7 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Economische Zaken mevrouw Vermeij tot lid in de bestaande vacature en in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Vermeij tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature. 

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over de moties zoals ingediend bij het notaoverleg Cultuuronderwerpen en bij het notaoverleg over de initiatiefnota van het lid Van Gerven over een gezonde veehouderij (33792). 

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 32563, nr. 46; 32563, nr. 47; 29383, nr. 222; 29383, nr. 221; 29383, nr. 220 en 24515, nr. 272. 

Ik stel voor om toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO HSL-Zuid/Fyra naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 11 september, met als eerste spreker de heer De Rouwe van het CDA; 

  • -het VAO Transatlantic Trade & Investment Partnership (TTIP) naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 10 september, met als eerste spreker de heer Jasper van Dijk van de SP; 

  • -het VSO Ontwerpbesluit tot wijziging van het Reglement rijbewijzen in verband met de invoering van het T-rijbewijs (29398, nr. 416), met als eerste spreker de heer Bashir van de SP. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Graus van de PVV. 

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Ik heb vorig jaar tal van verzoeken ingediend om het aantal dierproeven te verminderen. Er zijn toezeggingen gedaan door de regering en bovendien zijn moties aangenomen. Nu blijkt echter dat er onlangs bij de Universiteit Maastricht allerlei wantoestanden zijn geweest met labradors, en nu ook met apen. Dat geldt eveneens voor het apenonderzoekslaboratorium Max Planck, dat samenwerkt met Nederlandse onderzoeksinstituten. Er zijn weerzinwekkende beelden van naar buiten gekomen, door een undercoveroperatie. Het gaat echt om zware martelingen van dieren. Gezien het feit dat mijn moties om een einde te maken aan deze ellende door de hele Kamer, op de VVD na, zijn gesteund, wil ik graag een debat aanvragen met de verantwoordelijke staatssecretaris van Economische Zaken, lees dierenwelzijn. Ik reken daarbij, op de VVD na, op steun van de hele Kamer. 

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over de toestanden in het apenlaboratorium. 

De heer Van Gerven (SP):

Ik heb de afschuwelijke beelden ook gezien. Ik heb ook gezien hoe die apen behandeld worden voor een onderzoek. Ik wil graag een brief vragen, waarin het kabinet daarop reageert en toelicht of zulke activiteiten ook in Nederland plaatsvinden of met steun van Nederland. Ik wil dus een uitgebreide reactie daarop en stel voor om dat te betrekken bij hetzij de begroting die binnenkort al aan de orde zal zijn, hetzij een algemeen overleg. Ik wil best een debat voeren, maar ik denk dat we dan te lang moeten wachten. Ik zou het dus langs de weg van een AO willen doen. 

De voorzitter:

U wilt graag een brief. Geen steun voor een debat. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De grap is dat we voor de zomer al hebben gevraagd om een AO in te plannen. Er ligt een plan van aanpak voor uit februari en er liggen cijfers voor over 2012. Toen was de Kamer daar nog niet zo voor te porren. We wachten ook nog op de reactie van de staatssecretaris, juist op onderzoek naar proeven op apen. Ik stel voor dat we de staatssecretaris vragen om daar haast mee te maken en het AO in te plannen. Omdat de Kamer echter in een eerdere procedurevergadering geen zin had in een algemeen overleg hierover, wil ik nu wel het verzoek om een debat van de heer Graus steunen. Dan kunnen we het altijd nog van de agenda halen als we een algemeen overleg gaan voeren. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

100% inhoudelijke steun voor de aanvraag van de heer Graus. Graag een brief van de regering over deze kwestie en de andere kwesties die hierbij spelen. Ook voor ons geldt dat snelheid belangrijker is dan de vraag, waar het debat precies plaatsvindt. Ik denk dat dat net zo goed geldt voor de heer Graus. We moeten het serieus nemen, maar als het sneller kan in een AO vinden wij dat prima. Het kan ook bij de begrotingsbehandeling. Dus: flexibiliteit qua vorm, maar de zaak moet zeker besproken worden. 

De voorzitter:

Ik noteer voor dit moment steun voor het debat. 

De heer Van Dekken (PvdA):

Het voorstel van de Socialistische Partij kan op steun van de Partij van de Arbeid rekenen. Dat betekent dat we via de procedure en een algemeen overleg iets zouden kunnen doen aan deze onverkwikkelijke zaak. 

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat. 

De heer Rudmer Heerema (VVD):

Ondanks dat er een motie van mevrouw Ouwehand en mij ter vermindering van het aantal onnodige dierproeven unaniem is aangenomen, krijg ik helaas toch nog de toorn van de heer Graus over mij heen. Een plenair debat is voor ons niet nodig. Maar als het besproken kan worden in een AO, dan heel graag. 

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Steun voor een brief en zeker voor een aanmaning van de staatssecretaris dat ze spoedig met de door haar aangekondigde reactie komt, zodat we die beide kunnen betrekken bij de begroting of, als de commissie dat wil, eerder bij een in te plannen AO. 

De voorzitter:

Geen steun voor een apart plenair debat. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. De ChristenUnie steunt het verzoek om een brief van het kabinet. Het lijkt mij heel wijs, die brief te betrekken bij een AO. Als we het plenair willen behandelen, zal het namelijk nog langer duren. Dit vraagt wel enige urgentie. Graag snel een AO, maar daar praten we verder over in een procedurevergadering. 

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat. 

De heer Geurts (CDA):

Zo snel mogelijk een brief van het kabinet hierover. Een plenair debat zal volgend jaar maart/april plaatsvinden, dus geen steun daarvoor. Wel zo snel mogelijk een AO. 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Voorzitter. De heer Graus slaat wel eens door in het vechten voor dieren, maar apen zijn onze naaste verwanten. Ik ben ze zelfs bij woningcorporaties tegengekomen. Dat zal ik allemaal ophelderen na 30 oktober. Mishandeling van apen mag niet aan de orde zijn, dus ik steun de heer Graus een keer bij zijn verzoek om een debat. 

De voorzitter:

Mijnheer Graus, ik proef brede steun in de Kamer voor het snel houden van een debat over dit onderwerp. Maar er is geen brede steun om dat hier in de plenaire zaal te doen, maar wel op een andere plek. Er is overigens wel verzocht om een inhoudelijke reactie op de televisie-uitzendingen. Dat is mijn conclusie. 

De heer Graus (PVV):

In het belang van die aapjes leg ik me daarbij neer. Dank aan iedereen die mij hierbij heeft gesteund. De PVV had overigens eerder dan de VVD een motie ingediend over een gewenste vermindering, vervanging, verfijning en versnelling. De heer Heerema pleegde een soort plagiaat van mijn motie. Ik heb hem daarbij, omdat het in het belang van de apen was, van harte gesteund. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden van het kabinet, voor een spoedige reactie op de televisie-uitzendingen. 

Het woord is aan de heer Van Weyenberg. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Vorige week kregen wij een brief van het kabinet om het veel minder aantrekkelijk te maken om een au pair in dienst te nemen. Mijn fractie is daar geen voorstander van. Wij vinden dat je regels moet handhaven, in plaats van meteen te vluchten in weer nieuwe regels. Gelukkig blijkt ook een Kamermeerderheid helemaal niets in die plannen te zien. Helaas lees ik hierover zelfs iets op de website van de IND, alsof die plannen al werkelijkheid zijn geworden. Ik zou daar graag snel in deze Kamer over debatteren. 

De voorzitter:

Een verzoek om steun tot het houden van een debat over de nieuwe au-pairregeling. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Wat het kabinet wil doen, is voorkomen dat au pairs, jonge meiden uitgebuit worden. Het gebeurt niet vaak dat ik heel warm en enthousiast word van kabinetsplannen, maar dat heb ik bij deze plannen wel. Ik ga daarover graag het debat aan. Steun voor het verzoek. 

De heer Pieter Heerma (CDA):

Deze regelzucht gaat meer problemen veroorzaken dan ze gaat oplossen. Derhalve steun voor het verzoek. 

De heer Azmani (VVD):

Volgens mij waren ook mijn woorden in de media dat mijn fractie dit een slecht plan van het kabinet vindt. Dat betekent wat mij betreft dan ook dat ik dit weekeinde in de pen ben geklommen om daarover schriftelijke vragen te stellen. Volgens mij is het het handigst om de antwoorden op die vragen eerst af te wachten om aan de hand daarvan te bepalen of er überhaupt nog wel een debat nodig is. Dan kijk ik met een schuin oog naar vak-K, want eigenlijk is er al een Kamermeerderheid tegen dit voorstel. 

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek dus. 

De heer Kerstens (PvdA):

Mijn fractie heeft aangegeven met andere partijen en het kabinet te willen nadenken over maatregelen die wel helpen om mogelijke uitbuiting tegen te gaan. Er zijn schriftelijke vragen gesteld. Ik sluit mij in dezen aan bij de heer Azmani van de VVD. Laten wij de beantwoording van die vragen eerst afwachten en vervolgens in de procedurevergadering bekijken wat wij verder doen met dit wetsvoorstel. Wellicht heeft het kabinet er tegen die tijd zelf ook al iets over gezegd. 

De voorzitter:

Mijnheer Van Weyenberg, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een plenair debat. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Als ik naar de heer Azmani luister, constateer ik wel dat hij ervan uitgaat dat het kabinet in antwoord op zijn vragen zal besluiten om dit plan, waarvoor geen meerderheid is, terug te trekken. Ik vraag u of die vragen heel snel beantwoord kunnen worden, in het bijzonder de laatste vraag, waarin de heer Azmani vraagt of het kabinet het plan terugtrekt. Dat lijkt mij namelijk een uitstekend idee. Misschien kunnen wij het kabinet verzoeken om die vragen binnen twee weken te beantwoorden. Als het plan dan niet van tafel is, ziet u mij terug, want gelukkig wil de Kamermeerderheid dit niet. 

De voorzitter:

Ik zal dit verzoek in een stenogram doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Karabulut van de SP. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Het mooiste in de politiek is wanneer partijen voortschrijdend inzicht hebben en tot veranderde standpunten komen. Ik heb hier in juni samen met collega Knops van het CDA voorgesteld om te wachten met de behandeling van de wijziging van de wet op de woningcorporaties totdat de parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties haar resultaten zou hebben gepresenteerd. Daarvoor was toen geen meerderheid, maar inmiddels wel, zo begrijp ik uit de media. Bij dezen doe ik nogmaals het verzoek om de behandeling van de novelle Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting (33966), dus de wet op de woningcorporaties, on hold te zetten totdat in ieder geval de resultaten van de parlementaire enquêtecommissie zijn gepresenteerd. 

De voorzitter:

Dat is een beetje ingewikkeld, want het wetsvoorstel is nog niet voor plenaire behandeling aangemeld. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Maar wij hebben de wet al wel in behandeling genomen. 

De voorzitter:

Het speelt dus nog in commissies. Normaliter zou dit een verzoek zijn dat in een commissie aan de orde zou komen. Maar goed, ik geef het woord aan de heer Bisschop. 

De heer Bisschop (SGP):

Ik kan mij voorstellen dat de resultaten van de parlementaire enquêtecommissie betrokken worden bij de behandeling van de novelle, maar wij moeten naar mijn idee wel voorkomen dat de behandeling van de novelle te lang wordt uitgesteld. Als er een traject te bedenken valt om kennis te nemen van de resultaten, waarbij ieder voor zich de resultaten ook bij de behandeling kan betrekken, heb ik daarmee geen enkele moeite. 

De heer Krol (50PLUS/Baay-Timmerman):

Steun voor het verzoek van de SP. 

De heer Monasch (PvdA):

Er is hier nog helemaal geen wet voor behandeling aangeboden. U refereerde daar zelf ook al aan. Het lijkt mij verstandig om dit gewoon met elkaar te bespreken in de procedurevergadering van de commissie voor Wonen, naar aanleiding van uitlatingen die zijn gedaan. Dan kunnen wij bekijken hoe wij verdergaan. Tot die tijd zou ik gewoon willen doorgaan met de ingezette behandeling. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voor mijn fractie is het belangrijk dat wij de resultaten van de enquêtecommissie ook kunnen betrekken bij de behandeling van de novelle, maar wij hebben voor die novelle inmiddels al vragen ingediend. De behandeling is dus al gaande. Ik wil die antwoorden ook wel graag krijgen. Hoe wij het traject dan verder vormgeven, bijvoorbeeld in de plenaire behandeling, kunnen wij prima in de procedurevergadering bepalen. Wij geven dus geen steun aan het voorstel dat nu voorligt. 

De heer Knops (CDA):

Mevrouw Karabulut had de intentie om dit verzoek mede namens mij te doen, dus bij dezen geef ik nogmaals mijn steun. Overigens vind ik het vreemd dat de heer Monasch hier geen standpunt inneemt, want de regeling van werkzaamheden is een procedure. Wij kunnen hier dus precies zeggen wat wij ervan vinden. Het zou mooi zijn als de heer Monasch niet alleen blogs schreef, maar ook in deze plenaire zaal gewoon zou zeggen dat hij voor behandeling is: eerst behandeling van het rapport van de parlementaire enquêtecommissie en daarna pas behandeling van de herzieningswet. 

De heer Van der Linde (VVD):

De procedurevergadering lijkt mij een uitstekende plek om dit te regelen, maar uitgedaagd door de heer Knops zeg ik dat ik een slecht gevoel heb bij uitstel. Dat leidt op de tijdlijn namelijk alleen maar tot problemen. Ik zal alleen akkoord gaan als wij een tijdlijn kunnen overeenkomen die recht doet aan behandeling voor 1 januari. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Ik heb nog niet alle partijen gehoord, voorzitter. 

De voorzitter:

Nee, maar mensen zijn ook niet verplicht om naar de microfoon te komen als er een verzoek gedaan wordt. Ik kan alleen nogmaals zeggen dat het wetsvoorstel nog niet is aangemeld voor plenaire behandeling. Zolang dat nog niet het geval is, kan ik ook niet toezeggen dat ik het niet op de plenaire agenda zal plaatsen. De discussie zal verder gevoerd worden waar dat gebruikelijk is, namelijk binnen de commissie waarin het wel aan de orde is. 

Mevrouw Karabulut (SP):

De heer Knops — dit verzoek is mede namens het CDA — gaf terecht aan dat ook de regeling een procedure is. Ik zeg dit niet voor niets. D66 en de Partij van de Arbeid hebben zich er wel over uitgelaten in de pers, in die zin dat ze zeiden dat we eerst de resultaten van de parlementaire enquêtecommissie moeten kennen alvorens gestart kan worden met de behandeling. De minister voor Wonen, de heer Blok, heeft zich daar ook al over uitgelaten. Mensen wachten daarop. Naar onze collega's die nog heel hard bezig zijn met die parlementaire enquête, maar ook naar de mensen in het land is het ook gewoon netjes om vandaag klare wijn te schenken. Helaas is men nog steeds niet zo ver, maar ik denk dat we er wel gaan komen. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven