4 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele van de door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: de motie-Lodders (26991, nr. 401), de motie-Ouwehand (33400-XVI, nr. 87), de motie-Ouwehand (33400-XII, nr. 44), de motie-Ouwehand (21501-32, nr. 660), de motie Ouwehand (32813, nr. 83) en de motie-Geurts (26991, nr. 406).

Ik stel voor om de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 29689-495; 33752-81; 33752-80; 33752-82; 33752-83; 33752-79; 2014Z06806; 28684-403; 33258-28; 2014Z06573; 33625-93; 33446-(R1992)-13; 33750-V-67; 2014Z06265; 33820-2; 30139-130; 32670-85; 30654-103; 33669-40; 29521-238; 2014Z05873; 2014Z05879; 2014Z06126; 2014Z06092; 2014Z05888; 2014Z05636; 31839-359; 31771-15; 27581-50; 33118-7; 27581-47; 33750-XII-76; 33118-11; 33473-4; 33323-1; 30079-43; 19637-1811; 19637-1790; 19637-1788; 19637-1792; 33435-16; 29282-191; 29282-190; 2014Z05897; 32043-186; 32043-192; 30413-161; 33847-23; 32043-193; 32043-204; 32043-195; 30982-17; 32043-191; 32043-199; 32043-205; 32043-206; 32043-202; 33561-8; 32647-22; 23987-143; 32623-129; 33750-X-47; 33750-IV-35; 2014Z06472; 33450-21.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Geurts van de CDA-fractie.

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter. Ik wil graag rappelleren wat betreft onbeantwoorde schriftelijke vragen over het rietlandbeheer in onze mooie provincie Overijssel.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Ik begrijp dat u ook nog een vooraankondiging hebt te doen.

De heer Geurts (CDA):

Ja, ik wil alvast een VSO Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 aanmelden voor morgen, alsook stemmingen voor morgen.

De voorzitter:

Ook stemmingen voor morgen. Wij houden daar rekening mee en zullen dat vermelden op het schema.

Het woord is aan mevrouw Agnes Mulder van de CDA-fractie.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Wij hebben gisteren in het NOS Journaal kunnen zien dat er in Groningen nog veel zorgen rondom de aardgaswinning zijn. Tot morgen kunnen er volgens mij ook nog zienswijzen worden ingediend. Die zienswijzen geven wellicht aanleiding om daarover ook in de Tweede Kamer met elkaar in gesprek te gaan. Ik wil de Kamer dan ook voorstellen om hierover met elkaar in debat te gaan.

De voorzitter:

Dat is een mooi voorstel. Wij gaan kijken of daarvoor een meerderheid te vinden is.

De heer Jan Vos (PvdA):

De gaswinning in Groningen is een belangrijk onderwerp. Wij zien op dit punt dan ook graag een kabinetsstandpunt tegemoet. Daarna kunnen wij zien op welke wijze en waar wij met elkaar in debat gaan.

De voorzitter:

Geen steun dus.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Steun voor het debat en voor een brief.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

De GroenLinks-fractie heeft aangegeven dit ook te steunen, maar zij kon er vandaag niet bij zijn, in ieder geval Liesbeth van Tongeren niet.

De heer Klaver (GroenLinks):

Wij steunen het zeker.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Steun voor het verzoek van mevrouw Mulder.

De voorzitter:

Met de heer Klaver, ook de fractie van GroenLinks.

Wij tellen even de neuzen, maar ik gok erop dat wij geen meerderheid hebben, mevrouw Mulder.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Nee, dan wordt het misschien een dertigledendebat.

De voorzitter:

Dat kan wel.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Het zou mooi zijn als wij daarover van tevoren nog een brief krijgen van de minister.

De voorzitter:

Ik zal dat doorgeleiden naar het kabinet en wij zetten u op de lijst voor de dertigledendebatten, met drie minuten spreektijd per fractie.

Het woord is aan de heer De Graaf

De heer De Graaf (PVV):

Voorzitter. Vanmorgen vernamen wij uit een verslag van de minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties dat twee patat-jihadi's zelfmoordaanslagen hebben gepleegd, onder andere in Irak. Voor zover je daarvan kunt spreken, waren dat geslaagde zelfmoordaanslagen. Van de 100 jihadi's die uit Nederland zijn weggegaan, zijn er 30 teruggekeerd. Zij krijgen hier gewoon weer een uitkering. Zij zijn hier hartstikke welkom. Onder anderen burgemeester Van Aartsen van Den Haag zegt niets meer te kunnen doen, dan hen volgen.

De voorzitter:

Wat is uw wens?

De heer De Graaf (PVV):

Ik kom tot mijn wens. Als wij ze alleen maar kunnen volgen, bestaat de kans dat een aantal Nederlanders deze mensen alleen maar de dood in kan volgen. Dat willen wij natuurlijk niet. Ik doe daarom het verzoek om hierover een debat te voeren. Het is een ernstige zaak. Hierdoor wordt de veiligheid in Nederland bedreigd en daarom wil ik hier een debat over voeren met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister van Veiligheid en Justitie.

De voorzitter:

Wij kijken even of er een meerderheid is voor uw voorstel. Vooralsnog blijft het wat rustig bij de interruptiemicrofoon. Ik heb slecht nieuws voor u, mijnheer De Graaf.

De heer De Graaf (PVV):

Helaas. Dat is slecht nieuws voor de veiligheid van Nederland.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Veldhoven van de fractie van D66.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Wij zagen op de agenda het VSO Commerciële activiteiten stations staan. Ik wil verzoeken om dat uit te stellen tot na het reces.

De voorzitter:

Voor uitstel tot na het reces hebben we een meerderheid nodig.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik heb daar op zichzelf geen bezwaar tegen, als we de verzekering kunnen krijgen dat er geen onomkeerbare stappen worden gezet. Ik heb namelijk begrepen dat NS op het punt staat om besluiten te nemen over het afstoten van de fietsenstallingen. Misschien kunnen we morgen bij de regeling, als we iets meer informatie hebben, even kijken of het echt morgen al moet of dat het na het reces kan. Als we die zekerheid hebben, heb ik geen bezwaar tegen uitstel, maar dat kan ik nu nog niet overzien.

De voorzitter:

Het voorstel van mevrouw Van Veldhoven was uitstel tot na het reces. Ik stel vast dat u dat vooralsnog niet steunt.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik zou geen bezwaar hebben tegen het voorstel van mevrouw Ouwehand om het morgen bij de regeling te laten terugkomen, omdat zij blijkbaar de tussentijd nodig heeft om een en ander te beoordelen.

De voorzitter:

Dan zouden we uw voorstel nu moeten intrekken en afspreken dat u morgen hier weer bent bij de regeling van werkzaamheden.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Volgens mij staat het VSO op dit moment nog gepland vóór de regeling van morgen. Vandaar dat ik het bij deze regeling wilde aanvragen. Als we met elkaar tot overeenstemming kunnen komen dat we het VSO in ieder geval plannen na de regeling van morgen, dan kan ik morgen terugkomen met dit verzoek.

De voorzitter:

Het is eigenlijk een nieuw verzoek dat u zegt: later op de dag.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dat ontstaat nu ter plekke, ja.

De voorzitter:

Zo komen we tot elkaar.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dat kan ik wel steunen. Dan kunnen we morgen bij de regeling besluiten of we het morgenmiddag moeten laten plaatsvinden of dat het toch na het reces kan.

De voorzitter:

Kijk, mevrouw Ouwehand hebben we aan boord.

Mevrouw Lodders (VVD):

Namens de VVD-fractie: steun voor het oorspronkelijke verzoek van mevrouw Van Veldhoven.

De voorzitter:

Ja, maar dat ligt niet meer voor.

Mevrouw Lodders (VVD):

En daarmee dus ook steun voor het tweede verzoek.

De voorzitter:

Heel goed, het verzoek is om het later op de dag te doen.

De heer De Graaf (PVV):

Daar sluit ik mij bij aan.

De voorzitter:

Prachtig. Het is naar de letter geen meerderheid, maar ik vind dat we niet te moeilijk moeten doen over een uitstel van een paar uur. We gaan ons best doen om dat later in te plannen.

Mevrouw Gesthuizen, ik was u vergeten. U stond ook op het lijstje van leden die een verzoek hebben.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter, het is u vergeven.

Vandaag konden wij lezen dat een Armeense uitgeprocedeerde asielzoeker in het asielzoekerscentrum in Schalkhaar een einde heeft gemaakt aan zijn leven. Niet omdat wij hier in de Kamer over incidenten debatteren, maar omdat in ieder geval ik mij niet aan de indruk kan onttrekken dat het geen incident is en dat het een zeer ernstige zaak is die wellicht past in een breder beeld van tekortschietende zorg aan vreemdelingen, wil ik hierover graag een debat voeren met in ieder geval de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Dat debat kan uiteraard niet meer voor het reces gevoerd worden, maar ik zou het zeer op prijs stellen als het wel voor het zomerreces gevoerd kan worden, graag op basis van een goede reactie van de regering, waarin de feiten op een rijtje worden gezet, wellicht aangevuld met een onderzoek. Dat wordt volgens mij op dit moment al uitgevoerd.

De heer Schouw (D66):

Dat is een heel ernstige zaak en de Kamer moet echt weten of er structurele tekortkomingen zijn in de asielketen. Eens met het verzoek dus, maar ik wil het wel een beetje aanscherpen. Ik wil zo snel mogelijk na het meireces een debat daarover en een brief van de minister of van de staatssecretaris, waarin diepgaand wordt ingegaan op de oorzaak van deze kwestie.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Een jaar na de dood van Aleksandr Dolmatov overlijdt er weer een asielzoeker die onder toezicht staat van de Nederlandse Staat. Ondertussen is van de beloftes van de staatssecretaris om het asielbeleid humaner te maken, nog weinig terechtgekomen, dus steun voor het verzoek. Ik kan mij aansluiten bij wat de heer Schouw zei. We willen het debat meteen na het meireces voeren.

De heer Van Hijum (CDA):

Een drama, dus laten wij uitkijken met te snelle conclusies. Daar hint mevrouw Gesthuizen wel een beetje op in haar aanloop. Niettemin steun ik haar verzoek om een debat. Ik wil echter benadrukken dat ik het belangrijk vind om eerst een feitenrelaas van de staatssecretaris te krijgen, een duidelijke reactie op wat er is gebeurd, zodat we daar in de Kamer zorgvuldig conclusies uit kunnen trekken.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Wat er gebeurd is, is inderdaad zeer schrijnend. De vraag is of de overheid, of de Staat hier ook mede verantwoordelijk voor is. Steun voor het verzoek om een feitenrelaas en ook steun voor een debat.

Mevrouw Maij (PvdA):

Ik sluit mij aan bij de mensen die hebben gezegd dat dit een vreselijk voorval is geweest. Het lijkt mij goed om eerst een feitenrelaas te krijgen. Ik heb net gekeken en zag dat er achttien meerderheidsdebatten op de lijst staan en nog meer dertigledendebatten. Ik ben er voorstander van dat we dit onderwerp samenvoegen met het verslag van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid over Dolmatov. Collega Voortman sprak hier al over. Misschien kunnen we kijken of we dat debat heel snel na het meireces in een algemeen overleg kunnen voeren met aansluitend een plenaire afronding. Op die manier hebben we alle informatie, maar kunnen we het ook breder trekken en bovendien het debat snel voeren.

De voorzitter:

Er staan veel meer debatten op de lijst dan de achttien die u noemde, kan ik vertellen. Maar uw mening is helder.

Mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ook wij zijn zeer geschrokken van het bericht. Wij krijgen dus graag het feitenrelaas en wij steunen een debat, te houden zo snel als mogelijk is.

De heer Azmani (VVD):

Kortheidshalve kan ik mij aansluiten bij de woorden van mevrouw Maij. Het is in principe een tragische gebeurtenis. De feiten moeten op een rijtje gezet worden. Kijkend naar de Kameragenda kan ik mij voorstellen dat, als we snel een debat willen voeren hierover, wij een en ander in een procedurevergadering kortsluiten.

De voorzitter:

Ik stel vast dat er geen meerderheid is voor een debat.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Nee, anders dan in de pers stond.

De voorzitter:

Ja, maar dat is geen realiteit bij de regeling van werkzaamheden.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Nee, dat klopt. Maar ik constateer toch even dat mevrouw Maij in de pers wél zegt dat zij een debat zal steunen maar dat hier gewoon niet doet.

De voorzitter:

Ik stel vast dat er geen meerderheid is voor een debat. Dat is het enige wat nu telt. Ik zie dat u nog iets wilt zeggen. Een seconde, ik zet uw microfoon weer aan.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Dank u, voorzitter. Ik wil vragen om er een dertigledendebat van te maken. Ik proef namelijk wel een grote mate van urgentie bij de collega's die mijn verzoek hebben gesteund. Wij zullen uiteraard, zoals wij altijd doen, bekijken of dit debat in een algemeen overleg kan plaatsvinden, om zo de plenaire agenda te ontlasten. Maar, voorzitter, sommige debatten, die te maken hebben met het einde van het leven van iemand, horen gewoon in deze plenaire zaal thuis.

De voorzitter:

Wij waarderen uw medewerking en zetten het verzoek op de lijst van dertigledendebatten.

Is er nog een mededeling van mevrouw Maij?

Mevrouw Maij (PvdA):

Excuses, voorzitter, maar ik word aangesproken op een vrij scherpe manier. Ik heb duidelijk aangegeven dat ik ook zie dat dit snel moet. Ik heb gezocht naar een mogelijkheid om het gezamenlijk snel te doen. Ik begrijp dus de ietwat emotionele reactie van mevrouw Gesthuizen niet.

De voorzitter:

Dat is bij dezen opgenomen in de Handelingen. Voor het debat geldt een spreektijd van drie minuten per fractie. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar de regering.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven