5 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over het wetsvoorstel Implementatie van richtlijn nr. 2012/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het recht op informatie in strafprocedures (PbEU L 142) (33871). 

Op verzoek van het lid Geurts stel ik voor, zijn motie (33669, nr. 65) opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen. 

Op verzoek van de PVV-fractie benoem ik: 

  • -in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Beertema tot lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Defensie het lid Bosma tot lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Helder tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid De Graaf tot lid in plaats van het lid Madlener en het lid Madlener tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid De Graaf; 

  • -in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Madlener tot lid in plaats van het lid De Graaf en het lid De Graaf tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Madlener; 

  • -in de commissie voor de Rijksuitgaven het lid Fritsma tot lid in plaats van het lid De Graaf; 

  • -in de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de leden Fritsma en De Graaf tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures; 

  • -in de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst de leden Madlener en Bosma tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures. 

Voorts deel ik de Kamer mee dat op 20 mei jongstleden de motie-Van Klaveren over een algemene daadkrachtige aanpak van ziekenhuizen (33077, nr. 13) door de Kamer is aangenomen. Bij controle van de stemmingsuitslagen is echter gebleken dat 74 leden voor deze motie hebben gestemd en 76 daartegen. Omdat ingevolge artikel 71, lid 2, van het Reglement van Orde geen wijziging meer in de uitslag kan worden aangebracht, kan ik mij slechts beperken tot deze aantekening in de Handelingen. Tegen de heer Omtzigt zeg ik: u mag niet zo hard lachen. 

Ik stel voor, aan de agenda toe te voegen het VAO Milieuraad, met als eerste spreker het lid Ouwehand van de Partij voor de Dieren. Het algemeen overleg is gehouden op 3 juni jongstleden. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Dijkstra. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Voorzitter. Het VAO Milieuraad is snel toegevoegd aan de agenda. Dat is altijd mooi, maar ik wil u toch vragen, namens de VVD-fractie, maar ook namens de fractie van de Partij van de Arbeid, om het VAO even uit te stellen tot volgende week. Dan zijn wij ook nog op tijd. Wij moeten dan wel rekening houden met een extra stemming. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik heb er geen bezwaar tegen. Ik heb begrepen dat de Milieuraad volgende week donderdag is. Als het VAO en de stemmingen daarvoor plaatsvinden, is dat prima. Ik neem aan dat de VVD dan voortaan ook wat coulanter is als het gaat om het terugroepen van de Kamer voor extra stemmingen. 

De voorzitter:

Kijk eens aan! Wij zullen volgende week hierover stemmen. 

Het woord is aan de heer Omtzigt van het CDA. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Over het vorige punt: Ik hoop dat wij tijdig te horen krijgen, nog deze week, wanneer er extra stemmingen zijn. In verband met onze agenda's willen wij graag weten wanneer die aan de orde zouden kunnen zijn. Misschien kunt u ons dat meedelen. Er schijnt ook nog een stemming over de benoeming van een Ombudsman te kunnen volgen. 

De voorzitter:

Gaat u verder, volgens mij had u een ander punt. 

De heer Omtzigt (CDA):

Dat klopt, ik heb twee verzoeken. Namens de heer Oskam heb ik het volgende verzoek. Hij heeft in april schriftelijke vragen gesteld aan de minister van Veiligheid en Justitie over elektronische aangiftes. Dat is al meer dan zes weken geleden. Hij zou graag voor volgende week dinsdag de antwoorden daarop ontvangen. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan de heer Omtzigt voor zijn tweede verzoek. 

De heer Omtzigt (CDA):

In december heeft de Kamer een motie aangenomen op grond waarvan de regering voor april een overzicht naar de Kamer moest sturen van alle landen, zoals Cambodja, waarmee de gegevens van veroordeelde zedendelinquenten, zoals pedofielen, zouden moeten worden uitgewisseld. Dat overzicht is er nog niet gekomen. Wij hebben daarover schriftelijke vragen gesteld, maar ook die worden gewoon niet binnen de termijn beantwoord. Ik vind dat ernstig, want het betekent wij jaren na de zaak van Robert M. nog steeds de situatie hebben dat de Nederlandse politie een vog kan afgeven aan iemand die in het buitenland veroordeeld is en dat die persoon met kinderen aan het werk kan. Die vragen moeten echt voor maandag worden beantwoord en dan moet het duidelijk zijn of de regering actie heeft ondernomen of niet. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. In verband met het behandelvoorbehoud dat de Kamer heeft gemaakt ten aanzien van de Europese voorstellen inzake biologische productie en etikettering, waarover de Kamer vanavond een AO heeft, wil ik graag een vooraankondiging doen van een VAO. 

De voorzitter:

Ik kijk even rond. Ja, dat kan. Dank u wel. 

De vergadering wordt van 14.16 uur tot 15.09 uur geschorst. 

Naar boven