Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | nr. 41, item 5 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | nr. 41, item 5 |
De voorzitter:
Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik in de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst het lid Albert de Vries tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.
Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik:
-in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Moors tot lid in plaats van het lid Van der Steur en het lid Van der Steur tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid De Caluwé;
-in de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst het lid Moors tot lid in plaats van het lid Rudmer Heerema;
-in de vaste commissie voor Defensie het lid Moors tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;
-in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Moors tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;
-in de vaste commissie voor Financiën het lid Moors tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;
-in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Visser tot lid in plaats van het lid Bosman en het lid Bosman tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Veen;
-in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Moors tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;
-in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Elias tot lid in de bestaande vacature en het lid Moors tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Elias;
-in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Berckmoes-Duindam tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Tellegen.
Op verzoek van het lid Verhoeven stel ik voor, de motie op stuk 33664, nr. 18 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Zojuist is een verzoek ontvangen van de minister van VWS om de behandeling van het wetsvoorstel Wet toelating zorginstellingen en enkele andere wetten om het mogelijk te maken dat aanbieders van medisch-specialistische zorg, mits zij aan een aantal voorwaarden voldoen, winst uitkeren (voorwaarden voor winstuitkering aanbieders medisch-specialistische zorg) (33168) van de agenda van morgen af te voeren. Ik leg dit verzoek voor aan de Kamer.
De heer Rutte (VVD):
Het is een heel belangrijk wetsvoorstel waarmee wordt geregeld dat voldoende kan worden geïnvesteerd in de zorg, ook de komende jaren. Dat vraagt uiterste zorgvuldigheid. Ik heb begrepen dat de minister last minute extra tijd nodig heeft om een en ander met een aantal partijen af te stemmen en dat zij met een nota van wijziging wil komen. De VVD wil haar die tijd geven, want we willen vooral een heel goede wet hebben.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik begrijp vooral dat er geen meerderheid in de Eerste Kamer is en dat daarom nog wat gemarchandeer achter de schermen nodig is. Wat ons betreft is uitstel prima. Afstel mag ook.
Mevrouw Bouwmeester (PvdA):
Ik sluit mij aan bij de woorden van de VVD. We hebben begrepen dat er nog iets gewijzigd moet worden aan het wetsvoorstel. Wij behandelen graag goede wetsvoorstellen. Uitstel is prima.
Mevrouw Klever (PVV):
Ik heb ook begrepen dat de meerderheid in de Eerste Kamer ontbreekt. We wachten af.
De voorzitter:
Dan is er een meerderheid voor uitstel van de behandeling van het wetsvoorstel, dus het staat niet op de agenda van morgen.
Het woord is aan de heer Van Hijum van de CDA-fractie.
De heer Van Hijum (CDA):
Voorzitter. We voeren in de Kamer regelmatig debatten over steun aan Griekenland en de voorwaarden die daaraan worden gesteld. Tijdens een van die debatten heb ik volgens mij namens vrijwel de gehele Kamer een motie ingediend waarin staat dat we het niet acceptabel vinden dat aan de ene kant Nederland en andere landen met miljarden aan steun over de brug komen terwijl aan de andere kant Griekse belastingbetalers de belasting ontduiken, ontvluchten, ontwijken of op een andere manier ontkomen. Gisteren heeft het hoofd van de Griekse FIOD bekendgemaakt dat er maar liefst 54 miljard euro aan Grieks vermogen door rijke Grieken is gestald in het buitenland, waarvan een groot deel niet is of niet kan worden belast, en dat het bovendien niet opschiet met de aanpak van de zogenaamde Lagarde-lijst van belastingontduikers. Mijn fractie vindt dat eigenlijk niet te verteren, mede in het licht van de breed aangenomen motie. Ik zou daarover een debat willen, voorafgegaan door een brief waarin de minister aangeeft of dit bericht klopt, wat de stand van zaken is rond de aanpak van de belastingontduiking en -fraude en hoe het is gesteld met de uitvoering van de Kamermotie.
De heer Harbers (VVD):
De heer Van Hijum stelt terecht dat de zorg breed wordt gedeeld in de Kamer en haalt terecht ook de motie aan. Over de Lagarde-lijst heeft de VVD ook eerder kritische vragen gesteld. Ik zag het bericht ook, maar was eerlijk gezegd van plan om het te betrekken bij het AO over de Ecofin-Raad dat we volgende week hebben. Ik steun niet het verzoek om een debat, maar wel het verzoek om de brief. Ik wil deze graag ontvangen voor het AO van volgende week donderdag.
De heer Merkies (SP):
Ik ben akkoord met het verzoek om een debat en ook met het verzoek om de brief. Ik zou in de brief ook de vraag beantwoord willen hebben of de staatssecretaris akkoord gaat met de schikkingen die worden getroffen met belastingontduikende Grieken. In het bericht staat namelijk dat die schikkingen worden getroffen. Daarnaast wil ik weten welke druk er is uitgeoefend op Zwitserland. We hebben hier eerder vragen over gesteld, want daar zit al het geld. Welke druk is er dus uitgeoefend?
De heer Dijkgraaf (SGP):
Steun voor het verzoek om een brief over dit belangrijke issue. Laten we dit inderdaad volgende week bespreken in het AO over de Ecofin-Raad. Als dat onbevredigend is, bijvoorbeeld omdat we er te weinig tijd aan kunnen besteden, kunnen we hier alsnog een debat over voeren, maar dit lijkt mij wel de snelste manier om dit te bespreken.
De heer Koolmees (D66):
Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Dijkgraaf: wel een brief voor het AO van volgende week over de Ecofin-Raad, zodat we die dan kunnen bespreken. Als er dan behoefte is aan nog meer debat, kunnen we dat later bekijken.
De heer Nijboer (PvdA):
Daar sluit ik mij bij aan.
Mevrouw Agema (PVV):
Dit is weer een onvoorstelbaar bericht. Wij steunen het verzoek om een brief en om een debat. Wij vragen om daarbij ook de antwoorden op de vanmorgen door mijn collega Van Dijck gestelde schriftelijke vragen mee te nemen.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Ik sluit mij aan bij het voorstel van de heer Dijkgraaf: een brief, die betrokken wordt bij het AO over de Ecofin-Raad.
De voorzitter:
Mijnheer Van Hijum, er is geen meerderheid voor uw verzoek, wel voor een brief.
De heer Van Hijum (CDA):
Dat begrijp ik. Er zijn enkele zinvolle suggesties voor aanvullende vragen gedaan door de heer Merkies en een aantal anderen. Ik zou graag willen dat die vragen meegenomen worden. Ik kan mij uiteindelijk wel vinden in de suggestie om dit te betrekken bij het AO van volgende week over de Ecofin-Raad, maar wij willen de brief wel graag voor dat AO ontvangen.
De voorzitter:
Ik stel voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20132014-41-5-n1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.