6 Aanpak illegale immigratie Europese Unie

Aan de orde is het VAO Aanpak illegale immigratie Europese Unie (AO d.d. 04/06). 

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van harte welkom en geef de heer Van Hijum als eerste spreker het woord. 

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. De staatssecretaris heeft de noodklok geluid over de instroom van asielzoekers en daarbij gewezen op problemen aan de EU-buitengrens, met name het land Italië. Het gaat om problemen met betrekking tot de grensbewaking, de registratie en de opvang. Hij heeft zelfs gezegd dat het failliet van het EU-asielbeleid dreigt als landen zich niet aan hun verplichtingen houden. Echter, zijn inzet op het Europese toneel blijft wat mijn fractie betreft bij die woorden achter. Daarom wil ik de volgende motie indienen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de staatssecretaris het vermoeden heeft uitgesproken dat niet alle illegale vreemdelingen die in Italië in het zicht van de Italiaanse overheid over de grens komen in het Eurodac-systeem worden geregistreerd; 

overwegende dat Italië zich aan Europese richtlijnen en verordeningen met betrekking tot grensbewaking, registratie en opvang moet houden; 

voorts overwegende dat tijdelijke herinvoering van binnenlands grenstoezicht mogelijk is mede op basis van onderzoek van de Europese Commissie naar aanhoudende ernstige gebreken met betrekking tot het toezicht aan de buitengrens of terugkeerprocedures; 

verzoekt de regering om de Europese Commissie te verzoeken om een onderzoek te starten naar aanhoudende ernstige gebreken met betrekking tot het toezicht door de Italiaanse overheid aan de buitengrens, conform artikel 15 van de verordening over het evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle op de toepassing van het Schengenacquis, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Hijum. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1824 (19637). 

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Fritsma. 

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag één motie indienen, waarvan de inhoud voor zich spreekt. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de instroom van asielzoekers recentelijk volkomen uit de hand is gelopen en dit jaar het aantal van 65.000 kan bereiken; 

overwegende dat Nederland deze ongecontroleerde instroom niet aankan; 

verzoekt de regering om met onmiddellijke ingang de grenzen te sluiten en alle asielzoekers die naar Nederland willen komen actief tegen te houden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Fritsma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1825 (19637). 

Tot slot geef ik het woord aan de heer Voordewind, maar hij ziet daarvan af. Dan wachten we totdat alle moties zijn gekopieerd. Ik denk dat de staatssecretaris daarna gelijk kan antwoorden. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. U kunt er niets aan doen, maar wij wachten nog op collega Voortman. Zij zou een motie indienen, ook namens mij, maar ik zie haar even niet. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

De voorzitter:

Mevrouw Voortman is gearriveerd. Ze krijgt nu het woord. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Ik zal mij beperken tot de motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het aantal Syrische vluchtelingen dat in Europa asiel aanvraagt de afgelopen tijd is gestegen en blijft groeien; 

overwegende dat door middel van invoering van een tijdelijke beschermingsrichtlijn, buitengewone voorzieningen getroffen kunnen worden in geval van grote toestroom van burgers van buiten de Europese Unie die niet naar hun land kunnen terugkeren, vanwege oorlog, geweld of schendingen van de mensenrechten; 

overwegende dat deze richtlijn zorgt voor een zeker evenwicht tussen de inspanningen van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van vluchtelingen; 

verzoekt de regering, zich in EU-verband in te zetten om tot een evenredige verdeling te komen tussen lidstaten met betrekking tot opvang van asielzoekers in de EU, via mogelijke middelen als bijvoorbeeld het instellen van de tijdelijke beschermingsrichtlijn, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voortman en Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1826 (19637). 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Staatssecretaris Teeven:

Voorzitter. We hebben een goed algemeen overleg gehad in twee termijnen: de eerste termijn heel uitgebreid en zojuist gedurende een uur de tweede termijn. We hebben goed met elkaar van gedachten gewisseld en er is een aantal problemen en misverstanden opgelost die tussen de CDA-fractie en mij bestonden. Daar ben ik blij om, want het is altijd goed dat het kabinet en de CDA-fractie de misverstanden tussen elkaar kunnen oplossen. Dat is de winst van dit algemeen overleg. 

Ik begin met de motie van de heer Van Hijum op stuk nummer 1824. De motie heeft als strekking de regering te verzoeken, de Europese Commissie te verzoeken een onderzoek te starten naar de aanhoudende ernstige gebreken met betrekking tot het toezicht door de Italiaanse overheid op de buitengrenzen, conform artikel 15 van de Verordening over het evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle op de toepassing van het Schengenacquis. Ik moet die motie ontraden. Ik deel een aantal overwegingen in de motie. CDA-fractie en kabinet zijn het er niet over oneens dat Italië zich aan de Europese richtlijnen en verordeningen met betrekking tot grensbewaking, registratie en opvang moet houden. Ik denk dat de Kamer het daarmee überhaupt niet oneens is. De tweede overweging is dat er aanhoudende ernstige gebreken zijn. Ik denk dat die situatie zich, kijkend naar de uitleg die de Commissie geeft, niet voordoet. 

Maar veel belangrijker is dat het kabinet ervoor kiest, de dialoog aan te gaan met de Italiaanse regering. Dat doen we in een aantal stappen, zoals we dat ook met de Bulgaarse regering hebben gedaan toen er problemen waren aan de buitengrenzen. We zitten nu in de fase van persoonlijk overleg en bijstandsaanbod als het gaat om registratie en documentatie aan de zuidgrens. Het kabinet zit op dit moment nog niet in de fase om de Commissie te verzoeken, die procedure te starten waarom de heer Van Hijum vraagt. Het gaat niet zozeer over wat Italië moet doen, want daar zijn we het over eens, maar het gaat wel een beetje over het tempo waarin de zaak escaleert. De CDA-fractie en ik kijken daar net wat anders tegenaan, iets wat we in het algemeen overleg hebben gewisseld. Om die reden moet ik de motie ontraden. Ze is op dit moment contraproductief. Het zou best kunnen dat je daar uiteindelijk eindigt, maar deze stap gaat veel te snel, ook gezien het aanbod dat ik mijn Italiaanse collega heb gedaan voor bijstand bij beveiliging en documentatie aan de buitengrenzen. 

De heer Van Hijum (CDA):

Ik heb net ook al aangegeven dat de CDA-fractie helemaal niet tegen de ondersteuning is, maar dat het de staatssecretaris zelf is die tekortkomingen bij de Italiaanse overheid heeft gesignaleerd als het gaat om het Eurodacsysteem. Hij heeft zelf ook gespeculeerd over het mogelijk herinvoeren van controles. Waarom zouden we dit instrument nou niet aangrijpen om te objectiveren of het probleem zich daadwerkelijk voordoet? Dat is natuurlijk wat het onderzoek behelst. Het is geen veroordeling, maar het vaststellen of het probleem zich voordoet. Op basis daarvan kun je dan ook echt stappen ondernemen. Ik begrijp niet zo goed waar de weerstand bij de staatssecretaris zit. 

Staatssecretaris Teeven:

Ik geef aan dat dit een stap te snel gaat. Onderzoeken is prima, en dat kan ook op een andere wijze. Daar zijn we mee bezig en dat onderzoek is al gestart. De Italiaanse regering is daar al mee bezig. Morgen gaan we daarover van gedachten wisselen in de Europese Raad. Op dit moment zie ik echter geen aanleiding om een dergelijk middel in te zitten. Om die reden ontraad ik de motie. 

De heer Van Hijum (CDA):

Afrondend blijf ik het een rare tegenstelling vinden dat er nog maar twee weken geleden gewaarschuwd werd voor het failliet van het EU-asielbeleid, maar dat als je om een onderzoek vraagt, dat een stap te ver gaat. Maar goed, dat is mijn conclusie. 

Staatssecretaris Teeven:

Ik wijs de heer Van Hijum op de situatie rond Bulgarije. Ook toen werd gevraagd om eerder stappen te nemen, en daar heeft de dialoog goed gewerkt. Althans, die heeft tot verbeteringen geleid. Waarom niet eerst de weg van de dialoog benutten voordat we dit paardenmiddel van stal halen? Het kan altijd nog; we zouden daar kunnen uitkomen, maar op dit moment is het niet noodzakelijk. 

In de motie van de heer Fritsma op stuk nr. 1825 wordt verzocht om met onmiddellijke ingang de grenzen te sluiten en alle asielzoekers die naar Nederland willen komen actief tegen te houden. Als iemand op het station in Amsterdam om asiel vraagt, betekent dit dat je hem bij Hazeldonk de grens over moet sturen. De motie ontraad ik, want ze vraagt aan de regering om in te gaan tegen de wetten die we zelf in het parlement met een meerderheid hebben aangenomen. Ook vraagt ze om tegen Europese jurisprudentie en verdragen in te gaan. Volgens mij hebben we daar in het algemeen overleg uitgebreid over van gedachten gewisseld. De heer Fritsma heeft ook gezegd: zeg het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Vluchtelingenverdrag maar op, want dan kan het allemaal wel. We hebben echter ook nog wat nationale wetgeving die het op dit moment onmogelijk maakt. De heer Fritsma kent vanuit zijn ervaring de uitspraak van de Raad van State op dit punt natuurlijk ook. Ik moet deze motie daarom ontraden. 

De heer Fritsma (PVV):

Het argument dat de motie niet in lijn is met bestaande wetten, kan ik niet helemaal volgen. Immers, als linkse partijen zeuren om een generaal pardon, dan wordt de Vreemdelingenwet meteen opzijgeschoven en wordt niet gezegd dat het niet kan ingevolge de wet. Als de staatssecretaris dus in het ene geval makkelijk wetten opzij kan vegen, kan hij dat nu ook doen. En de noodzaak om dat te doen, is nu wel heel erg groot. 

Staatssecretaris Teeven:

Weet u wat het is: grenzen sluiten en slagbomen neerlaten bij Zevenaar en Hazeldonk heeft ook grote economische schade voor Nederland tot gevolg. Dat betekent ook dat wij iets doen wat de rest van Europa niet wil en wijzelf niet kunnen. Hier wordt een schijnoplossing voorgesteld. Volgens mij moet het kabinet werken aan echte oplossingen en niet aan schijnoplossingen, waar de heer Fritsma mee komt. Om die reden ontraad ik de motie. 

Dan kom ik bij de motie van mevrouw Voortman op stuk nr. 1826, waarin wordt verzocht om een tijdelijke beschermingsrichtlijn in te stellen. Die is niet nodig. Ik denk dat het anders ligt: je moet eerst een gelijk speelveld hebben en dan kijken naar de verdeling; in die volgorde moet het. Dat betekent dus dat je eerst de buitengrenzen op orde moet hebben. Met het huidige instrumentarium kunnen we volgens mij best doen wat mevrouw Voortman in een later moment beoogt. Wat de evenredige verdeling betreft, wijs ik er ook op dat Nederland een substantieel deel van de asielopvang voor zijn rekening neemt. De onderlinge ranking laat zien dat een land als Italië gewoon minder aan asielopvang per 100.000 inwoners doet dan Nederland. Om tot een eerlijke en evenredige verdeling te komen, moet je dus langs een aantal lijnen opereren. Uit de cijfers van EASO blijkt dat een aantal zuidelijke lidstaten wat dat betreft per 100.000 inwoners feitelijk minder doet dan een aantal landen in Noordwest-Europa. Het gaat stap voor stap. Je begint dus met de buitengrenzen en daarna ga je naar de verdeling kijken, en niet andersom. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Om die reden heb ik geopperd om in EU-verband in te zetten op een evenredige verdeling. De staatssecretaris geeft aan dat er landen zijn die minder doen, dus hij erkent dat er geen sprake is van een evenredige verdeling. Ook heb ik geopperd om via middelen zoals het instellen van een tijdelijke beschermingsrichtlijn — het kunnen dus ook andere middelen zijn — te komen tot een evenredige verdeling. 

Staatssecretaris Teeven:

Eerder hebben we hierover uitgebreid van gedachten gewisseld. Ik heb toen ook al een antwoord gegeven aan mevrouw Voortman. Ik heb aangegeven dat het kabinet er geen meerwaarde in ziet en het langs een andere lijn wil doen. Om die reden ontraad ik de motie. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het is toch apart. De staatssecretaris zegt dat de verdeling niet evenredig is. Maar vervolgens wil hij daar niets aan doen. Dat is jammer. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Over de ingediende moties zal dadelijk worden gestemd. 

De vergadering wordt van 15.26 uur tot 15.41 uur geschorst. 

Naar boven