6 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over de aangehouden moties-Graus (31936, nr. 177), (32563, nrs. 48 en 51) en (33917, nr. 17). 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 2 april 2013 te New York tot stand gekomen Wapenhandelsverdrag (Trb. 2013, 143 en Trb. 2014, 45) (33968-(R2033)); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet strategische diensten in verband met de uitvoering van het op 2 april 2013 te New York tot stand gekomen Wapenhandelsverdrag (Trb. 2013, 143) (33969); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer in verband met een verkorting van de duur van de voortgezette uitkering en in verband met enkele wijzigingen van technische aard (Wet verkorting duur voortgezette uitkering Appa) (33946); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Telecommunicatiewet (wijziging artikel 11.7a) (33902). 

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze moties opnieuw gaat lopen: 29683, nr. 184; 26991, nr. 377; 26991, nr. 378; 33400-XIII, nr. 133; 33410, nr. 60; 21501-32-769; 21501-32-770; 28286, nr. 681; 28286, nr. 685; 28286, nr. 686; 28286, nr. 689; 28286, nr. 684; 32563, nr. 43; 32563, nr. 42; 32563, nr. 44; 33750-XIII, nr. 74; 27858, nr. 156; 27858, nr. 157; 27858, nr. 158; 27858, nr. 128; 27858, nr. 256; 27858, nr. 257; 28286, nr. 692; 28286, nr. 690; 28286, nr. 693; 31389, nr. 107; 30196, nr. 215; 31389, nr. 108; 33037, nr. 58; 21501-32-687; 27858, nr. 126; 28694, nr. 106; 28694, nr. 107; 27625, nr. 295; 27858, nr. 195; 27858, nr. 194; 21501-20-734. 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

Tevens deel ik mee dat de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 30079, nr. 44; 29689, nr. 514; 32681, nr. 7. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO Zorgverzekeringswet/Risicoverevening, naar aanleiding van een algemeen overleg, gehouden op 23 september, met als eerste spreker mevrouw Leijten van de SP; 

  • -het VAO Bewegingsonderwijs, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 24 september, met als eerste spreker de heer Van Veen van de VVD. 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Sjoerdsma van D66. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Ik sta hier mede namens de ChristenUnie. Over de hele wereld voerden en voeren Nederlandse militairen missies uit: in Afghanistan, in Mali, in Zuid-Sudan en straks in Irak. Het moeilijke werk daar is mogelijk dankzij de hulp van tientallen tolken, die soms gevaar lopen en gezien kunnen worden als verrader. De minister van Defensie heeft gezegd: iedereen die zijn leven waagt, moet kunnen rekenen op de steun van Nederland. Dat is haar beleid. Maar de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie denkt daar anders over. De Afghaanse tolk Ahmadzai zegt in levensgevaar te zijn, maar het kabinet wil niet naar zijn verhaal luisteren. Het verschuilt zich achter procedures en wil hem uitzetten, terwijl Buitenlandse Zaken zelf zegt: Afghaanse tolken lopen het risico te worden ontvoerd, bedreigd of vermoord door de taliban. Daarom wil ik graag een debat over de bescherming van bedreigde tolken met minister Hennis, die zegt dat zij beschermd moeten worden, en met staatssecretaris Teeven, die dat in de praktijk niet lijkt te doen. De kans om daarover te spreken is ons tot nu toe twee keer ontnomen. Vandaar dat ik deze nieuwe aanvraag doe tot een debat, waarover ik graag hoofdelijk zou willen stemmen. 

De voorzitter:

Uw verzoek is om er hoofdelijk over te stemmen. Ik zie mensen bij de microfoon staan en ik wil hun, als zij dat willen, graag de gelegenheid geven te reageren op dit verzoek. 

De heer Bosman (VVD):

We hebben het er hier al vaker over gehad: de zorg voor tolken is een zorg van ons allemaal. Er is op korte termijn een debat met de minister van Defensie. Dat gaat over tolken in het algemeen. Mijnheer Sjoerdsma vraagt om een debat over de veiligheid van tolken. Daar ligt een rol van de werkgever, de minister van Defensie. Ten aanzien van de veiligheid van tolken is er dus al een debat met de minister van Defensie om te spreken over alle zaken die tolken aangaan. Daarnaast maak ik me zorgen als we praten over individuele gevallen en wil ik toch zeggen dat er een uitspraak is van twee rechters. Bovendien ligt deze zaak ook nog onder hoger beroep. 

De voorzitter:

Ik concludeer dat u geen steun geeft aan het verzoek. 

De heer Bosman (VVD):

Geen steun voor een debat erbij. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ik steun dit verzoek van harte, en heb ook zeer veel begrip voor het feit dat die stemming hoofdelijk gaat plaatsvinden. Het gaat hier over een unieke situatie; iemand die, als hij teruggestuurd wordt, in een levensgevaarlijke situatie terechtkomt. En aangezien er geen luisterend oor is van dit kabinet, vind ik het gerechtvaardigd dat we er hier in de Kamer over spreken. 

De heer Van Hijum (CDA):

Ook de CDA-fractie wil dit verzoek steunen. Ik wil echt mijn onbegrip uitspreken over het feit dat iedere vorm van debat hierover niet wordt gehonoreerd. Het is een buitengewoon belangrijke kwestie om wél met elkaar te bespreken. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Na het nogal gênante gespartel van de coalitie gisteren in de commissie voor Defensie, waar ik helaas getuige van mocht zijn, heb ik veel begrip en waardering voor het feit dat collega Sjoerdsma nogmaals verzoekt om een debat. Ik denk dat hij gelijk heeft door erop te wijzen dat ook de veiligheid van onze militairen daarvan afhankelijk is. Ik denk dat er een debat moet plaatshebben, inderdaad mét de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Dat is degene die in dezen in laatste instantie verantwoordelijk is voor de veiligheid van deze man, en dus ook voor in de toekomst voor Nederland uitkomende en opererende tolken. Van harte steun dus voor het debat. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

We kunnen natuurlijk altijd met elkaar van mening verschillen, maar ik vind dat je dan wel bereid moet zijn om in alle openheid het standpunt toe te lichten. Daarom alle begrip voor het feit dat de heer Sjoerdsma hier nu wederom staat om dit debat aan te vragen. Steun van GroenLinks hiervoor. We willen het debat inderdaad ook hebben mét de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Er is veel onduidelijkheid over hoe het nu precies zit met het beleid ten aanzien van tolken, en hoe het ook doorwerkt in de asielverlening. Dus als het in algemene zin daar om gaat — hoe het beleid in elkaar zit en hoe de verschillende uitspraken van enerzijds de staatssecretaris en anderzijds de minister van Defensie zich tot elkaar verhouden — dan steunen wij dat debat. Dus het moet niet gericht zijn op de individuele zaak, maar echt breder. 

De heer Fritsma (PVV):

Als de Immigratie- en Naturalisatiedienst én de rechter de verblijfsaanvraag van een asielzoeker afwijzen, dan moet deze asielzoeker Nederland verlaten. Dat geldt voor iedereen en dat zou nu ook moeten gelden. Dus de PVV-fractie steunt het verzoek om een debat niet. 

De heer Klein (50PLUS/Klein):

Juist door wat de heer Van der Staaij zegt — dat er een probleem kan ontstaan doordat in feite het systeem ertoe leidt dat het fout gaat — geef ik als 50PLUS/Klein steun aan dit verzoek. 

De heer Krol (50PLUS/Baay-Timmerman):

Ook steun voor dit debat. 

De heer Van Dam (PvdA):

Voordat wij tot een standpunt kunnen komen zou ik de heer Sjoerdsma eerst een vraag willen stellen, want hij vraagt om een vrij ingewikkeld debat. Toen ik gisteren voor het eerst, in mijn geval, over deze kwestie hoorde, dacht ik ook: hoe is het mogelijk? Iemand die als tolk heeft gewerkt voor Nederland hoort te kunnen rekenen op bescherming. Die hoort te weten dat als zijn leven in gevaar is, hij beschermd wordt. Deze mijnheer had in Noorwegen asiel gevraagd. Dat land is niet bepaald strenger dan wij wat betreft asiel. En toch is de aanvraag daar afgewezen. Dat betekent dat er iets aan de hand moet zijn. Het verhaal klopt niet of er zijn tegenwerpingen tegen deze mijnheer. Ik begrijp heel goed dat de heer Sjoerdsma dat wil weten. Ik zou het ook wel willen weten. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Precies. Dus steunt u mijn verzoek. 

De heer Van Dam (PvdA):

Alleen, als we nou de staatssecretaris vragen hier in debat te komen en hem vragen om het uit te leggen, mag hij dat niet, op basis van de wet. Dat weet de heer Sjoerdsma ook. Dat is precies de reden waarom we nooit over individuele gevallen spreken. D66 ondersteunt dat volgens mij ook altijd. Ik zou willen vragen hoe zo'n debat er uit zou moeten zien als de heer Sjoerdsma het over deze individuele kwestie wil hebben. Dat is precies de reden waarom mijn fractie gisteren heeft gezegd dit niet toe te willen voegen aan het AO bij Defensie. Als je namelijk op zo'n individueel geval wil ingaan, kun je van de staatssecretaris niet verwachten dat hij eventuele negatieve zaken in het dossier van deze mijnheer openbaar maakt. 

De voorzitter:

Uw vraag is helder. Hoe ziet u dat voor zich, mijnheer Sjoerdsma? 

De heer Sjoerdsma (D66):

Deze vraag raakt natuurlijk aan wat ook de VVD hier al te berde bracht. Het betreft hier eenheid van kabinetsbeleid. Aan de ene kant hebben we een minister van Defensie die zegt dat iedereen die zich met levensgevaar heeft ingezet voor Nederlandse missies in Afghanistan op steun moet kunnen rekenen. Ze verklaart daarmee waarom er geen collectieve regeling is voor tolken, maar maatwerk. Daartegenover staat een staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, die, steeds als het over maatwerk gaat, zegt: dat maatwerk is even niet voorhanden. Daar wil ik een debat over hebben, over die botsende beleidslijn. De heer Ahmadzai lijkt daar op dit moment de dupe van te zijn. 

De voorzitter:

Laten we proberen geen namen te noemen van mensen die hier niet deel kunnen nemen aan het debat. Het is een algemeen onderwerp. 

De heer Van Dam (PvdA):

U zegt dat we geen namen moeten noemen en dat is nou precies waar het hier om gaat. Nederland heeft ook niet het asielverzoek bekeken, dat is Noorwegen geweest. Dat zegt: als iemand voor zijn leven moet vrezen omdat hij voor de Nederlandse troepen heeft gewerkt, krijgt hij in Noorwegen echt asiel; zeker weten. Dus hier is iets anders aan de hand en de staatssecretaris kan hier nooit vertellen wat dat is. Dat mag hij namelijk niet. Hoe moeten we dat debat hier dan voeren? 

De voorzitter:

Mijn conclusie is dat u het debat niet steunt. 

De heer Van Dam (PvdA):

Als de heer Sjoerdsma zegt dat hij het debat met de staatssecretaris wil, weet hij welk antwoord hij krijgt. Voeg het alsnog toe aan het AO van volgende week, dat is wat ons betreft prima. Het wordt echter wel een onmogelijk debat. Laten we dat met elkaar duidelijk vaststellen. 

De voorzitter:

U geeft op dit moment geen steun aan een plenair debat. Mijnheer Sjoerdsma, ik … 

De heer Van Dam (PvdA):

Volgende week staat er al een debat gepland, namelijk een AO. Als de heer Sjoerdsma het per se wil, vraag de heer Teeven erbij en voer het gesprek daar. Prima. Als hij dat niet wil, doet hij het plenair, maar volgens mij is het het handigste om het in het AO te doen. 

De voorzitter:

Wat nu voorligt, is een verzoek om een plenair debat. Ik begrijp dat u dat debat niet wilt steunen, maar dat u wel bereid bent om verder te praten in de commissie. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Er werd hier net aangegeven dat er niet over individuele situaties wordt gepraat. Daar moet je ook terughoudend in zijn, maar soms zijn er situaties waarin een individueel geval wel degelijk ook een breder probleem kan aankaarten. Ik noem even de situatie van Mauro. Dat werd toen wel gesteund door de Partij van de Arbeid. 

De voorzitter:

Het verzoek van mijnheer Sjoerdsma was om over dit verzoek hoofdelijk te stemmen. Ik stel voor … 

De heer Van Dam (PvdA):

Mag ik dan eerst vragen of het voor de heer Sjoerdsma geen optie is om het gewoon volgende week alsnog in het AO te doen? Nu gaan we hoofdelijk stemmen over de vraag of we het in deze zaal doen of in een andere zaal. Dat lijkt me echt een beetje banaal. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Gisteren, en eigenlijk al eergisteren, stond ik ook in deze plenaire zaal om dat debat aan te vragen. Toen leek ik ook op steun van de Partij van de Arbeid te kunnen rekenen voor een spoed-AO met beide bewindspersonen. Groot was mijn verbazing toen ik gisteren aankwam in de procedurevergadering en meerdere collega's aantrof, die ik normaal nooit bij de commissie voor Defensie aantref. Toen was uw kans om die bewindspersonen aan dat debat toe te voegen. Vandaag sta ik hier voor een plenair debat over dat onderwerp. 

De heer Van Dam (PvdA):

Dan zegt mijn fractie bij dezen steun toe voor dat plenaire debat; als de heer Sjoerdsma het in deze zaal wil doen, doet hij het in deze zaal, prima, en dan hoeven we niet hoofdelijk te stemmen. 

De voorzitter:

Mijnheer Sjoerdsma, we kunnen hoofdelijk stemmen, maar u hebt de steun van de meerderheid voor het houden van een plenair debat met de minister van Defensie en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Dan dank ik de PvdA voor deze steun, waardoor er inderdaad een meerderheid is voor mijn verzoek om een plenair debat te houden. Wel zou ik er nog aan willen toevoegen dat, gezien de urgentie van de zaak, ik dat debat op zo kort mogelijke termijn zou willen inplannen. 

De voorzitter:

Ik ga ervan uit dat dit verzoek door de Kamer wordt gesteund. Ik zal mij er in ieder geval voor inspannen, maar u realiseert zich, naar ik aanneem, wel dat er volgende week nog een ander belangrijk debat is. Dus voor volgende week kan ik het niet echt garanderen, maar wel dat het debat zo snel mogelijk wordt geagendeerd. Ik heb dat goed gehoord. In het debat is de spreektijd vier minuten per fractie. 

Het woord is aan de heer Fritsma van de PVV. 

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Helaas breekt het kabinet alle records met het toelaten van asielzoekers. Daarbij worden nu ook weer meer uitgeprocedeerde asielzoekers getrakteerd op een verblijfsvergunning. Het gaat hierbij om asielzoekersgezinnen die bij de laatste pardonregeling buiten de boot vielen. Ik wil hierover zo snel mogelijk een debat met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie omdat hij de problemen steeds weer groter maakt. Nu wordt bijvoorbeeld wederom het signaal afgegeven dat het loont om illegaal in Nederland te blijven, dat het loont om een vertrekplicht te negeren. Dat kan zo niet langer. Er is dus veel te bespreken. 

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor een snel in te plannen debat over het toelaten van uitgeprocedeerde asielzoekers in het kader van het kinderpardon. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik deel met de heer Fritsma dat er genoeg is om over te spreken. Dus steun voor het debat, zij het met een andere motivatie. Ik kan mij wel voorstellen dat we er als commissie verstandig aan doen om eerst te kijken of dat we dat in een algemeen overleg kunnen doen. Dan zal het waarschijnlijk wat sneller kunnen. 

De voorzitter:

Dat betekent dat u het verzoek om een debat steunt maar dat teneinde het debat heel snel in te kunnen plannen, nog even gekeken moet worden naar de vorm ervan. 

De heer Schouw (D66):

De heer Fritsma is niet blij en wil daarom een debat. Mijn fractie is wel blij met de verruiming van het kinderpardon maar ziet ook nog wel voldoende redenen voor een debat om die blijheid met iedereen die maar wil te delen. 

De voorzitter:

Snel ook? 

De heer Schouw (D66):

Niet per se. 

De voorzitter:

U steunt het debat maar de snelheid is niet zo'n punt. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Mijn fractie is een beetje blij, want er zouden 100 kinderen onder dat kinderpardon kunnen vallen terwijl er nu 50 groen licht hebben gekregen. Dus uit andere motieven steun ik het verzoek, maar als het sneller kan in een AO, heb ik voorkeur voor een AO. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De heer Fritsma en ik denken heel anders over het kinderpardon, maar wel steun voor dit verzoek. Overigens deel ik wel wat de heer Voordewind en mevrouw Gesthuizen hebben aangegeven, namelijk dat het sneller is om het in een AO te doen. Dus graag in een AO. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ik ben niet blij. Liever niet een AO, liever een plenair debat. 

De voorzitter:

Dus steun voor een plenair debat. 

De heer Van Hijum (CDA):

De CDA-fractie heeft een voorkeur voor een algemeen overleg. De staatssecretaris heeft van zijn discretionaire bevoegdheid gebruikgemaakt, wat je daarover ook kunt concluderen. Wat ons betreft kan dat heel goed besproken worden in een AO. 

Mevrouw Maij (PvdA):

Wij zijn wel degelijk tevreden met de conclusies die nu zijn getrokken naar aanleiding van het kinderpardon. We willen dat ook graag in een algemeen overleg met de staatssecretaris bespreken en niet in een plenair debat. Er staan al verschillende algemene overleggen voor Justitie gepland. 

De heer Azmani (VVD):

Zoals mevrouw Maij al aangeeft, hebben we al meerdere algemene overleggen in de planning staan. Laten we het daarin bespreken. 

De voorzitter:

Mijnheer Fritsma, de meerderheid van de Kamer heeft de behoefte om dit te bespreken in een algemeen overleg. 

De heer Fritsma (PVV):

Dat zal ik in overweging nemen. Ik zal mij wellicht tot de commissie wenden maar voor de zekerheid wil ik toch een dertigledendebat op de rol hebben, omdat daar wel steun voor is, zodat we kunnen kijken hoe het in commissieverband verder kan. Dus dank. 

De voorzitter:

Dan zal ik het toevoegen aan de agenda met drie minuten spreektijd per fractie. 

De heer Van Klaveren heeft zijn verzoek ingetrokken en daarom geef ik het woord aan de heer Nijboer. 

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Zojuist publiceerde de Autoriteit Financiële Markten een rapport over de accountancysector in Nederland. De kwaliteit blijkt volstrekt ondermaats te zijn. De publieke functie van accountants wordt onvoldoende uitgevoerd en dat is onacceptabel. De PvdA-fractie heeft hierover een motie ingediend. Deze motie is Kamerbreed aangenomen. Daarin wordt de sector gevraagd om voorstellen te doen, welke voorstellen vandaag zijn gekomen. De PvdA-fractie stelt voor, een debat te houden over de voorstellen van de sector, het rapport van de Autoriteit Financiële Markten en de brief van de minister van Financiën. 

De voorzitter:

Een verzoek voor steun tot het houden van een debat over de toekomst van de accountancy. 

De heer Koolmees (D66):

Van harte steun voor dit verzoek. 

De heer Van Hijum (CDA):

Ik aarzelde een beetje, omdat we een voorstel van de minister tegemoetzien, dat we bespreken in de procedurevergadering. Ik wil dat afwachten. 

De voorzitter:

Geen steun op dit moment. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Het is noodzakelijk om hierover te debatteren. Op zichzelf verleen ik steun aan het debat, maar ik wil het snel laten plaatsvinden en dan in een algemeen overleg. 

De voorzitter:

Maar voor nu wel steun voor een plenair debat. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Het is belangrijk genoeg om te bespreken, maar ik wil er graag een reactie van de minister op krijgen voordat we het bespreken. Als we het plenair bespreken, wil ik dat wel maar dan nadat de reactie van de minister binnen is. 

De voorzitter:

Dat betekent dat u wel of niet steun geeft? 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Wel steun, maar op het moment dat die reactie er is. 

De voorzitter:

Als die reactie er is. 

De heer Nijboer (PvdA):

De reactie van de minister is volgens mij net binnen. 

De voorzitter:

Dan geeft u volle steun voor een plenair debat. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Aangezien de reactie net binnen is, steun voor het debat. 

De heer Merkies (SP):

Ik steun het voorstel, maar volgens mij kunnen we dit net zo goed in een algemeen overleg doen. 

De voorzitter:

Maar wel steun voor een plenair debat. 

De heer Merkies (SP):

Ja, maar ik zou het hier nog wel graag in de procedurevergadering over willen hebben, zo zeg ik alvast aan het adres van de heer Nijboer. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Geen steun. Wat ons betreft, kan het makkelijk in een algemeen overleg. Ik zou ook eerst graag de reactie van het kabinet willen hebben op de voorstellen uit de sector die vandaag zijn gekomen. De heer Nijboer zegt dat die er al zijn, maar ik kan het me niet voorstellen. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Steun voor het verzoek. 

De voorzitter:

Mijnheer Nijboer, u hebt de steun van de meerderheid voor het houden van een debat. Toch hebben velen gezegd dat het ook op een andere manier besproken kan worden. De meerderheid heeft gezegd dat het plenair kan, dus we voegen het toe aan de lijst. 

De heer Nijboer (PvdA):

Heel graag, want de kwaliteit van de accountancysector moet echt omhoog. Dat vergt ook wettelijke maatregelen en liefst zo snel mogelijk. Als het sneller kan in een algemeen overleg, zal ik dat in overleg met de collega's inplannen. Vooralsnog handhaaf ik het verzoek. Als wij er een algemeen overleg van maken, hoort u dat van mij. 

De voorzitter:

Vier minuten spreektijd per fractie. Ik heb begrepen dat er nog een brief moet komen met de reactie van het kabinet op de voorstellen van de sector. Dit gedeelte van het stenogram zal ik doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan de heer Van Gerven. 

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Het betreft een rappel over de spoedige beantwoording van vragen van de staatssecretaris van Economische Zaken en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de kwestie-Foppen. Wij hebben daar heel veel vragen over gesteld. Volgende week hebben wij daar een algemeen overleg over en we zouden graag aanstaande maandag die beantwoording hebben. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Eijsink als voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken. 

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Voorzitter. Vanochtend is in de procedurevergadering gesproken over de artikel 100-brief inzake ISIS. Volgende week donderdag zal een debat plaatsvinden van 11.00 uur tot 15.00 uur. Ik verzoek u, ruimte te maken op de agenda van de plenaire vergadering voor de afronding van dit debat. 

De voorzitter:

Dat zal ik doen. 

Ik geef het woord aan de heer Bashir van de fractie van de SP. 

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Ik kan mij heel goed het debat van 20 november 2013 over de Belastingdienst herinneren. Toen hadden we het uitgebreid over boekenonderzoeken, cijfers en aantallen. Wat blijkt vandaag? Op de website van ZEMBLA staat dat de Belastingdienst heeft gelogen over de cijfers en daarmee de Tweede Kamer dus heeft misleid. Het schijnt dat belastingambtenaren vooral van hun leidinggevenden cijfers moesten manipuleren. Dat is volgens mij aanleiding voor een debat met de staatssecretaris van Financiën. We zouden dat graag op korte termijn willen voeren. 

De voorzitter:

U verzoekt om steun voor het houden van een debat op korte termijn over gemanipuleerde cijfers van de Belastingdienst. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Spreek me niet over het debat van 20 november 2013. Het staat ook in mijn geheugen gegrift. Over twee weken is er een algemeen overleg over de Belastingdienst. Volgens mij kunnen we dit belangrijke onderwerp daar goed bij betrekken. 

De voorzitter:

Geen steun dus voor het verzoek. 

De heer Omtzigt (CDA):

Wel steun voor het verzoek. Als het echter ergens anders bij betrokken wordt, zal ik me daar niet tegen verzetten. Ik wil graag eerst de uitzending van vanavond zien om te begrijpen hoe ernstig het is. Na de uitzending zou ik wel graag onmiddellijk een reactie hebben. De signalen dat boekenonderzoeken fictief zouden zijn, krijgen we namelijk al een tijdje. 

De voorzitter:

U vraagt om een snelle reactie van het kabinet op de uitzending van vanavond. 

De heer Groot (PvdA):

De heer Bashir begint met "het schijnt dat". Dat lijkt me een wat smalle basis voor een debat. Ik zou willen voorstellen dat hij daar volgende week nog een keer op terugkomt, nadat de uitzending heeft plaatsgevonden. 

De voorzitter:

Geen steun op dit moment. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik hoor hier een heleboel dingen opeens als waarheid genoemd worden, terwijl het tv-programma nog moet worden uitgezonden. Geen steun dus. 

De heer Koolmees (D66):

We moeten eerst de uitzending maar eens zien. Ook de suggestie van de heer Klaver vind ik een goede. Over twee weken hebben we een AO over de Belastingdienst. Daar kunnen we dit bij betrekken. Geen steun. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Daar sluit ik me bij aan. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik wil eerst de uitzending zien. We hebben een AO over de Belastingdienst. Volgens mij gaan we met de staatssecretaris nog een uur of veertig over het Belastingplan praten. Er is dus gelegenheid genoeg in de komende tijd. 

De voorzitter:

Mijnheer Bashir, u hebt niet de steun van de Kamer voor het houden van een plenair debat en dus ook niet voor een snel debat. Wel is nu al gevraagd om een reactie op de uitzending van vanavond. Dat is denk ik nog niet zo heel vaak gebeurd. Dat verzoek zal ik via het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Wellicht kunt u de antwoorden in de brief over twee weken betrekken bij het algemeen overleg. Ik zal dus aan het stenogram toevoegen dat die reactie er volgende week moet zijn. 

De heer Bashir (SP):

De uitzending heeft inderdaad nog niet plaatsgevonden. Als de Kamer misleid is, is de Kamer nu al misleid en niet pas vanavond, als de uitzending heeft plaatsgevonden. Ik heb ook schriftelijke Kamervragen gesteld. Ik zou graag willen dat ook die schriftelijke Kamervragen snel beantwoord worden. Daarna meld ik me spoedig weer bij u. 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Ik geef het woord aan de heer Wilders. 

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Ongeveer een uurtje geleden hebben we een brief van het kabinet gekregen over de moord op Theo van Gogh en de uitzending die daarover een paar dagen geleden op de televisie is geweest. Ik moet zeggen dat we ons geen grotere flutbrief hadden kunnen voorstellen. Er staat eigenlijk niks in. Er wordt verwezen naar onderzoeken van tien jaar geleden. Op de uitspraken van de officier van justitie wordt nauwelijks serieus ingegaan. Mijn fractie vindt dat de onderste steen boven moet komen en dat er echt reden is om het onderzoek te heropenen. Dat zouden wij willen bespreken met het kabinet. Mede namens de heer Van Raak van de SP-fractie zou ik willen verzoeken om een debat, wat mij betreft te houden met de ministers van BZK en van Justitie, om verder over deze te brief te kunnen praten. 

De voorzitter:

U verzoekt om steun voor het houden van een debat met de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie over de moord op Theo van Gogh. 

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Steun van D66 voor dit verzoek. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Steun voor het debat. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks voor dit debat. 

De heer Oskam (CDA):

Het onderwerp is volop aan de orde in het publieke debat en dus moet het met de minister worden besproken. Steun. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Namens de ChristenUnie-fractie steun voor het debat. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun. 

De heer Recourt (PvdA):

Steun. Ik heb echter nog wel een aanvullende vraag. Misschien kan die worden beantwoord in een brief voorafgaand aan het debat. De vraag is natuurlijk of de officier van justitie in die uitzending meer wist dan dat hij toen wist. Wij hebben daarop geen antwoord gekregen in de brief. Ik stel daarom deze aanvullende vraag aan de minister van Veiligheid en Justitie. 

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor het verzoek. De aanvulling van de heer Recourt lijkt mij daarbij relevant. 

De heer Dijkhoff (VVD):

Ook vanuit de VVD steun voor de aanvullende vraag en het debat. 

De voorzitter:

Mijnheer Van Raak, het verzoek is mede namens u gedaan. 

De heer Van Raak (SP):

Als er een brief komt, moet dat wel een brief met antwoorden zijn. Het moet dus niet een brief zijn zoals wij die net hebben gehad, namelijk een brief met oud nieuws. Ik vind het prima als er een brief komt, maar dan wel een brief waarin alle vragen worden beantwoord die wij hebben gesteld. Mijn steun aan het debat heb ik natuurlijk al gegeven. 

De voorzitter:

Mijnheer Wilders, u hebt brede steun van de Kamer voor het houden van dit debat. Ik doe mijn best om dit debat zo snel mogelijk in te plannen. Daarbij zullen vier minuten spreektijd per fractie gelden. 

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Hiermee is er een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden. Wij gaan zo stemmen. Ik verzoek de leden die de presentielijst nog niet hebben getekend, dat alsnog te doen. 

Mevrouw Leijten (SP):

Ik verzoek om een hoofdelijke stemming over het amendement op stuk nr. 81. 

De voorzitter:

Ik zal dat alvast in mijn lijst opnemen. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven