8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Van Haersma Buma (34000, nr. 9) en donderdag a.s. over de Wet verkorting duur voortgezette uitkering Appa (33946). 

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Rudmer Heerema tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van der Linde. 

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Harbers tot lid in plaats van het lid Aukje de Vries en het lid Aukje de Vries tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Taverne. 

Op verzoek van het lid Van Gerven stel ik voor, zijn motie (33920, nr. 10) opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen. 

Voorts stel ik voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO Wegverkeer en verkeersveiligheid naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 9 oktober, met als eerste spreker de heer De Rouwe van het CDA; 

  • -het VAO Examens in het onderwijs naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 9 oktober, met als eerste spreker de heer Van Meenen van D66; 

  • -het VAO Btw bij samenwerken gemeenten naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 9 oktober, met als eerste spreker de heer Schouw van D66; 

  • -het VAO Roc's die kwetsbare jongeren niet aannemen voor een beroepsopleiding naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 9 oktober, met als eerste spreker de heer Jasper van Dijk van de SP. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Dekken van de PvdA, in zijn rol van fungerend voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu. 

De heer Van Dekken (PvdA):

Voorzitter. Ik heb een tweetal aankondigingen. Wij willen nog voor het herfstreces een VAO Vervoer en beheer hoofdrailnet inzake de ontwerpconcessies plannen, inclusief de stemmingen. Dat geldt ook voor het VAO Milieuraad. 

De voorzitter:

Ze zullen beide worden toegevoegd aan de agenda. 

Het woord is aan mevrouw Siderius van de SP. 

Mevrouw Siderius (SP):

Voorzitter. Nu het kabinet de thuiszorg aan het slopen is, zouden wij graag voor het herfstreces nog wat willen repareren, dus hierbij alvast een vooraankondiging voor het VAO Wmo. 

De voorzitter:

Ik zal er rekening mee houden in de agenda. 

Het woord is aan de heer Graus van de PVV. 

De heer Graus (PVV):

Mevrouw de voorzitter. Vorig jaar hebben wij met enkele collega's in de Kamer naar voren gebracht dat er een tilapiakwekerij verdwenen was, betaald met publiek geld: belastinggeld uit Nederland, maar ook geld uit de Europese Unie. Er is dus fraude gepleegd. Die kwekerij is nooit gevonden. Er is ook fraude gepleegd met de rest van het geld. Daarom wil ik graag een debat aanvragen met de staatssecretaris van Economische Zaken, die hiervoor verantwoordelijk is. 

De voorzitter:

Er ligt een verzoek om steun voor het houden van een debat met de staatssecretaris van Economische Zaken over onterecht verstrekte subsidies. 

De heer Schouw (D66):

Ik ben heel blij met dit verzoek. Een groot deel van mijn fractie heeft met rooie oortjes naar de uitzending gekeken, dus wij willen heel graag heel snel een debat. 

De heer Geurts (CDA):

Ik wilde een opmerking maken dat de collega van D66 hopelijk geen rooie oortjes heeft gekregen door mij in die uitzending, maar dat even terzijde. 

Zoals wij in de rondvraag voor de procedurevergadering hebben aangekondigd, willen wij graag eerst een brief van de staatssecretaris. Dan bekijken wij hoe wij daarmee verdergaan. 

De voorzitter:

Geen steun voor een debat op dit moment. 

De heer Leenders (PvdA):

De heer Graus haalt een belangrijk punt aan. Geen steun voor een debat, wel een brief van het kabinet graag. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Op zich steunen wij het verzoek, maar ik vraag de heer Graus of het niet sneller gaat als wij een brief krijgen en die heel snel bij een LNV-Raad of een AO betrekken. Ik vermoed dat wij het dan sneller op de agenda hebben, maar dat laat ik even aan de heer Graus. 

De heer Bosman (VVD):

Ik ben altijd terughoudend met reacties op iets wat op televisie wordt gezegd. Ik vind het verstandig dat de staatssecretaris even de tijd krijgt om te reageren. Wij krijgen liever eerst een brief. Dan bekijken wij of die zo snel mogelijk kan worden ingepland, maar wij steunen het verzoek om een debat niet. Ik denk dat het veel sneller kan. 

De heer Van Gerven (SP):

De SP-fractie heeft een heleboel schriftelijke vragen gesteld, ook naar aanleiding van de uitzending. Wij zouden die beantwoording snel willen krijgen, inclusief de brief die al is gevraagd. Dan bekijken wij hoe wij daarmee verdergaan. 

De voorzitter:

Op dit moment dus geen steun voor een plenair debat. 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Die tilapia's komen uit de gemeente waar ik woon of ze komen er niet vandaan. Dat moeten wij onderzoeken, dus ik steun het verzoek om een debat. 

De voorzitter:

Mijnheer Graus, u hebt geen steun van de meerderheid voor het houden van een debat en ook geen steun van 30 leden, maar wel brede steun om via een brief opheldering te vragen aan de staatssecretaris. Een aantal leden vroeg of het niet op een andere manier sneller kan worden geregeld. Dat zou dan via de procedurevergadering moeten. 

De heer Graus (PVV):

Misschien kan de brief heel snel komen. Ik wil toch één ding gezegd hebben. Dat is ook voor de Handelingen belangrijk. Ik ben niet afgegaan op een televisie-uitzending, zoals werd gezegd. Vorig jaar al heb ik het gehad over de verdwenen tilapiakwekerij. Al een jaar lang kan de staatssecretaris ons geen antwoord geven, terwijl mensen zeggen: de kwekerij bestaat niet en het is gewoon fraude en bedrog. Nu, na een jaar, moet er echt duidelijkheid komen, en ook vóór de begrotingsbehandeling van LNV. Die is direct na het reces. Dan hoop ik dat dat geregeld kan worden. Dan kunnen we daar mogelijk het een en ander bij betrekken. 

De voorzitter:

Dan zal ik het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, inclusief uw laatste opmerking dat de brief er dan wel moet zijn vóór de behandeling van de begroting van LNV. Die is na het reces. 

De heer Graus (PVV):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. 

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Graus. 

Het verzoek van mevrouw Gesthuizen komt te vervallen. Dan geef ik het woord aan de heer Geurts van het CDA. 

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter. In het voorjaar heb ik namens de CDA-fractie gevraagd om een debat over berichten dat de metingen van stikstofdepositie op natuur veel lager zijn. Er is een uitzending van EenVandaag geweest. Er zijn ook allerlei publicaties. Ik vraag de VVD- of de PvdA-fractie — de overige fracties steunden eerder al het debatverzoek — om een meerderheidsdebat nu wel te steunen. 

De voorzitter:

Het gaat om een dertigledendebat, nummer 19 op de lijst. U wilt dat dertigledendebat graag omzetten in een gewoon debat. 

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Geen steun hiervoor. Ik wil wel graag een brief van de staatssecretaris over deze meetvormen en methoden. Direct na het reces is de begrotingsbehandeling. Ook daar kan de heer Geurts zijn zaken in debat brengen. Wat mij betreft krijgen wij eerst een brief en daarna zien we wel verder. 

De voorzitter:

Die brief moet er dan voor de begrotingsbehandeling zijn, neem ik aan? 

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Dat sowieso, voorzitter. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Het gaat over de onderbouwing van het hele beleid. Het is technisch heel ingewikkeld, met uitstoot en depositie en noem maar op. Volgens mij moeten we daar echt een apart debat over voeren om de diepte in te kunnen gaan met de staatssecretaris, dus steun voor dit verzoek. 

De heer Schouw (D66):

Ook bij dit onderwerp hecht mijn fractie eraan om een debat te voeren met de staatssecretaris, want we zijn wel een tijdje op het verkeerde been gezet. 

De heer Van Gerven (SP):

Ik wil graag een brief van het kabinet naar aanleiding hiervan. Die kunnen we eventueel betrekken bij de begrotingsbehandeling, want die is over twee weken. Dat lijkt mij het meest effectief. 

De heer Graus (PVV):

Uiteraard steun voor het verzoek van de heer Geurts. Wij behoren tot de partijen die er altijd voor gewaarschuwd hebben, dus uiteraard steun. 

Mevrouw Lodders (VVD):

Er is al een aantal zaken gevraagd. Steun voor de brief en ook steun voor het verzoek om er een debat van te maken. Het zal ook onderdeel zijn van de begrotingsbehandeling, maar steun voor het debat. 

De voorzitter:

Ik begrijp dat u het verzoek steunt om het dertigledendebat om te zetten in een meerderheidsdebat. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik zou hier ook graag een brief over zien. Steun voor een debat. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Altijd goed om hierover te debatteren. Ik stel voor dat de Kamer de nieuwe Melkveewet niet aanneemt totdat we dit debat hebben gevoerd. 

De heer Geurts (CDA):

Mag ik hier iets aan toevoegen, voorzitter? 

De voorzitter:

Heel kort. 

De heer Geurts (CDA):

Het debat hebben we binnen. De brief hebben we ook binnen. We hopen dat de staatssecretaris nu alle rapporten over ammoniak en stikstof die er nog liggen in de spelonken van het kabinet, ook gelijk meestuurt met de brief. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, inclusief uw laatste verzoek, doorsturen naar het kabinet. Het debat gaan we proberen te plannen. Nee, we gaan het niet proberen. We gaan het plannen, maar niet op korte termijn. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Vanwege de techniek van het debat, want het is echt een ingewikkeld debat, wil ik verzoeken of u een mooi voorstel voor de spreektijden wilt doen. 

De voorzitter:

Ik hoor u goed. Ik neem aan dat alle woordvoerders die gaan over stikstofdepositie, het met u eens zijn. Ik kom erop terug. 

Het woord is aan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Vorige week is een motie aangenomen van GroenLinks en de ChristenUnie over bindende energiedoelen. We hebben begrepen dat die nog niet vertaald is in een instructie aan de onderhandelaars in Brussel. Ik heb daar vrijdag een schriftelijke vraag over gesteld. Dat was echt maar één vraag: staat dat nu in de instructie aan onze onderhandelaars in Brussel of niet? Ik heb op spoed aangedrongen, maar ik heb helaas nog steeds geen antwoord. Morgen is het debat over de Europese top. Ik wil dus heel graag een rappel doen dat die ene vraag beantwoord wordt voor het debat morgenochtend. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Dan geef ik het woord aan de heer Pechtold. 

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik heb twee verzoeken. Wij spraken hier twee weken geleden plenair over ISIS en de inzet van Nederlandse F-16's en trainers. Ik heb toen een motie ingediend over een humanitaire top over vluchtelingen uit de regio. De premier zei toen: "Duitsland organiseert die eind oktober over de Syrische vluchtelingen in de regio en daarmee wordt aan het verzoek van D66 voldaan." Daarop heb ik mijn motie ingetrokken. U was daarbij, voorzitter. Maar wie schetst mijn verbazing? Staatssecretaris Teeven zei vorige week: er is geen Duitse top. Daar kon hij dus ook niets over zeggen, maar als die top er wel zou zijn, dan had hij wel de ambitie om daarbij te zijn. Ik ben in verwarring, dus ik zou graag een brief met opheldering hebben van het kabinet. En ik wil die graag voor morgen, want dan hebben we een debat over de Europese Raad. Ik ben natuurlijk enigszins in verwarring, nu ik mijn motie heb ingetrokken en er dadelijk toch geen top is. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

De heer Pechtold (D66):

Dan heb ik nog een verzoek. Wij hebben vernomen dat de nieuwe regering in België het gedogen van wietbezit wil gaan afschaffen. Onze grensregio's zullen daar waarschijnlijk last van krijgen. Ik wil hier graag een brief van het kabinet over. Wat zijn de te verwachten effecten hiervan en wat wil het kabinet gaan doen in reactie op de Belgen? Gaan we weer iets met een wietpas proberen? Wat gaan we doen met de politie? Kortom: ik wil een brief hebben met onze reactie op de Belgen, graag ook voor morgen voor het debat over de Europese Raad. Dat komt toevallig ook mooi uit, want er is later deze week ook nog een algemeen overleg over wiet. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Aanvullend, voorzitter. Er is eerder deze maand een informele top in Milaan geweest over werk en economie. Daar hebben wij nog niets over gehoord van het kabinet. Ik wil graag, ook voor het debat morgen, een verslag van het kabinet van wat daar is gebeurd en wat er eventueel uit die top is voortgekomen. 

De voorzitter:

Dat is een derde brief, waarom we ook gaan vragen. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Het mag zelfs in dezelfde brief. 

De heer Pechtold (D66):

Als het CDA toch wiet en sociale zaken in een brief wil samenvoegen, dan komen we nog eens nader tot elkaar! 

De voorzitter:

D66 zal zich niet tegen een samengevoegde brief verzetten, begrijp ik! Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet en verzoeken om die brief dan voor 10.00 uur morgenochtend, of zo veel eerder als mogelijk, in bezit van de Kamer te laten zijn. 

Dan geef ik het woord aan de heer Van Weyenberg. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Gisteren hoorden we op de radio, op BNR, de burger Mark Rutte spreken over het cao-stelsel. Dat waren honderden pagina's "gestold wantrouwen", zo zei hij. Werkgevers en werknemers moesten maar eens op de hei gaan zitten om dat op te lossen. Naar aanleiding van dit interview wil ik graag een brief van het kabinet. Het was namelijk om twee redenen buitengewoon interessant. De eerste reden is natuurlijk staatsrechtelijk: we kennen geen scheiding tussen de burger Mark Rutte en de minister-president. Premier Balkenende zei in 2002 heel helder: je kunt niet spreken als persoon. Daarom vraag ik om een brief waarin wordt uiteenzet hoe het kabinet omgaat met de eenheid van kabinetsbeleid en de privéopvattingen van bewindslieden over politieke vraagstukken, waaronder natuurlijk ook degene die de premier gisteren aanhaalde. 

Daarnaast wil ik graag dat de premier ons gaat vertellen hoe hij ervoor gaat zorgen dat het door hem bepleite proces richting cao's met meer maatwerk, keuzevrijheid en hogere lonen, door het kabinet in gang wordt gezet. Laat hij daarbij niet zeggen dat het niet aan hem is, want de politiek heeft hierbij gewoon een rol. We hebben de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst en de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten. Die brief van de minister-president zou ik graag voor morgen 12.00 uur ontvangen, ook met het oog op een eventuele regeling van werkzaamheden. 

De heer Ulenbelt (SP):

De verantwoordelijkheid voor cao's ligt niet bij de minister-president, maar bij de minister van Sociale Zaken. Aan hem zou dus een brief gevraagd moeten worden. Omdat de minister-president zich nu scheidt in de burger Mark Rutte en de minister-president Rutte, zou ik willen voorstellen om twee brieven te vragen: een brief van de burger en een brief van de minister-president, die gaat over het staatsrechtelijke vraagstuk. Het vraagstuk wat er met de cao moet gebeuren, moeten we niet met de minister-president bespreken, maar met de minister van Sociale Zaken. Mijn voorstel is dus om twee brieven te vragen. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Wellicht kan het een brief zijn namens de premier en namens de minister van Sociale Zaken. Ik steun dus het verzoek van de heer Van Weyenberg. 

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Een brief van de minister-president en van de minister van Sociale Zaken zouden wij ook zeer wenselijk vinden. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Dan geef ik het woord aan mevrouw Berndsen-Jansen. 

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Voorzitter. Ik heb een vooraankondiging van een VAO naar aanleiding van het AO Coffeeshopbeleid donderdagmiddag. Dat heeft een relatie met het te houden debat in de Eerste Kamer over de wijziging van de Opiumwet. Ik zou dat dus graag ook op donderdag laten plaatsvinden. 

De voorzitter:

Ik heb begrepen dat dit VAO een spoedeisend karakter heeft. Tegen de leden in het algemeen zeg ik dat dit betekent dat we later gaan stemmen dan op het schema staat, want dat AO is donderdag pas om 17.30 uur afgelopen. Dat heeft consequenties voor de agenda. In een herzien schema zal dit verwerkt worden. 

Dan geef ik het woord aan de heer Bisschop van de SGP. 

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. De toename van het aantal antisemitische incidenten is schrikbarend. De afgelopen maanden hebben we ons daarvan regelmatig op de hoogte kunnen stellen. Gisteren bleek uit een onderzoek, gepubliceerd op Jalta.nl, dat alleen al tot en met de zomermaanden van dit jaar ruwweg evenveel antisemitische voorvallen zijn gemeld als per jaar in de periode 2011-2013. "Joden moeten etnisch onderduiken." Zo wordt de situatie getypeerd. Voor de SGP zijn de cijfers reden om een debat te vragen met minister Opstelten over dit belangrijke thema. Graag ontvangen wij voor dat debat een brief met hierin het antwoord op de vraag in hoeverre deze cijfers overeenkomen met zijn gegevens. En wordt er in al die zaken ook echt vervolgd? Zijn deze cijfers aanleiding om kernachtiger en krachtiger in te grijpen in het vervolg? 

De voorzitter:

We gaan alle vragen inventariseren via de commissie. Het verzoek is steun voor het houden van een debat over antisemitisme in Nederland. 

De heer De Graaf (PVV):

Steun voor het debat en de brief en ook voor de vragen die de heer Bisschop al gesteld heeft. 

De voorzitter:

Omdat het meer dan een paar vragen zijn, ga ik vragen of het via de commissie geïnventariseerd kan worden. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Ook van de ChristenUnie steun voor het debat. 

De heer Schouw (D66):

Ook in dit geval: eerst de feiten, dan het oordeel. Dus steun voor de brief en afhankelijk daarvan eventueel voor het debat. 

De heer Van Raak (SP):

Ook steun voor de brief. 

De voorzitter:

En nog geen steun voor het debat, begrijp ik daaruit. 

De heer Pieter Heerma (CDA):

Steun voor het verzoek. 

De voorzitter:

Steun dus voor het debat. 

De heer Marcouch (PvdA):

Nog geen steun voor een debat, maar wel steun voor een brief. 

De heer Van der Steur (VVD):

Ook vanuit de VVD-fractie is er op dit moment nog geen steun voor een debat, wel voor een brief. Als er dan aanleiding is om een debat te voeren, zullen we het daar graag met de collega over hebben. 

De voorzitter:

Mijnheer Bisschop, u hebt op dit moment niet de steun van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een debat. Wel is er een breed gevoelde behoefte aan een brief. Ik zal de griffier van de commissie vragen om de vragen die in de brief beantwoord moeten worden te inventariseren. Dan kunt u later aan de hand van die brief besluiten of u opnieuw een verzoek doet tot het houden van een debat. 

De heer Bisschop (SGP):

Dat lijkt mij een heldere procedure. Wij ontvangen die brief wel graag voor de behandeling van de begroting van Veiligheid en Justitie. Dat duurt nog een poosje. Bovendien komt de minister uit Rotterdam en wij weten dat men daar graag de handen uit de mouwen steekt. 

De voorzitter:

Wellicht kan de brief er veel eerder dan dat moment zijn. Ik hoor de suggestie in uw woorden. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Hiermee is er een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven