geen steun dus voor het verzoek van zojuist om een apart debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Van harte steun voor dit debat. Gisteren nog kreeg ik veel reacties van mensen die tegen de belabberde processen aanlopen, dus ik wil graag hierover debatteren. Het moet echt beter.

De heer Bosman (VVD):

Het is een belangrijk en zorgelijk onderwerp. Maar zoals mijn collega van de Partij van de Arbeid al aangaf, zijn er vragen over gesteld en moet er duidelijkheid komen. Die duidelijkheid zal komen in een brief. Daarmee komen we vanzelf in een volgorde. Eind maart komt ook de beantwoording van de minister over het rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid. Wij kunnen in hetzelfde stramien dingen bij elkaar zetten, zoals het CDA net ook al zei. We moeten oppassen dat we niet naar aanleiding van incidenten zaken gaan regelen, hoewel ze belangrijk zijn. Wij kunnen ervoor zorgen dat we de grote onderwerpen groot maken en groot houden.

De voorzitter:

Geen steun dus voor het verzoek om een apart debat.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Wij horen dag in, dag uit dat er weer een ingestorte boerderij is ontruimd. We kunnen nergens totaaloverzichten vinden. Ik vind dit een belangrijk onderwerp. Het is echt een ander onderwerp dan het rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid, dus alle steun voor dit debat.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor het debat.

De voorzitter:

Mijnheer Smaling, u hebt geen steun van de meerderheid voor het houden van een apart debat over dit onderwerp. Ik heb zomaar het gevoel dat er in de procedurevergadering nog verder over zal worden gesproken, gezien alle suggesties die zijn gedaan.

De heer Smaling (SP):

Heel jammer. De Partij van de Arbeid is hardleers; dat is wel duidelijk. Een algemeen overleg Energie gaat over allerlei onderwerpen die over energie gaan en niet over dit onderwerp. Wachten op Kamervragen? Er zit zes weken antwoordtijd op. Ik vind het zeer teleurstellend dat de Partij van de Arbeid dit laat lopen. Graag zie ik het als dertigledendebat even "geparkeerd", om dat woord maar te gebruiken, helaas.

De voorzitter:

Ik zal het toevoegen aan de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie.

Het woord is aan de heer Sjoerdsma van D66.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Een halfjaar geleden deed ik een verzoek om een debat over de situatie in Israël en Gaza. Vandaag zou ik graag verzoeken om dat debat zo spoedig mogelijk, het liefst binnen drie weken, in te plannen. Wij hebben inmiddels gezien dat de wederopbouw in Gaza stokt. We hebben Israëlische verkiezingen gehad waarin wat mijn fractie betreft zeer rare uitlatingen zijn gedaan door de huidige Israëlische premier. Mijn verzoek is om dat debat zo spoedig mogelijk in te plannen, het liefst binnen de komende drie weken, voorafgegaan door een brief.

De voorzitter:

De beste manier om dat te doen, is om er een meerderheidsdebat van te maken. O, het is al een meerderheidsdebat. Ik denk dat het goed is dat wij nog even kijken hoe de anderen daarover denken.

De heer Van Bommel (SP):

Ik steun dit verzoek om dat debat spoedig te plannen. De uitslag van de verkiezingen maakt dat ik in de brief die de heer Sjoerdsma vraagt en waarvoor ik steun uitspreek, graag een reactie van de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken krijg op de expliciete uitspraak van de nieuwe, en ook de oude, Israëlische premier dat zijn uitverkiezing betekent dat er geen Palestijnse staat komt. Graag krijg ik een expliciete reactie op die uitspraak.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Van harte steun voor het debat en ook steun voor de vraag die de heer Van Bommel heeft gesteld.

De heer Ten Broeke (VVD):

Steun voor het debat. Als er dan toch een reactie moet komen op de uitlatingen, laten wij die dan hebben op de uitlatingen die zijn gedaan voor en na de verkiezingen.

De heer Servaes (PvdA):

Steun voor het debat en voor de brief, inclusief de vragen die zijn gesteld.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

GroenLinks sluit zich daar graag bij aan.

De heer Knops (CDA):

Laat ik mij dan weer aansluiten bij de woorden van de heer Van Ojik.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Knops.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik sluit mij weer aan bij de woorden van de heer Van der Staaij.

De voorzitter:

Het is een heel treintje geworden. Volgens mij vertegenwoordigt dat treintje een brede meerderheid. Ik zal sowieso het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Ik zal proberen het debat zo spoedig mogelijk in te plannen.

Het woord is aan de heer Krol van de fractie van 50PLUS.

De heer Krol (50PLUS):

Voorzitter. Vandaag blijkt uit een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau dat het geven van mantelzorg zijn tol eist, ook op de werkvloer. Immers, werknemers die gedurende langere tijd voor een naaste zorgen, zorgen ook voor meer en langer verzuim, en dat is onaanvaardbaar. Het is het gevolg van het overheidsbeleid. Hierdoor is er minder zorg beschikbaar en moet er meer worden geleund op mantelzorg. De mantelzorgers zijn nu al overbelast. Dit onderzoek laat de gevolgen voor de gezondheid zien, maar ook de economische gevolgen. Ik wil daarom, mede namens de PVV-fractie, verzoeken om spoedig een debat daarover te houden, ofwel een breed debat over de gevolgen van de participatiesamenleving. Daaraan voorafgaand ontvangen wij graag een brief van de staatssecretaris waarin hij reageert op dit rapport.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Vorige week stond ik hier om een debat aan te vragen naar aanleiding van berichten over de bezuiniging op de dagbesteding. Die heeft immers grote consequenties, juist ook voor de mantelzorgers. Vandaag staat de heer Krol hier met dit verzoek. Het CDA heeft steeds gezegd dat de mantelzorgers door de snelle hervormingen in de knel komen. Dat is ook de reden waarom wij het meldpunt "Meld het Mona" hebben geopend. Hoewel het dezelfde onderwerpen zijn, kun je hier niet genoeg over spreken.

De voorzitter:

Steun dus voor het verzoek?

Mevrouw Keijzer (CDA):

Steun voor dit verzoek.

Mevrouw Tanamal (PvdA):

Het is heel belangrijk dat hiervoor aandacht wordt gevraagd. Het betreft hier echter een SCP-rapport en het is gebruikelijk dat daar sowieso een kabinetsreactie op komt. Eind vorig jaar hebben wij met de Wet arbeid en zorg een aantal mooie regelingen afgesproken om mantelzorgers, zeker de werkende mantelzorgers, beter te kunnen ondersteunen. De minister had toegezegd daarover, ten behoeve van de bewustwording, nog een campagne te zullen voeren.

De voorzitter:

Maar het verzoek is of we een debat gaan houden.

Mevrouw Tanamal (PvdA):

Ja, maar ik wil eigenlijk voorstellen om daarop te wachten. Als de minister daar een beetje vaart mee maakt, hebben we alle gegevens en weten we ook wat de effecten van die campagne zijn. Dan zou ik daarover een breder debat willen voeren.

De voorzitter:

We hebben zo veel debatten op voorraad dat als u het verzoek nu steunt, wel ongeveer aan al die voorwaarden is voldaan. Ik noteer het dan ook als steun.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Het punt bij dit onderwerp is dat het onder verschillende bewindspersonen valt. Het SCP-rapport ziet voornamelijk op de combinatie mantelzorg en werk en dat valt onder Sociale Zaken. Ik heb daarover zelf vanochtend ook schriftelijke vragen gesteld. Het gaat nu over zo veel onderwerpen dat het misschien goed is om een wat breder debat over mantelzorg te houden, waarin de verschillende aspecten worden meegenomen. Als dat het verzoek wordt, zal ik het steunen. Alleen een debat met de staatssecretaris van VWS vind ik te beperkt, ook met de opmerking van mevrouw Tanamal in het achterhoofd.

De voorzitter:

Ik zie de indiener instemmend knikken.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik vind dit dus te smal, maar een breder debat over de positie van mantelzorgers zal ik zeer verwelkomen.

De voorzitter:

Ik heb het uiteindelijk ook zo geïnterpreteerd. Ik hoor de anderen dat ook zeggen. Het gaat dus om een breder debat over mantelzorg.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Als het om een breder debat gaat, kunnen wij dat ook steunen. Verder denk ik dat het bij de commissie voor VWS, en ook bij het algemeen overleg over dit onderwerp, eveneens aan de orde komt.

De voorzitter:

Ja, maar steun voor dit verzoek dus.

Mevrouw Leijten (SP):

Een groot debat over mantelzorgers en hun positie steunen wij zeker ook. De verwarring zit er wellicht in dat is gezegd dat de staatssecretaris van VWS met een reactie zal komen. Ik ga ervan uit dat dit een reactie van het hele kabinet zal zijn en ook Sociale Zaken behelst. Dat hoort er natuurlijk bij. Een groot debat over mantelzorg heeft onze volledige steun.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik vond de aanvulling van mevrouw Schouten een heel goede. Ik zie de heer Krol ook knikken. Steun hiervoor van GroenLinks.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De Partij voor de Dieren sluit zich daarbij aan.

Mevrouw Van Ark (VVD):

Ik heb geen behoefte aan zo'n debat omdat er eerst nog een reactie van het kabinet komt op het SCP-rapport. Die wachten we dus af. Er staan overigens nogal wat debatten gepland over de participatiesamenleving. Ik kan me dan ook voorstellen dat alles bij elkaar wordt gevoegd en dat er een keer een groot debat wordt gevoerd. Een kleinere overheid, daar zijn we altijd voor, ook hier in de Kamer.

De voorzitter:

U hebt steun van een meerderheid voor het houden van een breed debat over mantelzorg, mijnheer Krol. In elk geval wordt geagendeerd het SCP-rapport dat vandaag is verschenen. Het verzoek van de Kamer is een reactie op dit rapport van het kabinet, dus breder dan één bewindspersoon, voordat het debat wordt ingepland.

De heer Krol (50PLUS):

Ik dank de collega's.

De voorzitter:

De spreektijd bedraagt vier minuten per fractie. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Bisschop van de SGP.

De heer Bisschop (SGP):

Mijn verzoek is om de stemmingen onder punt 11 en 12 op de stemmingslijst uit te stellen. Wij zijn op dit moment nog in gesprek over een aangelegen amendement. Namens D66 en SGP doe ik het verzoek om de stemmingen te verplaatsen naar donderdag.

De voorzitter:

Het gaat over de stemmingen onder punt 11 en 12, over de wijziging van enige onderwijswetten in verband met het invoeren van de verplichting voor scholen zorg te dragen voor de sociale veiligheid op school. Omdat deze stemmingen al op de lijst staan, zal ik toch vragen of de Kamer dit voorstel in meerderheid steunt.

Mevrouw Ypma (PvdA):

Als dat gewenst is, ondersteunen wij dat graag. Wij stemmen dan wel graag donderdag, dus niet later.

De voorzitter:

Wij hebben voor donderdag al stemmingen staan. Het is een verzoek om uitstel, waarvoor steun van de meerderheid nodig is.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Siderius (SP):

Steun.

De voorzitter:

Ik zie de heer Kuzu instemmend knikken. Er is nog geen meerderheid. Ik kijk naar de VVD-fractie. Het verzoek is uitstel van de stemmingen tot donderdag. Kunt u daarmee leven?

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Daar zijn wij mee akkoord, als er donderdag maar wordt gestemd.

De voorzitter:

Dat gaat gebeuren, want er stonden toch al stemmingen. Dan gaan wij dat doen. Wij gaan de punten 11 en 12 van de stemmingslijst van vandaag afhalen en die komen donderdag terug met waarschijnlijk, naar ik begrijp, een nieuw amendement erop.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik heb een verzoek en een aankondiging. Het verzoek is om het herstelplan voor de pgb-uitbetalingen — dat heeft al ruimschoots in de kranten gestaan en is al op Teletekst te lezen, maar heeft de Kamer nog niet bereikt — echt per ommegaande naar de Kamer te sturen. Wij hebben dat al via de commissie gevraagd vanmorgen om 9.00 uur, maar wij hebben het nog steeds niet. Ik vind het geen stijl zoals het ministerie dat doet. Dat is mijn verzoek.

De voorzitter:

Dan ga ik daarvoor vast het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Ik neem aan dat u het wilt hebben voordat u het algemeen overleg hebt op donderdag, dus zo snel mogelijk.

Mevrouw Leijten (SP):

Nee, ik wil het vandaag nog hebben. Ik wil het niet voor donderdag hebben, maar vandaag. Als het naar de krant kan, kan het ook naar de Kamer.

De voorzitter:

Het staat in het stenogram. Uw tweede verzoek.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik wil graag een vooraankondiging doen van een VAO, inclusief stemmingen, van dit algemeen overleg over de uitbetalingen van pgb's door de Sociale Verzekeringsbank. Dat algemeen overleg is donderdag, dus daar moet even rekening mee gehouden worden bij de stemmingen aan het einde van de middagvergadering.

De voorzitter:

Ja, want u wilt nog deze week stemmingen. Dat gaan we regelen. Er komt ook een nieuw schema.

Het woord is aan de heer Monasch.

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. Gisteren berichtte Het Parool dat de Amsterdamse woningcorporatie Woonzorg Nederland een omstreden fusie met woningcorporatie Habion probeert door te drukken. De ondernemingsraad heeft dit geblokkeerd en er is een topman afgetreden, maar de strijd duurt voort. Het is niet zomaar een fusie. Het gaat om de twee corporaties die verantwoordelijk zijn voor de ouderenhuisvesting in Nederland. Zeker gelet op de ruzie en de omstredenheid van dit voorstel, vraag ik mede namens de SP een debat hierover aan. Ik ontvang graag voorafgaand daaraan een brief — graag binnen een week, want we willen niet geconfronteerd worden met onomkeerbare beslissingen — over wat er gaande is, over de opstelling van het ministerie tot nu toe en over het vervolg van dit proces, mede in het licht van de wetgeving die nu voorligt.

De voorzitter:

U wilt vooral de toezegging dat er geen onomkeerbare besluiten worden genomen?

De heer Monasch (PvdA):

Ja.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over de fusie van twee woningcorporaties.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Wij hebben een parlementaire enquête gehad. Daarna zeiden wij dat de politiek de vinger aan de pols moet houden. Ik ben blij dat collega Monasch dat doet. Van harte steun voor het verzoek.

De heer Verhoeven (D66):

Absoluut steun voor het verzoek van D66.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun. Ik kan me voorstellen dat een debat nog wel even duurt. Wij ontvangen zeker graag eerst een brief en dan kijken wij wel even wat de snelste manier is om die te behandelen. Ik denk dat dat vooral voorop moet staan.

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor het verzoek om een brief en een debat. Ondertussen moeten geen onomkeerbare stappen worden gezet.

De heer Van der Linde (VVD):

Het is niet mijn bedoeling om hier alle fusies van woningcorporaties te gaan bespreken, maar in dit geval steun ik het verzoek om een debat. Ik steun ook het verzoek om een brief. Als er geen onomkeerbare stappen moeten worden gezet, wil ik er ook voor pleiten om het debat snel in te plannen, want anders wordt het allemaal wat ingewikkeld.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun.

De heer De Rouwe (CDA):

Ook het CDA steunt beide verzoeken.

De heer Fritsma (PVV):

Dat geldt ook voor de PVV-fractie.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voor GroenLinks geldt het ook.

De voorzitter:

Mijnheer Monasch, u hebt brede steun voor uw verzoeken, dus zowel voor het verzoek om een brief als voor het verzoek om een debat. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, ten behoeve van de brief, doorgeleiden naar het kabinet. Ik zal het debat inplannen. Daarbij wil ik een spreektijd van vier minuten per fractie hanteren. Ik heb ook gehoord dat het urgent is.

De heer Monasch (PvdA):

Ik zou het fijn vinden als de brief binnen een week naar de Kamer komt.

De voorzitter:

Dat had u in uw verzoek al gezegd, dus dat staat al in het stenogram. Dank u wel, mijnheer Monasch.

Het woord is aan mevrouw Thieme.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Op verzoek van mijn fractie staat er een dertigledendebat gepland over de gevolgen voor de Europese landbouw van vrijhandelsakkoorden als TTIP. De zorgen over TTIP nemen toe. Er staat natuurlijk ook veel op het spel. Zo heeft de Duitse minister onlangs laten weten dat ook hij ziet dat TTIP niet zomaar positief kan worden beoordeeld. Daarom verzoek ik de Kamer, mede namens de SP-fractie, om dit dertigledendebat om te zetten in een gewoon debat met ruime spreektijden, zodat we mensen kunnen laten zien dat we dit vrijhandelsakkoord serieus nemen.

De voorzitter:

Het gaat om het debat over de plofkipindustrie. Dat wil mevrouw Thieme omzetten in een meerderheidsdebat over TTIP.

De heer Jan Vos (PvdA):

Terecht is er veel te doen omtrent het vrijhandelsverdrag met de Verenigde Staten. De Duitse sociaaldemocratische minister Gabriel heeft niet voor niets een harde rode lijn getrokken als het gaat om de waarden die wij als sociaaldemocraten op het sociale terrein en op het terrein van milieu hoog willen houden. Ik steun daarom dit verzoek van harte.

De heer Verhoeven (D66):

Ook D66 steunt dit verzoek. Er is veel te doen rond TTIP en er zijn veel zorgen over. Dus is het heel goed om daarover te debatteren. Het voorstel van mevrouw Thieme biedt daarvoor een goede mogelijkheid. Ik steun haar verzoek daarom van harte.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik hoop dat Arjen Lubach nog veel meer uitzendingen over TTIP gaat maken en dat sociaaldemocratische ministers in Duitsland nog veel vaker hierover uitspraken doen, want dat is dé manier om ervoor te zorgen dat wij hierover een meerderheidsdebat kunnen voeren. Ik steun van harte het verzoek van mevrouw Thieme.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik steun het verzoek.

De heer Taverne (VVD):

Mijnheer Klaver zei precies waarom de VVD dit verzoek niet steunt. Het gaat hier om een dertigledendebat en dat moeten we gewoon een dertigledendebat laten zijn dat gaat over het onderwerp dat is geagendeerd.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Vorige week werd een motie van de ChristenUnie verworpen. Daarin werd benadrukt, kritisch te zijn over TTIP. Mijn fractie zal dit debat dus weer steunen en daarin zien of we hiervoor een meerderheid kunnen vinden.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Heel veel mensen maken zich hierover zorgen. Daarom steunt mijn fractie dit verzoek om een debat.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Die zorgen deelt mijn fractie ook. Daarom steunt zij het verzoek.

De voorzitter:

Mevrouw Thieme, een meerderheid van de Kamer steunt uw verzoek. We gaan het debat dus proberen in te plannen. Daarbij geldt een spreektijd van vier minuten per fractie.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter, er stond een spreektijd van drie minuten. Daarom ben ik hiermee teruggekomen in de regeling van werkzaamheden. Ik vind namelijk dat dit een onderwerp is dat zodanig breed wordt gedragen dat ruime spreektijden hierbij echt gerechtvaardigd zijn. Dus ik zou zeggen: vijf minuten spreektijd.

De voorzitter:

Ik zie dat allerlei leden het daarmee eens zijn. We gaan dus voor vijf minuten spreektijd per fractie.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Ik kan het bijna niet geloven, maar volgens mij zijn we hiermee aan het einde gekomen van de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven